• No results found

Gebruikswaarde - onderzoek van zes verschillende procedes van zaadomhulling in 1969, 1970 en 1971

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gebruikswaarde - onderzoek van zes verschillende procedes van zaadomhulling in 1969, 1970 en 1971"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

.'JCo î'-/-fc * ' T ^ / c i7

Rappe r v • M ,.. _ i arm pi.ri 197 3

>h

GEBRIJTKRWAARBin OFJWfZOEK VAN

ZES VERSCHILLENDE PKOOim.ffiH VAW

ZAATU-OMHULLING IN 1969, 19YU en 1971

Research into t h e c u l t u r a l v a l u e of s i x d i f f e r e n t p e l l e t i n g s of s e e d s i n 1969, 1970 and 1971

p r o j . n r . s 0 1 3

-J.J. Heuvel, C. Schaap en Dr. A.A. Franken

PROEFSTATION VOOR DE GROENTETEELT IN DE VOLLEGROND IN NEDERLAND ALKMAAR - HOEVSRWEG 106 - POSTBUS 266 - TEL.s 02200 - 11944

(2)

I N H O U D 1 INLEIDING 5 2 MATERIALEN 6 2.1 Gewassen en rassen 6 2.2 Omhulprocédé' s 6 2.3 Apparatuur en materialen 6 3 METHODEN' 7 3.1 Behandeling van het normale zaad 7

3.2 Behandeling van het omhulde zaad 7

3.3 Kiemkracht 7 3*3-1 Filtreerpapierhedden 8 3.3.2 Zilverzand 9 3-3-3 Potgrond 9 3*3.4 Perspotten 9 3»3»5 Vollegrond 10 3*4 Kiemkracht onder verschillende omstandigheden 10

3-4-1 Kiemkracht hij verschillende temperaturen -typ-fll-ti^erpapierbedden . 11

3*4-2 Opkomst bij verschillende watergiften aan potgrond 11 3.4-3 Kiemkracht en opkomst bij een combinatie van verschillende

tempera-turen in droge en natte potgrond en op filtreerpapierhedden 12

4 RESULTATEN 13 4«1 Eigenschappen van het normale zaad 13

4.2 Eigenschappen van het omhulde zaad 13 4-3 Kiemkracht met verschillende kiemmedia 15

4.3-1 Bij andijvie 15 4.3-2 Bij sla 21 4.3.3 Bij witlof 22 4.4 Kiemkracht onder verschillende omstandigheden 24

4.4.1 Bij verschillende temperaturen op filtreerpapierhedden 24

4.4.2 Bij verschillende watergiften aan potgrond 24 4*4-3 Bij een combinatie van verschillende temperaturen in droge en natte

(3)

5 BESPREKING VATJ DE OMHlTUTiocnSüKüi1 c .EB- WWr-SGRMALE .SÂAD "" " 33

5.1 Cërès 33

5.2 Eschwege Erdtopf .. 34

5o3 Eschwege Freiland 34

5.4 Germain 35 5*5 Royal Sluis 36 5.6 Sperling 37 5.7 Kultura 37 5*8 Normaal zaad 38 6 SAMENVATTING EN CONCLUSIES 40

(4)

1 I N L E I D I N G

tonde en i^^xmâ^^jzadexi..]DwxiJaxi^iaDàBTrv&^ bezwaar, indien ze gecallbreerd en

niet te klein zijn, met goed resultaat door een pr«cisije&aaimach±n.& worden

uitgezaaid» Langwerpige of zeer kleine zaden~Tnojeten^najrtoe--o©bt,eiv worden

om-huld, dat wil zeggen met een bepaalde stof worden omgeven, waardoor de vorm min of meer rond wordt. Het omhulsel brengt aan het zaad dus gewenste verande-ringen teweeg, zoals de vorm en de grootte.

Bovendien beïnvloedt het omhulsel de vocht- en temperatuur^- en gasuitwisseling tussen de omgeving en het zaadje, alsmede de mate van lichttoetreding. Zo wordt de normale zuigkracht voor water van het zaad beïnvloed^ door die van het om-hulsel. Het kan tijdens de kieming de temperatuur van het zaadje verhogen of bij Wisseltemperaturen de pieken afvlakken. Is het omhulsel niet poreus (vooral bij een wateraantrekkende pil) dan zou er tijdens de kieming van het zaad

verstikking plaats kunnen vinden door gasophoping.

Het doel van het onderzoek was om een aantal cmhulprocédê's op hun waarde voor de praktijk te toetsen. Hierbij werd nagegaan wat de invloed van het om-hulsel is op kiemkracht, kiemenergie en opkomst bij verschillende kiemmedia, zaaidiepten, temperaturen en vcchthoeveelheden«

Het onderzoek is tot stand gekomen in overleg met Dr. J. Bekendam? van het

Rijks Proefstation voor Zaadcontrole te Wageningen. Een deel van de opzet en resultaten van dit onderzoek is reeds door hem gepubliceerd in Zaadbelangen nr. 5f maart 1972. Voor zover nodig zal hiernaar worden verwezen.

(5)

2 M A T E R I A L E N

2.1 G e w a s s e n e n r a s s e n

In het voorjaar van 1969 is zaad van andij7ij&v sla en witlof aangekocht» voor

andijvie het ras Nummer vijf, afkomstig van Royal -iKl ni t^-t P^_TVI Vhn i p,p.mT voor

sla het ras Hilde, afkomstig van Nunhem' s Zaden te Hrelen en voor witlof het ras Ivorine, afkomstig van Royal Sluis te Enkhuizen. In 1970 is van de-zelfde rassen opnieuw zaad gekocht, dat is gebruikt voor de proeven in 1970 en 1971.

2.2 O m h u l p r o c ë d ê ' s

In 1969 is van elke partij zaad een gedeelte door vijf verschillende firma's omhuld. De rest is niet omhuld. Deze firma' s waren:

- Cérès te Mêreville, Frankrijk, aangeduid als "Cérès".

- Saat-und Erntetechnik te Eschwege, Duitsland, aangeduid als "Eschwege Erdtopf" voor opkweek onder glas en "Eschwege Freiland" voor de vollegrond. - Germain's (U.K.) Ltd te Norfolk, Engeland, aangeduid als "Germain".

- Royal Sluis te Enkhuizen, Nederland, aangeduid als "Royal Sluis". - Carl Sperling und co te Lüneburg, Duitsland, aangeduid als "Sperling".

In 1970 is het nieuw aangekochte zaad door dezelfde firma's omhuld »

Boven-dien is in dat jaar een gedeelte omhuld door Kultura te Lina, Oostenrijk.

Dit zal worden aangeduid als "Kultura".

2.3 A p p a r a t u u r e n m a t e r i a l e n

- Kopenhagen-kiemtafel, uitgerust m-rt automatische temperatuur- en licht-regeling (Zephyr, Zoetermeer). Licht; 2 TL buizen van 65 Watt.

- Filtreerpapierbedden (10 cm 0, 80 g/m ) met opzuigfilters (G. Schut en Zonen, Heelsum).

- Bakjes van kunststof, afmetingen 17 x 14 x 14 cm.

- Gezeefde potgrond Trio nr. 17 (Potgrondbedrijf, Triomf, Vroomshoop)« - Zilverzand

- Stanhay precisiezaaimachina mark II (imp. Boeke en Huidekoper, Haarlem). - Thilot handzaaimachine.

(6)

-6-3 M E T H O D E N

3.1 B e h a n d e l i n g v a n h e t n o r m a l e z a a d

Ha o n t v a n g s t van h e t normale zaad i n 1970 i s h e t i n h e t Jl^iOTwfrorèum-extra geschoond en g e c a l i b r e e r d i n de f r a c t i e s 1,0 - 1,2 mm, 1,2 - 1,4 mm, 1,4 — 1,7 mm en 1,7 2 , 0 ram $, Ook i s h e t 10004correlgewicht bepaald» Van a n

-d i j v i e en w i t l o f i s i n h e i -d e j a r e n -de fractie 1»2 - 1,7 mm t e r omhulling i n g e s t u u r -d en van s l a de f r a c t i e 1,0-1,7 mm i n 1969 en 1,2-2,Omm i n 1970» Deze f r a c t i e s z i j n g e b r u i k t a l s c o n t r o l e - o b j e c t e n b i j p r o e v e n met omhulde zaden«

3»2 B e h a n d e l i n g v a n h e t o m h u l d e z a a d

Ha ontvangst van het omhulde zaad is van elke partij 1 kg genomen en gecali-breerd in de fracties 2,4 - 2,8 mm, 2,8 - 3,4 mm, 3»4 - 4»0 mm en groter

dan 4j0 mm 0. Bovendien is de vulling van de pillen nagegaan en het 100ô-kor-relgewicht bepaald^ elke bepaling aan 5 x 100 pillen. Enkele karakteristieken betreffende de vorm en hardheid van de pillen en de aard van het oppervlak zijn in hoofdstuk 5 vermeld. Voor de proeven zijn monsters gebruikt die niet gecalibreerd waren»

3»3 K i e m k r a c h t

In tabel 1 is een overzicht gegeven van de proeven die genomen zijn met verschillende kiemmedia.

