Eurocentrisme &
de Europese Unie
De Plaats van Eurocentrisme in het EU Cultuurbeleid
Eurocentrisme & de Europese Unie
De Plaats van Eurocentrisme in het EU Cultuurbeleid
Masterthesis Europese Studies – Geschiedenis van de Europese Eenheid Universiteit van Amsterdam
Faculteit der Geesteswetenschappen
S. P. Koster
Studentennummer 5871484
Onder begeleiding van Mw. dr. C. Vos Tweede lezer Dhr. dr. M.E. Spiering Datum 20 maart 2015
Afbeelding: Abraham Ortelius, Map of Europe from Theatre du Monde, 1570
Voorwoord
In het derde jaar van mijn bachelor Europese Studies werd het vak Eurocentrism gedoceerd door prof. dr. M.J. Wintle. Dit vak intrigeerde mij enorm en de term eurocentrisme zette mij als kritische student aan het denken. Wat was dit precies en waarom was dit ooit ontstaan, hoe uitte dit zich en zou dit tegenwoordig nog steeds voorkomen? Na al deze vragen wist ik dat dit het onderwerp zou worden die ik voor mijn masterthesis wilde gebruiken.
Maar hoe combineer je de Europese Unie en eurocentrisme? Nadat ik een vak had gevolgd van dr. C. Vos, tevens mijn scriptiebegeleidster, bedacht ik een manier waarop ik deze twee zaken met elkaar kon verbinden. Binnen het vak The History of European
Unity werden bepaalde onderwerpen van het Europees Cultuurbeleid behandeld. Wat
opviel, was de druk die de EU uitoefende op de burgers van Europa om hen meer ‘Europees’ te maken. Dit deed zij op verschillende manieren. Zo werden de burgers mateloos herinnerd aan de gezamenlijke Europese geschiedenis, aan de gedeelde normen en waarden en aan het feit dat zij deel uitmaakte van de Europese Unie. Dit was voor mij een uiting van eurocentrisme.
Het schrijven van deze thesis is niet gemakkelijk geweest en ik heb er een lange tijd voor uitgetrokken. Na een hectisch eerste masterjaar ben ik eerst een stage gaan volgen omdat ik hier geen tijd voor had gevonden tijdens mijn bachelor periode. vervolgens ben ik in februari 2014 aan de slag gegaan met de thesis. Bijna een jaar later heb ik het voltooid. Ten eerste wil mijn scriptiebegeleidster, Claske, enorm bedanken voor alle moeite, hoop, geduld, motivatie en vertrouwen. Het is niet makkelijk gegaan, maar ik hoop dat het resultaat er mag wezen. Vervolgens wil ik Omar bedanken voor zijn harde, maar goed bedoelde commentaar. Doset daram. Tevens wil ik mijn moeder en zus bedanken voor alle lieve steun en mijn vader voor de professionele en strenge steun. Muito obrigado. Ik voel me geprezen dat ik jullie altijd achter me heb staan.
Inhoudsopgave
Inleiding
I-‐II
1. Eurocentrisme
1
1. 1 Thema’s
3
1.1.1 Europese cultuur & eurocentrisme
3
1.1.2 Europese identiteit, Europese beschaving & eurocentrisme
6
1.1.3 Europese historiografie & eurocentrisme
11
1.2 Conclusie
13
2. Europese Unie en het Cultuurbeleid
16
2.1 De weg naar het cultuurbeleid 1950-‐1992
17
2.2 De Europese Unie
17
2.3 Cultuurbeleid
18
2.3.1 Verklaring over de Europese identiteit 1973
19
2.3.2 Tindemans Rapport 1976
21
2.3.3 Communications van de Europese Commissie 1977, 1982 en 1987
23
2.3.4 Plechtige Verklaring over de Europese Unie 1983
23
2.3.5 Adoninno Rapport 1985
24
2.3.6 Verdrag van Maastricht
28
2.4 Culturele Programma’s
30
2.4.1 Stad van Cultuur/Culturele Hoofdstad van Europa
30
2.4.2 Caleidoscoop, Raphaël & Ariane31
2.4.3 Cultuur 2000
33
2.4.4 Cultuur 2007
35
2.4.5 Creative Europe
36
2.5 Conclusie
37
3 “Culturele Hoofdstad van Europa”
40
3.1 Culturele Hoofdstad van Europa
41
3.1.1 Historie
41
3.2 Periodisering
43
3.3 EU documenten
44
3.3.1 1985-‐1996
46
3.3.2 1997-‐2004
47
3.3.3 2005-‐2019
48
3.4 Invulling
51
3.4.1 Celebration, 1985-‐1989
52
Inhoudsopgave
3.4.2 Regeneration, 1990-‐2004
53
3.4.3 Capitalisation, 2005-‐ heden
55
3.5 Europese dimensie
56
3.6 Conclusie
60
4 Florence (1986) en Istanbul (2010)
62
4.1 Het begin
63
4.1.1 Florence
63
4.1.2 Istanbul64
4.2 Het thema
66
4.2.1 Florence
66
4.2.2 Istanbul67
4.3 Doelstellingen
68
4.3.1 Florence
68
4.3.2 Istanbul69
4.4 Het nationaal belang
70
4.4.1Florence
70
4.4.2 Istanbul71
4.5 Het programma
72
4.5.1 Florence
72
4.5.2 Istanbul73
4.6 Conclusie
75
5.
