• No results found

De opslagcapiciteit voor bewaarfruit in Nederland : dec. 1975

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De opslagcapiciteit voor bewaarfruit in Nederland : dec. 1975"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T

HAAGSTEEG 6 / WAGENINGEN

Tel.: 08370-19013

Rapport no.: 1963

Drs. P. Greidanus, Mej. M.A. Verhoeven

en Ing. R.A. Hilhorst

DE OPSLAGCAPACITEIT VOOR BEWAARFRUIT IN NEDERLAND (dec. 1975)

Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut november 1976, proj.no. 43

(Publikatie uitsluitend met toestemming van de directeur)

(2)

Met medewerking van de regionale consulentschappen wordt deze statis-tiek regelmatig bijgewerkt. Dit rapport geeft in een aantal tabellen een volledig overzicht van de bewaar- en koelruimte per 31 december 1975. Daaruit blijkt dat, in vergelijking met de laatst bekende cijfers van 31 december 1973, er sprake is van een beperkte uitbreiding. Wellicht meer interessant dan de kale cijfers zij.n de bepaalde tendensen, die zich al dan niet voortzetten. Een nadere beschouwing van de ogenschijnlijk dorre cijfers zoals statistische gegevens door velen worden beschouwd -leidt dikwijls tot verrassende conclusies. In hoeverre dat hier ook het geval is, zullen we nader beoordelen na de bespreking van de verschil-lende tabellen die hieronder volgen.

Uit de meer gespecialiseerde cijfjers blijkt o.a. dat de koelruimte ver-deeld is over 1787 adressen (in 1973 waren dit er 1731).

De totale, geregistreerde ruimte beüoopt per eind 1975 bijna 362 mil-joen kg. In vergelijking met het laatste overzicht van 1973 is dat een toename van ruim 17 miljoen kg (5%).

De cijfers

In tabel A hebben wè een verdeling gemaakt naar telers en veilingen. Het begrip veilingkoelhuis is zonder meer duidelijk. Het begrip telers-koelhuis vraagt enige toelichting. Vroeger is er nog wel eens getracht een onderverdeling aan te brengen tussen teler, handel en loonkoeler. In de praktijk is het niet altijd even duidelijk onder welke rubriek men een bepaald bedrijf moet rekenen. Daarom is deze onderverdeling de laatste jaren niet meer gemaakt. Bij de telerskoelruimte is alle opslagcapaciteit die niet bij de veilingen gerekend kan worden, maar wel permanent voor langdurige opslag van hardfruit wordt gebruikt,

(3)

in-- 2

begrepen. Handelsruimte die bijvoorbeeld voor kortstondige opslag van een werkvoorraad gebruikt wordt en de grotere loonkoelers die af en toe wel eens enige cellen voor hardfruit verhuren, zijn niet in de sta-tistiek opgenomen.

Bij een incidenteel zeer grote oogst zit hier voor de producenten al-tijd nog een uitwijkmogelijkheid om al-tijdelijk over meer koelcapaciteit te kunnen beschikKen.

In tabel B is de totale capaciteit over een aantal jaren weergegeven.

Tabel A. Opslagcapaciteit hardfruit in Nederland per 31 december 1975 (xlOOO kg)

Telers Veilingen Totaal

Bewaarplaatsen Koelhuizen CA-koelruimte

Totaal 2A4.363 117.350 361.713

Tabel B. Totale bewaar- en koelruimte vanaf, 1950 (x 1000 kg) (cijfers per eind van het jaar)

26.153 98.152 120.058 910 27.537 88.903 27.063 125.689 208.961 1950 1958 1966 1973 1975 Bewaarplaatsen Koelhuizen CA-koelruimte 38.566 44.667 981 48.037 92.108 10.146 52.808 100.889 54.424 27.895 122.974 193.402 27.063 125.689 208.961 Totaal 84.214 150.291 208.121 344.271 361.713

Uit deze cijfers blijkt dat thans bijna 58% van de totale opslagcapa-citeit bestaat uit CA-koelruimte. Hiervan is een gedeelte ingericht voor gescrubdo CA-bewaring. Niet nauwkeurig is te zeggen hoeveel dit is, omdat aanvankelijk geen verdeling gemaakt is bij het verzamelen van de gegevens tussen CA- en gescrubde CA-bewaring. Vast staat even-wel dat dit meer dan 50 miljoen kg ruimte beslaat.

(4)

koelruimte is met ruim 2^ miljoen kg toegenomen.