(7)

Tabel 1. Overzicht van de kiemproeven met verschillende kiemmedia Kiemmedia Filtreerpapierbedden (Filterpaperbeds) 'tt ' Zilverzand (Silversand) Potgrond (Potting soil) Perspotten (Soil blocks)

tt Vollegrond (Outdoor) ?» tt tt Germinating media

Proef- Jaar van jaar . omhullen 1969 1970 1970 1969 1969 1969 1970 1969 1969 1970 1970 Year of trial 1969 1969 197O 1969 1969 1969 1970 1969 1969 1969 197O V Year of pelleting Zaai-diepte <: 1-g- cm 2k cm 1-g- cm 1-g- cm Sowing depth Aantal herha-lingen

6

6

6

3

:

4 '

3

3

6

6

5

5

Number of replica-tions " Aantal proeven

4

3

3

4

4

1

3

4

4

4

4

Number of trials

Table 1. Review of the germinating trials with different media (The tempe-ratures of filterpaperbeds and silversand were for endive and chicory 20/30 C and for lettuce the first four days 10 C and after that 20 C)«

3«3«1 Piltre^r^ajDi^rbedden

Voor de kiemkrachtbepaling op filtreerpapier zijn bedden met opzuigfilters gebruikt, die op de Kopenhagen-kiemtafel zijn gelegd. Per bed zijn 50 normale zaden of 50 omhulde zaden uitgelegd en met een plastic klokje afgedekt«

In 1969 en 1970 was voor andijvie en witlof de temperatuur van 8,00 - 17«00 uur 30 C en de resterende tijd 20 C, en voor sla de eerste vier dagen 10 C

en daarna 20 C zowel 's nachts als overdag. Er is dagelijks belicht van 8.00 -17»00 uur met 2 TL lampen van 65 Wftt. Met behulp van dit temperatuur- en lichtregime is de kiemkracht op filtreerpapierbedden bepaald aan 6 x 50 normale en omhulde zaden per omhulprocêdê«

In 1969 is ingezet in april, juni, juli en september en is het aantal normale kiemplantjes geteld 5» 8 en 12 dagen na inzetdatum bij andijvie en witlof en na 5 1 7 en 12 dagen bij sla. In 1970 zijn de omhulde zaden van 1969 en 1970 ingezet in mei, juni en september en is het aantal gekiemde zaden geteld na 5j 7 en 12 dagen bij alle drie gewassen«

(8)

-8-3«3»2 -Zilyerzand

Direct na de kiemk*^ta+;b*.paling.. op filtreOTpaja£EbeddErr---2ajji,±n'l 969 de normale en omhulde zaden op hun kiemkracht getest in hakjes met zilver-zand, die op de Kopenhagen-kiemtafel stonden. Met "behulp van opzuigfilters is het zand vochtig gehouden« Elk object bestond uit 3 x 100 normale en om-hulde zaden per procédé. De temperatuur, de belichting en de teldagen waren dezelfde als bij de kiemkrachtbepaling op fjItroerpapierbedden in

1969.

In 1970 is van de beproeving op zilverzand afgestapt omdat de vochtvoorzio-ning te wensen overliet.

3»3»3 Potgrond

Tegelijk met de kiemkrachtbepaling op filtreerpapierbedden is in 1969 <ie opkomst beppald in bakjes met potgrond in de kas. Dit geschiedde dus in april, juni, juli en september. Het gewas sla is echter in april niet beproefd. Van ieder object zijn 4 bakjes à 100 zaden ingezet. De tempera-tuur en ook de vochttoestand van de grond zijn niet bepaald. Het aantal op-gekomen normale kiemplantjes is geteld na 12 dagen voor andijvie en witlof en na 10 dagen voor sla.

De opkomst in potgrond is in 1970 niet meer nagegaan omdat de temperatuur en de vochtvoorziening moeilijk in de hand te houden waren.

3« 3 »4 EersEoiten

In 1969 zijn op de proeftuin te Breda van het gewas sla 3 x 112 omhulde

zaden in perspotten uitgezaaid, één zaadje per potje. De perspotten zijn in een kas geplaatst en afgedekt met kranten die vochtig zijn gehouden. Veertien dagen na het zaaien is het aantal opgekomen kiemplantjes geteld. Ook andijvie is in 1969 "te Breda beproefdf van elk omhulprocSdê en van het normale zaad zijn 2500 zaden in perspotten uitgezaaid.

In mei, juli en augustus 1970 zijn te Alkmaar in 1970 omhulde zaden van andijvie en sla in perspotten van 4 cm uitgezaaid. Van elk procédé zijn 3 x 100 zaden ingezet. De perspotten zijn geplaatst in een warme kas. Het aantal normale kiemplantjes is geteld na 6, 9 en 12 dagen.

Temperatuur, vochttoestand en lichtintensiteit zijn op beide plaatsen niet bepaald! er is onder praktijkomstandigheden gekiemd.

(9)

3« 3*5 Volleg£ond

Voor het gebruik van omhuld zaad is niet alleen de kiemkra.chrt en de kiemener-gie onder laboratoriumomstandigheden van belang, maar ook de veldopkomst. Indien het omhulde zaad onder optimale omstandigheden op het laboratorium niet snel en goed kiemt, kan men van de opkomst in de kas of in de

volle-grond nooit beter verwachten* De uitkomsten zullen hooguit gelijk zijn, maar meestal lager» Uitsluitend met het doel ze onder verschillende kiemom-standigheden te toetsen, zijn de procédé's vier keer in één jaar uitgezaaid, namelijk in april, mei, juli en september 1969 en in mei, juni, juli en

september 1970. Het gecalibreerde normale zaad is uitgezaaid met een Thilot-handzaaimachine en het gecalibreerde omhulde zaad (waarin gecalibreerd normaal zaad zit) met een meerrijige Stanhay-piecisiezaaimachine. Pons 11 is in 1969 gebruikt voor Cérès en Eschwege en in 1970 voor Cérèsf pons 12 is in 1969

voor Germain, Royal Sluis en Sperling genomen en in 1970 voor Eschwege, Royal Sluis, Sperling en Kulturai pons 13 tenslotte,is in 1969 aJ-leen voor de sla-pil van Germain gebruikt en in 1970 voor de drie gewassen bij

Ger-main. In 1969 waren twee zaaidiepten, te weten 1-g- en 2j? cm, in het onderzoek

betrokken. In 1970 is de zaaidiepte van 1-g- cm aangehouden.

In 1969 zijn de proeven aangelegd in 6-voud en in 1970 in 5-voud. Van elk object zijn 6 resp. 5 rijen van 11 m lengte uitgezaaid. Het aantal gezaaide zaden per strekkende meter is berekend met behulp van het gewicht van het

uitgezaaide zaad, het 1000-korrelgewicht en het aantal strekkende meters dat is gezaaid. Ha ongeveer 4 weken vond de telling plaats van het aantal komen kiemplantjes per strekkende meter. Door deling van het aantal opge-komen plantjes op het aantal gezaaide zaden kon het opkomstpercentage worden berekend,

De bodemtemperaturen op 5 cm beneden maaiveld zijn opgenomen met behulp van een thermorecorder. De temperrtuur bleek in 1969 's nachts 10 C en overdag 18 C te zijn en in 1970 respectievelijk 12 en 16 C. Verder zijn waarnemingen verricht naar de vochttoestand en de overige weersomstandigheden. Er is beregend als dat nodig bleek voor een goede opkomst.

3»4 K i e m k r a c h t o n d e r v e r s c h i l l e n d e o m s t a n -d i g h e -d e n

Tabel 2 geeft een overzicht van de proeven die genomen zijn bij verschillen-de temperaturen, vochthoeveelheverschillen-den en een combinatie van temperaturen en vochttoestanden.

(10)

-10-Tabel 2. Overzicht van de kiemproeven onder verschillende omstandigheden Condities Temperaturen op fil-treerpapierbedden (Temperatures on fil-terpaperbeds)

Watergiften aan pot-grond (Watergifts to potting soil) Temperaturen in droge en natte potgrond en op filtreerpapierbedden

(Temperatures in dry and wet potting soil and on filterpaperbeds) Conditions Gewan andijvie X X endive sla X lettuce witlof X X chicory Crop Proef-jaar 1970 1970 1971 Year of trial Jaar van omhul-len 1969 197O 197O Year of pel leting Aant al herha-lingen

6

4

2

Number - of re- plica-tions Aantal proeven

1

2

1

Number of trials

Table 2. Review of the germinating trials with different conditions

3«4» 1 Ki_emkracht_b.ij_yer£chillende__temperaturen op_filtr^erjaapierbejlden In de periode januari t/m maart 1970 zijn proeven genomen op filtreerpapier-bedden op de Kopenhagen-kiemtafel, temeinde bij verschillende temperaturen de kiemkracht te bepalen van de procédé's 1969 van andijvie, sla en witlof. Deze temperaturen waren 10, 15,20 en 25 C. Elk object bestond uit 6 bedden à 50 zaden, die elk zijn afgedekt met een plastic klokje. Er is belicht van 8.00 - 17.OO uur. Bij de proeven met de temperaturen 10 en 15 C is geteld 8, 15 en 20 dagen na inzetdatum en bij de proeven met 20 en 25 C na 7t 10 en 15 dagen.

3.4»2 Opkomst bij, verspillende watergalen aan potgrond

In juni en juli is de opkomst bepaald van normale en in 1970 omhulde zaden van andijvie bij verschillende vochthoeveelheden in bakjes met potgrond in de kas. De bakjes zijn dagelijks besproeid met een hoeveelheid water gelijk

(11)

aan 1«. 2« 3« 4» en S mm pex-dag*_Er zijn 2 proeven uitgevoerd. Elk object bestond uit 4 bakjes à 50 Kadern. Het aantal opgekomen normale kiomplantje is geteld 4, 8, 11 en 14 dagen na inzetdatum.

3 »4 »3 K i e p k ^0^ — ^ °P3£°21SJL jyj. vpraohi] l_enri e. ißmperaturen_3 n droge en_natte_

p_otgrond__en op_filtr^erpapierbedd^en

In 1971 is onderzoek gedaan naar de reactie van de in 1970 omhulde zaden van

witlof op verschillende temperaturen en vochttoestanden op filtreerpapierbed-den en in bakjes met potgrond. Het onderzoek is uitgevoerd met omhulde en met

"onthulde" zaden om te zien of het bewaren van het zaad binnen de omhulstof enig effect op de kiemkracht of opkomst heeft gehad» "Onthulde" zaden zijn . zaden die van hun hulsel zijn ontdaan met behulp van water en een zeef« De

onthulde zaden zijn "nat" gezaaid tegelijk met natgemaakte normale zaden. De resultaten hiervan zijn inmiddels gepubliceerd (j. BEKENDAM).

De volgende objecten zijn telkens tegelijkertijd ingezet op de Kopenhagen-kiem-tafel : 2 bakjes met potgrond à 50 zaden, 2 bakjes met natte potgrond à 50

zaden en 2 filtreerpapierbedden à 50 zaden. Natte potgrond is ontstaan door per kg potgrond 350 ml water toe te voegen en goed te mengen. Deze grond

was dan goed kneedbaar, doch zeker niet pappig.

