• No results found

Leiderschap in Nederlandse Media : het verschil in berichtgeving tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Leiderschap in Nederlandse Media : het verschil in berichtgeving tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Leiderschap in Nederlandse Media

Het verschil in berichtgeving tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten

Student: Shantila Mahabir Studentnummer: 10427872 Begeleider: dr. P. Verhoeven

Master Thesis Corporate Communication Aantal woorden: 7838

(2)

Abstract

In deze studie wordt onderzocht of in Nederlandse media verschil aanwezig is in berichtgeving over leiderschap. Er is weinig onderzoek gedaan naar berichtgeving over veranderend leiderschap in Nederlandse media, met name in opinieweekbladen en kwaliteitskranten. Middels een inhoudsanalyse wordt een vergelijking gemaakt tussen Nederlandse opinieweekbladen en kwaliteitskranten van de afgelopen vijf jaar. In dit onderzoek zijn drie hypotheses opgesteld. Hierbij wordt gekeken welk type leiderschap het meest wordt toegepast; transformationeel of transactioneel leiderschap, of vrouwelijke leiders meer eigenschappen van transformationeel leiderschap toepassen en in hoeverre de

berichtgeving over leiderschap positief is. Daarnaast is één deelvraag opgesteld waarbij de verschillen van de afgelopen vijf jaar worden onderzocht. Door middel van een codeboek zijn 220 artikelen geanalyseerd en beoordeeld. Geen van de hypotheses in dit onderzoek zijn aangenomen, waardoor gesteld kan worden dat er geen significante verschillen zijn tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten. De vergelijking tussen de jaren tonen twee

significante verschillen aan. Kijkend naar de afgelopen vijf jaar werd in 2016 personalisering het meest toegepast, in 2015 de type personen, in 2013 de eigenschappen van

transformationeel leiderschap en in 2012 de persoonlijke acties. De sample voor dit onderzoek bevatte onvoldoende bruikbare artikelen. De artikelen waren te algemeen van aard waardoor er niet specifiek werd ingegaan op het onderwerp leiderschap. Nieuw onderzoek met een vergelijkbare onderzoeksopzet maar dan met een andere en grotere selectie van artikelen uit Nederlandse media kan de resultaten uit dit onderzoek verder bekrachtigen. Daarbij waren er in totaal 36 artikelen over vrouwelijke leiders aanwezig. Om goede uitspraken te kunnen doen, is vervolgonderzoek nodig met een selecte steekproef, welke zal moeten leiden tot een groter aantal artikelen over vrouwelijke leiders.

(3)

Inleiding

“ Rutte heeft lang tijd kunnen rekken, nu moet hij hopen dat hij in de blessuretijd niet alsnog wordt afgestraft ” luidt het in de Nederlandse kranten over het leiderschap van de Nederlandse premier (NU.nl, 2016). Media tonen aan dat het functioneren van een leider altijd wordt bekritiseerd. Media maken of breken je! Het is van belang een goed beeld te creëren in media, omdat het negatieve nieuws overheerst. Het is niet vanzelfsprekend dat leidinggevenden in Nederland daadwerkelijk als goede leiders worden gezien. Uit onderzoek is gebleken dat medewerkers met een slechte leidinggevende meer stress ervaren. Daarnaast hebben zij 20 tot 40% meer kans op een hartaanval ten opzichte van medewerkers met een goede

leidinggevende (Managementsite, 2016). Leiderschap is op elk gebied nodig, het is noodzaak om continu te kunnen anticiperen op de ingewikkelde en veranderende omgeving waarin wij ons bevinden (Keefe, 2012). Leiderschap biedt een scala aan vaardigheden en capaciteiten die geleerd en versterkt kunnen worden. Daarbij is het één van de belangrijkste factoren in de mate van het succes van een organisatie (Phillips & Schmidt, 2004).

Leiderschap is een veel besproken onderwerp waar veel onderzoek naar wordt gedaan. Bussy en Patterson (2012) hebben onderzoek gedaan naar het gedrag van leiders op Twitter in tijden van crisis. Waters (2007) heeft verschillende leiderschapsstrategieën op websites onderzocht. Verschillende modellen en theorieën zijn met elkaar vergeleken, zoals de

verandering van leiderschap op scholen (Schrum & Levin, 2013; Huggins, K.S., Klar, H. W., Hammonds, H. L., & Buskey, F. C, 2016) en de verschillen tussen leiderschap en

management (Kotter, 2008; Palrecha & Yammarino, 2012; Meuser & Gardner, 2016). Er is echter weinig onderzoek gedaan naar berichtgeving over veranderend leiderschap in

Nederlandse media, met name in opinieweekbladen en kwaliteitskranten.

(4)

stimuleren (Delft, 2006). De vraagstukken worden op een kritische manier bekeken en opinieweekbladen hebben een maatschappelijke plaats in de Nederlandse samenleving (Delft, 2006). Het type medium wat inhoudelijk het meest overeenkomt met opinieweekbladen zijn kwaliteitskranten. Kwaliteitskranten richten zich op culturele kwaliteit en zorgen ervoor dat de lezer zo eerlijk en goed mogelijk wordt ingelicht (Hoof, 2000). Kwaliteitskranten streven naar diepgang, een kritische blik en berichten voornamelijk over wetenschap, politiek, economie en kunst. Kwaliteitskranten en opinieweekbladen bevinden zich in hetzelfde mediasegment.In dit onderzoek wordt gekeken naar welke manier er over twee types leiderschap wordt geschreven en naar de verschillen in berichtgeving. Zijn media met betrekking tot beeldvorming over leidinggevenden in de afgelopen vijf jaar veranderd? Hoe werd een aantal jaar geleden over leiders gesproken in vergelijking tot nu? Worden zij nu meer als rolmodel of als slecht voorbeeld gezien? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

RQ: “In hoeverre is de beeldvorming over leiderschap in Nederlandse kwaliteitskranten en opinieweekbladen tussen 2012 en 2016 veranderd en welke verschillen zijn er aanwezig in berichtgeving hierover tussen deze twee categorieën media?”

Het onderzoek biedt nieuwe inzichten in de berichtgeving in Nederlandse

opinieweekbladen en kwaliteitskranten. De eerder genoemde tekortkomingen, zoals weinig onderzoek naar leiderschap in Nederlandse media, worden hiermee aangevuld. Daarnaast zijn er in de afgelopen jaren leiders zoals Donald Trump en Vladimir Poetin op een bepaalde kenmerkende manier aan de macht gekomen. Het populisme spreekt mensen in bepaalde economische tijden aan en verklaart deels waarom Donald Trump aan de macht is gekomen (Marácz, 2017). Hij protesteert tegen de macht van Barack Obama en schetst een ander perspectief. Vragen de ontwikkelingen in huidige leiderschappen in de geopolitieke

(5)

ontwikkelingen om een ander beeld? Uit dit onderzoek zal blijken welk soort leiderschap er door de jaren heen in beeld is gebracht.

Theoretisch kader

In de wetenschappelijke literatuur wordt leiderschap gedefinieerd als “een proces

waarbij leider en volgelingen interacteren op een manier die het de leider mogelijk maakt de acties van de volgelingen te sturen/beïnvloeden op een niet dwingende manier, richting een bepaald doel” (Rollinson, 1998, pp. 357). De term leiderschap verwijst ook naar het

beïnvloeden van groepscommunicatie. Tellier (1999) ziet leiderschap en beïnvloeding als synoniemen. Leiderschap is een persoonlijke invloed die wordt uitgeoefend in een

gedefinieerde en geregistreerde situatie door middel van het communicatieproces om een bepaald doel te bereiken (Zlate, 2004). Een leider bestuurt een groep mensen die worden gezien als zijn volgelingen en die sterk betrokken zijn, met als doel het verwezenlijken van doelstellingen (Cornescu, Mihailescu & Stanciu, 2003). Het is een vorm van verzonden communicatie. Leiderschap treedt op binnen het proces van communicatie tussen twee of meer mensen. Er wordt betekenis gegeven aan het zenden en ontvangen van informatie. De meest voorkomende leiderschapsstijlen zijn transformationeel leiderschap en transactioneel leiderschap. De transformationele leiderschapsstijl wordt als meest effectief bevonden (Bass, 1990). Deze stijl biedt veel voordelen op individueel, bedrijfs- maatschappelijk niveau (Bass, 1990). Kenmerkend aan een transformationele leider (die vaak als charismatisch wordt gezien) is dat hij of zij zich opstelt als een rolmodel voor zijn volgelingen en deze persoonlijk benadert. Hoge morele en ethische normen worden gehandhaafd, waardoor het vertrouwen van volgelingen wordt vergroot en zij veel respect tonen voor hun leider. Door de

bovengenoemde kenmerken wordt de transformationele leider als een natuurlijke leider gezien (Algera & Lips-Wiersma, 2012; Avolio & Gardner, 2005). Medewerkers zijn bereid

(6)

om het gezamenlijke belang voorop te stellen ten opzichte van het eigen belang. In het laatste kwart van de twintigste eeuw was er steeds meer vraag naar leiders met charisma.

Bij een transactionele leider wordt een volgeling niet als een individu behandeld en is er geen sprake van persoonlijke ontwikkeling (Drenkard, 2012). Een belangrijk onderdeel bij transactioneel leiderschap, is de afhankelijke beloning. De leider stelt een doel vast en bepaalt welke beloning hier tegenover staat. De taak die gedaan moet worden staat centraal. De afhankelijke beloning beïnvloedt de prestaties van een volgeling en daardoor ook de

organisatie (Durham & Bartol, 2009). De volgeling is ondergeschikt aan het doel dat de leider stelt (Durham & Bartol, 2009). Een transactionele leider uit kritiek meestal in een negatieve vorm, waarbij de volger wordt gecorrigeerd (Chu & Lai, 2011). De negatieve vorm kan bestaan uit de actieve en de passieve vorm. Bij de actieve vorm is de leider sterk betrokken bij de volgelingen en corrigeert direct als er iets fout gaat. Bij de passieve vorm komt de leider pas in actie als de vastgestelde doelen niet behaald zijn of ergens een probleem ontstaat (Bass, 1985).