Conclusie
76
Lijst met afkortingen
81
Inleiding
‘Eurocentrism, the division of the world between Europe and the rest.’ 1
-‐ Peter Gran, Beyond Eurocentrism
Het citaat hierboven vat nauwgezet samen wat eurocentrisme inhoudt en geeft daarmee ook gelijk de reden waarom deze thesis over eurocentrisme gaat. Het draait om een discutabele verdeling van de wereld, bezien vanuit Europees perspectief. Wat als er een overkoepelende Europese instantie is die dit perspectief koestert en het via beleid doorvoert in het dagelijks leven van haar burgers?
Deze thesis doet onderzoek naar eurocentrisme en de manier waarop eurocentrisme te herkennen is in het cultuurbeleid van de Europese Unie (EU). De hoofdvraag luidt:
‘Hoe komt eurocentrisme terug in het cultuurbeleid van de Europese Unie?’
Het is belangrijk en interessant om onderzoek te doen naar eurocentrisme en de manier waarop dit mogelijk ‘gebruikt’ wordt door de EU, omdat het een machtige instantie is die in bijna alle aspecten van het dagelijks leven doordringt. Door dit onderzoek zal de lezer eurocentrisme kunnen herkennen, lokaliseren en interpreteren.
Cultuur wordt gezien als een belangrijk instrument om eenheid te creëren, wat een belangrijk doel is van de EU. De EU organiseert jaarlijks talrijke culturele evenementen waar de Europese burgers actief aan deelnemen of mee te maken krijgen. Daarom is het van belang te bezien of eurocentrisme te herkennen is en doorgegeven wordt aan de burgers.
Het eerste hoofdstuk bevat een comparatief literatuuronderzoek over eurocentrisme, opgedeeld in verschillende thema’s; cultuur, identiteit, beschaving, moderniteit en historiografie. Binnen dit literatuuronderzoek wordt vooral gekeken naar taalgebruik en terminologie. Dit hoofdstuk is met name belangrijk in deze thesis
1 P. Gran, Beyond Eurocentrism: a new view of modern world history, Syracuse: Syracuse University Press 1996, p. 2.
Inleiding
omdat dit de theoretische basis is voor de volgende hoofdstukken en het totale onderzoek. Daarbij komt ook het punt dat eurocentrisme eerst gedefinieerd moet worden, aangezien de volgende hoofdstukken zich daar op focussen.
Het tweede hoofdstuk concentreert zich op het cultuurbeleid en hoe dat zich heeft ontwikkeld door de jaren heen. Door middel van onderzoek naar het taalgebruik binnen EU documenten over cultuurbeleid zoals resoluties en besluiten, zal tenslotte gekeken worden of eurocentrisme te herkennen is binnen het cultuurbeleid. Tevens worden EU documenten over culturele programma’s onderzocht op eurocentrisch taalgebruik. Op deze manier wordt een algemeen beeld geschetst van eurocentrisme binnen het cultuurbeleid en worden er tendensen opgemerkt.
Met de kennis over de rol van eurocentrisme in het cultuurbeleid, wordt in hoofdstuk drie specifiek onderzoek gedaan naar hoe eurocentrisme naar voren komt binnen één van de Europese cultuurprogramma’s, namelijk het programma ‘Culturele Hoofdsteden van Europa’. Dit hoofdstuk onderzoekt eurocentrisme aan de hand van twee verschillende niveaus; namelijk in de EU documenten en in de invulling van de evenementen van de culturele hoofdsteden. Welke trends zijn er te zien en lopen deze trends binnen de EU documenten parallel met die de invulling van de steden?
Het vierde hoofdstuk behandelt tot slot twee casestudies; de culturele hoofdsteden Florence en Istanbul. Er wordt onderzoek gedaan naar de invulling, vorm en inhoud van de twee verschillende steden en of eurocentrisme daarin te herkennen valt en op welke manier. In het laatste hoofdstuk zal alle kennis uit de voorgaande hoofdstukken gecombineerd worden.