Aangezien door een KKL-proef was vastgesteld dat de zaden zich niet in kiem-rust bevonden en een dagelijks wisselende temperatuur niet haalbaar zou zijn in verband met de grote warmtecapaciteit van de grond, zijn constante temperaturen aangehouden.

Deze temperaturen waren respectievelijk 20, 15 en 12 C. Er is 10 C op de

Kopenhagen-kiemtafel ingesteld, maar dit is 12 C geworden door de hogere tem-peratuur van de omgeving. De temtem-peratuur van 10 C kon wel worden gehaald in een koelkast. De temperatuur is permanent gecontroleerd met behulp van een thermo-recorder. Het normale zaad is telkens gelijk met het omhulde en onthulde zaad ingezet.

Een houten geraamte over de bakjes en filtreerpapierbedden en daarboven een paar lagen zwart plastic zorgden ervoor dat de zaden in het donker konden kiemen. De gekiemde zaden zijn dagelijks onder daglicht geteld.

(12)

-12-4 R E S U L T A T E N

4.1 E i g e n s c h a p p e n v a n h e t n o r m a l e z a a d

In tabel 3 zijn enkele eigenschappen van het normale zaad van 1970 weerge-geven. Het slazaad was duidelijk grover dan dat van andijvie en witlof. Het witlofzaad was iets grover dan dat van andijvie.

Tabel 3« Fractieverdeli»g en 1000-korrelgewicht van numalw zaden (gege-vens van 1970) Gewas Andijvie (Endive) Sla (Lettuce) Witlof (Chicory) Crop Practieverdeling in gewichtspercentages 1,0-1,2 mm 10 3 6 1,0-1,2 mm 1,2-1,4 mm 15 8 12 1,2-1,4 mm 1,4-1,7 mm 55 39 76 1,4-1,7 mm 1,7-2,0 mm 20 50 6 1,7-2,0 mm Grading in percentage of weight

1000-korrel-gewicht in g 1.30 0.93 1.70 1000-seed weight in g

Table 3» Grading and 1000-seed weight of normal seeds (Data from 1970)

4.2 E i g e n s c h a p p e n v a n h e t o m h u l d e z a a d

Er is nagegaan of de pillen een zaadje bevatten^ dit was voor 98-/\0Cffo van

de pillen het geval. De fractieverdeling en het 1000-korrelgewicht van de omhulde zaden staan in tabel 4 vermeld. Het blijkt dat zowel van gewas tot gewas als van jaar tot jaar grote verschillen voorkomen in grootte en ge-wicht, ondanks de vraag naar een pilgrootte van 3 - 3 , 5 nim.

(13)

Gewas Andijvie (endive) • Sla (lettuce) Witlof (Chicory) Crop Procédé Cérès r( Eschwege E. Eschwege P. ti Germain it Royal Sluis H Sperling (i Kultura Cérès !l Eschwege E. Eschwege P. H Germain ti Royal Sluis it Sperling it Kultura Cérès H Eschwege P. vi Germain it Royal Sluis ti Sperling ti Kultura Process Jaar 1969 197O 1970 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1969 197O 197O 1969 197O 197O 1969 197O 1969 1970 1969 197O 1969 197O

.191.0..

1969 197O 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1969 1970 1970 Year Fractieverdeling in { percentages 2,4-2,8 mm -12 -11

1

-2

1

--• 4'

-2

-—

-4

6

1

-—

2

-— 2,4-2,8 mm 2,8-3,4 mm 97 85 86 89 95 00 •--90 90 3,4-4,0 mm

3

3

13

-4

20 95 TO 10 95 | 3 95 93 95 92 71 27 97 -46 95 91 96 _ 6 4 _ . 93 92 93 95 37 -60 47 79 97 95 2,8-3,4 mm

4

5

5

4

29 73

3

67

4

54

5

7

4

. _ 14

7

4

1

4

63 99 40 52 19

3

4

3,4-4,0 mm Grading in percentage of \ i jewichts-> 4,0 mm

-1

-5* --...

-2

-33 96 -—

-2

-_

-1

-1

-1

> 4,0 mm weight 1000- korrel-gewicht in g 23,0 18,6 37,0 24,7 13,6 34,6 49,7 33,4 34,3 16,0 13,4 11,1 23,0 21,0 39,4 25,7 14,8 53,8 64,9 38,1 32,3 17,4 14,9

Jli2

-21,7 19,7 24,7 12,9 36,1 45,5 38,2 33,8 17,8 13,1 10.9 1000 seed weight pelleted seed Aantal pillen per kg 435OO 538OO 27OOO 405OO 73500 29OOO 20100 3OOOO 292OO 625OO 746OO 9OIOO 435OO 47 600 25400 39000 67 600 18600 154OO 26000 31000 575OO 67IOO 84OOO 46OOO 50800 405OO 775OO 28OOO 22000 26000 296OO 56OOO 763OO 91700 Number c pelletée seeds t>er kg

Table 4« Grading and 1000-seed weight of pelleted seeds

(14)

-14-4»3 K i e m k r a c h t m e t v e r s c h i l l e n d e k i e m m e d i a

In tabel 5 zijn gemiddelde kiemkrachten of opkomsten vermeld.»..--dia.-ziaja bepaald op of in verschillende kiemmedia bij verscheidene proeven. In de afbeeldingen 1 en 2 is de kiemenergie weergegeven van de normale en omhulde zaden op fil-treerpapier (procédé's van 1969 en 1970) overeenkomende met kolom 1 en 3 van tabel 5» De kiemenergie wordt uitgedrukt in een percentage van de kiem-kracht dat op een bepaalde dag wordt bereikt.

4 • 3 • 1 Ki emkracht__.m£t_v£rschi llende_kiemm£dia_bii j_andi_ j vi e

Kolom 1. De kiemkrachten van de procédé's omhuld en beproefd in 1969 op fil-treerpapierbedden lagen voor wat betreft Eschwege Freiland, Germain, Royal Sluis en het normale zaad op een redelijk niveau; Cérès was matig en Sperling was slecht. De kiemkrachten liepen uiteen van l8-79%» Het normale zaad kiemde beter en ook sneller.

Kolom 1 en 2. De procédé's omhuld in 1969 waren op filtreerpapierbedden in 1970 beter dan in 1969? Royal Sluis 9%r Cérès 18% en Sperling zelfs 46%.

Bij onderlinge' vergelijking van de procédé's waren Sperling en Cérès echter matig in kiemkracht. Eschwege Freiland en Germain behaalden een ongeveer gelijke kiemkracht. De kiemkrachten waren matig tot goeds 64-83%. Het

normale zaad was beter dan het omhulde, maar iets achteruitgegaan ten opzichte van 1969.

Kolom 1 en 3» De kiemkrachten van de procédé's omhuld en beproefd in 1970 waren goed tot zeer goeds 79-92%. Het normale zaad was iets beter van kiemkracht en -energie dan in 1969* Vooral de procédé's Sperling, Cérès, Eschwege Freiland en Germain zijn hoger in kiemkracht, hetgeen zou kunnen wijzen op een veranderde samenstelling van het omhulsel. Vergelijking van 1969 met 1970 (tabel 4) leert dat de Sperling-pil in grootte nagenoeg gelijk is gebleven, maar in gewicht afgenomen. Cérès had in 1970 een kleinere pil en Eschwege Freiland en Germain een grotere.

Kolom 1 en 4» In zilverzand lagen de kiemkrachten op een lager niveau dan op filtreerpapierbedden, behalve bij de procédé's Royal Sluis en Sperling. Royal Sluis was nog even goed en Sperling even slecht. Cérès en Eschwege Frei-land waren resp. 10 en 11% lager en Germain zelfs 27%. Dit laatste is waar-schijnlijk veroorzaakt doordat het zand te nat is gehouden. De kiemkrachten varieerden van 13-76%$ het normale zaad kiemde voor 89%« Blijkbaar kan het normale zaad beter tegen een natte omgeving.

(15)

Tabel 5. Gewas Andijvie (Endive) Sla (Lettuce) Witlof (Chicory) Crop Kiemkracht en opkomst-p Procédé Nr. Sym-bool 1 Cérès 2 Eschwege Erdtopf 3 Eschwege Preiland 4 Germain 5 Royal Sluis 6 Sperling 7 Kultura .8 Normaal (normal) 1 Cérès 2 Eschwege Erdtopf 3 Eschwege Freiland 4 Germain 5 Royal Sluis 6 Sperling 7 Kultura 8 Normaal (normal) 1 Cérès 2 Eschwege Freiland 4 Germain 5 Royal Sluis 6 Sperling 7 Kultura 8 Normaal (normal) Nr. Symbol Process

ercentage met vers Media Proefjaar Omhuljaar Zaaidiepte kolom columm sowing depth Year of the pelleting Year of the trial Media çhjQlend< Filtrée] 1969 1969 1 51 -79 79 , 74 18 -93 88 -87 86 87 91 -96 , 90 82 91 92 87 -93

1

1969 1969 3 media rpapierbedden 1970 1969 2 69 -80 75 83 64 -90 85 -67 77 83 79 -95 85 73 82 85 84 -92

2

1969 1970 197O 197O 3 83 -89 92 81 86 79 96 97 -97 97 92 96 95 __...22 -85 86 83 93 87 87 91

3

1970 1970 Filterpaperbeds Zilverzand 1969 1969 4 41 -68 52 76 13 -89 82 -84 68 93 82 -91 89 89 86 92 84 -94

4

1969 1969 Silversand j Table 5« Germinating power and percentage of emergence with different media

(16)

-16-• I1"1 ' • — — — — — — — — — Potgrond 1969 1969 5 24 -45 59 52 17 -73 80 -78 85 85 73 -_ 93 87 88 93 89 64 -92 5 1969 1969 ot-ting s o i l Perspo-tten 1969 1969 6 28 -56 53 48 0 -76 70 90 94 96 91 -_ -6 1969 1969 197O 197O 7 31 27 64 87 89 63 13 91 88 97 36 76 91 86 61 99 -7 1970 1970 S o i l b l o c k s V o l l e s r o n d 1969 I 1969 1-g- cm 8 12 -31 32 28 6 -22 58 -64 65 67 63 -61 68 65 73 65 57 -66 8 1-jg- cm 1969 1969 1 1969 I 1969 l \ cm 9 4 -18 21 18 2 -4 53 -63 56 1970 1969 1-g- cm 10 26 -46 36 46 11 -30 74 -63 73 59 76 -50 51 55 55 45 44 -36 9 2-g- cm 1969 1969 -49 74 76 76 82 62 -70 10 1-g- cm 1969 1970 Outdoor 1970 1970 l | cm 11 36 -47 50 67 43 37 53 77 -88 86 87 83 82 63 73 73 70 68 67 78 67 11 l i cm 1970 1970

(17)

» E S

«a o p, - t e e 10 « V» 4* © •r-j 0

3 * .