In de afgelopen jaren is er met betrekking tot internationale relaties, politiek, wetenschap en technologie veel veranderd. Er is steeds meer behoefte aan fantasierijk

leiderschap (Bass, 2009). Leiderschap is een kernbegrip geworden om te voldoen aan nieuwe uitdagingen. Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat het hanteren van transformationeel leiderschap leidt tot hogere werktevredenheid en betere arbeids-en bedrijfsprestaties (Chu & Lai, 2011; Ivey & Kline, 2010; Jex & Britt, 2008; Northouse, 2010; Yammarino & Bass, 1990). Dit impliceert dat deze stijl beter is (Bass, 1999). Zoals eerder genoemd is er behoefte aan fantasierijk leiderschap (Bass, 2009) en wordt dit type leiderschap steeds vaker

beschreven in media. Barack Obama was een voorbeeld van een transformationeel leider met een duidelijke visie. Met zijn visie trok hij veel volgelingen aan die sterk geloofden dat hij alles waar kon maken en zijn boodschap van hoop en verandering was voor hen inspirerend.

(7)

Media verwijzen continu naar zijn charisma. Hij maakt gebruik van kleurrijke en levendige taal waardoor hij complexe situaties kan uitleggen en overbrengen. Daarbij gebruikt hij één van de belangrijkste mechanismen om volgelingen te beïnvloeden, namelijk positieve emoties (Sommer, 2008; Bono & Ilies's, 2006).

Rol van media

Media zijn door de tijd heen sterk veranderd: wij leven in een gemediatiseerde tijd waarin journalisten bepalen hoe de werkelijkheid eruit ziet, hoe wij invulling geven aan deze werkelijkheid en wat wij hieruit begrijpen (Praag & Brants, 2014). Mediatisering is een proces waarin media steeds meer macht krijgen en zich een dominante rol toe-eigenen

(Strömbäck, 2008). De invloed van media zijn volgens parlementsleden groter dan de invloed van de minister-president (Strömback, 2011). Politieke leiders beseffen dat om genoemd te worden in media, zij zich moeten gedragen naar wat media willen horen of zien. Politieke communicatie wordt steeds meer gestuurd door medialogica. Medialogica wordt gezien als een spel waarbij media de regels, stijl en kenmerken bepalen (Altheide & Snow, 1979). De rol van media zijn steeds groter en belangrijker geworden in onze samenleving (Altheide & Snow, 1979). Als reactie op mediatisering maken leiders en politieke partijen gebruik van gespecialiseerd personeel (communicatiemanagers en media experts) om te reageren in media. Er word onder andere nadruk gelegd op taalgebruik binnen communicatie. Het gevolg van medialogica is een veranderde vormgeving van nieuwsberichten. Daarnaast wordt er minder aandacht gegeven aan maatschappelijke issues, beleid en objectieve standpunten. Journalisten onttrekken zich hieraan, omdat er gedacht wordt dat het publiek hier niet mee wordt geboeid. Journalisten geven de voorkeur aan infotainment, personalisering, human interest, lifestyle, schandalen en rampen.

(8)

Media schrijven steeds meer vanuit een entertainend oogpunt over leiders. Veel nieuws wordt geschetst in termen van winnen en verliezen. Alles wordt extra benadrukt, leiders zijn niet boos maar razend, niet kritisch maar bitter, er is geen meningsverschil maar extreme ruzie (Mierlo, 2000). Het is voor leiders belangrijk om zich in media te profileren als zichzelf en veel besproken thema’s te belichten in een aantrekkelijke stijl. Door op deze manier op te treden, trekken zij het publiek naar zich toe (Pels, 2007). De persoonlijkheden en het karakter van een leider gaan mee in de gemediatiseerde omgeving. Het publiek heeft meer interesse in het privé leven van een leider, dan in de werkgerelateerde taken die hij of zij uitvoert (Zoonen, 2002). Personalisering zorgt voor emotionele raakvlakken waardoor het publiek dichterbij de leider komt te staan (Pels, 2007). Mensen maken immers keuzes op basis van gevoel en emoties (Graber, 2004). Door personalisering is een charismatisch leider van groot belang vanwege zijn duidelijke visie (Eatwell, 2006). Dit type leider straalt autoriteit en enthousiasme uit en heeft een grote aantrekkingskracht. Het publiek heeft vaak het gevoel dat een charismatische leider problemen kan oplossen (Canovan, 2004 & Elchardus, 2002). Uit onderzoek is gebleken dat media transformationele/charismatische leiders in tijden van crisis omschrijven als optimistisch. Door het optimisme voelen leiders zich minder bedreigd

(Bunker,1986; George, 2000). Bunker (1986) en Bass (1990) suggereren dat volgelingen meer moeten kijken naar een optimistische en zelfverzekerde leider in tijden van crisis. Dit type leiderschap geeft moed, creëert kansen en stimuleert enthousiasme. Voor de terroristische aanslagen op 9 september 2011 werd oud president George W. Bush niet als een sterke charismatische leider gezien. Na de aanslagen van 9 september was direct een transformatie zichtbaar in het leiderschap van George W. Bush (Bligh & Kohles, 2009).De president gebruikt significant meer woorden in zijn toespraken na de aanslagen op 9 september, in vergelijking tot vóór de aanslagen. Door het veelvuldig gebruiken van positieve termen en het geven van vooruitzicht op een toekomst zonder terrorisme, werden mensen aangezet tot actie

(9)

(Bush, 2002). Het beeld over leiderschap in media veranderde en op korte termijn werd charismatisch leiderschap zichtbaar.

Vrouwelijke leiders in media

Media zijn van invloed op de manier waarop vrouwelijke leiders worden

gepercipieerd. Ze zijn een zogenoemde ‘gendered mediator’. Het genereren van een identiteit door de media heeft belangrijke implicaties voor vrouwelijke leiders (Right & Holland, 2014). Vrouwelijke kwaliteiten zoals empathie en compassie worden niet geassocieerd met

leiderschap. Het is voor het imago van vrouwelijke leiders belangrijk om balans te vinden tussen de feminiene en masculiene kwaliteiten. Media spelen een cruciale rol in het bemiddelen van gendernormen. Media versterken de norm van mannelijke leiders en portrettenen vrouwelijke leiders als nieuwe uitzonderingen (Right & Holland, 2014).

Vrouwelijke leiders worden in media als ‘nieuw’ gezien. De uitmuntendheid van vrouwelijk leiderschap wordt door journalisten vaker herhaald. In het verslag van Business Week verscheen de volgende kop: “Leiders als vrouwen heersen: Nieuwe studies tonen aan dat vrouwelijke managers hun mannelijke collega's overschaduwen in bijna elke

maatregel”(Sharpe, 2000) en in een artikel in Fast Company’s – een tijdschrift gericht op vrouwelijke CEO's – werd verklaard dat “de toekomst van een bedrijf afhankelijk is van vrouwen” (Hefferman, 2002). In Nederland is het aantal vrouwelijke leidinggevenden

gestegen. In 1997 was nog geen zeven procent van de vrouwen leidinggevende, in 2004 heeft 25% van de vrouwen een leidinggevende functie (Keuzenkamp & Oudhof, 2000; Merens, Cuijpers & Boelens, 2004). Balans, empathie, kwetsbaarheid, geduld, medeleven, inclusiviteit en gulheid zijn de zeven vrouwelijke eigenschappen die sterk in verband staan met effectief leiderschap (Buchanan, 2013). Mannen gebruiken in vergelijking met vrouwen vaker stijlen die negatief gerelateerd zijn aan effectiviteit, waaronder: agressie, dominantie,

(10)

tegenstelling tot mannelijke leidinggevenden – over een unieke eigenschap om complexe problemen aan te voelen en direct aan te pakken (Swisher & Dai, 2014). Vrouwen tonen vaker een grote mate van transformationeel leiderschap en worden in vergelijking met mannen positiever beoordeeld op hun leidinggevende capaciteiten.

Martha Stewart werd in media beschreven als een transformationele leider (Biggart, 1989; Illouz, 2003). Zij was betrokken bij een schandaal waarbij ze een justitieel onderzoek had verhinderd door te handelen met voorkennis. Na haar vrijlating toonde Stewart een positieve combinatie van emoties en charisma. Deze weerspiegeling was ook positief

zichtbaar in de resultaten van haar bedrijf. Het schandaal werd ingeruild voor nieuw succes en Stewart kwam met een nieuwe missie, wat haar leiderschap versterkte.

Media hebben laten zien dat een transformationele leider zijn/haar emoties niet laat leiden door expliciete uitdagingen. Naast Martha Stewart beschrijven media ook Oprah Winfrey als een transformationele leider. Een vrouw met een duidelijke missie en visie en die haar gevoelens deelt met haar volgelingen. Zij duidt positieve emoties op een duidelijke wijze en het onderzoek van Bono en Ilies (2006) heeft aangetoond dat als effectief en charismatisch wordt gezien. Zenger & Folkman (2014) hebben veel studies verricht naar de samenhang tussen sekse en leiderschapskwaliteiten. Deze onderzoeken toonden aan dat vrouwen een significant hogere score hadden dan mannen op het gebied van leiderschapskwaliteiten. Kinicki en Williams (2009) concludeerden dat vrouwelijke leiders op 42 van de 52 onderzochte vaardigheden beter scoorden dan mannelijke leiders. Vrouwen tonen meer transformationeel gedrag, omdat zij beschikken over beter ontwikkelde zorgzame kwaliteiten in vergelijking tot mannen (Rosener, 1990). Door middel van transformationeel leidinggeven voldoen vrouwen aan zowel masculiene als feminiene leiderschapskwaliteiten (Yoder, 2001).