Hoofdstuk 1
Eurocentrisme
Al lang wordt onderzoek gedaan naar verschillende aspecten en beleidsterreinen van Europa en de Europese Unie (EU) met studies over de Europese economie, Europese geografie, Europese cultuur en Europese identiteit. Binnen deze onderzoeken en studies wordt eurocentrisme regelmatig gelokaliseerd. Maar het blijft moeilijk te definiëren. Verschillende academici, waaronder vele historici, hebben getracht eurocentrisme te verklaren en uit te leggen.
In deze thesis wordt onderzoek gedaan naar eurocentrisme binnen het cultuurbeleid van de EU. Het cultuurbeleid is geschikt omdat eurocentrisme vermoedelijk gelokaliseerd kan worden binnen dit beleid. Dat komt voornamelijk omdat thema’s zoals cultuur, identiteit, beschaving en historiografie een grote rol spelen binnen dit beleid. Het zijn thema’s die sterk interpretatie-‐afhankelijk zijn. Zo wordt binnen het economisch beleid het BNP van een land in cijfers uitgedrukt, maar kan over de vraag wat de cultuur van een land inhoudt veel discussie ontstaan. Deze discussies kunnen mogelijk leiden tot discriminatie, racisme, xenofobie en ook eurocentrisme. Tot slot zijn deze thema’s nauw met elkaar verbonden en hebben vaak zelfs veel overlap.
Wat is eurocentrisme precies? In algemene zin kan een citaat van historicus James Blaut als antwoord dienen:
‘… the term “Eurocentrism”, then, to indicate false claims by Europeans that their society
or region is, or was in the past, or always has been and always will be, superior to other societies or regions’.2
Blaut adresseert hier één van de cruciale aspecten van eurocentrisme, namelijk het superioriteitsbesef van Europa. Naar welke studies er ook gekeken wordt, en op welke gebieden eurocentrisme naar voren komt, het aspect van de superioriteit van Europa komt altijd terug. Dit idee komt ook terug in de historiografie en is algemeen geaccepteerd.
Hoofdstuk 1 Eurocentrisme
Het belang van dit hoofdstuk, het definiëren en onderbouwen van eurocentrisme, is dat in de latere hoofdstukken er gewerkt gaat worden met EU documenten (empirisch materiaal) en secundaire literatuur die geanalyseerd en geïnterpreteerd zullen worden, zoekend naar vormen van eurocentrisme. Deze stukken zullen zich focussen op het cultuurbeleid van de EU en meer specifiek op het programma ‘Europese Hoofdsteden van Cultuur’.
De definitie van eurocentrisme die gehanteerd zal worden in deze thesis zal gebaseerd zijn op definities van verschillende auteurs zoals, zoals Michael Wintle, Samir Amin, Edward Said, Jan Nederveen Pieterse en uiteraard James Blaut. Zij hebben allen studies uitgevoerd waar eurocentrisme in valt te herkennen.
Op het gebied van cultuur komt eurocentrisme naar voren in de veronderstelling dat de Westerse wereld, met de focus op Europa, de ‘betere’ cultuur heeft. Dit komt naar voren in bepaalde kenmerken en waarden die het zichzelf toeschrijft. Een voorbeeld hiervan is rationalisme. Deze waarden, die samen “de Europese cultuur” vormen, heeft Europa naar de rest van de wereld ‘gebracht’.
Identiteitsvorming vindt voornamelijk plaats aan de hand van een ‘ander’. Dit is ook het geval in Europa. De Europese identiteit, als deze al bestaat, is gecreëerd aan de hand van het beeld van de ander. ‘Wij’ zijn, wat ‘zij’ niet zijn. Daarnaast zijn er kenmerken die als typisch Europees worden gezien, zoals het christendom. Voortvloeiend uit deze gedachten, komt het idee dat de Europese beschaving de bakermat is van de wereldbeschaving. Dit kan vereenvoudigd worden in het ontwerp van de Europese canon die de naam “Plato-‐to-‐NATO” heeft gekregen. Deze canon bestaat uit afgebakende historische perioden die als typisch Europees worden gezien. Als laatste heerst er een Europese historiografische hegemonie in de wereld. Het gros van de geschiedenisboeken die de afgelopen decennia zijn geschreven leggen de nadruk op de rol van Europa in de wereldgeschiedenis. Hierbij worden andere culturen, ontwikkelingen en invloeden amper omschreven of zelfs genegeerd. Het idee heerst dat Europa de bakermat is van bijvoorbeeld de beschaving, het christendom en democratie. Over het algemeen worden deze ideeën geaccepteerd en overgenomen in de rest van de wereld. De historiografie, geschreven door de Europeanen, zijn leidend in de rest van de wereld. Er kan gesproken worden van een Europese hegemonie.
1.
