• No results found

Rassenproef bij spinazie onder glas

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rassenproef bij spinazie onder glas"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1.

tl-

i/

:

TT

Entproef t>i.i aubergine in 1974.

door

D. de Ruiter.

(2)

Entproef bij aubergine in 1974< P.N. ' Jaar Plaats : B 11 : 1974 : Proefstation en bedrijf L.J. Vreugden-hil - H'dijk. Inhoud. J[. Inleiding. 2. Opzet. jj.. Resultaten. 4. Bespreking oogstresultaten. ^. Conclusie.

(3)

J_. Inleiding.

Verticillium-aantasting is soms een ernstig probleem in de

aubergineteelt. Enten op een Verticilliumresistente onderstam kan mogelijk een oplossing zijn. Om hierover meer gegevens

te verkrijgen werden in 1974 auberginepianten op Verticillium-resistente tomatenonderstammen geënt. De invloed van dit enten op produktie en gewasgroei werd nagegaan.

2. Opzet.

Voor dit onderzoek werden op 24 april de aubergines en de tomaten gelijktijdig gezaaid. Op 14 mei werden de planten in bakken verspeend om een stevige plant te krijgen. Op 29 mei werden de planten geënt op de tomaat, M.M. extra, die o.a. resistent is tegen Verticillium en een gedeelte op aubergine. Het gebruikte aubergineras was Claresse.

De planten werden na het enten opgekweekt in een 10 cm plastic pot. Als entmethode werd de afzuigmethode toegepast.

Twaalf dagen na het enten werden de poten van de geënte planten doorgesneden en was deze voor de verdere groei afhankelijk van de gebruikte onderstam. Het enten bleek goed gelukt te zijn. De verdere groei ondervond geen hinder van het enten.

Op 18 juni werden zowel op het Proefstation als op het bedrijf van de heer L.J. Vreugdenhil, Nieuweweg 104 ta Honselersdijk geënte planten uitgepoot.

Op het Proefstation werden planten uitgepoot, die geënt waren

op de tomatenonderstam en de aubergineonderstam. Hiernaast werden niet geënte planten gepoot, bij de heer L.J. Vreugdenhil werden alleen planten uitgepoot, die geënt waren op de tomatenonderstam. De plantafstand op het Proefstation was 120 x 65 cm, met 3

stengels per plant, op het bedrijf van de heer Vreugdenhil was dit 107 x 70 cm met 4 stengels per plant.

g3_. Resultaten.

Op het bedrijf van de heer Vreugdenhil was de groei normaal.

De werkzaamheden werden door de kweker uitgevoerd, gelijktijdig met het verzorgen van zijn eigen gewas.

(4)

Op het Proefstation was de groei tot aan de vruchtzetting goed. Daarna trad door een chemische spintbestrijding een ernstige bladverbranding op, wat de vergelijking van de groei van het gewas en de opbrengst bij de verschillende behandelingen minder betrouwbaar maakt.

In de periode van 8 augustus tot 6 november werd geoogst. In totaal is er 10x geoogst. De vruchten werden bij het oogsten geteld en gewogen. De resultaten op bepaalde peildata zijn in tabel 1 vermeld.

2

Tabel 1. Productie per m (cumulatief) en het gemiddelde vrucht-gewicht op enkele peildata.

B e h a n d e l i n g P r o e f s t a t i o n A u b e r g i n e o p M . M . A u b e r g i n e op a u b e r g i n e N i e t g e ë n t B e d r i j f V r e u g d e n h i l A u b e r g i n e o p M . M . 31 a u g . a a n -. rH -p jem. • > u 1.el 426

1.7J 376

1.7i 4 5 9 I 4.1 408 30 s e p t . a a n -• a 5.1 4.5 4-4 8.6 gem. • <u bO u 405 405 423 385 31 aan • -o 7.6 7-8 8.0 10.4 Dkt. -gem. • > U 378 396 416 416 6 nov. aan-• 9.3 10.2 10.6 11.9 gem.

i

• 340 343 365 379 4.« Bespreking oogstresultaten.

Ondanks de bladverbranding in de proef op het Proefstation is de productie tamelijk goed. Hoe groot 'de invloed hiervan op de productie en gewasgroei bij de verschillende behandelingen was is moeilijk te bepalen.

In geen der behandelingen werd Verticillium waargenomen. Op het bedrijf van de heer Yreugdenhil kwam in de geënte planten geen Verticillium voor. In de niet geënte planten kwam vlak naast de proef wel Verticillium voor. De productie was goed.

In de groei tussen de geënte planten in de proef en de niet geënte planten kwam op het oog geen verschil voor.

(5)

3.' Conclusie.

Uit de proef op het Proefstation blijkt, dat het enten van aubergines op een tomaten- of aubergineonderstam geen oogstderving geeft ten opzichte van de niet geënte planten. Bij elke behandeling werd een acceptabel aantal vruchten geoogst, ondanks de groeiremming die was opgetreden door de bladverbranding. Verticillium werd in geen van de behandelingen waargenomen.

Op het bedrijf van de heer Vreugdenhil werd.in de geënte planten eveneens geen Verticillium waargenomen, terwijl in de niet geënte planten van genoemde, direct naast de geënte planten wel Verticillium voorkwam. Enten blijkt dus een Verticilliumaantasting te kunnen tegengaan. De produktie en gewasgroei bij de geënte planten was goed.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Protocol Algemeen – Canis lupus lupus - Protocol specifiek – dode wolf (zie hieronder) - Samenvatting Sectie bij DWHC (bijlage 2) - Monsterlijst (bijlage 2). - Maak

In Vlaanderen komt de soort vooral voor in de Kempen (Kalmthoutse Heide, Groot en Klein Schietveld, valleigebied van de Kleine en de Grote Nete, de heidegebieden

Sommige planten zijn zelfs onder extreme omstandigheden in staat tot fotosynthese en de daarop volgende voortgezette assimilatie. CAM(Crassulacean Acid Metabolism)-planten

This is why many scholars believe that in African thought, religion is the foundation of morality and that the moral imperative is derived from the deity; thus that faith gives

(1986:10) hierdie werk as &#34;(d)ie eerste en (by my wete enigste) volwaardig histories-kritiese uitgawe&#34; beskou, kan dit om verskeie redes eerder as 'n Anglo-Amerikaanse

2 Hoewel we in de gezondheidszorg bereid zijn een stukje doelmatigheid op te offeren ten behoeve van meer rechtvaardigheid, omdat ook ouderen, mensen met

Gebieden Aantal Aantal Oppervl. Zuid Kennemerland De Bloembollenstreek Rijnland 3. Overige gebieden in Noord-Holland 4. De oppervlakte met tulpen bedroeg op deze bedrijven

Aan het begin van de proef werd weinig stikstof in het grondmonster aangetroffen (1,3 mmol NO3 + NH4 per 1 extract), maar waar het hier een gestoomde klei­ grond betreft moet het