9 $4

> « »« 4» -H C r-t C •e v« «Ö

g g S

J} •o « <-* +J p a A u st a +» o C «rt o » « - c o G B -n • * E JB 0 O

g

° _

© ß S S S ©

E

s o •e s o es 4» « « • * * » C > 0 0 «rt •Ü t * T3 •Ö C G • « ©

•es*

« o o •H a a.-H e p. e « X! «

£ S -c

4» 5 © r"* 4» •rt C ® «H 0 f* P. O * t ^ 0 •H '^yo • O - H «

«"S

b •H ^ C 3 }*ä * « 4* "** «S

g

o

5g

m •H s* {§ ös Ö » 4 * 4

I !

,» vû r- co O r-* 4» -H

II

S. 6

0 £ M » 5

t « |

Ü o « a 0 o 0

•a

45 0

s

l à

0 4 ** + 4-* 4» * 0

î t

w CM ' * * **• ^ •—4 8

(18)

-ri l c » «e

• B Ö

(6 O » o • » lp

>•§!

3 * §

§ Q. O c O,+> > • t * K r-l ß • ï * « t> fa

•st.*

0

f

t . J& o G-S* £> r« Z F- +» b» •«'S

•Sß

» J3 O O S r / « g

e

5

*

IC o o O tJ

§

« « e \& —. ff Xt -a »H „ O H O •» m tó 3 'S £lj © I« •** » « 43 CO 2 § «o •*» fi ® •<•« CS © Vt O H

a # o.

o o

t f t f * ON (••« 4> « -» e t4 i «-• *"** i f * «

S3 §g

C4

V-f?

o f5 o r-» 4> 3R _ ï _ M •CS «5 «f-*? %*' +*$ 4 u «- i o a» S3 qs S i D I M K

i I i

: i i

ur> s o r O f-« tV U Wi Ut j a JS o e «6 « w m o o o o o 9 O 0 è ca ""ï fa

S 41

>#

*i

•«S'

g

fr ••:**.

(19)

Kolom 1, 5 en 6. De opkomst van de proo6dó' & omhuI3~i-n-4 969 in potgrond

en perspotten was 20-35% lager dan die op filtreerpapierboddon. Vooral Cérès en Eschwege Freiland zijn sterk gedaald ten opzichte van filtreerpa-pierbedden. Sperling is tot het minimum gedaald. De opkomst liep uiteen van 0-59$» Het normale zaad kiemde voor ca. 755°» wat voor de praktijk ook nog te laag is. De oorzaak is waarschijnlijk de niet optimale vochtvoorziening en temperatuur.

Kolom 3 en 7» De procédé's omhuld in 1970 hadden in perspotten een veel lagere kiemkracht/opkomst dan op filtreerpapierbedden behalve Royal Sluis, die 8% hoger en Germain die slechts 5% lager was. Eschwege Freiland en Sperling waren resp. 25 en 23% minder en Cérès zelfs 52% minder. Eschwege Erdtopf en Kultura waren zeer slecht. De opkomst in perspotten varieerde van 13-84%« Het normale zaad kiemde zeer goed, namelijk

Kolom 1 en 8. In de vollegrond zijn de procédé's omhuld in 1969 sterk terug-gevallen ten opzichte van filtreerpapierbedden (ca. 40-50%).Hieruit blijkt de flexibiliteit onder praktijkomstandigheden: omhulprocédé's die onder optimale omstandigheden in het laboratorium een hoge kiemkracht geven, vallen in de vollegrond wat opkomst betreft tegen. Het normale zaad daalde 70%3 dit kan naast slechte kiemomstandigheden ook veroorzaakt zijn door uitzaaien met de Thilot-zaaimachine die minder goed op diepte zaait dan de

Stanhay. De omhulprocédé's gaven een opkomst van 6-32%, het normale zaad van 22%.

Kolom 8 en 9« Sen zaaidiepte in de vollegrond van 2-jg- cm geeft ten opzichte van 1-g- cm een opkomstdaling van ca. 10% bij alle procédé's en zelfs van bijna 20% bij het normale zaad. Procédé Sperling gaf een daling van 4%» maar op een zeer laag niveau.

Kolom 8 en 10. De in 1969 omhulde zaden gaven bij de beproeving in de volle-grond in 197O vergeleken met 1969 een verbetering te zien van 4» 5f 14» 15 en 18% bij resp. Germain, Sperling, Cérès, Eschwege Freiland en Royal Sluis. Aangezien echter ook het normale zaad 8% hoger in opkomst kwam,

moet een deel van de verbetering te danken zijn geweest aan betere kiemomstan-digheden in 1970« De opkomst van de omhulprocédé's was 11-46% en dio van het normale zaad 30%.

Kolom 8 en 11. De procédé's omhuld en beproefd in 1970 in de vollegrond deden het veel beter dan die in 1969? Eschwege Freiland 16^, Cérès 24%» Ger-main 27%, Sperling 37% en Royal Sluis 39%» De verbetering van de

(20)

-20-noemde vier procédé's kwam reeds tot > ri tin g... bij "•rex^lijkirrg -ran de kolom-men 1 en 3» Ook hier kan worden gesteld dat een deel van de verbetering te danken moet zijn geweest aan betere kiemomstandigheden in 1970, gezien de 30$ opkomstverbetering van het normale zaad. Overigens zij eraan herinnerd dat het normale zaad in 1970 ook hoger van kiemkracht en -energie was dan dat van 1969»

4 • 3 • 2 IÜ£mkracht_m£t—V£rschi Ijlende Jci_emmedi_a_bi_j_sla

Kolom 1 o De kiemkrachten van de procédé's omhuld en beproefd in 19^9 lagen op een gelijk en hoog niveau (86-91%)« Het normale zaad kiemde zeer goed: 96%. De kiemenergie van het normale zaad was hoger dan die van de omhulde zaden«

Kolom 1 en 2. De kiemkrachten van de in 1969 omhulde en in 1970 beproefde zaden waren nog goed te noemen, al was het niveau ten opzichte van de proeven in 1969 gedaald. De kiemkrachten liepen uiteen van 67-85%« Het normale zaad kiemde beter : 95%«

Kolom 1 en 3« De kiemkrachten van de procédé's omhuld en beproefd in 1970

op filtreerpapierbedden waren zonder uitzondering uitstekend^ 92-97%« Het nieuw aangekoohte normale zaad was 3% hoger in kiemkracht en ook beter van kiemenergie, dan dat van 1969« De procédé's omhuld en beproefd in 1970 waren beter dan die in 1969» vooral bij Cêrès, Eschwege Freiland en Ger-main. Dit ging bij Cêrèa en Eschwege Freiland gepaard met een kleinere pil en bij Germain met een grotere pil.

Kolom 1 en 4« In zilverzandlagen de kiemkrachten op een iets lager niveau dan op filtreerpapierbedden, behalve procédé Germain, dat 18% lager en

Royal Sluis dat 6% hoger kwam dan op filtreerpapier. Deze kiemkrachtverschil-len waren te wijten aan het te natte zilverzand. De pilkiemkrachtverschil-len kiemden voor 68-93% en het normale zaad voor 68-93%« Het normale zaad kan dus blijkbaar beter tegen een natte omgeving dan de meeste omhulde zaden.

Kolom 1, 5 en 6. In potgrond lagen de opkomsten van de omhulprocéuê's 1969 op een goed niveau 78-85%. Het normale zaad kiemde zeer goeds 93%« Ten op-zichte van filtreerpapierbedden zijn de opkomsten/kiemkrachten met ca. 10% gedaald bij Cêrès, Eschwege Freiland en Sperling. De procédé's Germain en Royal Sluis zijn npgenoeg gelijk gebleven. In perspotten lag de opkomst/ kiemkracht hoger dan op filtreerpapierbedden behalve van procédé Cêrès. Bij

(21)

Eschwege Freiland., Germain en Royal Sluis was de-stijging resp. 7> 4 en 9%«

Kolom 3 en 7« De procédé's omhuld en beproefd in 1970 in perspo-tten kiemden voor 61-97% en het normale zaad kiemde voor 99%» Wanneer de beproeving op fil-treerpapierbedden en in perspotten met elkaar worden vergeleken, dan zijn

Cêrès, Eschwege Freiland en Sperling ca» 10% in kiemkracht gedaald ten op-zichte van filtreerpapierbedden en zijn Royal Sluis en het normale zaad nagenos gelijk gebleven. Deze conclusies zijn gelijk aan die bij vergelijking van kolom 1 met kolom 5» Germain en Kultura zijn met resp. 21 en 34% gedaald. Waarschijnlijk zijn de perspotten voor deze procédé's te nat geweest.

Kolom 1 en 8. De opkomst van de in 1969 omhulde en in de vollegrond beproefde zaden liep uiteen van 58-67%. Het normale zaad kiemde voor 61%. Het niveau van de opkomst/kiemkracht lag 20% lager dan op filtreerpapierbeddenf bij Cêrès en het normale zaad zelfs 30, resp. 35%» Opgemerkt moet worden dat het normale zaad met de Thilot is uitgezaaid en door een ongelijke dieptelig-ging van het zaad mogelijk een lagere opkomst heeft gekregen«

Kolom 8 en 9» Door dieper te zaaien (2-g- ten opzichte van 1-g- cm) is de op-komst van Germain, Royal Sluis en het normale zaad met ca. 10% gedaald» Cérès en Eschwege Freiland bleken niet zo sterk te reageren.