1 Thema’s
‘Europe has, at different points of its history, been equated with civilisation, Christianity, democracy, freedom, white skin, the temperate zone and the Occident. Correspondingly, its opposites have been identified as barbarism, paganism, despotism, slavery, coloured skins, the tropics and the Orient.’3
In het citaat hierboven worden meerdere thema’s genoemd die worden behandeld in dit hoofdstuk. Zo zien we beschaving, identiteit en verschillende kenmerken van “de Europese cultuur” terug komen. Daarnaast komt het idee van een ‘beter’ Europa eveneens naar voren. In dit hoofdstuk wordt de relatie van de thema’s tot eurocentrisme onderzocht. Dit wordt gedaan aan de hand van verschillende auteurs die onderzoek hebben gedaan naar deze thema’s en waar eurocentrisme valt te herkennen binnen hun onderzoek.
1.1.1 Europese cultuur & eurocentrisme
Er is al veel onderzoek gedaan naar het al dan niet bestaan van een Europese cultuur. Tevens zijn er ook veel studies uitgevoerd over de invulling van een Europese cultuur. Om te beginnen wordt hieronder het begrip cultuur gedefinieerd.
Cultuur kan op verschillende manieren bekeken worden. Zo kan cultuur in de enge zin beschreven worden. Dan spreken we van de ‘schone kunsten’. Hieronder vallen muziek, schilderkunst, literatuur, theater, etc. Als tweede is er cultuur in ruimere zin. Hier vallen de wetenschappen onder, maar ook onderwijs en de zorg voor cultureel erfgoed. Als laatste heb je cultuur in brede zin als het gaat om leefpatronen, normen, waarden en opvattingen.4 UNESCO hanteert deze definitie:
‘Het gehele complex van geestelijke, materiele en emotionele kenmerken dat een samenleving of groep karakteriseert.’ 5
3 Ash Amin, ‘Multi-‐Ethnicity and the Idea of Europe’, Theory, Culture & Society, nr. 21 (2004), p.4. 4 Lucienne Tomesen, Guy Vossen, Denken over cultuur in Europa, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 1994, p. 4.
Hoofdstuk 1 Eurocentrisme
We kunnen stellen dat cultuur een breed begrip is en veel verschillende definities heeft. Belangrijk is dat cultuur flexibel en beïnvloedbaar is.6 Daarnaast is het ook tijdgebonden. Een voorbeeld van zo een tijdgebonden cultuur is bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur in de jaren 60. Het christendom was toentertijd een belangrijk onderdeel van de Nederlandse cultuur, terwijl anno 2015, het christendom amper nog een rol speelt. Dit kan bijvoorbeeld komen door de toename van religies in Nederland in de afgelopen vijftig jaar. Er is in grote mate sprake van constructivisme, wat later ook terugkomt bij het thema identiteit. Dit houdt in dat identiteit niet altijd een natuurlijk proces is, maar altijd afhankelijk is van invloeden en interactie.7
Met de gegeven definities van cultuur, kan er gekeken worden naar wat “de Europese cultuur” is en op welke manier deze geïnterpreteerd kan worden. Verder is het de vraag op welke manier eurocentrisme hierin herkent kan worden.
De ontdekkingsreizen vanaf 1492 hebben een grote rol gespeeld in het opkomen van het besef van een Europese cultuur.8 De Europeanen kwamen in contact met andere culturen en kwamen tot het besef dat er misschien wel degelijk Europese kenmerken waren die hen met elkaar verbond. De ontdekkingen leidden tot een superioriteitsbesef bij de Europeanen, wat groter werd bij elke ontdekking en ontmoeting met nieuwe en andere culturen. Een gevolg van dit groeiende superioriteitsbesef en de sterke positie van Europa, was dat de Europese cultuur als norm werd gebruikt voor de rest van de wereld.9 Dit voedde uiteindelijk het eurocentrisme van die tijd.
Wat hield de Europese cultuur in? Volgens Pim den Boer zijn er bepaalde kenmerken terug te vinden in teksten/beelden uit de Vroegmoderne en Moderne tijd van denkers zoals Montesquieu, die geïnterpreteerd kunnen worden als typisch Europees. In de Perzische brieven van Montesquieu uit de achttiende eeuw, werd Europa geprezen om haar arbeidersethos door de (fictieve) Perzische reizigers.10 Andere voorbeelden van typische Europese kenmerken zijn volgens den Boer het kapitalisme,
6 Lucienne Tomesen, Guy Vossen, Denken over cultuur in Europa, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 1994, p. 4.
7 Maja Zehfuss, ‘Constructivism and Identity: A Dangerous Liaison’, European Journal of International Relation, nr. 7 (2001), p. 319.
