• No results found

Onderzoek naar enkele aspecten van potgrond bij sla

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar enkele aspecten van potgrond bij sla"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

fc)

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

A

STATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

E

38

Onderzoek naar enkele aspecten

van potgrond bi.j sla

H. v. Esch

J. v. Bergenhenegouwen

(2)

//W/-^ r- 'l'ic ~t~- lb

4U u4^ y"

PROEFSTATION YOOR DE GROESPTEN- EU FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Onderzoek naar enkele aspecten van potgrond "bi.j sla

H. v. Esch

J. v. Bergenhenegouwen

Naaldwijk, februari 1.973 577-73

(3)

2-Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Opzet

2.1 Potgrondsoort en -leeftijd 2.2 Vochtigheid van de potgrond 2a3 Lucht- en grondtemperatuur

2 » 4 A f d e k k e n v a n d e p o t j e s n a h e t z a a i e n

3» Yerloop van de proef

4. Resultaten

5» Conclusies

(4)

-3-1• Inleiding

Haar aanleiding van moeilijkheden in de praktijk - in de maanden september en oktober - met de kieming en kwaliteit van slaplanten is een potgrondproef genomen.

2. Opzet

De volgende faktoren zijn in de proef opgenomen; 2.1 Potgrondsoort en -leeftijd

a. tuinturf/turfstrooisel-mengsel; afgeleverd 14 dagen vóór het leggen van de pillen.

b. Het "Westland"-mengsel (60% Vinkeveens veen en 40% bol­ ster); afgeleverd 20 dagen vóór het leggen van de pillen. c. "Westlands"-mengsel (door de proefnemers zelf direct vóór

het leggen van de pillen gemengd); een mengsel van:

io Vinkeveens veen 70 bolster toegevoegd: 70 L zand 5 kg Dolokal 1 kg 16 + 10 + 20 •§• kg dubbelsuperfosfaat 3OO gr Sporumix Pg

d. Tuinturf/turfstrooisel-mengsel (door de proefnemers zelf direct voor het leggen van de pillen gemengd);

een mengsel van: 60io tuinturf 40io turfstrooisel toegevoegd: 50 L zand 7 kg Dolokal 1 kg 16 + 10 + 20 -g- kg dubbelsuperfosfaat •§• kg Sporumix Pg u

De soorten potgrond zijn dus zowel in verse als oude toestand in de proef opgenomen.

per m'

per

(5)

-2-2.2 Vochtigheid van de potgrond

Aan het tuinturf/turfstrooisel-mengsel werden drie hoe­ veelheden water toegevoegd, nl.:

- 25O L (zo droog mogelijk) - 450 L (normaal) en

- 65O L (zo nat mogelijk) per m3

Aan het "Westlands"-mengsel werden respectievelijk toege­ voegd 150» 300 en 450 L water per m3.

Aan het "Westlands"-mengsel behoefde minder water te worden toegevoegd om de gewenste vochtigheidsgraad te "bereiken om­ dat dit materiaal vóór het natmaken al vochtiger was dan het tuinturf/turfstrooisel-mengsel.

2.3 lucht- en grondtemperatuur

De helft van de potjes werd weggezet "bij een luchttempera­ tuur van 20 °C, de grondtemperatuur werd ook 20 °C. De andere helft werd weggezet "bij een luchttemperatuur van 15 °C en een grondtemperatuur van 10 °C (gekoeld).

2.4 Afdekken van de potjes na het zaaien

Zowel "bij de hoge als hij de lage temperatuur werd de helft van de potten met tempexplaten (polystyreen) afgedekt5 de andere helft werd helemaal niet afgedekt.

Opm.; 1. Voor deze proef werd zaad van het ras Deci-Minor gebruikt omdat bij dit ras zich opkomstmoeilijk­ heden voordeden.

2. Alle potten zijn in deze proef met de hand geperst.

3. Verloop van de proef;

Op 1 november werden de perspotjes gemaakt en werden de omhulde zaden op de potten gelegd. Bij de opkweektemperatuur van 20 °C werd na 7 dagen de opkomst bepaald.