Kolom 8 en 10. De veldopkomst van de procédé's omhuld in 1969 bleek in 1970, uitgezonderd Eschwege Freiland, hoger te zijn dan in 1969s Cérès 16% , Germain 8% en Royal Sluis 9%« Het normale zaad was 12% lager dan in 1969» De opkomst van het omhulde zaad was 63-76% en van het normale zaad

Kolom 8 en 11. De zaden omhuld en beproefd in 1970 kwamen hoger in veldop-komst dan die in 1969« Zo waren CjSrès, Germain, Royal Sluis en Sperling ca. 20% hoger en Eschwege Freiland 24%. Het normale zaad kliemde voor 63% en de omhulde zaden voor 77-88%. De verbetering van de procédé's Cêrès, Eschwege Freiland en Germain kwam reeds tot uiting bij het vergelijken van kolom 1 met kolom 3«

4 • 3 • 3 Ki emkrach1;_met_yerschi llende Jc^emmed:ia__bjj—wit lof

Kolom 1. De kiemkrachten van de in 1969 omhulde en beproefde zaden op

fil-treerpapierbedden waren zeer goed. 82-92%. Het normale zaad kiemde uitstekend (93%) en gaf een betere kiemenergie dan de omhulde zaden.

(22)

-22-Kolom 1 en 2. De in 1969 omhulde 7. aden behaalden <Ln-1-9-70 op_f 11 trooi-papi er-bedden een lagere kiemkracht dan in 1969» l»o kißmkrachten van de procédé's varieerden van 73-85$. Het normale zaad kiemde nog even goed als in

1969» namelijk 92$.

Kolom 1 en 3» De omhulprocêdé's van 1970 voldeden in 1970 zeer goed (kiem-kracht 83-93$), het normale zaad behaalde 91$* Germain en Cêrès kwamen in 197O resp. 8$ en 5$ lager dan in 19^9? ^ij Germain onder invloed van een grotere pil en bij Cérès van een kleinere. Royal Sluis en het normale zaad gaven een gelijke kiemenergie, de overige omhulprocêdé's waren lager.

Kolom 1 en 4« In zilverzand lagen de kiemkrachten op hetzelfde niveau als op filtreerpapierbedden; 84-92$. Het normale zaad kiemde voor 94$»

Kolom 1 en 5« In potgrond kiemden de pillen vrijwel even goed als op

filtreerpapierbedden, alleen viel Sperling in potgrond tegen. De opkomst van de omhulprocêdé's liep uiteen van 64-93$, die van het normale zaad was 92$.

Kolom 1 en 8. In 1969 was de opkomst in de vollegrond lager dan de

kiem-kracht op filtreerpapier. Bij Cêrès, Eschwege Freiland en Germain was het niveau ca. 20$ en bij Royal Sluis, Sperling en het normale zaad ca. 30$ lager. De opkomsten vaxi de procédé's waren 57-73$« Het normale zaad kiemde voor 66$. Alleen Sperling kwam in opkomst lager uit dan het normale zaad. Opgemerkt moet worden, dat de opkomst van het normale zaad door het gebruik van de Thilot-zaaimachine kan zijn verlaagd«

Kolom 8 en 9« Dieper zaaien dan 1-g- cm was voor het normale zaad funest §

er trad ten opzichte van 2jr cm een opkomstdaling op van 30$« De opkomst

van Cêrès, Eschwege Freiland, Germain, Royal Sluis en Sperling daalde resp. 17, 10, 18, 20 en 13$.

Kolom 8 en 10. Beproeving van het in 1969 omhulde zaad in de vollegrond in 197O gaf ten opzichte van 1969 bij Eschwege Freiland een verbetering van de kiemkracht van 11$ en bij Royal Sluis van 17$. De overige procédé's waren in 197O slechts zeer weinig hoger in kiemkracht dan in 1969« De opkomst liep uiteen van 62-82$. De opkomst van het normale zaad was 70$«

Kolom 8 en 11. De in 1970 omhulde en beproefde zaden waren ten opzichte van die van 1969 bij Cêrès, Eschwege Freiland, Royal Sluis en Sperling met resp. 5» 8, 3 en 10$ in opkomst verbeterd. Procédé Germain was iets

(23)

4.4 K i e m k r a c h t o n d e r v e r s c h i l l e n d e o m s t a n -d i g h e -d e n

4 »4.1 Kiemkrach;t bij_ yjercnhiJ2.ftS.de. tLe!!iPejra+nv£ri^op f iltrpçrjj^j3/£T-Lo^Wi_

In afbeelding 3 zijn de kiemkrachten vermeld, die verkregen zijn in 1969 op filtreerpapierbedden bij verschillende temperaturen met de gewassen andijvie, sla en witlof« Deze kiemkrachten bij constante temperaturen kunnen niet zonder meer worden vergeleken met de in tabel 5 genoemde die door wisselende temperaturen zijn verkregen. Uit afbeelding 3 kan geconcludeerd worden, dat bij andijvie alle procédé' s bij 25 C

het beste kiemden, behalve Germain« De kiemkrachten bij die temperaturen varieerden van 55 tot 74%» Het normale zaad bleef nagenoeg gelijk in

kiemkracht s 90$ bij 10°C en 88$ bij 25°C.

Het kiemresultaat van sla was in het beproefde traject bij 10 C het

hoogste. Bij deze temperatuur liepen de kiemkrachten uiteen van 88 tot 97$j terwijl het normale zaad voor 100$ kiemde. De Royal Sluis-pil gaf weinig verschil in kiemkracht bij 10, 15 en 20 C en het normale zaad bij 15» 20

en 25°C

In 1970 waren bij witlof de kiemkrachten van de omhulprocêdê's en het normale zaad in het temperatuurtraject 10-25 C zeer goed, behalve Royal

Sluis. Hiervoor kan geen verklaring worden gegeven. In 1971 was procédé Royal Sluis wel goed op filtreerpapierbedden (afb. 5 ) . De overige kiem-krachten schommelden tussen 74 en 94$ en voor het normale zaad tussen 85

en 92$« De meeste procédé's kiemden bij 25 C het beste, alleen Germain bij 10 C. Tussen 15 en 25 C kwamen nagenoeg geen verschillen voor»

In afbeelding 4 zijn de opkomsten weergegeven bij verschillende watergiften aan potgrond in de kas bij het gewas andijvie. Het jaar van omhullen en be-proeven was 1970. Men kan de conclusie trekken dat Germain, Eschwege Erdtopf e Kultura de hoogste opkomst gaven bij een watergift van 1 à 2 mm per dag§

Cërès, Eschwege Freiland en Sperling bij 2 à 3 nimj Royal Sluis bij 3 à 5 nun en het normale zaad bij 2 à 5 nun water per dag. Germain en Eschwege Erdtopf

(24)

-24-<t-t ON O M3 r~* 0\ +9 tr-» c H id S îfl r-4**""^ <d to • fill (1 C h . « o n > c +» • o a) f t «M » , •o o «> C P, 8 to a •tj a» c « +» > *. +» c a § œ «? 4» 'Ö p« » «5 h C W « O +» O 4) i~4 «Ö •.-» 4» S O U

S I

8

c id ß o tJ •*» x : «J 4» 10 «

§

e o o

E^-' o O - H C C 4 3 « Ü s k

t

a> © p. u a» +* 4» 4» +» « «-» • H S) a, +* • « G » p. 3 > U +» H « c e fi O » 4J O 1-4 « M H * » O u n a. * -o O C «1 » C to v •c hi) <D

-g

• H - H « U ! JO P . & e o • H J3 Ü «H O CM O O o CM o >

§

o

o

ca « ö +» 03 ea o o CM O O CM . . i r . o w

8

o . o oc o CO —, , o o o U'S o o

.,—£

*-tn ** ? \

f-,

v

3 \ \ îv !

1

\ \ 'o N

\ i

m o * / t—• o i * O CM «i • H c o cd > •r» •e

S

o CM O O

8

o o O O O W O e t CO

•a

* • H

t

>3 O O &. C/J p. tU k 0 * 3 r-< ö M

g

o + 4 • f ITS MD r— cao p. s O r-t •ö «

s £

ta (» c » c o w ID * » 0 ' V « O V O W w o o o o o o o o o + 4 «4 f* « ** S • H CO 3 O O P . W ,£> +» t' " - P I r n i t

(25)

100 T

no

Âfb. 4 Opkomst b i j verschillende watergiften aan potgrond van normal3

en in 1970 omhulde andijvie z-adar. (Emergence a t d i f f e r e n t

water-. g i f t a t o p o t t i n g s o i l of normal &n>i in 1970 p e l l e t e d seed3 of

endive)

80 70

60

50 1

40 f 30 10 •yvg „ ^ " ^ • • • • • . . • . ^ ^ . „ » • • • ^ • • » • r , * * , * • * < » . • • •

"**.*". ***.

*,/•••..:«.,

> -* —*^..

1

v^_

B

^o*««-;

V

N1 ' • o . " . . .

1 Cérês

2 o o o o o o o Eachwege Erdtopf

3 o-o-o-o-o.o Eschwege Freiland

4 *,4. + + +++f Germain

3 / 4 , v 5

mm water per dag (nm water per day;

5 + • • • + • * • • • Royal S l u i s

6 Sperling

7 Kultura

8 Normaal (Normal)

2 6

(26)

-vroegen dus weinig vocht en konden ook weinig verdragen? Royal Sluis had veel vocht nodig maar kon ook veel verdragen en het normale zaad vroeg weinig vocht, maar k n veel verdragen. Bij te weinig vocht komt het normale zaad echter minder goed op«

Voor gebruik onder glas is het mogelijk de optimale watergift te realiseren, doch op de vollegrond niet f dan zijn de meest flexibele procédé's het beste. In het traject 1- 5 mm water per dag waren het normale zaad en de Royal Sluis-pil zeer goed. Verder waren nog redelijk Eschwege Freiland, Kultura, Germain en Sperling. Cêrès en Eschwege Erdtopf hadden een kort optimaal vochttra-ject.

4»4»3 Kiemkracht_en opkomst, bij een ^ombj^natie^.yan_ver£chi^lende_te_mp.era- _ turen i_n_dro£e_en natte. p_ot_grond_en oj>_f^l^reierpapiierbiedden

In afbeelding 5 zijn weergegeven de kiemkracht-en opkomstpercentages van omhulde en normale zaden bij verschillende temperaturen, in natte en droge potgrond en op filtreerpapierbedden. De proeven zijn in 1971 uitgevoerd met in 1970 omhulde zaden.