(11)

Media hebben een steeds belangrijkere rol in de Nederlandse samenleving, er is steeds meer vrij spel voor medialogica (Brants & Van Praag, 2000; Van Praag & Brants, 2005; Hjarvard, 2008). Opinieweekbladen kijken in vergelijking met andere media kritisch naar vraagstukken en krijgen een maatschappelijkere rol in de Nederlandse samenleving. Hoogopgeleide Nederlanders hechten waarde aan deze weekbladen, omdat de artikelen bijdragen aan een manier van intellectuele meningsvorming over maatschappelijke en culturele ontwikkelingen (Exter, 2014). Kwaliteitskranten streven ook naar diepgang en een kritische blik. Hetgeen wat in vergelijking met een opinieweekblad ontbreekt, is diepgaande onderzoeksjournalistiek en lange verhalen. Dit is een gevolg van het routinematig werken en mediatisering. Daarnaast speelt ook de commerciële ontwikkeling een rol, waarbij

kwaliteitskranten vanwege de toenemende concurrentie er voor moeten zorgen dat zowel lezers als adverteerders geïnteresseerd blijven. Door tijdsdruk nemen redacteuren steeds meer nieuws van elkaar over zonder te controleren op waarheden. Hierdoor is de kans groter dat negatief nieuws eerder wordt overgenomen(Elferink, 2012). Redacties van kwaliteitskranten worden op een andere manier ingezet dan redacties van opinieweekbladen. Opinieweekbladen verschijnen in mindere frequent waardoor er meer tijd en aandacht aan artikelen wordt

besteed. De doelgroep is kleiner en op zoek naar meer kennis nadat de krant is uitgelezen. Herhaling van nieuws uit de kranten is niet nodig waardoor er meer ruimte en journalistieke energie vrijkomt (Exter, 2014). Door de vele deadlines zijn er protocollen opgesteld om binnen bepaalde tijdsbestek het productieproces af te kunnen ronden (Tuchman, 1973). Journalisten beoordelen elke dag wat nieuwswaardig is en hanteren daarbij vaste normen. Zij geven een oordeel over de nieuwswaarde en bepalen wat relevant is om te publiceren (Eilders, 2006; Shoemaker, 2006).

(12)

Op basis van bestaande literatuur zijn de volgende verwachtingen geformuleerd met betrekking tot het verschil in berichtgeving tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten:

H1: Opinieweekbladen en kwaliteitskranten schrijven meer over eigenschappen van transformationeel leiderschap in vergelijking tot transactioneel leiderschap.

H2: Opinieweekbladen hebben een positievere berichtgeving over leiderschap in vergelijking tot kwaliteitskranten.

H3: Vrouwelijke leiders vertonen in kwaliteitskranten en opinieweekbladen meer eigenschappen van de transformationele leiderschapsstijl in vergelijking tot mannelijke leiders.

Om de onderzoeksvraag volledig te kunnen beantwoorden, is de volgende deelvraag opgesteld:

Deelvraag 1: Hoe verschilt de berichtgeving over leiderschap in kwaliteitskranten en opinieweekbladen in de periode van 2012 tot en met 2016?

Methode

De onderzoeksmethode van dit onderzoek betreft een inhoudsanalyse. Het is een methode die een verzameling van procedures hanteert om valide gevolgtrekkingen af te leiden uit tekstmateriaal (Weber, 1985). Daarbij kunnen verscheidene bronnen antwoord geven op de onderzoeksvraag (Yin, 2009). Om de onderzoeksvraag “In hoeverre is de beeldvorming over

leiderschap in Nederlandse kwaliteitskranten en opinieweekbladen tussen 2012 en 2016 veranderd en welke verschillen zijn er aanwezig in berichtgeving hierover tussen deze twee categorieën media?” te beantwoorden wordt er een vergelijking gemaakt tussen

kwaliteitskranten en opinieweekbladen. Het is een comparatief onderzoeksontwerp, omdat er wordt gekeken naar de verschillen tussen kwaliteitskranten en opinieweekbladen. De

(13)

artikelen zijn verkregen door middel van het database programma LexisNexis. Om tot relevante artikelen te komen zijn een aantal zoektermen ingevoerd. De zoektermen

transformationeel leiderschap en transactioneel leiderschap kwamen tot niet meer dan 20

artikelen. De zoekterm leiderschapsstijl resulteerde in slechts negen artikelen. De zoekterm

leiderschap leidde uiteindelijk tot een voldoende aantal artikelen, inclusief voorgaande termen

in totaal 220.

Onderzoekseenheden

De onderzoekseenheden in dit onderzoek zijn (krant) artikelen over leiderschap in Nederlandse media. Binnen Nederlandse media wordt er onderscheid gemaakt tussen kwaliteitskranten en opinieweekbladen. Kwaliteitskranten streven naar een veelzijdige en genuanceerde berichtgeving met hoge mate van diepgang, waardoor ze kwaliteit leveren en zorgen dat de lezer zo eerlijk en volledig mogelijk wordt geïnformeerd (Hoof, 2000). De kwaliteitskranten in dit onderzoek bestaan uit de volgende kranten: NRC, Nederlands Dagblad, Financieel Dagblad, Volkskrant, Trouw, en het Parool. Het NRC is een krant dat bestaat uit korte en krachtige artikelen gericht op hoogopgeleiden lezers tussen de 20 en 39 jaar. Een krant met weinig entertainment, maar met veel politiek nieuws. Het Nederlands Dagblad is één van de acht landelijke dagbladen met een christelijke benadering. Het Financieel Dagblad is een gespecialiseerde krant dat zich richt op economische en business artikelen (Bakker & Scholten, 2011). De Volkskrant is de op één na grootste betaalde krant en van origine een rooms-katholieke publicatie. De Volkskrant richt zich vooral op het linkse deel van het politieke midden. Trouw is een Nederlands ochtendblad dat ooit is opgericht als verzetskrant. Het Parool, ook een verzetskrant van origine, richt zich voornamelijk op het nieuws uit Amsterdam (Bakker & Scholten, 2011). In tabel 1 wordt een overzicht van de verschillende kwaliteitskranten weergeven.

(14)

Een opinieweekblad is een publicatie die regelmatig verschijnt. In dit blad wordt een eigen opinie tot uitdrukking gebracht en getracht de meningsvorming van de lezer te

stimuleren (Delft, 2006).De opinieweekbladen in dit onderzoek bestaan uit: Elsevier, HP/de Tijd, Groene Amsterdammer, Quote, Forum, en Vrij Nederland. De Elsevier is een

onafhankelijk, liberaal weekblad dat zich richt op hoog opgeleide lezers. De Elsevier ziet zichzelf als een stijlvol blad dat orde wil scheppen in een grote hoeveelheid beschikbare informatie (Elsevier, 2017). HP/de Tijd bestaat al ruim 20 jaar en is ontstaan door de fusie van de Haagse Post en de Tijd. De Groene Amsterdammer, het oudste opinieweekblad van

Nederland. Sinds 1877 behandelen zij onafhankelijk de meningsvorm op het gebied van maatschappij, cultuur, politiek en literatuur (Groene Amsterdammer, 2017). Quote is een blad voor succesvolle mensen uit het zakenleven met een inkomen dat boven modaal is. De

artikelen bestaan uit een combinatie van journalistiek en lifestyle. Forum was de opvolger van het communistisch blad de Waarheid (NRC, 2017). Vrij Nederland is een weekblad met als missie hun lezers verhalen toe te kennen die verdiepend en verhelderend zijn. Vrij Nederland is een blad met speciale aandacht voor verbeteraars en vernieuwers (Vrij Nederland, 2017). In de tweede kolom van tabel 1 is een overzicht van alle opinieweekbladen weergeven.

Tabel 1.

Overzicht type kranten en opinieweekbladen

Kwaliteitskrant Opinieweekbladen

NRC Elsevier

Trouw HP/de Tijd

Financieel Dagblad De groene Amsterdammer

(15)

AD Forum

Het Parool Quote

Nederlands Dagblad

Steekproef

Van elk jaar is een gestratificeerde steekproef in combinatie met een aselecte steekproef getrokken. Bij een gestratificeerde steekproef wordt een indeling gemaakt in categorieën of strata (Boeije & ’t Hart, 2009). Vanuit elke categorie wordt een aselecte steekproef getrokken. Een aselecte steekproef is een steekproef waarbij de selectie van artikelen voor het onderzoek gebaseerd is op toeval (Boeije & ’t Hart, 2009). Er is per artikel evenveel kans om in het onderzoek voor te komen. Deze steekproefmethode is het meest geschikt om de resultaten te extrapoleren. In het jaar 2014 waren slechts 22 relevante artikelen te vinden over leiderschap. Om de spreiding gelijk te houden is er voor gekozen om van elk jaar 22 artikelen te selecteren. Per jaartal zijn er 22 artikelen van een opinieweekblad en 22 artikelen van kwaliteitskranten gecodeerd. In totaal zijn er 44 artikelen per jaar gecodeerd. Uiteindelijk leidt dit tot 110 artikelen per medium en tot een sample van totaal 220 artikelen.