8 Michael Wintle, The image of Europe, New York: Cambridge University Press 2009, pp. 63-‐64. 9 Ibid., pp. 63-‐64.
beweeglijkheid, openheid, creativiteit en vermogen tot zelfkritiek.11 Tevens was de identificatie van Europa met vrijheid zeer geliefd.12
De gedachte van een gedeelde historische erfenis is een belangrijk aspect van de Europese cultuur. Het idee van een Europese eenheid begint in de zestiende eeuw als het continent aangevallen wordt door de Turken. Later in de geschiedenis herhaalt het gevoel van Europese eenheid zich meerdere keren zodra het continent zich bedreigd voelt. Denk hierbij aan de Russen, Duitsers, Amerikanen of Islam. Door de geschiedenis heen zijn de waarden die Europa tot een eenheid maken continu veranderd. Een greep uit deze waarden; beschaving, christendom, democratie, vrijheid, mensenrechten, rationaliteit en een mild klimaat.13 Op den duur is er een Europese canon geconstrueerd die, op een simplistische manier, de Europese gedeelde erfenis weergeeft. Sommigen hebben deze gedeelde historische erfenis de naam “Plato-‐to-‐NATO” gegeven.14 In het kort houdt de canon dit rijtje in: Klassieke Oudheid – Christendom – Humanisme – Renaissance – Verlichting.15 Daar kunnen industrialisatie en modernisme nog aan toegevoegd worden. De naam “Plato-‐to-‐NATO” heeft betrekking om de Klassieke Griekse Oudheid waarin filosofen zoals Plato leefde. Dit wordt bestempeld als het begin van Europa. De NATO is een samenwerkingsverband tussen Westerse landen, dat een Westerse werelddominantie zou kunnen impliceren.
Het gevolg of effect van deze canon, is dat waarden zoals rationalisme, democratie, wetenschap en vooruitgang specifiek als Europese ontwikkelingen worden gezien, terwijl deze waarden uiteindelijk universele waarden zijn, zoals de universele rechten van een mens, vrijheid, democratie gelijkheid en het principe van rule of law; de overheid moet zich binnen een rechtsstaat aan de wet houden.16 Europa wordt weergegeven als het ‘thuis’ van deze waarden.17 Dit wordt bijvoorbeeld zo vermeld in het Verdrag van Lissabon:
11 Pim den Boer, Europa: de geschiedenis van een idee, Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker 2007, p. 17.
12 Ibid., p. 102.
13 Tuuli Lähdesmäki, ‘Rhetoric of unity and cultural diversity in the making of European cultural identity’, International Journal of Cultural Policy, nr. 18 (2012), p. 62.
14 Michael Wintle, Culture and identity in Europe, Aldershot: Avebury 1996, p. 11.
15 Pim den Boer, Europa: de geschiedenis van een idee, Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker 2007, pp. 154-‐155.
16 Bo Strath, ‘A European Identity. To the Historical Limits of a Concept’, European Journal of
Social Theory, nr 5 (2002), p. 388.
17 Tuuli Lähdesmäki, ‘Rhetoric of unity and cultural diversity in the making of European cultural identity’, International Journal of Cultural Policy, nr. 18 (2012), pp. 64-‐65.
Hoofdstuk 1 Eurocentrisme
‘… drawing inspiration from the cultural, religious and humanist inheritance of Europe, from which have developed the universal values of the inviolable and inalienable right of the human person, freedom, democracy, equality and the rule of law.’18
We zouden kunnen stellen dat Europa deze universele waarden zichzelf heeft toegeëigend. Voorheen werd dit gedaan als legitimering van expansie, maar in de moderne culturele theorie studies, wordt dit bestempeld als eurocentrisch; ‘… as the
unproblematic absorption of the universal into one’s own limited horizon.’ Een ander
problematisch punt is dat er niet gekeken wordt niet naar invloeden van andere culturen in het Europees gedeelde erfgoed.
Ten aanzien van cultuur zien we dus dat Europa zichzelf ziet als grondlegger van de belangrijkste universele waarden en beschaving, zonder te accepteren dat er invloeden van andere culturen een rol hebben gehad in dat proces. Op die basis kunnen we spreken van eurocentrisme.
1.1.2 Europese identiteit, Europese beschaving & eurocentrisme
Kijkend naar Europese identiteit en beschaving, moet er allereerst nagedacht worden over de betekenis van identiteit. Identiteit is een construct. Het is het basisprincipe van dat wat eigen is aan een persoon. Het antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’. Verschillende bouwstenen, zoals taal en geschiedenis, vormen iemands identiteit.19 Daarnaast geeft het vorm aan een gemeenschap en draagt het bij aan een gevoel van samenhang. 20
Het kan ook bekeken worden als een matrix. Er zijn meerdere verhoudingen en verbanden mogelijk, zoals in een wiskundig matrix model. Men past zijn of haar identiteit aan naar aanleiding van verschillende situaties. Zo zal in bepaalde situaties iemands religie een grote rol spelen en in andere context iemands land van herkomst. Identiteit kan zelfs zo elementair zijn als een naam, woonplaats of geboortedatum.