In natte potgrond bij 20 C lagen de opkomsten van alle procédé's behalve

Sperling en Kultura op hetzelfde tamelijk hoge niveau als op filtreerpapier. De Kultura-pil liet het afweten. Bij 15 C was er sprake van enige verlaging van de opkomst, behalve bij de procédé's Germain en Royal Sluis. Bij 12 C gingen Sperling en Eschwege Freiland achteruit, terwijl Cêrès, Germain, Royal Sluis en Kultura op gelijke hoogte met 15 C bleven. Bij 10 C gingen Germain en Royal Sluis beide achteruit, maar de verlaging van de Royal Sluis-pil was groter.

In droge potgrond waren de opkomsten (bij dezelfde temperaturen)veel lager dan in natte potgrond, Kultura uitgezonderd. Bij 20 C voldeden Germain en Kultu-ra goed. De overige pillen zijn op een veel lager niveau gekomen ten opzichte van de potentiële mogelijkheden. Bij 15 C voldeed alleen de Germain-pil, de overige zijn ook ten opzichte van 20 C sterk achteruitgegaan in opkomst. Bij 12 en 10 C zette deze verlaging van de opkomst zich nog sterker voort, behalve bij procédé Germain. Hier is de invloed van de temperatuur groter dan bij natte potgrond.

De kiemkrachten op filtreerpapierbedden bij verschillende temperattiren komen in 1970 en 1971 goed overeen (afb. 3 en afb. 5)« Bij 20 en 15 C zijn

(27)

-er-geen verschil"! on •tuRHimiintte tw t6i ' m a o n - m v ^ ^ ^ ^ p a p i e r L e r l d e n . Bij

12 C gingen de procédé's Sperling en Kultura relatief c,+ «-k achter uit, terwijl Eschwege op gelijke hoogte met 15 C bleef en Germain en Cêrès slechts weinig achteruit gingeno

Op dezelfde wijze als omhuld is ook onthuld zaad in droge en natte potgrond

en op filtreerpapierbedden bij verschillende temperaturen gekiemd. Van ont-huld zaad is het hulsel verwijderd m.bov. water en een zeef. Het feit dat

bij 20 C op filtreerpapierbedden, dus onder gunstige kiemomstandigheden, om-hulde en ontom-hulde zaden een gelijke kiemkracht gaven, wijst erop dat het zaad in het hulsel niet in kiemkracht is achteruitgegaan. Onder minder gunstige kiemomstandigheden, bijv. lage temperaturen en potgrond, was het omhulde zaad lager in kiemkracht dan het onthulde5 dit kan een gevolg zijn van enige verzwakking van het zaad tengevolge van het omhulsel (J. BEKENDAM).

In de afbeeldingen 6, 7 en 8 is de kiemenergie van het normale en omhulde zaad in -natte en droge potgrond en op filtreerpapierbedden weergegeven. De kiemenergie is het percentage van de kiemkracht dat op een bepaalde de-g wordt bereikt.

Uit deze afbeeldingen blijkt dat de kiemenergie afneemt naarmate de tempe-ratuur lager en de grond droger wordt. Zo is bijv. de kiemenergie na 7 dagen bij resp. 20, 15, 12 en 10°C voor natte grond gemiddeld 97, 91, 78 en 75% en voor droge grond gemiddeld 95t 64, 58 en 38%. Voor de eerste drie

tempe-raturen zijn gemiddeld 98, 87 en 51% behaald op filtreerpapierbedden. Ook

ä j n er onderlinge verschillen tussen de omhulprocédê's en het normale zaad. Procédé Germain kiemde zowel in ne-tte als in droge grond sneller

dan het normale zaad, echter niet op filtreerpapierbedden. Het normale zaad kiemde vooral bij een hoge temperatuur sneller dan de procédé's,

behalve Germain. Van de overige procédé's was de kiemsnelheid van Royal Sluis en Eschwege Freiland minder en die van Cêrès, Sperling en Kultura het minst.

(28)

-28-• o te o <H +»

fi

i n c « •o fl> «p * 4 * ~ N » •ö O as 43 •*•» (X, «fl

g

f-« Pt «8 #-4 H <M « H " 0 0 ti"\ -sfr

^8 a g

p V£J f -o ft o o CM O d \ co G t~~ so OD O <5 "ö"

a

ca ^ o ts m c ^ te*" ••» •*» O 4* A 0 + j ® « 3 a~\ os as o VÜ o O t r \ o ^r o m <M o O O o > o T O «V o o CM O o cv O e •rv CM » O

•3

tr\ u> r~ co «M Ç Q, «5 . O r-t •f» « « • ra * * «« JS 43 t . O © •# » « O m (VI I I I I i i <r- CM <*0 IS e a ss fi m

t t

+ 4> : * ' - • • - - - . O

(29)

Afb. 6 Xiamenergie op natte

po\

grond van

zaden h i j dag en nacht eonitairte

.

wet jotting aoil of normal wid ir,

^

ar.i

night constant temperature«)

t:*

normal« en in 1970 ophulde

-wi-ilof-t «rap a ra-wi-ilof-tür&c ( Oerw i n. a-wi-ilof-t i

on

rat « e'

1

*?70 palleted c h i c w y s e e d s "***»

d a

^

dagen (days)

?—?—r

dagen (days)

1 Cérès

200ÛOOOOO Eschwege E r d t o p f *

3 0 - 0 - 0 - 0 . 0 . Eschwege Freiland

4+4-+++++•••+ Germain

^ " n i e t beproefd (Not used in t h i ç Q t r i a l )

5 +•*•+*•••••Royal Sluis

g — Sperling

"

Kultura

(30)

fo« 7 Kieraet-.er&ie op droge potgrond var normale en i n 1970 omhulde w i t l o f a n d s n ' ö i j am 5P. nacht c o n s t a n t e t»rap«sratursn ( G e r s i n a t i o n r a t a on dry pot t. i n g s o i l e f normal and i n 1?70 p e l l e t e d c h i c o r y s^ed^ w i t h day and n i g h t c o n s t "uit tempe r a t ure. a )

5 6 î 8 9 dagen ( d a y s ) 1 _ _,. Cérês 20o o o o o o o Eschwege E r d t o p f ^ 3 0_ o - o - o - o - oE s o h > , ega E s t l a n d 4 *.+ *. + + « ^ G e r m a i n dagen ( d a y s } 5 v»+«+»*» Royal S l u i s 6 _ S p e r l i n g 7 K u l t u r a 8 Norœaal (Normal)

(31)

Affe. 8 Kiener.ergi« op f i l t r e e r p a p i e r b e d d e n van n o n a a l e en in 1?70 omhulde wit 1 »frühen h i j -lag- en n a c h t c o n s t a n t e t e m p e r a t u r e r ( G e m i n a t i o n r a t e on f i l t e r p a p e r b c d - of normal and i r *9?0 p e l l e t e d c h i c o r y s e e d s w i t h day and n i g h t cor.r,',ant t e m p e r a t u r e s )

* 6 7 8 dagen ( d a y s ) 10

5 6 7

dagen ( d a y s ) i Ceres 2 o o o o o o o o Eschwege Erdtopf-fc 3 o-o-o-e-ft-o Euchweg« P r e i l a n d 4 4. + +. +.4.4.4.+. Germair, 5 + • • • + •*•* Eoyal Sluia 6 Sperling 7 Kultura

8.

Normaal fNormal)

(32)

5 B E . S P R - E K . T N ß -V- 4 Jl_JUB-*tJ-«-H y. X P-.R C r C E DJI-S JE N ..VAN H E T N O R M A L E Z A A D

Tussen de omhul procédé ' s onder! i-ng en bovetirHon -ron ;jmpn- +.0+ inv VH;,,,,,,,, verschillen voor in grootte en in aantallen pillen per kg.

5.1 C é r è s •

Cérès had een vrij kleine, enigszins brosse pil met een vrij onregelmatige vorm en een ruw bepoederd oppervlak» De pil valt bij wateropname gemakkel-i.ilT uit elkaar.

Andijvie^ Op filtreerpapierbedden en in potgrond, perspotten en in de volle-grond was de kiemkracht of opkomst van het in 1969 en 1970 omhulde zaad

matig tot slecht, alleen op filtreerpapierbedden in 1970 was de kiemkracht goed. Dieper zaaien dan 1-g- cm in de vollegrond gaf een sterke opkomst daling. Een temperatuur van 25 C op filtreerpapierbedden gaf een redelijke kiem-kracht, bij daling van de temperatuur trad een verlaging van de kiemkracht

op. De optimum vochthoeveelheid aan potgrond was 2 à 3 mm water per dagj Cérès was zeer gevoelig voor te weinig of te veel vocht. Voor andijvie is Cérès ongeschikt onder glas en in de vollegrond.

Sla. Op filtreerpapierbedden en in potgrond, perspotten en vollegrond was de kiemkracht of opkomst van het in 1969 en 1970 omhulde zaad goed tot ma-tig. De veldopkomst in 1970 was 14$ beter dan van het normale zaad, doch de overige procédé's waren 20-25$ beter. Dieper zaaien dan 1-g- cm in de volle-grond gaf een geringe daling van het opkomstpercentage. De optimum tempera-tuur op filtreerpapierbedden was 10 C. Het in 1970 omhulde zaad was iets be-ter dan dat van 1969» Voor teelt in de vollegrond en onder glas is Cérès geschikt«

Witlof. Cérès was op filtreerpapierbedden en in potgrond goed en in de grond iets beter dan het normale zaad. Dieper zaaien dan 1-g- cm in de volle-grond gaf een opkomstdaling. De beste temperatuur voor kieming op fil-treerpapierbedden was 25 C5 Cérès was niet zo erg temperatuurgevoelig en kiemde bij een natte grond beter dan bij een droge. Vooral bij een lage temperatuur in een droge grond was de opkomst slecht. Cérès kiemde traag in vergelijking met de overige procédé*s. Geconcludeerd kan worden dat Cérès voor witlof geschikt is, doch gevoelig voor een teveel of tekort

(33)

5.2 E s c h w e g e E r d t o p f

Dit speciale procédé van Eschwege lijkt in ui+.orl.ijk veoJl op Eschwege Preiland en is in slchts enkele gevallen beproefd "bij andijvie en sla.

