• No results found

Pathophysiology and management of coagulation disorders in critical care medicine - Samenvatting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pathophysiology and management of coagulation disorders in critical care medicine - Samenvatting"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

Pathophysiology and management of coagulation disorders in critical care

medicine

de Jonge, E.

Publication date 2000

Link to publication

Citation for published version (APA):

de Jonge, E. (2000). Pathophysiology and management of coagulation disorders in critical care medicine.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)
(3)

Samenvatting g

Inn dit proefschrift worden een aantal studies beschreven die betrekking hebben opp de pathogenese en behandeling van stollingsstoomissen bij intensive care patiënten.. Het eerste deel van het proefschrift (hoofdstukken 2-7) bestaat uit studiess naar de pathogenese van diffuse intravasale stolling (disseminated intravascularr coagulation, DIC), terwijl het tweede deel (hoofdstukken 8-11) zichh richt op the invloed van enkele farmacologische interventies op de bloedstolling. .

Hoofdstukk 2 geeft een overzicht van de pathogenetische mechanismen achter

hett ontstaan van DIC en van de huidige behandelingsmogelijkheden. DIC is het gevolgg van gelijktijdige activatie van de bloedstolling, onderdrukking van endogenee remmers van de stolling en remming van de fibrinolyse. The betekenis vann plasma- en trombocyten transfusie, antistolling and antitrombine suppletie wordtt uitgebreid besproken. De resultaten van studies naar de behandeling van DICC met proteïne C concentraat, trombomoduline en remmers van tissue factor blijkenn veelbelovend.

Inn hoofdstuk 3 wordt ook een overzicht gegeven van de pathogenese van DIC enn wordt vooral aandacht gegeven aan de natuurlijke remmers van de bloedstolling,, zoals proteine C, antitrombine en tissue factor pathway inhibitor (TFPI).. Tevens wordt een overzicht gegeven van de relaties tussen stolling, fibrinolysee en de mechanismen die betrokken zijn bij ontstekingsreacties. Terwijll cytokines in staat zijn de bloedstolling te activeren, kunnen aan de anderee kant geactiveerde stollingsfactoren een ontstekingsreactie uitlokken. De natuurlijkee remmers van de bloedstolling blijken de ontstekingsreactie te kunnen beïnvloeden,, onafhankelijk van de bloedstolling.

Inn hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 worden studies beschreven naar de invloed van tweee verschillende doseringen van tissue factor pathway inhibitor (TFPI) op doorr endotoxine veroorzaakte stollings- fibrinolyse- en ontstekingsreacties bij gezondee menselijke vrijwilligers. Zestien gezonde mannen werden tweemaal onderzocht.. Eenmaal werd een eenmalige injectie met endotoxine gevolgd door eenn bolus injectie en een 6 uur durend infuus met TFPI; de andere maal werd de

(4)

endotoxinee injectie gevolgd door een zg. Placebo infuus. Endotoxine veroorzaaktee een activatie van de stolling, activatie gevolgd door remming van dee fibrinolyse en activatie van ontstekingsreacties. TFPI bleek de activatie van dee stolling dosis-afhankelijk te onderdrukken, maar had geen invloed op de fibrinolysee en op ontstekingsreacties.

Inn hoofdstuk 6 probeerden we uit te zoeken of activatie van de stolling op zich zelff kan leiden tot in vivo ontstekingsreacties bij mensen. Zes gezonde mannen werdd 90 ug/kg recombinant factor Vila toegediend, voorafgegaan door óf 3.5 ug/kgg NAPc2 ( een remmer van tissue factor) óf placebo. Toediening van recombinantt factor Vila leidde tot een aanzienlijke trombine generatie die gedeeltelijkk geremd werd door de behandeling met NAPc2. De activatie van de bloedstollingg leidde tot een stijging van de plasmaconcentraties van interleukine (IL)-66 en IL-8 zonder invloed op plasmaconcentraties van tumor necrosis factor (TNF).. De IL-6 en IL-8 respons was afwezig als de activatie van de stolling werdd geremd met NAPc2. De resultaten van deze studie sluiten goed aan bij dierexperimentenn en bij in vitro onderzoek, waarbij ook een IL-6 en IL-8 responsee was gevonden na activatie van de stolling.

Hoofdstukk 7 beschrijft het beloop in vivo van tissue factor messenger RNA (TF

mRNA)) tijdens endotoxinemie bij mensen. Bij tien gezonde vrijwilligers werd vóórr en na endotoxine toediening RNA geisoleerd uit het bloed en vermenigvuldigdd door middel van nucleic acid sequence-based amplification (NASBA).. Hierna werd TF mRNA gemeten met een electrochemiluminiscentie (ECL)) techniek. TF mRNA expressie per circulerende monocyt nam 125-maal toee na endotoxine toediening met een piek 3 uur na endotoxine. De stolling werd geactiveerdd na expressie van TF mRNA (4 uur na endotoxine). De resultaten van dezee studie dragen bij aan het concept dat tissue factor van cruciaal belang is bij dee activatie van de stolling na endotoxine toediening.