Variabelen en Codeboek

Het codeboek bestaat uit 14 variabelen om de onderzoeksvraag mee te kunnen beantwoorden (zie appendix voor het opgestelde codeboek). De codeur heeft alle stappen doorlopen om vervolgens de vragen te beantwoorden. In tabel 2 is een overzicht van alle variabelen weergeven. Variabelen één tot en met zes behoren tot algemene variabelen. Variabelen zeven tot en met 14 behoren tot inhoudelijke variabelen. De inhoudelijke

(16)

variabelen zijn gericht op de hypotheses en de onderzoeksvraag. Hieronder volgen de definities van de variabelen.

Transformationeel leiderschap. Transformationeel leiderschap bestaat volgens

Wright, Moynihan en Pandey (2012) uit de volgende onderdelen: role modeling, inspirational

communication,, intellectual stimulation en vision. Deze onderdelen worden

geoperationaliseerd in een nominale variabele op basis van vier eigenschappen van een transformationele leider: extraversie, altruïsme, openheid en charisma. Aan de hand van deze vier eigenschappen wordt de mate van transformationeel leiderschap die in het artikel wordt beschreven vastgesteld. De eerste eigenschap, extraversie, is gedefinieerd als een leider die zich richt op de buitenwereld met karaktertrekken als: sociabiliteit, dominantie, hartelijkheid, vrolijkheid, energiek en avonturisme. Als de leider aan de hand van deze eigenschappen wordt beschreven in het artikel wordt het artikel gecodeerd als extravert. De tweede eigenschap, altruïsme, wordt beschreven als iemand die zich richt op: vertrouwen,

zorgzaamheid, oprechtheid, bescheidenheid en medeleven. Als één van deze eigenschappen in het artikel aan de leider wordt toegekend, wordt het artikel gecodeerd als altruïstisch. De derde eigenschap, openheid, wordt gedefinieerd als een leider zich richt op fantasie, ideeën, waarden, gevoelens en veranderbereidheid. Als een leider in één van deze termen wordt beschreven in het artikel, wordt het artikel gecodeerd als open. De vierde eigenschap,

charisma, wordt gedefinieerd als een leider een ander een prettig gevoel geeft, de zogenoemde ‘x-factor’ laat zien wie hij of zij echt is. Als de leider in de tekst wordt beschreven aan de hand van één van deze kenmerken, wordt de tekst gecodeerd als charismatisch. In één artikel kunnen meerdere eigenschappen worden beschreven. Hoe meer eigenschappen er voorkomen in een artikel hoe meer de nadruk in het artikel ligt op transformationeel leiderschap.

Transactioneel leiderschap. Transactioneel leiderschap bestaat uit twee

(17)

management by exception. Deze twee eigenschappen worden geoperationaliseerd in nominale

variabelen. Aan de hand van deze eigenschappen wordt de mate waarin in het artikel

transactioneel leiderschap wordt beschreven vastgesteld. De eigenschap waarbij de volger en zijn prestatie het meest beïnvloed worden, is de afhankelijke beloning (Durnham & Bartol, 2009). Afhankelijke beloning wordt gedefinieerd als het toekennen van een beloning door de leider in ruil voor een prestatie of handeling. Er worden doelen opgesteld en aangegeven welke beloning hierbij hoort. Als de leider deze eigenschap in het artikel krijgt toegeschreven, wordt het artikel gecodeerd als afhankelijke beloning. Er is sprake van management by

exception als de leider negatieve feedback geeft en hierdoor zijn volger moet corrigeren. Het

corrigeren bestaat uit twee vormen: actief en passief. Bij de actieve vorm is de leider sterk betrokken bij de volgelingen en corrigeert direct als er iets fout gaat. Bij de passieve vorm komt de leider pas in actie als de vastgestelde doelen niet behaald zijn of als er een probleem zich voordoet (Bass, 1985). Wanneer de leider van deze eigenschappen krijgt toegeschreven in het artikel, wordt het artikel gecodeerd als management by exception. In een artikel kunnen meerdere eigenschappen worden beschreven. Hoe meer van bovengenoemde eigenschappen er voorkomen in een artikel, hoe meer nadruk er in het artikel ligt op transactioneel

leiderschap.

Sentiment Artikel. De Python NLTK Sentiment Analysis tool analyseert het

sentiment in een artikel door middel van tokenization (Bird, 2009). Tokenization is een proces waarbij zinnen worden ontleed in symbolen, betekenisvolle elementen (ook wel tokens genoemd) en woorden. De tool analyseert en identificeert teksten op een subjectieve manier (Bird, 2009). Er wordt een database aan tokens gevormd waardoor artikelen kunnen worden geanalyseerd op subjectiviteit en polariteit. Hieruit ontstaat het sentiment. De positieve, negatieve of neutrale mening van de auteur wordt door polariteit beschreven. De subjectiviteit

(18)

bepaalt of het artikel subjectief of objectief is (Yessenov & Misailovic, 2009). De antwoord categorieën bestaan uit: positief, negatief en neutraal.

Personalisering. In vergelijking met 10 jaar geleden wordt personalisering van leiders

steeds meer in media toegepast. De privépersoon en het daarbij behorende privéleven worden steeds meer benadrukt (Kleinnijenhuis, 2007). Personalisering zorgt voor vertrouwen en positieve oordelen. Er is sprake van personalisering als er aandacht voor het karakter van een leider is. Als deze eigenschap in het artikel aan de leider wordt toegekend, wordt het artikel gecodeerd als personalisering.

Persoonlijke acties. Naast personalisering wordt er ook steeds meer naar persoonlijke

acties van leiders gekeken. Persoonlijke acties bieden mogelijkheden voor leiders om zich te kunnen profileren (Vliegenthart, 2013). Het is een ontwikkeling waarbij leiders dichter bij het publiek komen. Er is sprake van een persoonlijke actie als er in het artikel bijvoorbeeld wordt geschreven over een bezoek aan een evenement of festival, met de step naar werk komen, uitbundig dansen of deelnemen aan een spel. Het betreft alle activiteiten die los staan van werkgerelateerde zaken. Als in het artikel één van deze acties aan de leider wordt toegekend, wordt het artikel gecodeerd als persoonlijke acties.

Persoon. In de artikelen wordt onderscheid gemaakt tussen leiders die zelf aan het

woord zijn door middel van interviews en berichtgeving waarbij er door media over leiders wordt geschreven. Hierdoor ontstaan verschillende meningsvormen wat interessant kan zijn voor de resultaten. Als een leider in het artikel aan het woord is, wordt het artikel gecodeerd als persoon.

Type persoon. Bij de variabele type persoon wordt gekeken naar de functie van de

leider die beschreven wordt. De antwoordcategorieën bestaan uit: politicus, CEO,

(19)

wordt het artikel gecodeerd als type persoon en onder vermelding van de bijbehorende functie. Indien er een andere functie wordt omschreven in het artikel kan dit worden gecodeerd door middel van het benoemen van deze functie. Indien er geen functie wordt omschreven in het artikel wordt er niet van toepassing gecodeerd.

Emoties. Het uiten van emoties zorgt voor een goede relatie en laat zien dat je je veilig

voelt (Farber, 2004). In hoeverre omschrijven media emoties van leiders in artikelen? Emoties laten zich onderscheiden in drie aspecten: humor, agressie en emotioneel. Er is sprake van humor als er wordt beschreven dat een leider grappen maakt of een andere manier van humor laat zien. Als een leider in het artikel deze emotie wordt toegekend, wordt het artikel

gecodeerd als humor. Agressie wordt gedefinieerd als het tonen van agressief gedrag door een leider. Als een leider in het artikel deze emotie wordt toegekend, wordt het artikel gecodeerd als agressie. Er kan gesproken worden van emotioneel als een leider wordt omschreven als emotioneel of verdrietig. Als een leider in het artikel deze emotie wordt toegekend, wordt het artikel gecodeerd als emotioneel. Indien er geen sprake is van emotie in een artikel, wordt er

niet van toepassing gecodeerd.

Tabel 2.

Overzicht variabelen

Variabele nummer Variabele label Variabele waarden

V1 Codeur (1) Shantila Mahabir

(2) Overige codeur

V2 Item/artikelnummer Rang Nummer van het codeerde artikel

(20)

V5 Aantal woorden Hoeveelheid woorden

V6 Geslacht leiderschap Man/Vrouw

V7 Transformationeel Kenmerken Transformationeel leiderschap

V8 Transactioneel Kenmerken Transactioneel leiderschap

V9 Sentiment Artikel Neutraal, negatief of positief

V10 Personalisering Karaktertrekken van de leider

V11 Persoon Is er een persoon aan het woord?

V12 Type persoon Wat is de functie van de persoon?

V13 Persoonlijke acties Komen er persoonlijke acties in voor?

V14 Emoties Humor, Agressie of Emotioneel

Dataverzameling

De codeur opende de website van LexisNexis en ging naar het tabblad nieuws. Vervolgens selecteerde de codeur alle nieuws en voerde bij zoekfunctie leiderschap in. De tijdsperiode werd geselecteerd bij specificeer datum met als range de afgelopen 5 jaar. Bij type nieuws werd lokale nieuwsberichten aangevinkt. Dit betrof de procedure voor

kwaliteitskranten. Opinieweekbladen werden op één onderdeel na op dezelfde manier geselecteerd. Bij type nieuws werd opinie magazine geselecteerd in plaats van lokale

nieuwsberichten. Nadat de juiste selectie was gemaakt, was er een overzicht van artikelen

beschikbaar. Uit dit overzicht selecteerde de codeur in totaal 22 artikelen per jaar. De codeur selecteerde van elke pagina de 1e , 5e , 10e , 15e , 20e , 25e enzovoorts. Per pagina zijn 50 artikelen weergeven. Er is gekozen voor een spreiding van vijf artikelen, tenzij de lengte van

(21)

het artikel te kort of te lang was. In dit geval koos de codeur voor bijvoorbeeld het 6e, 11e of 16e artikel. De gekozen artikelen werden aan de hand van het codeboek doorgelezen en beoordeeld. Dit gold niet voor het jaar 2014, omdat in dit jaar te weinig relevante artikelen werden gevonden.