In tabel C hebben wij een overzicht gegeven van de situatie per con-sulentschap. Vergeleken zijn 1973 en 1975. Gezien de geringe toename in zijn totaliteit zijn hierbij geen spectaculaire veranderingen te verwachten. De belangrijkste produktiegebieden nemen ook het grootste deel van de uitbreiding voor hun rekening.

Voor Noord-Holland zijn dezelfde cijfers opgenomen als in 1973, de mogelijke toename in dit gebied zal zeer beperkt zijn. Opvallend blijft de relatief geringe belangstelling die men hier steeds heeft gehad voor CA-bewaring. Moge de geschiedenis dan leren dat bij Alkmaar de victorie begon, voor de ontplooiing van de CA-bewaring is dat tot in zijn wijde omgeving zeker niet het geval geweest.

(5)

4 -H O rt f" tu \—' to •~j • 00 VO Cn M ~~J • o ON 00 N> to VD -*4 4> •—• to Ul ON 00 VO VO CO •P-O K> to O 00 VO ON Co 4> 4 ^ M »~J CO ON •*"* ^-J *— CO t-1 H -B a" e n OQ •—* • Ul -^i Cn • — • • Ul ^J Un i — • CO Co Ul ON —* Co ^J ^J •P-.—• 00 ON Co VD •—< VD -P-00 -p-CO CO Cn ^4 O CO 4> 00 CO CO £5 O O i-f P-1 P er P P) rt *—* • O Ul VD •— • O Ul VD 4~> •—• >—* CO 4> •p-^4 VD Ul ^J VD O Ul 00 O ^J • — * O VD ON to ~-"-* Co 4> Ul tsi (D ro t—> to pi Cl-i i .— -p-_• u Co »—> 4> ON to Co Co ON CO CO Ui co ON VD O N O Ul O 4> 00 00 Ui •"-• Ui 00 CO tx) tu H (D P> P-(1) & rt •—• • O O N VD •— • O O N VD ON 00 N> VD ON 00 N> VD VD O O Ul • — -P-_ o Ul t—t ON VD O CO NJ fo O o Co > tu H-1 en tl fî> CD fi *— M to _ to tO 4> --J ^' Ui 4> ^ 4 _-» Ul to ^-J " fO ~~J Ul *— O 00 Ui ~-o 00 PC o o If PS _ • 00 CO Ul •—• • 00 CO Ul »—* 4> -~4 00 VO —* 4> -vj 00 VD Ul ^4 CO *J Ul •^J Co ^i to M CO ON bo K> ON CO •""* c rt H ro o pr rt Ui • *— t — • 00 4> > VD VD 00 • — co O VD Ul »~> U> *-J C O o to 00 4> Ui ^J. Co O to ~-J ~J •P-ON ON -O. O 4> VD O O Ui o CD I—1 P-fD h i-1 tu P-Ui • o to 00 • — • 4>-• CO 00 4> to ~~J O O -p-to -^4 _* Ul to CO -P-Ui Ui Ui to Co •—• o o ON VD *— •— to ON k - ~ Ui o < M a> C-i f-i CO H -W t_i. sse l e n d e elraeerpolder s •—• • ~-CO o • — ' • o ON Ui O^^ ^J CO VD -~4 CO ^ - t •P-CO ON Ul Ui to 4~~ O Ul to to 4> J> 4^ to 4> 00 VD O 1 — 25 O O •i P-fl> PI P-ft) co i—' P ps fx co VD Ui VD VD Cn VD to 4> 00 Ul to ~J to Ui to --4 Ul to ^4 Ul CO -~J •— VD CO VD Ul VD — td VD ro - 4 K Co cu tu 't) >-• P P — rt vo co ~ 4 fD Ui P) •—• VD co ^ O ro PT — - e N — fD VD 0 -~4 Ul —' VD Co > 1 O fD l—i >-< c — H -vo g - 4 rt Ul fD VD ^4 CO H o rt P 1 • P i-1 VD »J Ul H P er fD o cd rt> £ P p H i ro Pt ÏT o ro t -1 ^ P (->• 3 < o o i-< pr P i-i Cu i-h c t3 ro o o pi cn C i—1 ro P rt cn O pr P *d o 'O p. ro o ro & ro VD CO ro P> VD ~-4 Ui o o o ?? rw

(6)

Het bewaar f ruit

De zomer van 1976 kenmerkte zich door een uitzonderlijke droogte. On-getwijfeld zal dit zijn invloed hebben op de kwaliteit en houdbaarheid van het fruit. Voor de grootte van de bewaarcapaciteit is echter in eerste instantie van belang hoeveel fruit er voor opslag beschikbaar komt. De laatst bekende gegevens leren ons dat de totale appeloogst geraamd is op 310 miljoen kg en de perenoogst op 110 miljoen kg. In vergelijking met voorgaande jaren betekent dit dus een matige appel-oogst en een grote perenappel-oogst. Het totale kwantum blijft daarmee on-der het gemiddelde.