Hoofdstukk 8 geeft een literatuuroverzicht van de invloed van colloïdale

plasmavervangerss op de bloedstolling en op peri-operatief bloedverlies. Alle beschikbaree plasmavervangers, dextranen, gelatines en hydroxyethyl starches (HES),, kunnen leiden tot een verlaging van de plasma concentratie van von Willebrandd factor (vWF). De bloedstolling wordt vooral gestoord door

(5)

dextranen,, HES produkten met een hoog molecuulgewicht (HMW-HES) en door sommigee vormen van middelmoleculaire HES (MMW-HES) die langzaam wordenn afgebroken. Snel afbreekbare vormen van MMW-HES en gelatineproduktenn blijken een matig vWF verlagend effect te hebben bij gezonde vrijwilligers.. Dit vWF verlagend effect wordt ten dele teniet gedaan door de acuutt fase reactie bij acuut zieke patiënten, die ondermeer leidt tot een verhogingg van vWF. Hierdoor blijken in de klinische praktijk snel afbreekbare vormenn van MMW-HES en gelatines geen invloed te hebben op de stolling en opp peri-operatief bloedverlies.

Hoofdstukk 9 beschrijft de invloed van de intraveneuse toediening van 1 liter

gelatine-plasmavervangerr (Gelofusine) op de bloedstolling bij gezonde vrijwilligers.. Toediening van gelatine leidt tot een verstoring van de primaire haemostasee en trombine generatie. De stoornis in primaire haemostase wordt veroorzaaktt door een verminderde plasmaconcentratie van vWF, terqwijl de verminderdee trombine generatie een gevolg lijkt te zijn van verdunning van stollingsfactorenn door de toegediende vloeistof. De daling van vWF wordt waarschijnlijkk veroorzaakt door binding van gelatine aan de collageen-bindingsplaatsenn van het vWF molecuul, met daardoor versnelde in vivo klaring vann gelatine-vWF complexen.

Hoofdstukk 10 beschrijft de effecten van toediening van 1 liter snel afbreekbare

MMW-HESS (HES 200/0.5/6, HAES-Steril) op dee bloedstolling. Toediening vann HES leidt tot een daling van vWF die meer is dan door verdunning kan wordenn verklaard. Deze daling van vWF was geassocieerd met een stoornis van dee in vitro trombocyten functie, gemeten met de PFA-100 plaatjesfunctie meter. Trombinee generatie werd niet beinvloed door HES 200/0.5/6.

Hoofdstukk 11 bevat een meta-analyse van alle gerandomiseerde,

gecontrolleerdee trials over de invloed van behandeling met aprotinine, lysine analogenn of desmopressine op de reductie van peri-operatief bloedverlies bij hartchirurgie.. De resultaten van deze meta-analyse tonen aan, dat aprotinine en lysinee analogenhet peri-operatief bloedverlies, de sterfte na hartchirurgie, de noodzaakk tot rethoracotomie en het aantal patiënten die behandeld moet worden mett bloedtransfusie kunnen verminderen. Desmopressine kan ook het

(6)

operatieff bloedverlioes in geringe mate vermindere, maar was geassocieerd met eenn 2.4-voudige stijging van peri-operatieve hartinfarcten.

(7)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

Asn asparagine Asp aspartic acid Cys cysteine Gln glutamine Glu glutamic acid Gly glycine His histidine Ile isoleucine Leu leucine Lys lysine Met methionine

To date not only a vast number of peptides have been identified from natural sources, but also their synthesis now has reached the stage that peptides up to 50 residues may be

Removal of the N-Boc protective group by treatment with TFA and subsequent neutralization to induce the O →N acyl transfer reaction resulted in the formation of the desired lactam

Reaction mixture was diluted with EtOAc (30 mL) and the organic layer was washed with water, saturated aqueous sodium bicarbonate solution and a 1 M solution of

After stirring overnight at room temperature the mixture was diluted with CHCl 3 (90 mL) and washed with water (100 mL), an aqueous solution of saturated.. sodium bicarbonate

The use of the linker developed for the combinatorial synthesis of 1,4-connected triazole-containing cyclic peptides described in Chapter 3, may also be used for these

Tenslotte worden verschillende routes besproken die leiden naar een combinatoriële synthese van cyclische peptiden met hun specifieke voor- en nadelen.. Hoofdstuk 2 beschrijft