Procedure

De beschikbare artikelen worden geopend en aan de hand van het codeboek gecodeerd. De codeur geeft bij elk artikel aan wie het item codeert en wat de datum van publicatie is. Vervolgens wijst hij of zij aan elk artikel een itemnummer toe. Hierna geeft de codeur aan uit welke kwaliteitskrant of opinieweekblad het artikel afkomstig is. De codeur kan het aantal woorden overnemen vanuit LexisNexis. Hierna dient de codeur het artikel volledig door te lezen en beoordeelt hij of zij het geslacht van de leider, de voorkomende eigenschappen van transformationeel/transactioneel leiderschap en het sentiment van het artikel door middel van de Phyton Sentiment Analysis tool. Aansluitend bepaalt de codeur of personalisering en persoonlijke acties worden toegepast. Vervolgens exploreert de codeur of er in het artikel een persoon aan het woord is en welke functie deze persoon uitoefent. Ten slotte dient de codeur te bepalen of er emoties van leiders worden omschreven.

Intercodeurbetrouwbaarheid

De intercodeursbetrouwbaarheid is gemeten aan de hand van de Krippendorff’s alpha. Krippendorff’s alpha is een betrouwbaarheidsanalyse waarbij wordt berekend of meerdere codeurs met exact hetzelfde meetinstrument hetzelfde meten. In tabel 3 wordt weergegeven wat de betrouwbaarheid per variabele is. De tweede codeur heeft 10% van de gehele sample gecodeerd, dit betrof 22 artikelen. De codeur heeft één dag codeertraining gegeven aan de tweede codeur.

(22)

Intercodeursbetrouwbaarheid

Variabelen Krippendorff’s alpha

Transformationeel .88 Transactioneel .86 Sentiment Artikel .92 Personalisering 1.00 Persoon 1.00 Type persoon 1.00 Persoonlijke acties 1.00 Emoties 1.00

Uit de betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat alle Alpha’s voldoende (hoger dan .80) zijn om de analyses uit te voeren.

Analyse

Voor de analyses zijn meerdere toetsen uitgevoerd in het programma SPSS versie 22. Hypothese 1 en 2 zijn getoetst aan de hand van onafhankelijke t-toetsen. De t-toetsen geven het gemiddelde verschil tussen kwaliteitskranten en opinieweekbladen weer. Hypothese 3 werd met een Chi kwadraat toets uitgevoerd. De Chi kwadraat toets meet de samenhang tussen nominale variabelen en kan achterhalen of twee of meer verdelingen van elkaar verschillen. Deelvraag 1 is getoetst aan de hand van meerdere eenwegs-variantieanalyses en onafhankelijke t-toetsen. De eenwegs-variantieanalyses met de bijbehorende post-hoc toetsen

(23)

laten het verschil in jaren zien. De variabelen met meer dan twee antwoordcategorieën werden opnieuw gecodeerd naar dichotome variabelen. Dit heeft betrekking op de volgende

variabelen: transformationeel leiderschap, transactioneel leiderschap en type persoon. Als het artikel geen eigenschap bevat van bijvoorbeeld transformationeel leiderschap, werd dit gehercodeerd naar 0. Wanneer het artikel één van de eigenschappen bevat werd dit gecodeerd naar 1.

Resultaten

In dit onderzoek zijn in totaal 220 artikelen gecodeerd waarvan 110 opinieweekbladen en 110 kwaliteitskranten. Alle artikelen hadden betrekking op het onderwerp leiderschap. Per jaar en per categorie zijn 22 artikelen geselecteerd. De geanalyseerde kwaliteitskranten bestonden uit het NRC, Trouw, Financieel Dagblad, Volkskrant, AD, Het Parool en het Nederlands Dagblad. De geanalyseerde opinieweekbladen bestonden uit de Elsevier, HP/de Tijd, Groene Amsterdammer, Forum, Quote en Vrij Nederland. Van de 220 gecodeerde artikelen zijn 124 mannen (56,4%) en 34 vrouwen (15,5%) aan het woord geweest of besproken. De overige 28,1 % van de artikelen benoemen geen geslacht.Tabel 4 laat het aantal artikelen zien waarin de eigenschappen en positieve berichtgeving van leiderschap benoemd worden.

Tabel 4 .

Procentuele verschillen opinieweekbladen en kwaliteitskranten

Variabelen N Kwaliteitskrant N Opinieweekblad

Transformationeel 67 60.9% 65 59.1%

Transactioneel 14 12.7% 22 20.0%

(24)

Note. (n = 220) Kwaliteitskranten (n =110), Opinieweekbladen (n = 110).

Om hypothese 1 “Opinieweekbladen en kwaliteitskranten schrijven meer over

eigenschappen van transformationeel leiderschap in vergelijking tot transactioneel leiderschap” te toetsen zijn twee onafhankelijke t- toetsen met dichotome variabelen

uitgevoerd. Eén t-toets voor transformationeel leiderschap en media, één voor transactioneel leiderschap en media. Hiermee wordt gecontroleerdof er een verschil is tussen deze twee leiderschapsstijlen. Uit de onafhankelijke t-toets blijkt dat kwaliteitskranten gemiddeld (M = 0,61, SD = 0,49) over transformationeel leiderschap schrijven en opinieweekbladen (M = 0,50, SD = 0,49). Het gevonden verschil tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten is niet significant: t (218) = 0,27, p = 0,784, 95%-CI [-0,12; 0,15]. Uit de onafhankelijke t-toets blijkt dat opinieweekbladen gemiddeld (M = 0,20, SD = 0,40) over transactioneel leiderschap schrijven en kwaliteitskranten (M = 0,13, SD = 0,34). Het gevonden verschil tussen

opinieweekbladen en kwaliteitskranten is niet significant: t (218) = -1,46, p = 0,146, 95%-CI [-0,17; 0,03]. Hiermee is hypothese 1 niet aangenomen.

Om hypothese 2 “Opinieweekbladen hebben een positievere berichtgeving over

leiderschap in vergelijking tot kwaliteitskranten” te toetsen is een onafhankelijke t-toets met

dichotome variabelen uitgevoerd. Uit de onafhankelijke t-toets blijkt dat opinieweekbladen gemiddeld (M= 1,52, SD = 0,80) met een positief sentiment schrijft en kwaliteitskranten (M= 1,34, SD= 0,87). Het gevonden verschil tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten is niet significant: t (218)= -0,61, p = 0,108, 95%-CI [-0,40; 0,04]. Hypothese 2 is niet aangenomen.

In tabel 5 wordt het procentueel verschil tussen kwaliteitskranten en opinieweekbladen weergeven. Daarbij laat tabel 5 het aantal artikelen zien waarin vrouwelijke leiders benoemd worden.

(25)

Tabel 5.

Procentuele verschil opinieweekbladen en kwaliteitskranten

Variabele N Kwaliteitskrant N Opinieweekblad

Vrouwen met 12 75% 14 78.8%

transformationele eigenschappen

Note. (n = 220). Kwaliteitskranten (n =110), Opinieweekbladen (n = 110).

Om hypothese 3 “Vrouwelijke leiders vertonen in kwaliteitskranten en

opinieweekbladen meer eigenschappen van de transformationele leiderschapsstijl in vergelijking tot mannelijke leiders” te toetsen is een Chi kwadraat toets uitgevoerd. De

uitgevoerde Chi kwadraat toets blijkt te voldoen aan de voorwaarden. Hoogstens 20% van de verwachte frequenties zijn kleiner dan 5 en de minimale verwachte frequentie is minstens 1. Er is gekeken naar de Chi kwadraat toets op een frequentietabel (3). Hieruit blijkt dat er geen significant verschil is gevonden tussen media, tranformationeel leiderschap en vrouwelijke leiders. (1)= 0,050, p = 0,82. Dit wil zeggen dat er geen significant verschil is in de berichtgeving van transformationele eigenschappen van vrouwelijke leiders in

opinieweekbladen en kwaliteitskranten. Hypothese 3 is niet aangenomen.

Om deelvraag 1:“Hoe verschilt de berichtgeving over leiderschap in kwaliteitskranten

en opinieweekbladen in de periode van 2012 tot en met 2016” te beantwoorden zijn er

eenwegs-variantieanalyse toetsen uitgevoerd in SPSS. Er wordt gekeken naar het verschil in berichtgeving over de afgelopen vijf jaar. Bij de eenwegs-variantieanalyse toets is bij factor de variabele datum publicatie geselecteerd om de jaren met elkaar te kunnen vergelijken. Bij

dependent list zijn de variabelen transformationeel leiderschap, transactioneel leiderschap,

(26)

jaar 2012, cijfer 2 op het jaar 2013, cijfer 3 op het jaar 2014, cijfer 4 op het jaar 2015 en tot slot heeft cijfer 5 betrekking op het jaar 2016. Er zijn voor alle variabelen

eenwegs-variantieanalyses uitgevoerd voor onafhankelijke waarnemingen. Onderstaande paragraaf gaat over de vergelijking van de afgelopen vijf jaar.

Type leiderschap in de afgelopen vijf jaar

Er is een significant verschil gevonden tussen transformationeel leiderschap en de berichtgeving in de afgelopen vijf jaar, F(4,215) = 4,93, p = < 0,01. In het jaar 2013 werd het meest gesproken over transformationeel leiderschap (M = 0,25, SD = 0,44). In 2014 werd het minst over transformationeel leiderschap geschreven (M = 0,05, SD = 0,21). De post hoc Turkey test geeft aan dat er een significant verschil is tussen 2013 en 2015, p = <0,05.