Cultuur en identiteit zijn twee noties die nauw met elkaar samen hangen. Daar aan veel Europese culturele kenmerken een Europese identiteit wordt ontleent. Met de
18 Publicatieblad van de Europese Unie, Verdrag van Lissabon (2007/C 306/01), p. 2.
19 Tuuli Lähdesmäki, ‘Rhetoric of unity and cultural diversity in the making of European cultural identity’, International Journal of Cultural Policy, nr. 18 (2012), p. 61.
20 Bo Strath, ‘A European Identity. To the Historical Limits of a Concept’, European Journal of
kennis van de Europese cultuur, zoals hierboven besproken, kan er getracht worden ‘de Europese identiteit’ te definiëren.
Een identiteit wordt vaak gevormd door vooroordelen over ‘anderen’ en hun ‘andersheid’.21 Het vormt zich pas zodra er een ‘ander’ in beeld is waar zij zich tegen af kan zetten.22 Een onderdeel van de Europese identiteit is dan ook het denken in ‘wij’ en ‘zij’. Een Europeaan zal zich pas Europeaan noemen zodra hij tegenover een onbekende cultuur staat.23 Dit betekent dus ook dat er sprake is van inclusie en uitsluiting.24 Een van de velen voorbeelden van het ‘wij/zij’ denken komt terug in het geval van het christendom en de islam. Europa heeft sinds het Romeinse Rijk over het algemeen een christelijke identiteit. Dit idee krijgt meer legitimering naarmate Europa meer en meer contact krijgt met andere religies, zoals de islam. In het verleden kan bij dezen gedacht worden aan de kruistochten en de Ottomaanse expansie in de vijftiende en zestiende eeuw. In die tijd stond Europa gelijk aan christendom en christendom stond gelijk aan Europa.25 Europa had, en tot op een zekere hoogte heeft, het geloof zich eigen gemaakt als deel van haar identiteit. Tegenwoordig is in bijna alle Europese landen er geen officiële staatsgodsdienst meer, maar het christelijke karakter van Europa kan wel teruggevonden worden in bijvoorbeeld de vlag van de EU. De Raad van Europa geeft aan op haar website dat de twaalf sterren bijvoorbeeld kunnen staan voor de twaalf (christelijke) apostelen.26
Nadat het christendom het moeilijk krijgt in Europa door interne religieuze twisten, gaan de Europeanen op zoek naar een ander verbindend element voor de Europese identiteit. Dit wordt gevonden in het gedachtegoed van de Verlichting. De verlichte denkers van die tijd geloven dat ‘West’ Europa de bakermat is van de beschaving. Dit is hetgeen wat zorgt voor eenheid, en dus een nieuw onderdeel van hun Europese identiteit.27 Uiteraard ligt dit een stuk complexer en spelen er meerdere factoren mee tijdens de Verlichting. Zo is er een wetenschappelijke revolutie geweest,
21 Michael Wintle, The image of Europe, New York: Cambridge University Press 2009, pp. 4-‐5. 22 Bo Strath, ‘A European Identity. To the Historical Limits of a Concept’, European Journal of
Social Theory, nr 5 (2002), p. 391.
23 Anthony Pagden, The Idea of Europe, New York: Cambridge University Press 2002, p. 33. 24 Cris Shore, ‘Inventing the ‘People’s Europe’: Critical Approaches to European Community ‘Cultural Policy’, Man, New Series, nr. 4 (1993), p. 782.
25 Anthony Pagden, The Idea of Europe, New York: Cambridge University Press 2002, p. 391. 26 Council of Europe, ‘The European Flag’, http://www.coe.int/en/web/about-‐us/founding-‐
fathers, geraadpleegd op 16 februari 2015.
27 Bo Strath, ‘A European Identity. To the Historical Limits of a Concept’, European Journal of
Hoofdstuk 1 Eurocentrisme
krijgt de ratio steeds meer de overhand en begint de moderniteit op te komen. Het nieuwe gevoel van eenheid is dus niet geheel te wijten/te danken aan de het gedachtegoed Verlichting.