Bij de opkweektemperatuur van 10 oC was dit na 18 dagen.

De planten waren tijdens de beoordeling ongeveer even groot, Bij de telling werd onderscheid gemaakt ins

- goede planten

- niet gekiemde zaden

- sterk afwijkende planten (planten met sterk beschadigde zaad­ lobben, dus planten die een grote achterstand in groei hebben. - licht afwijkende planten (planten met licht beschadigde zaad­

lobben, dus planten die slechts een geringe achterstand in groei hebben.

(6)

-3~

4» Resultaten

In tabel 1 worden de resultaten van de verschillende behande­ lingen weergegeven.

Zie bijlage: tabel 1.

5. Conclusies Bij 20 °C.

Yers materiaal gaf een duidelijk slechtere opkomst dan oud (+ 2 weken) materiaal» Dit verschil was bij het tuinturf/

turfstrooisel-mengsel 20$ en bij het "Westlands"-mengsel 13 i» goede planten.

Bij toenemende hoeveelheid water nam het percentage goede planten af» Het "Westlands"-mengsel was het meest gevoelig voor embroyer vochtgehalte.

Tabel 2. Het $ goede planten bij de 2 mengsels: tuinturf/turf strooisel We s tl sinds -mengsel

waaraan toegevoegd waaraan toegevoegd

250 L/m3 water 93 81 150 L/m^ water

45O L/m3 water 82 73 300 L/m3 water

650 L/m^ water 79 51 450 L/m3 water

Afdekken gaf 10$ minder goede planten t.o.v. niet afdekken.

Bij 10 °C.

1. Er was een klein verschil tussen oud en vers materiaalo 2. Bij toenemende hoeveelheid toegevoegd water namen de resul­

taten weinig of niets af.

3® Afdekken gaf + 6</o minder goede planten t.o.v. niet afdekken.

6. Algemene conclusies

1. De verschillen bij 20 °G waren veel groter dan bij 10 °Cj 10°C gaf alleen een zeer trage groei.

2. Het tuinturf/turfstrooisel-mengsel kwam gemiddeld over alle behandelingen op 89$, het "Westl&iids"-mengsel op 69$ goede

planten-3. Het oude "Westlands "-mengsel dat droog geperst werd,gaf ge­ lijke resultaten als het tuinturf/turfstrooisel-mengsel dat nat geperst werd.

(7)

"bijlage 1 -p ^3 * o £ LfMAlA ITN O NN LfN 1 1 LfN LfN LfN •H M T— 1-q câ / V m M VO FH • O d) £ 1 1 1 ITN CO O NN NN O LfN NN 1 F! -P «H CM T- NN CM NN NN ci) CQ câ t*c -P û) a -P • d •d © d) Pi •H d) 1 1- 1 NN 00 LfN ITN CO O 1 NN NN 00 d) \Zk t)D T— CM T— £*0 t— «H o\ aJ d d) m -sj- m C— CM f— CT\ O O ON CM T— Ö o ON ON ON VO VO VO VO LfN VO ON 00 ON ü> O Ö -p © •H ^ • >d 1—f o £ I I I 1 NN 00 LfN LfN 00 NN 00 NN rH •H «H NN CD ^— +3 -p M M • V d) H • FH O •d (D > 1 1 NA 00 O LfN O LfN LfN 1 NN NN P=l O d) -P CH CM 1- 1- CM i-i-P=l o 03 d Ö T— 'Y © CD -p • 1 1 NN © M 1 1 NN 1 NN O 1 ITN NN 1 1 1 -P •H <D ' T -H d) S W ÜI •H S W Ä >d o o «tf- CM -<3- t— LfN LfN 'vf C— ON *3" M d) O O ON C— t—VO c— C— C— ON 00 ON o o T— T— o Ü (D -p •H A J N O