Er is geen significant verschil gevonden tussen transactioneel leiderschap en de berichtgeving in de afgelopen vijf jaar, F(4,215) = 1,97, p = .100. Tevens is er geen

significant verschil gevonden tussen het sentiment en de berichtgeving in de afgelopen vijf jaar, F(4,215) = 1,86, p = .118.

Personalisering

Er is een significant verschil gevonden tussen personalisering en de berichtgeving in de afgelopen vijf jaar, F(4,215) = 3,83, p = .005. In het jaar 2016 werd personalisering het meest toegepast (M = 0,77, SD = 0,42). In 2012 werd personalisering het minst toegepast (M = 0,43,SD = 0,50). De post hoc Turkey test geeft aan dat er een significant verschil is tussen 2014 en 2016, p= 0,031. Het verschil tussen het gemiddelde van het jaar 2014 en het

gemiddelde van het jaar 2016 is -0,295 (SD = 0,101). De post hoc Turkey test geeft ook aan dat er een significant verschil is tussen 2013 en 2016, p = 0,002. Het verschil tussen het gemiddelde van het jaar 2013 en het gemiddelde van het jaar 2016 is 0,386 (SD = 0,101).

(27)

Er is een significant verschil gevonden tussen het type persoon en de berichtgeving in de afgelopen vijf jaar, F (4, 215) = 2,62 p = .036. In het jaar 2015 werd er het meest

gesproken over een type persoon (M = 0,73, SD = 0,45) en in 2014 het minste (M = 0,41, SD

= 0,50). Er is ook een significant verschil gevonden tussen de persoonlijke acties in de

berichtgeving in de afgelopen vijf jaar, F (4, 215) = 3,00, p = .020. In het jaar 2012 werd het meest gesproken over de persoonlijke acties van een leider (M = 0,95, SD = 0,21). In het jaar 2014 kwam de persoonlijke acties het minst voor (M = 0,75, SD = 0,43). Er is geen

significant verschil gevonden tussen emoties in de afgelopen vijf jaar, F (4, 215) = 1,19, p = .318.

Verschil opinieweekbladen en kwaliteitskranten

Om een vergelijking tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten te realiseren, zijn er onafhankelijke t-toetsen uitgevoerd. Er wordt gekeken naar het verschil tussen

opinieweekbladen en kwaliteitskranten. De onafhankelijke t-toetsen duiden op significante verschillen tussen personalisering, persoon, type persoon, persoonlijke acties en emoties in Nederlandse opinieweekbladen en kwaliteitskranten. In tabel 6 is een overzicht van de uitgevoerde t-toetsen weergegeven.

Tabel 6.

Onafhankelijke t-toetsen.

Variabele Kwaliteitskrant Opinieweekbladen t

Personalisering M = 0,58, SD = 0,50 M = 0,57, SD = 0,50 .136

Persoon M = 0,58, SD = 0,50 M = 0,55, SD= 0,50 .542

(28)

Emoties M = 3,75, SD = 0,05 M = 3,65, SD= 0,07 1.152

*p < 0,05. **p < .01, N = 220, M = Gemiddelde, SD = Standaarddeviatie.

Conclusie

In dit onderzoek is gekeken of de berichtgeving over leiderschap in de afgelopen vijf jaar is veranderd. Om de verschillen te achterhalen is er een vergelijking gemaakt tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten. Middels een inhoudsanalyse waarin 220 artikelen gecodeerd zijn, is geprobeerd hier antwoord op te geven. De vraagstelling in dit onderzoek luidde als volgt: “In hoeverre is de beeldvorming over leiderschap in Nederlandse

kwaliteitskranten en opinieweekbladen tussen 2012 en 2016 veranderd en welke verschillen zijn er aanwezig in berichtgeving hierover tussen deze twee categorieën media?”

Volgens Bass (2009) en Eatwell (2006) is er steeds meer behoefte aan fantasierijk en charismatisch leiderschap. Dit type leiderschap is van belang vanwege de duidelijke visie waardoor veel volgelingen geloven in een leider. Uit de empirische resultaten van dit onderzoek valt te concluderen dat Nederlandse media in de afgelopen vijf jaar minder zijn gaan schrijven over transformationeel leiderschap.De mate van berichtgeving over

transactioneel leiderschap is gelijk gebleven. De hypothese wordt hiermee niet aangenomen. Opinieweekbladen hebben in vergelijking met kwaliteitskranten geen positievere

berichtgeving over leiderschap. Dit is niet in overeenstemming met het onderzoek van Bono en Ilies (2006) en Elferink (2012). Bono & Ilies (2006) toonden aan dat positieve emoties van een transformationele leider ertoe leiden dat media positiever over de leider gingen schrijven. Elferink (2012) concludeert dat opinieweekbladen minder tijdsdruk hebben waardoor de kans groter is om positiever te schrijven. De onderzochte artikelen hebben geen sterke focus op de eigenschappen van transformationeel leiderschap waardoor de positieve wending wordt beïnvloed. Hypothese 2 wordt hiermee niet aangenomen. De artikelen waarin vrouwelijke leiders benoemd werden, vertoonden minder eigenschappen van transformationeel leiderschap

(29)

in vergelijking met de mannelijke leiders. Dit komt niet overeen met het onderzoek van Zenger en Folkman (2014) en Kinicki en Williams (2009) waarbij de bevindingen aangeven dat vrouwen een grotere mate van dit type leiderschap toepassen. Hiermee wordt hypothese 3 verworpen.

Tot slot is er gekeken naar de verschillen in berichtgeving tussen kwaliteitskranten en opinieweekbladen in de periode van 2012 tot en met 2016. In vergelijking met andere jaren, werden er in 2012 de meeste persoonlijke acties van leiders beschreven. In 2013 benoemden opinieweekbladen en kwaliteitskranten de eigenschappen van transformationeel leiderschap, ten opzichte van de overige jaren. In 2015 werden de meeste functies benoemd in de artikelen en dan voornamelijk de functie van politicus. In 2016 kwam personalisering het meeste voor in kranten en weekbladen. Kwaliteitskranten geven in vergelijking tot opinieweekbladen meer aandacht aan persoonlijke acties van leiders. Daarbij hebben de kwaliteitskranten meer

aandacht voor de type personen met de bijbehorende functies en personalisering van leiders. Volgens Pels (2007) profileren zij zich hierdoor in een aantrekkelijke stijl. Zoonen (2002) concludeert dat er meer interesse is in het privé leven van een leider. Nederlandse

kwaliteitskranten funderen zich hier meer op dan opinieweekbladen.

Uitgaande van dit onderzoek kan gesteld worden dat er in de afgelopen vijf jaar enkele verschillen in de berichtgeving tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten aanwezig zijn. Alle hypotheses in dit onderzoek zijn verworpen waardoor er niet kan worden gesteld dat er significante verschillen aanwezig zijn tussen opinieweekbladen en kwaliteitskranten. De beantwoording van deelvraag 1 geeft de enige aanwezige verschillen aan. Kwaliteitskranten passen significant meer persoonlijke acties van de leiders toe in de geschreven artikelen. Daarbij worden de uitgeoefende functies van leiders vaker benoemd. Kijkend naar de afgelopen vijf jaar werd in 2016 personalisering het meest toegepast, in 2015 de type

(30)

personen, in 2013 de eigenschappen van transformationeel leiderschap en in 2012 de persoonlijke acties.

Discussie

Dit onderzoek heeft een lacune opgevuld in de wetenschappelijke literatuur. Er was nog weinig bekend over het verschil tussen kwaliteitskranten en opinieweekbladen als het gaat om berichtgeving over leiderschap. Binnen de gekozen onderzoeksmethode is een codeboek toegepast om tot betrouwbare resultaten te komen. Om subjectiviteit zoveel mogelijk te beperken is het codeboek opgesteld aan de hand van bestaande literatuur en hadden alle variabelen een hoge intercodeurbetrouwbaarheid. Hiermee werd de interne validiteit gewaarborgd. Om de externe validiteit te waarborgen is een voldoende aantal van 220 artikelen gecodeerd.

De geselecteerde artikelen voor dit onderzoek waren algemeen van aard. Als het woord leiderschap minimaal één keer in het artikel werd beschreven kwam dit naar voren in de resultaten van LexisNexis. Een deel van de artikelen was hierdoor niet bruikbaar voor dit onderzoek en zijn daarom gecodeerd als niet van toepassing. Dit kan een reden zijn waardoor hypothese 1 niet is aangenomen. Uit onderzoek van Bono en Ilies (2006) en Bligh & Kohles (2009) is gebleken dat juist de transformationele stijl meer gehanteerd en daardoor vaker beschreven wordt. Om deze hypothese volledig te beantwoorden is een vervolgonderzoek nodig met meer artikelen over leiderschap. De volgende studie zou strenger naar de selectie van de artikelen moeten kijken en onderzoeken wat mogelijk tot andere resultaten kan leiden. Doordat er minder artikelen over transformationeel leiderschap beschikbaar waren dan gedacht, is niet significant aan te tonen dat daar meer over wordt geschreven dan over transactioneel leiderschap.

De berichten over de transformationele leider worden geassocieerd met positieve termen en media gaan hier ook steeds positiever over schrijven. De resultaten tonen aan dat de

(31)

mate van positieve berichtgeving in opinieweekbladen bijna 10% hoger is dan in

kwaliteitskranten. Dit verschil is echter niet significant waardoor hypothese 2 is verworpen. Vanuit de theorie werd verwacht dat opinieweekbladen positiever zouden schrijven over leiderschap. Opinieweekbladen zouden doorgaans meer tijd kunnen besteden aan het

schrijven van artikelen dan kwaliteitskranten, die iedere dag opnieuw gevuld moeten worden (Elferink, 2012). Het lijkt dus dat de tijd die men besteed aan het schrijven van artikelen weinig invloed heeft op de mate waarin er positief over leiderschap wordt geschreven. Positievere berichtgeving van opinieweekbladen ligt niet in de lijn der verwachtingen.