De constante ontwikkeling van een Europese identiteit, cultuur, waarden en kenmerken kunnen samen de Europese beschaving worden genoemd. Er zijn verschillende representaties van de Europese beschaving door de geschiedenis heen te vinden. Een daarvan is, zoals al eerder vermeld, de mythe dat de Europese beschaving de bakermat is van de wereldbeschaving.28 Hierbij kan nogmaals gekeken worden naar het “Plato-‐to-‐NATO” idee. “De Europese cultuur” als voorbeeld voor de rest van de wereld en waarvan de gedeelde erfenis van groot belang is voor de wereld(beschaving):
‘… Judaeo-‐Christian religion, Greek-‐Hellenistic ideas of government, philosophy and art, Roman law, Renaissance humanism, the ideals of the Enlightenment and the Scientific Revolution, Social Democracy and the rule of law.’29
Het idee van de Europese beschaving werd uiteindelijk een synoniem voor vooruitgang.30 De Renaissance kan gezien worden als de periode waar moderniteit opkwam. In deze periode was er een grote toename van productie en wetenschappelijke vooruitgang. Dit zorgde er voor dat Europa een besef kreeg van de universele kracht van het continent en het volk, allemaal onderbouwd en gesteund door het kapitalistische systeem. Het idee van superioriteit komt op mede als gevolg van deze ontwikkeling.31 Er was een duidelijke breuk met het verleden. 32 Het modernisme werd in de achttiende en negentiende verklaard als een creatie van Europa, maar ook als dé creatie van Europa. Het zorgde voor een nieuwe visie op de wereld waar eurocentrisme een onderdeel van was. Deze nieuwe visie droeg ook bij aan de vorming van de Europese identiteit.33 Deze trend zorgde voor een verder en diepgaander superioriteitsbesef, wat de uiteindelijk vorm aan eurocentrisme gaf.
28 Michael Wintle, Culture and identity in Europe, Aldershot: Avebury 1996, p. 12.
29 Cris Shore, ‘Inventing the ‘People’s Europe’: Critical Approaches to European Community ‘Cultural Policy’, Man, New Series, nr. 4 (1993), p. 792.
30 Pim den Boer, Europa: De geschiedenis van een idee, Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker 2007, p. 12.
31 Samir Amin, Eurocentrism, Oxford: Pambazuka Press 2010, pp. 151-‐152. 32 Ibid., p. 65.
33 Tuuli Lähdesmäki, ‘Rhetoric of unity and cultural diversity in the making of European cultural identity’, International Journal of Cultural Policy, nr. 18 (2012), p. 62.
In de negentiende eeuw werd de Europese beschaving terug geprojecteerd in de geschiedenis tot aan de Griekse beschaving zeven eeuwen voor Christus.34 Een onderdeel van de Griekse erfenis, misschien wel de belangrijkste, is de democratie. Dit is uiteraard erg ver gezocht aangezien er geen bewijs is voor een Europees besef in de zevende eeuw voor Christus.35
De manier waarop de Europese beschaving werd gezien vanaf de zestiende eeuw is terug te vinden in meerdere schilderijen en prenten. 36 De prent op de volgende pagina dateert uit 1644. Er is duidelijk te zien dat het continent Europa (linksboven) als rijkste vrouw is afgebeeld. Rechtsboven staat Azië, linksonder Afrika en rechtsonder Amerika. In de prent van Europa komen er meerdere kenmerken van de Europese cultuur naar voren, namelijk geloof (helm met een kruis op de grond), rationaliteit en kennis (boeken). In deze prent komt onomstotelijk de Europese superioriteit ten opzichte van de andere continenten, culturen en beschavingen naar voren.
Concluderend is het spreken van een Europese beschaving een extreem voorbeeld van generalisatie.37 Deze generalisatie is misleidend en arrogant, wat in zekere mate overeenkomt met eurocentrisme.38 Eurocentrisme is een wereldvisie die de superioriteit van het Westen (inclusief de beschaving) over – bijvoorbeeld – het Oosten suggereert.39 Terwijl er uit onderzoek is gebleken dat er gezegd kan worden dat Europa een ‘laatbloeier’ was en het Oosten eigenlijk de ‘moeder’ van Europa was.40
34 Pim den Boer, Europese cultuur: geschiedenis van een bewustwording, Nijmegen: SUN 1989, p. 27.
35 Anthony Pagden, The Idea of Europa, New York: Cambridge University Press 2002, p. 36. 36 Michael Wintle, Imagining Europe, Brussels: P.I.E. Peter Lang 2008, p. 25.
37 Michael Wintle, Culture and identity in Europe, Aldershot: Avebury 1996, p. 13.
38 Jan Nederveen Pieterse, ‘Oriental Globalization: Past and Present’, Theory, Culture & Society, nr. 23 (2006), p. 5.
39 John Hobson, The Eastern Origins of Western Civilisation, Cambridge: Cambridge University Press 2004, p. 3.
40 Jan Nederveen Pieterse, ‘Oriental Globalization: Past and Present’, Theory, Culture & Society, nr. 23 (2006), p. 2.
Hoofdstuk 1 Eurocentrisme
41
1.1.3 Europese historiografie & eurocentrisme
Als laatste thema wordt gekeken naar historiografie. Historiografie betekent geschiedschrijving. Er is een rijke traditie van Europese geschiedschrijving, waarvan veel eurocentrisch is. Zoals al eerder aangegeven, hoeft dat niet per se opzettelijk te zijn, aangezien het Europeanen zijn die de geschiedenis hebben beschreven. Maar op welke manier is de Europese geschiedenis eurocentrisch en in welke mate?