Andijvie». Eschwege Erdtopf bleek bij een beproeving in potgrond aan 1 à 2 mm water per dag genoeg te hebben. Het procédé bleek zeer gevoelig voor een teveel aan vocht. De kiemkracht in de proeven was minder dan bij de overige omhulprocêdé's en ook minder dan bij Eschwege Preiland. Eschwege Erdtopf heeft dus niet voldaan voor andijvie.

_Slao__Eschwege Erdtopf had in 1969 een gelijke en in 1970 een iets hogere kiemkracht dan Eschwege Preiland in perspotten.

5*3 E s c h w e g e P r e i l a n d

Het omhulde zaad van Eschwege was rond en iets ruw van oppervlak, waardoor soms een wat stoffig uiterlijk. Eschwege Preiland is iets kleiner dan Eschwege Erdtopf. De pillen zijn wateraantrekkend en vallen niet gemakke-lijk uit elkaar bij wateropname.

Andijvie^ Het in 1969 en 1970 omhulde zaad voldeed op filtreerpapierbed-den goed en in perspotten, potgrond en vollegrond matig tot slecht. In de vollegrond was de opkomst in 1969 beter en in 1970 minder dan van het

normale zaad. Dieper zaaien dan 1-g- cm gaf een vermindering van de opkomst. De hoogste kiemkracht op filtreerpapierbedden in het traject 10-25 C kwam voor bij 25 C§ Eschwege Preiland bleek sterk gevoelig voor verlaging van de temperatuur. De optimum vochtgift aan potgrond was 1 à 3 mm per dag. Eschwege Preiland was gevoelig voor een te natte grond en biedt geen voordelen boven andere procédé's.

Sla._ Het in 1969 en 1970 omhulde zaad voldeed op filtreerpapierbedden en in perspotten, potgrond en vollegrond goed. Zaaien op 2-g- cm diepte gaf nauwelijks een opkomst verlaging ten opzichte van 1-g- cm. Het in 1970 omhulde zaad was beter dan het in 1969 omhulde. Een kiemtemperatuur op filtreerpapier-bedden van 10 C was zeer goedj bij hogere temperaturen trad een vrij sterke daling op, Eschwege Preiland is voor sla te gebruiken.

Witlof«. Eschwege Preiland voldeed op filtreerpapierbedden en in potgrond goed en was in de vollegrond nagenoeg gelijk aan normaal zaad. Dieper zaaien dan

(34)

-34-1-g- cm gaf een opkomst dal ing. Het in 1970 omhulde-^aad was beter dan dat

van 1969» De beste kiemkracht op filtreerpapierbedden was aanwezig tussen 15 en 25 C$ bij lagere temperaturen was ook de kiemkracht lager, In natte grond was de opkomst beter dan in droge grond. In droge en natte grond en op filtreerpapierbedden veroorzaakte een daling van de temperatuur een daling in de opkomst/kiemkracht, doch op een droge grond was de daling sterker. Eschwege Freiland is bruikbaar, maar op droge gronden gevoelig. De kiemenergie is matig tot goed.

5«4 G e r m a i n

Het omhulde zaad van Germain is rond en hard, heeft een glad oppervlak en is zeer wateraantrekkend. Het valt dan snel uit elkaar (breekpil)o

ibadijyie^ Op filtreerpapierbedden, in potgrond en perspotten kiemde procé-dé Germain uitstekend, behalve in 1969 in potgrond en perspotten. In de

vollegrond kwam dit procédé iets hoger in opkomst dan het normale zaad. Het in 1970 omhulde zaad was beter dan dat van 19^9« Dieper zaaien dan

1g- cm gaf een kiemkrachtsverlaging. Germain kiemde op filtreerpapierbedden bij 10 C goed, staar was gevoelig voor een hogere temperatuur. De beste

kieming werd verkregen onder droge omstandigheden (1 - 3 msn watergift per dag aan potgrond). Bij vochtiger milieu daalde de opkomst. Bij witlof is deze reactie omgekeerd. Voor ter plaatse zaaien in de vollegrond en voor opkweek onder glas is Germain bruikbaar»

Sla.^Op filtreerpapierbedden, in potgrond en in de vollegrond was de kiem-kracht of opkomst van Germain goed, doch in perspotten minder, wat veroor-zaakt is door een te natte grond. In de vollegrond was de opkomst beter dan van het normale zaad« Op 2g- cm diepte zaaien gaf een kleine opkomst-daling ten opzichte van 1-g- cm. Procédé 1970 was iets beter dan procédé 1969» Germain kiemde bij 10 C het bestef er trad bij sla evenals bij andij-vie een daling op, naarmate de temperatuur steeg. Voor uitzaai van sla in de vollegrond en ook onder glas is Germain geschikt.

Witlof^ Op filtreerpapierbedden, in potgrond en in de vollegrond was de kiemkracht of opkomst uitstekend? in de vollegrond beter dan van het

normale zaad. Diep zaaien (2j> t.o.v. 1-g- cm) gaf een opkomstvermindering.

De optimum kiemtemperatuur op filtreerpapierbedden was 10 C. Germain bleek weinig temperatuurgevoelig, ook in natte en droge grond. Germain is gezien het bovenstaande zeer geschikt voor uitzaai in de vollegrond van witlof

(35)

i n e e n koud e n d r o o g - i m c a a a a a r . , ,De M.eniBïinlKc)i^^F!_..gi^v.=>T' rtorx ^rrrr, herb

normale zaad en a l l e b e p r o e f d e omhulde z a d e n ,

5 . 5 R o y a l S l u i s

De pil van Royal Sluis was ovaal, hard en had een glad oppervlak. De pil is waterafstotend en valt bij wateropname in 2 delen uiteen (splitpil).

Andijvie«. Het in 19^9 en 1970 omhulde zaad was op filtreerpapierbedden, in potgrond en perspotten goed van kiemkracht of opkomst, behalve in 1969 in perspotten. In de vollegrond gaf dit procédé een betere opkomst dan de overige procédé's en het normale zaad. Dieper zaaien dan 1-g- cm gaf een opkomstdaling.

Het in 1970 omhulde zaad was beter dan dat van 1969» Een temperatuur van 25 C op filtreerpapierbedden gaf een zeer goede kiemkracht, bij lage temperaturen trad een daling op. Gemiddeld over het vochttraject 2-5 mm water per dag toegevoegd aan potgrond, was Royal Sluis het beste procédé; alleen onder zeer droge omstandigheden was de kieming slecht. Voor ter plaatse zaaien van andijvie is Royal Sluis goed bruikbaar.

Sla. Op filtreerpapierbedden, in perspotten, potgrond en in de vollegrond voldeed de Royal Sluis-pil uitstekend. In de vollegrond was de opkomst beter dan van het normale zaad. Op 2-g- cm diepte zaaien was minder goed dan op 1-g- cm, doch de opkomstdaling was niet zo sterk.

De optimale kiemtemperatuur op filtreerpapierbedden in het traject 10-25 C was 1 0 C , maar het verschil tussen 10, 15 en 25 C was gering. Procédé

Royal Sluis kan met succes worden gebruikt voor ter plaatse zaaien van sla in de vollegrond, voor opkweek en onder glas.

Witl£f»_ Op filtreerpapierbedden, in potgrond en in de vollegrond bleek pro-cédé Royal Sluis zeer goed te voldoen. In de vollegrond was de opkomst van de Sluis-pil hoger dan van het normale zaad. Op 2-g diepte zaaien gaf een opkomstdaling ten opzichte van 1-g- cm.

Een hoge temperatuur (25 C) op filtreerpapierbedden gaf een goede kiemkracht, een lagere temperatuur ging gepaard met een lagere kiemkracht. Bij natte en vooral bij droge grond trad dezelfde reactie op. Voor witlof is procédé Royal Sluis geschikt, echter niet voor een zeer vroege uitzaai onder droge

en koele omstandigheden. De kiemenergie was matig tot goed.

(36)

-36-5*<i...S_r--e-r l i n g v.

De Sperling-pil leek v e n ! ôp xîAe, TSTI jFlsfthw°o°- T*~<*ii..j,yH.. 7.™-i<*~\ in vj + c r

-lijk als in eigensohappon. Ter herkenning waren er "hi j Rp^r-i-i v,ü••"••••> •—< «

anders gekleurde pillen door de par-bij gemengd. De Sperling-pil is niet in alle experimenten beproefd.

Andijvie^ Procédé Sperling gaf goede resultaten op filtreerpapierbedden, maar sichte in perspotten en in de vollegrond. De beste kiemtemperatuur op filtreerpapierbedden bleek 25 C te zijn, bij die temperatuur was het niveau echter veel lager dan bij de overige procédés. Sperling bleek boven-dien sterk temperatuurgevoelig. Ook was dit procédé sterk gevoelig voor een te droge of te natte omgeving. De optimale watergift was 2 à 3 mm water per dag. Voor andijvie lijkt de Sperling-pil onder glas en in de vollegrond niet geschikt.

Sleu Procédé Sperling was goed van kiemkracht of opkomst op filtreerpapier-bedden, in potgrond en in de vollegrond. Een goede kiemkracht op filtreer-papierbedden werd verkregen bij 10 C, er trad een sterke teruggang op bij een hogere temperatuur dan 20 C. Voor opkweek onder glas en voor ter plaatse zaaien in de vollegrond van sla kan Sperling worden aanbevolen.

Witlofjj. Sperling voldeed op filtreerpapierbedden goed, maar was in potgrond en in de vollegrond minder dan de overige procédé's. Dieper zaaien dan 1-g- cm gaf een sterke opkomstdaling.

Een goede kiemkracht op filtreerpapierbedden werd verkregen bij 25 G» Een daling van de temperatuur leidde ook tot een daling van de kiemkracht. De Sperling-pil kiemde op vochtige grond in vergelijking met de overige procédé's minder en was dan bovendien temperatuurgevoelig.