>

I 1 CM 1 CM C-- CNJ ON VO CM t- C-\ y •H «H \— tA d Ö (D M bO Fi d) > VO 1 CM CM LfN NN •"3" NN CM CM VO f— •H -P «H CM t- T- CM T- CM ^— 1—1 (D -p m câ M >0 Ö d) -p • a d) •d d) .y 3 s d> •H © 1 CO -3" •*3" NN ON VO LfN ON 1 O CM .d ho S £*o r- r- T— NN CM d) •d <H 0 & •d d> •st" CO CM "5j" O T- 00 NN NN VO NN Fl © o ON ON ON tr— t-vo VO VO NN ON LfN LfN O >d cd ClJ ft ö Ö OD (D -p -p 1—1 bC .d • O 1—! a o £ 1 1 *=*" ^ CM VO •*d" C— CM ITN ON ON ft •H •H •H CH 1 1 *=*" T— rC 1—1 NN O •—1 a m 0) M a u , -P -P FH • FH © M d> > T— C— C— LfN 1 ON ON 1 "ïf Q > d) -P «H 1 1 1- T— Y— Pt Ü >d CQ CÖ Pt © O d) FH •d o Câ) -p • CD tu d) » 1 1 vo 1 CM ITN •"n!" LfN NN CM T- f- -P d , d •H d) Y— T- NN ^— d S £3 fcû

>

>

•p d) •d <d •H (D O O ON ON ON "3" CM on vo NN VO O e>o © d o O O t— 00 00 VO ON VO "3" 00 t— 00 CD -p CÎ3 r- T O f> -P CD i—1 £>0 (D CQ rH 1—1 O © © d) -P h Ö ta CQ -p d) •H 1 1 •H >d CQ -p 1 O m CQ 1 O •H s <0 <4H O >d •d ch O (D o -p H FH S rH 5 rH Fh FH M rH Ö F» -P CS d> cd CD pJ -p^ 1—1 ft 0 (D -p rH rH ta CQ -P CQ CQ CD O m -P F! ch *d -P bo "d -P t>0 fH Ö CH FH CD d) Ö • H F j U m ö fS CQ F) <D •H FH d) > H (D •d 0 2 O Q) Q) o d) d) > Ft 0 > CD T— -P O d EH Ehw

>

>

EH EH *—' O CQ O o

>

>

r£| rH Q) S H FH O O O o o o O O O O O O O P. Etf> LfN LfN ITN LfN o ITN LfN O LTN LfN LfN LfN _ ^ ©

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sommige planten zijn zelfs onder extreme omstandigheden in staat tot fotosynthese en de daarop volgende voortgezette assimilatie. CAM(Crassulacean Acid Metabolism)-planten

(1986:10) hierdie werk as &#34;(d)ie eerste en (by my wete enigste) volwaardig histories-kritiese uitgawe&#34; beskou, kan dit om verskeie redes eerder as 'n Anglo-Amerikaanse

2 Hoewel we in de gezondheidszorg bereid zijn een stukje doelmatigheid op te offeren ten behoeve van meer rechtvaardigheid, omdat ook ouderen, mensen met

Drie enkelvoudige bladeren (links) en twee samengestelde bladeren (rechts).. TIP:

Gebieden Aantal Aantal Oppervl. Zuid Kennemerland De Bloembollenstreek Rijnland 3. Overige gebieden in Noord-Holland 4. De oppervlakte met tulpen bedroeg op deze bedrijven

Aan het begin van de proef werd weinig stikstof in het grondmonster aangetroffen (1,3 mmol NO3 + NH4 per 1 extract), maar waar het hier een gestoomde klei­ grond betreft moet het

In Vlaanderen komt de soort vooral voor in de Kempen (Kalmthoutse Heide, Groot en Klein Schietveld, valleigebied van de Kleine en de Grote Nete, de heidegebieden

stengel (S), vrucht (V), bladeren (BL), zaden (Z), bloem (B) wortel (W), knollen (K). aardappel