Slotbeschouwing

De laatste 25 jaar hebben we de koelruimte voor hardfruit met sprongen zien toenemen. De luchtgekoelde bewaarplaats is daarbij steeds verder teruggedrongen; deze is nu van ondergeschikte betekenis geworden. Men zou zelfs de vraag kunnen stellen in hoeverre we de resterende ruimte nog moeten meetellen wanneer we de totale opslagcapaciteit bezien. Duidelijk is gekozen voor de meer geavanceerde opslagmethode, te weten de CA-bewaring en de gescrubde CA-bewaring. Nadat zowel technisch als economisch was aangetoond dat deze methodiek voor een aantal rassen aantrekkelijke perspectieven bood, heeft de praktijk dit, na een korte aarzeling, op grote schaal toegepast. Opmerkelijk is daarbij dat Noord-Holland nooit van veel enthousiasme hiervoor heeft blijk gegeven. De verschuiving in de richting van de CA-koelruimte heeft ook zijn in-vloed op de kwaliteit van het koelen. Het schept de mogelijkheid, voor de rassen die er geschikt voor zijn, om een beter koelresultaat te be--reiken met als gevolg een beter produkt op de markt. De praktijk leert ons echter dat de verlenging van de bewaarduur die hierdoor ook mogelijk wordt meestal zwaarder weegt dan het beter behoud van de (interne)

kwa-liteit van het produkt.

Dit alles zegt nog niets over de kwaliteit van onze opslagruimte. Van verschillende kanten is al wel eens opgemerkt dat een deel ervan niet meer aan de te stellen eisen zou voldoen. Dit vraagt ongetwijfeld de

(7)

6

-hoeverre er sprake is van concrete technische tekorten en in -hoeverre de klachten voortkomen uit een onjuist gebruik van de ruimte.

Hoewel er dikwijls gepleit is voor meer centrale opslag en afzet van fruit, zie.ii v/e dit zeker niet wat: betreft de opslag, gerealiseerd. De grote versnippering van koelruimte zet zich verder door; in 1973 hadden wij 1731 objecten geregistreerd, nu is dit gegroeid tot 1787.

De nieuwbouw is dan ook niet in eerste instantie een vervanging van

ouder wordende of verouderde koelruimte, maar een verschuiving van cen-traal naar decencen-traal.

Zien we naar de totale uitbreiding in vergelijking met voorgaande jaren, dan blijkt deze procentueel af te nemen. Onze conclusie bij het vorige

overzicht1) blijft daarmee echter van kracht: in zijn totaliteit gezien

hebben wij in Nederland meer dan voldoende koelruimte beschikbaar.

*) Rapport no. 1902 van het Sprenger Instituut.

Wageningen, 13-12-1976 PG/EF

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Identifying rice stress on a regional scale from multi-temporal satellite images using a Bayesian method.. Meiling Liu, Tiejun Wang,

The problem of scarcity of data on the levels and composition of particulate matter (PM), the need for monitoring methods and standards, and the health hazards of toxic trace

In order to monitor the effect of a sustained reduction in the sodium content of foodstuffs, 24-hour urinary sodium excretion samples should be obtained, as well as the

Hoofstuk 10: Sintese van doelwitte D en E - Metateoretiese beginsels oor hoe prediking geestelike groei in 'n gemeente kan bevorder.. Die doel van hierdie navorsing i s om

d. Approaches to understanding clients' problems should be participative, based on developing enduring relationships with business clients and communities and providing

Figure 5 shows the results of the SobekDune model for the fast (T43) discharge wave compared to the calibrated Sobek model run and the observed roughness (based on water

Other innovative CBTs, for example, complex performance-based CBTs, may require scoring on multiple dimensions, and are much more difficult to subject to automatic

The economic issues referred to above do not facilitate the balance of power be- tween the central state, the provinces, and other decentralised entities.. The