Ella Shohat en Robert Stam schrijven in hun boek Unthinking Eurocentrism over de manier waarop de Europeanen de wereldgeschiedenis hebben beschreven. Hierbij kijken zij naar het eurocentrische karakter van deze geschiedschrijving en ontkrachten zij deze manier van historiografie. Volgens Shohat en Stam is eurocentrisme het kijken naar de wereld vanuit één bevoorrecht punt, het Westen. Eurocentrisme zorgt ervoor dat de Westerse geschiedenis wordt gereinigd en dat er neerbuigend wordt gekeken naar de geschiedenis van het niet-‐Westen, of dat deze zelfs wordt gedemoniseerd. Er wordt gekeken naar de prestaties van het Westen, terwijl de invloeden van de ‘ander’ wordt genegeerd.42 Zij benadrukken ook dat Europa een mix is van veel verschillende culturen, en dat deze niet vergeten mogen worden in het “Plato-‐to-‐NATO” idee.43
Ook zijn er andere auteurs die juist het concept van de uniciteit van het Westen aan de kaak stellen door het gebruik van comparatieve geschiedenis, oftewel historiografie. Zo is er de historicus Jack Goody die in zijn carrière meerdere malen eurocentrisme aanvalt. Hij gelooft niet dat het Westen bijvoorbeeld de democratie, humanisme, secularisme, gelijkheid en vrijheid heeft uitgevonden.44 Hij vind dat er te weinig aandacht wordt gegeven aan de Aziatische invloeden.
Het jaar 1492 kan gezien worden als het jaar dat Europa pas echt opkomt in de wereld, maar ook als het jaar dat eurocentrische historiografie begint. Een visie van Europa in de vijftiende en zestiende eeuw is dat Europa aan top stond door haar rationaliteit, democratie en vooruitgang. Europa verdiende het om het midden van de wereldgeschiedenis te zijn. Dit is een uitermate eurocentrische visie.45
Een andere historiografische interpretatie heeft veel gemeen met de interpretaties hierboven. Europa komt op na 1492, als het toegang krijgt tot de
42 Ella Shohat, Robert Stam, Unthinking Eurocentrism, London: Routledge 1994, p. 3. 43 Ibid., p. 14.
44 Mike Featherstone, ‘Occidentalism: Jack Goody and Comparative History: Introduction’,
Theory, Culture & Society, nr. 26 (2009), p. 2.
45 John Hobson, The Eastern Origins of Western Civilisation, Cambridge: Cambridge University Press 2004, p. 1.
Hoofdstuk 1 Eurocentrisme
rijkdommen van de Nieuwe Wereld.46 Het superioriteitsbesef komt op en wordt meerdere malen bevestigd door het kolonialisme. 47 Naast het eurocentrische gedachtegoed, spreekt Blaut ook van ‘diffusionisme’. Volgens Blaut houdt dit in dat Europa progressief en superieur werd neergezet, ten opzicht van de periferie (niet-‐ Europa), die gezien werd als achterlijk. De ontwikkelingen en uitvindingen uit Europa hebben zich verspreid over de rest van de wereld.48 Maar altijd bleef Europa het midden van de ontwikkeling en wereldgeschiedenis.
Een recent voorbeeld van eurocentrische historiografie is afkomstig van de EU. De EU heeft meerdere initiatieven gefinancierd om tekstboeken te maken die de geschiedenis vanuit Europees perspectief laten zien. Een voorbeeld is het boek van Jean-‐ Baptiste Durosselle, Europe: A History of its People. Hierin wordt de laatste drieduizend jaar van Europese geschiedenis beschreven. Alle fases die al eerder zijn besproken, de Europese canon, komen voorbij in zijn boek. De auteur is in zijn boek zeer selectief te werk gegaan en heeft veel ontwikkelingen en gebeurtenissen uit de Europese geschiedenis niet genoemd. Wat overblijft is een:
‘…sanitised and extremely Eurocentric construction of the past, which largely ignores the darker side of European modernity, including Europe’s legacy of slavery, imperialism, and racism.’49
Hierin zien we dus dat er sprake is van een gesaneerde Europese geschiedenis waar bewust de ‘slechtere’ ontwikkelingen en gebeurtenissen achterwege zijn gehouden. Er zou gezegd kunnen worden dat er nog steeds sprake is van een imperialistisch Europa waar eurocentrisme zeker nog een rol speelt.50
46 James Blaut, Eight Eurocentric Historians, New York: The Guilford Press 2000, p. 2. 47 Ibid., pp. 2-‐4.
48 Ibid., p. 6.
49 Cris Shore, ‘”In uno plures”(?) EU Cultural Policy and the Governance of Europe’, Cultural
Analysis, nr. 5 (2006), pp. 17-‐18.