Vervolgonderzoek moet aantonen of dat het gebruik van een groter sample tot een significant verschil leidt.

Hypothese 3 is niet significant bevonden. Dit kan een gevolg zijn van de aselecte steekproef waarin weinig artikelen over vrouwen zijn voorkwamen. Binnen de gehele steekproef werd slechts 15,5% van de artikelen vrouwelijke leiders beschreven. In

kwaliteitskranten gingen 12 artikelen over vrouwelijke leiders. Opinieweekbladen benoemde in 14 artikelen eigenschappen van vrouwelijke leiders. De omvang is hierdoor te klein om valide conclusies te kunnen trekken. Door deze beperkte basis van artikelen over vrouwelijke leiders kunnen de verschillen tussen mannen en vrouwen niet goed met elkaar worden

vergeleken in dit onderzoek. Een verklaring voor deze beperkte basis is dat er in Nederland überhaupt weinig vrouwelijke leiders zijn en dan met name in de politiek (Keuzenkamp & Oudhof, 2000). Er zijn voor media dus meer mannen dan vrouwen om over te schrijven als het gaat over politiek. Om goede uitspraken te kunnen doen, is vervolgonderzoek nodig met een selecte steekproef, welke zal moeten leiden tot een groter aantal artikelen over

vrouwelijke leiders.

(32)

artikelen uit Nederlandse media kan de resultaten uit dit onderzoek verder bekrachtigen. Zoals eerder aangegeven belicht dit onderzoek alleen de resultaten van de aselecte steekproef. Er bestaan nog talloze andere artikelen over het onderwerp leiderschap. Daarnaast kan er nog worden onderzocht in hoeverre media in andere landen ingaan op transformationeel leiderschap. Zo kunnen bijvoorbeeld Nederlandse opinieweekbladen of kwaliteitskranten worden vergeleken met media in buurlanden als België en Nederland.

Literatuurlijst

Aas, R. W., Ellingsen, K. L., Lindøe, P., & Möller, A. (2008). Leadership qualities in the return to work process: a content analysis. Journal of Occupational Rehabilitation.

Altheide, D & Snow, R. (1979). Media Logic. Bevery Hills, California: Sage Publications Bakker, P., & Scholten, O. (2011). Communicatiekaart van Nederland: overzicht van media

en communicatie.-8e dr. Kluwer.

Bass, B. M., & Bass, R. (2009). The Bass handbook of leadership: Theory, research, and

managerial applications. Simon and Schuster.

Berge, Jojanneke (2014) Yolanthe Sneijder-Cabau: ‘Wes gaat altijd voor’.

Biggart, N. W. (1989). Charismatic capitalism: Direct selling organizations in America.

Chicago: University of Chicago Press

Bird, S., Klein, E., & Loper, E. (2009). Natural language processing with Python. " O'Reilly Media, Inc.".

(33)

methodological investigation of President Bush and the crisis of 9/11. Journal of

Applied Psychology, 89(3), 562.

Bligh, M. C., & Kohles, J. C. (2009). The enduring allure of charisma: How Barack Obama

won the historic 2008 presidential election. The Leadership Quarterly, 20(3), 483-492.

Bono, J. E., & Ilies, R. (2006). Charisma, positive emotion and mood contagion. Leadership Quarterly, 17, 317-334

Buchanan, L. (2013). Between Venus and Mars. Inc. Magazine(6), 64-75+130.

Canovan, M. (2004) Populism for political theorists? Journal of Political Ideologies 9 (3), 241-252.

Chi, N. W., Huang, Y. M., & Lin, S. C. (2009). A double-edged sword? Exploring the curvilinear relationship between organizational tenure diversity and team innovation: The moderating role of team-oriented HR practices. Group & Organization

Management, 34(6), 698-726.

De Church, L., Hiller, N., Murase, T., Doty, D., & Salas, E. (2010). Leadership across levels:

Levels of leaders and their levels of impact. The Leadership Quarterly, 1069-1085

Delft, M. (2006) Magazine!150 jaar publiekstijdschriften. Zwolle: Waanders

Uitgevers.

Durham, C.C., & Bartol, K.M. (2009). Pay for performance. In E. Locke (Eds), Handbook of

principles of organizational behavior: Indispensable knowledge for evidence-based management (p. 217-238). Sussex, England: John Wiley & Sons, Inc.

(34)

Psychological Review, 109(3), 573-598.

Eatwell, R. (2006). The concept and theory of charismatic leadership. Totalitarian Movements and political religions 7 (2): 141-156.

Eilders, C. (2006). News factors and news decisions. Theoretical and methodological advances in Germany. Communications 31 (1)

Elchardus, M. (2002). De Dramademocratie. Tielt: Lannoo.

Graber, D. (2004). Mediated Politics and Citizenship in The Twenty-First Century. Annual

Review Psychology 55, 545-571

Groene Amsterdammer (z.d.) De groene Amsterdammer geraadpleegd op 9 juni 2017 via

https://www.groene.nl/over

Goot, E. (2016, december 17) geraadpleegd op 24 januari 2017 via

http://www.nu.nl/dvn/4366800/oekraine-referendum-ruttes-meesterzet-of-valkuil.html

Hamersveld, R. (2012, september 9). De twee belangrijkste leiderschapsstijlen vergeleken geraadpleegd op 14 februari 2017 via http://wetenschap.infonu.nl/onderzoek/103054-de-twee-belangrijkste-leiderschapsstijlen-vergeleken.html

Huggins, K. S., Klar, H. W., Hammonds, H. L., & Buskey, F. C. (2016). Supporting Leadership Development: An Examination of High School Principals’ Efforts to Develop Leaders’ Personal Capacities. Journal of Research on Leadership

Education, 11(2), 200-221.

Illouz, E. (2003). Oprah Winfrey and the glamour of misery: An essay on popular culture.

New York: Columbia University Press

Jamieson, K.H. 1995. Beyond the double bind: Women and leadership. Oxford: Oxford University Press.

(35)

O'Keeffe, Daniel F. Current Opinion in Obstetrics and Gynecology, December 2012,

Vol.24(6), pp.436-439 [Peer Reviewed Journal]

Papworth, M. A., Milne, D., & Boak, G. (2009). An exploratory content analysis of

situational leadership. Journal of management development, 28 (7), 593-606.

Katharine A.M. Wright & Jack Holland (2014) Leadership and the media:

Gendered framings of Julia Gillard's ‘sexism and misogyny’ speech, Australian

Journal of Politica Science, 49:3, 455-468, DOI: 10.1080/10361146.2014.929089

Keuzenkamp, S. & Oudhof, K. (2000). Emancipatiemonitor 2000. Den Haag: Sociaal en

Cultureel Planbureau.

Kleinnijenhuis, J., Oegema, D. en Takens, J. H. (2007). Personalisering van de politiek.

Jaarboek Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, 2007, 101-127.

Kinicki, A., & Williams, B. (2009). Management: A practical introduction. Boston: McGraw-

Hill Irwin.

Kotter, J. P. (2008). Force for change: How leadership differs from management. Simon and

Schuster.

Leiderschap (z.d.). Wat is leiderschap? geraadpleegd op 22 januari 2017 via

https://www.managementsite.nl/kennisbank/leiderschap

List, G. (z.d.) Over elsevier weekblad geraadpleegd op 9 juni 2017 via

http://www.elsevierweekblad.nl/over-elsevier

(36)

Mulder, P. (2013, november 27). Situationeel Leiderschap Model geraadpleegd op 11 februari

2017 via http://www.toolshero.nl/leiderschap/situationeel-leiderschap

Pellekaan, E. (2010, september 14) HP/de tijd bestaat 20 jaar en kijkt terug en vooruit

geraadpleegd op 9 juni 2017 via http://www.hpdetijd.nl/2010-09-14/hpde-tijd-bestaat-20-jaar-en-kijkt-terug-en-vooruit

Phillips, J., & Schmidt, L. (2004). The Leadership Scorecard. Oxford: Elsevier Butterworth–

Heinemann.

Ritzer, G. (2012). Sociological Theory. New York: McGraw-Hill.

Rosener, J. (1990). Ways women lead. Harvard Business Review, 68(6), 65-67.

Schafraad, P. (z.d.). Nieuwsfactorcatalogussen geraadpleegd op 14 februari 2017 via

http://ditwordthetnieuws.blogspot.nl/2013/10/nieuwsfactorencatalogussen.html

Schutte, X. (2012, november 21) In de mediacratie geraadpleegd op 14 februari 2017 via

https://www.groene.nl/artikel/in-de-mediacratie

Strömbäck, J., & Van Aelst, P. (2013). Why political parties adapt to the media: Exploring the

fourth dimension of mediatization. International Communication Gazette, 75(4), 341-358.

Strömbäck, J. (2008). Four phases of mediatization: An analysis of the mediatization of politics. The International Journal of Press/Politics, 13(3), 228-246.

Strömbäck, J. (2011). Mediatization and perceptions of the media's political influence.

Journalism Studies, 12(4), 423-439.

(37)

105–111. http://dx.doi.org/10.1515/commun.2006.007Shoemaker

Swisher, V., & Dai, G. (2014). The agile enterprise: Taking stock of learning agility to guage

the fit of the talent pool to the strategy. Korn Ferry Institute

Pels, D. (2007). Het glazen huis van de democratie. Politiek sterrendom na Fortuyn. Justitiële

verkenningen 33 (2), 9-20.