In droge grond en vooral bij een lage temperatuur was de opkomst slecht. De Sperling-pil is voor witlof niet of nauwelijks bruikbaar. Dit procédé geeft een trage kieming.

5.7 K u 1 t u r a

Kultura had een pil die zeer licht in gewicht en regelmatig van grootte was. Ze was ovaal tot rond en had een ruw oppervlak. Dit procédé is vochtaan-trekkend, doch valt bij wateropname bijna niet uit elkaar. De Kultura-pil heeft alleen in de proeven van 1970 en 1971 meegedaan.

(37)

Andijvie. Op filtreerpapierbedden, in perspectiven en in de>olL;gi-ond lag de kiemkracht of opkomst van Kultura op een laag niveau. Kultura had aan weinig vocht genoeg (2 mm water per dag toegevoegd aan potgrond) er trad een sterke teruggang op bij een vochtiger milieu, Kultura lijkt ongeschikt voor andijvie.

Bla. Kultura was op filtreerpapierbedden zeer goed, in perspotten matig en in de vollegrond goed. Voor ter plaatse zaaien van sla zou Kultura ge-bruikt kunnen worden.

WitLof., Procédé Kultura voldeed op filtreerpapierbedden en in de vollegrond zeer goed. In droge grond bij hoge temperaturen was deze pil goed, maar

bij lage temperaturen trad een sterke opkomstdaling op. De Kultura-pil had een lage kiemenergie. Voor uitzaai van witlof onder zeer droge en warme omstandigheden is Kultura geschikt.

5.8 N o r m a a l z a a d

Andijvie^ De kiemkracht of opkomst van het normale zaad was op filtreer-papierbedden en in perspotten zeer goed en beter dan alle omhulprocêdê's. In de vollegrond kiemde het normale zaad minder goed dan Germain en Royal Sluis en in een enkel geval slechter dan Eschwege Freiland. Sen zaaidiepte van 2-g- cm was funest voor de opkomst. Het normale zaad kiemde zeer goed op filtreerpapierbedden bij temperaturen tussen 10 en 25 C. Het zaad kiemde in een vochtige omgeving het beste, was weinig gevoelig voor veel vocht, doch sterk gevoelig voor droogte.

Sla._0p filtreerpapierbedden en in perspotten kwam het normale zaad tot uitstekende kiemkrachten of opkomsten. De resultaten in de vollegrond waren

echter matig. Een zaaidiepte van 2jg cm gaf een slechte opkomst. Het was veel

beter om op 1-g- cm diepte te zaaien. Het normale zaad bleek niet erg tempe-ratuurgevoelig te zijn in het traject 10 tot 25 C. op filtreerpapierbedden.

Witlof.^Het normale zaad voldeed op filtreerpapierbedden en in potgrond zeer goed en was in de vollegrond goed, doch minder dan de omhulde zaden, behalve Sperling. Zaaien op 2-g- cm diepte gaf een lager opkomstpercentage

dan op 1-g- cm. Op filtreerpapierbedden was er tussen 10 en 25 C geen verschil

in kiemkracht.

(38)

-38-In vochtige grond kiemde het normale-z.aad betér-ëLan-in.riTogo grond... H«t... •-zaad was in beide gevallen temperatuurgevoelig tijssen 12 en 15 C« De kiern-energie van het normale zaad was groter dan die van de pillen, uitgezon-derd die van Germain.

(39)

6 S A M E N V A T T I N G E F - E J " X H C _L.JI._S- I E S

I n 1969j I97O 6n I97I z i i a p w ^ f l l in+(;ovoexd, Letioi nrlo o'-n ^..-rr+M ^..-a..i1 procédé's van andijvie, sla en witlof op hun waarde voor de praktijk te

toetsen. Dit is genchied door calibrering en bepaling van het 1000-korrel-gewicht van de normale en omhulde zaden en door de invloed na te gaan van

het omhulsel op kiemkracht, kiemenergie en opkomst met verschillende kiem-media, hij verschillende zaaidiepten, temperaturen, vochthoeveelheden of - toestanden.

Voor andijvie is het ras Nummer Vijf gebruikt, afkomstig van Royal Sluis te Enkhuizen, voor sla het ras Hilde, afkomstig van Nunhem's Zaden te Haelen en voor witlof het ras Ivorine, afkomstig van Royal Sluis te Enkhuizen. Er is omhuld doors

Cérès, Mêreville, Frankrijk("Cérès").

Saat- und Erntetechnik, Eschwege, Duitsland ("Eschwege")« Germain's (U.K.) Ltd. Norfolk, Engeland ("Germain"). Royal Sluis, Enkhuizen, Nederland("Royal Sluis"). Carl Sperling und Co, Lüneburg, Duitsland("Sperling"). Kultura, Linz, Oostenrijk ("Kultura").

De kiemkracht, kiemenergie en opkomst is met de volgende kiemmedia onder-zocht! filtreerpapierbedden, zilverzand, potgrond, perspotten en volle-grond. Op de vollegrond werd 1-§- en 2-g- cm diep gezaaid. Met filtreerpapier-bedden en zilverzand is gewerkt bij dag en nacht wisselende regelbare temperaturen? met de overige media bij van het weer afhankelijke tempera-turen.

Om de invloed van vocht en temperatuur op de kiemkracht, kiemenergie en opkomst na te gaan, zijn drie soorten proeven uitgevoerd?

a. Bij de constante tem-eraturen 10, 15» 20 en 25 C met filtreerpapier-bedden«

b. Bij de vochthoeveelheden gelijk ran 1, 2, 3» 4» en 5 u a water per dag, toegediend aan potgrond.

c. Met natte en gewone potgrond bij de temperaturen 10, 12, 15 en 20 C.

De natte potgrond is gemaakt door per kg gewone potgrond 350 ml water to. te voegen en goed te mengen. Op filtreerpapierbedden zijn de tempera-turen 12, 15 en 20 C beproefd.

Bij temperaturen van 10, 12, 15 en 20 C met natte en gewone potgrond en bij de temperaturen 12, 15 en 20 C met filtreerpapierbedden. De natte potgrond is gemaakt door per kg gewone potgrond 350 ml water toe te voegen en goed t< mengen. Deze grond was dan goed kneedbaar.

(40)

-40-De'rtscnVbaieri geven a a n d a t - d e omhulde...z.a(ïeir-i»-grocrtto en RAnr+oHjlr

gewicht v e r s c h i l l e n , n i e t al"] «<=>.n yov procédé en per g e m s , maar ook van

j a a r t o t j a a r . De gebruiker van omhulde zaden doet er goed aan de

beno-digde hoeveelheid n i e t per kg, maar per aantal t e b e s t e l l e n . Verder i s

het noodzakelijk de diameter van de omhulde zaden t e kennen, i n verband

met de t e gebruiken precisiezaaimachine.

A n d i j v i e

Voor opkweek in perspotten zijn nog weinig procédé's geschikt. Alleen het omhulde zaad van Royal Sluis komt overeen met het normale zaad. Germain komt er dichtbij en zou eveneens gebruikt kunnen worden, vooral onder droge

en koele omstandigheden. De overige procédé's kiemen onvoldoende tot sleoht. In de vollegrond was de opkomst van de omhulde en normale zaden slecht

tot matig. Het omhulde zaad van Royal Sluis en Germain hebben relatief nog goed voldaan. Eschwege Freiland is een paar keer goed opgekomen, het gemiddelde ligt echter op een te laag niveau.

Een zaaidiepte van 1-g- cm was in alle gevallen beter dan 2-g cm, vooral het normale zaad was hiervoor zeer gevoelig.

De beste temperatuur in het traject 10-25 C op filtreerpapierbedden bleek voor de meeste omhulde zaden bij 25 C te liggen. Germain kiemde echter bij

10°C het best.

S l a

Over het algemeen is de opkomst van de omhulprocëdë's in perspotten goed tot zeer goed geweest, doch lager dan die van het normale zaad. Alleen gaf Kul-tura in perspotten een onvoldoende opkomst en was Germain in 1970 matig, wat mogelijk veroorzaakt is door een te hoge watergift. In de vollegrond gaven alle omhulprocédé's een goede opkomst. Een zaaidiepte van 1-g- cm was in alle gevallen beter dan 2g- cm. Een kiemtemperatuur van 10 C gaf een be-ter resultaat dan 15, 20 of 25°C.

W i t l o f

In de vollegrond was de opkomst van de omhulde en normale zaden goed. Evenals bij andijvie en sla, was een zaaidiepte van 1-g- cm beter dan 2g- cm en was

het normale zaad hiervoor sterk gevoelig. Een goede temperatuur voor de kieming van de meeste procédé's was van 15 tot 25 C, alleen van Germain bij 10 C. Op droge grond bij hoge temperaturen voldeden Germain en ook

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het gaat soms met ups en downs, maar ik zie mijn man heel graag en ben hem echt enorm dankbaar voor alles wat hij voor mij doet.. Dankzij de grote hulp van Carlos en de

Thans is een andere werkwijze gekozen, waarbij werd uitgegaan van een &#34;standaardbedrijf&#34;, waarmee bedoeld wordt een bedrijf waarvan de grootte, het bouwplan, de

Bij de koude silages kan het gehalte aan verteerbaar werkelijk eiwit dus ver- kregen worden door van het gehalte aan verteerbare eiwitachtige stof 0.95 x het amidepercentage af

De eerste grafiek brengt het verloop van kostprijs Il in beeld in een tijdvak van prijsstijging, zoals wij dat sinds 1900 achter de rug hebben (dat deze

onderzoeken [B] MRI (meest gevoelig), botscintigrafie of CT is geïndiceerd indien conventionele röntgenfoto’s onduidelijk zijn.. Heuppijn (bij kinderen, zie 19M) 17 D RX

Vermits in deze tijden van beperkte financiële middelen bewust een correcte toekomstige financiering wordt vooropgesteld, worden de inhaalbedragen voor het wegwerken van

In het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt moeten alle patiënten ouder dan 75 jaar die in het ziekenhuis worden opgenomen, of dat nu gebeurt via de spoed of via

Om met praktische aanknopingspunten bij te dragen aan de beleidsvisievorming voor duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw door de WSO dienen deze inzichten opgebouwd te zijn