Potter, W. J. (2012). Media effects. Sage.

Praag., & Brants (2014). De macht van medialogica. Media, macht en politiek: de

verkiezingscampagne van 2012, 3-20.

Waters, R. D. (2007). Nonprofit organizations' use of the internet: A content analysis of communication trends on the internet sites of the philanthropy philanthropy 400. Nonprofit Management and Leadership, 18(1), 59-76.

Wright, B.E., D.P. Moynihan, S.K. Pandey. (2012). Pulling the Levers: Transformational

Leadership, Public Service Motivation, and Mission Valence. In: Public Administration Review. 03-04, 206-215.

Vrij Nederland (z.d.) Over vrij Nederland geraadpleegd op 9 juni 2017 via

https://www.vn.nl/service/over

Yessenov, K., & Misailovic, S. (2009). Sentiment analysis of movie review comments. Methodology, 1-17.

Yoder, J. (2001). Making leadership work more effectively for women Journal of Social

Issues, 57, 815-828

(38)

Appendix: Codeboek Codeboek

Het doel van dit onderzoek is te analyseren in hoeverre de beeldvorming over leiderschap in kwaliteitskranten en opinieweekbladen is veranderd en wat de verschillen tussen beide publicaties zijn. De artikelen die gecodeerd worden zijn verkregen uit het programma LexisNexis. De artikelen zijn afkomstig uit kranten, journalistieke artikelen en weekbladen. De codeur dient tijdens het coderen de artikelen te filteren tussen het jaar 2012 en 2016. De kwaliteitskranten bestaan uit NRC, Trouw, Financieel Dagblad, Volkskrant, AD, Parool en Nederlands Dagblad. Deze kranten dienen geselecteerd te worden voor het coderen. De categorie opinieweekbladen zijn al gefilterd in LexisNexis en hoeven niet apart geselecteerd te worden. Het hele bericht inclusief de titel moet gecodeerd worden. Alle variabelen dienen volledig ingevuld te worden met de bijbehorende opties.

V1 Codeur

Hierbij dient te worden aangegeven wie heeft het artikel heeft gecodeerd.

1. Shantila Mahabir 2. Overige codeur

Codering: 0 (Shantila Mahabir), 1 (overige codeur)

V2 Itemnummer

De codeur kent hier een itemnummer aan het artikel toe. Alle nummers lopen op, beginnend met nummer 1, vervolgens 2 enzovoorts.

Nummer:

(39)

De codeur noteert de datum van de publicatie. DD/MM/JJJJ

Datum:

V4 Type media

De codeur geeft aan uit welke krant of opinieweekblad het artikel afkomstig is

Codering:

(1) NRC (8) Elsevier

(2) Trouw (9) HP/de Tijd

(3) Financieel Dagblad (10)De groene Amsterdammer (4) Volkskrant (11) Vrij Nederland

(5) AD (12) Forum

(6) Het Parool (13) Quote

(7) Nederlands Dagblad

V5 Aantal woorden

De codeur selecteert de volledige tekst uit het artikel en geeft aan uit hoeveel woorden het artikel bestaat. Dit is inclusief de titel en exclusief de datum of bronvermelding.

Aantal woorden:

V6 Geslacht leiderschap

Hierbij dient te worden aangegeven of het om een mannelijke of vrouwelijke leider gaat.

Codering: 0 (Man), 1 (Vrouw)

(40)

Transformationele leiderschap wordt gedefinieerd als: “leiders die mensen weten te motiveren en inspireren, persoonlijke betrokkenheid toont die oprecht is, intellectueel stimuleert en volgelingen trekken met hun persoonlijke uitstraling”. De transformationele leider heeft een duidelijke visie en kijkt met zijn volgelingen naar de toekomst. Waarden spelen een

belangrijke rol voor deze leider. Voorbeelden van transformationele leiders zijn Oprah

Winfrey en Barack Obama. Laatst genoemde kijkt naar de toekomst door middel van zijn “yes we can” houding.

De codeur bepaaldt of er over het type transformationeel leiderschap wordt geschreven door middel van onderstaande eigenschappen. Noteer de nummers van de kenmerken welke voorkomen in het artikel.

Extraversie, dit wordt gezien als de leider zich richt op de buitenwereld, gekarakteriseerd als: sociabiliteit, dominantie, hartelijkheid, vrolijkheid, energie en avonturisme

Altruïsme, dit wordt gezien als de leider zich richt op: vertrouwen, zorgzaamheid, oprechtheid, bescheidenheid en medeleven.

Openheid, dit wordt gezien als de leider zich richt op fantasie, ideeën en waarden, gevoelens en veranderbereidheid.

Charisma, dit wordt gezien als de leiders andere volgelingen een prettig gevoel geven, de x-factor hebben en laten zien wie zij echt zijn.

Codering: (1) Extraversie, (2) Altruïsme, (3) Openheid, (4) Charisma, (5) Niet van toepassing

V8 Kenmerk transactioneel leiderschap

Transactioneel leiderschap wordt als volgt gedefinieerd: “Leider die zijn volgelingen probeert te motiveren door beloningen te geven voor de prestaties die zij leveren”. Dit type leiderschap corrigeert zijn volgelingen gelijk als er iets fout gaat en stelt het zelfbelang voorop. Deze

(41)

leiders laten duidelijk zien welke handelingen moeten worden uitgevoerd om een beloning te krijgen. Voorbeeld van een transactionele leider is Mark Rutte; hij beloont je wanneer je je stem aan hem geeft. In ruil daarvoor de ‘beloning’ krijgt de stemmer meer blauw op straat, minder belastingen enzovoorts.

De codeur bepaalt of er over het type transactioneel leiderschap wordt geschreven door middel van onderstaande eigenschappen. Noteer de nummers van de kenmerken welke voorkomen in het artikel.

Afhankelijke beloning, dit wordt gezien als de leider in ruil voor een prestatie of handeling een beloning toekent. Er worden doelen opgesteld en er wordt aangegeven welke beloning hierbij hoort.

Management by exception, dit wordt gezien als de leider negatieve feedback uit, en hierdoor zijn volger moet corrigeren. Het bestaat uit twee vormen; actief en passief. Bij de actieve vorm is de leider sterk betrokken bij de volgelingen en corrigeert direct als er iets fout gaat. Bij de passieve vorm komt de leide pas in actie als de vastgestelde doelen niet behaald zijn of ergens een probleem voorvalt (Bass, 1985).

Indien één van deze kenmerken voorkomen moet er “ ja” beantwoord worden.

Codering: (1) Afhankelijke beloning, (2) Management by exception, (3) Niet van toepassing

V9 Sentiment artikel

De codeur bepaalt aan de hand van de Python NLTK Sentiment Analysis tool of een artikel positief, negatief of neutraal schrijft over leiderschap. Er is gekozen voor deze tool om subjectiviteit buiten beschouwing te laten. De codeur kan via de volgende link http://text-processing.com/demo/sentiment/.aangeven welke sentiment het artikel bevat.

(42)

V10 Personalisering

Personalisering wordt als volgt gedefinieerd: “ Een eigen persoonlijk karakter aan iets of iemand toekennen”. De codeur bepaalt of het artikel zich bezig houdt met karaktertrekken van de leider. Wordt er in het artikel aandacht gegeven aan het karakter van de leider? Er wordt bijvoorbeeld gesproken over de impulsiviteit van een leider of de socialiteit.

Codering: 0 (ja), 1 (nee)

V11 Persoon

Is er een persoon in het artikel aan het woord?

Codering (0) ja, (1) nee

V12 Type persoon

Wat is de functie van de persoon die aan het woord is of waar er in het artikel over geschreven wordt?

Codering: (1) Politicus, (2) CEO, (3) Wetenschapper, (4) Directeur, (5) Anders, namelijk: (6) Niet genoemd

V13 Persoonlijke acties

Worden er persoonlijke acties van de leider beschreven in het artikel? Met persoonlijke acties wordt bedoeld of er wordt geschreven over bijvoorbeeld: Bezoek aan een evenement of festival, met de step naar werk komen, uitbundig dansen, meedoen aan een spel enz. Het betreft alle activiteiten die los staan van werk gerelateerde zaken.

V14 Emoties

Hierbij moet worden aangegeven of de emoties van de leider worden omgeschreven. Emoties bestaan uit: humor, agressie en emotioneel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is nu niet goed duidelijk welke eisen aan de tarwe gesteld moeten worden om die in een aantal verschillende kwaliteitsklassen te kunnen indelen voor het gebruik als

Counter-terrorism, however, is a common field of policy-making and has taken a position between the EU common foreign, defence and security policies and Justice and Home Affairs

In EMs, the framework by which organizations can acquire regulative legitimacy is more vague and ambiguous (Hitt et al., 2000; Khanna &amp; Palepu, 1997). Extensive regulation leads

Het lijkt mij interessant om te weten hoeveel overlap er is tussen de twee steekproe‐ ven in termen van type misdrijven: zijn er veel verdachten van cyber-dependent misdrijven die

We’ve made some great signings, gelled as a team and if we can hold it together for the season then it’s defi- nitely going to be a good one. I can’t wait for North Shields when

En este sentido, nuestro estudio busca contribuir al análisis de la política de tratamiento de aguas residuales desde una perspectiva de gobernanza y nuestra pregunta de

interventions, the actual implementation of these interven- tions into various settings lags behind. The effectiveness of Psyfit.nl, an online mental fitness program based on

Winie, ontzettend bedankt voor jouw onmisbare hulp en ondersteuning, maar ik wil je vooral ook bedanken voor alle gezelligheid die jij met je meebrengt bij de nefrologie.. Onmisbaar