• No results found

Blablabla : go workout : een onderzoek naar de invloed van het bekijken van fitspiration op Instagram op de sport- en eetmotivaties van de kijker en naar de invloed van de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker a

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Blablabla : go workout : een onderzoek naar de invloed van het bekijken van fitspiration op Instagram op de sport- en eetmotivaties van de kijker en naar de invloed van de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker a"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘BLABLABLA. GO WORKOUT.’

Een onderzoek naar de invloed van het bekijken van fitspiration op Instagram op de sport- en eetmotivaties van de kijker en naar de invloed van de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker als moderator.

Bachelor scriptie - Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap

Sanne Houterman - 10615466 Begeleid door Monique Timmers 13-01-2017

(2)

1 Aantal woorden: 6487

Inhoudsopgave

Samenvatting 2 Inleiding 3 Conceptueel model 5 Methode 12 Resultaten 18 Conclusie 23 Discussie 24 Referentielijst 25 Bijlage 1 – Vragenlijst 28

(3)

2

Samenvatting

Fitspiration afbeeldingen zijn een online trend op Instagram. Op fitspiration

afbeeldingen staan foto’s van gezonde voeding, sportende mensen en motiverende quotes. In dit onderzoek werd onderzocht in hoeverre het bekijken van fitspiration op Instagram invloed heeft op de sport- en eetmotivaties van volwassen Nederlanders. Ook werd er onderzocht of de sociale vergelijkingsoriëntatie van de proefpersonen invloed had op de relatie tussen de conditie en de sport- en eetmotivaties. Er is een online experiment uitgevoerd onder 117 proefpersonen (N = 117) met twee condities. In de experimentele conditie kregen de proefpersonen twee Instagram pagina’s met

fitspiration te zien en in de controle conditie kregen de proefpersonen twee Instagram

pagina’s met reisfoto’s te zien. Alle proefpersonen kregen hierna een vragenlijst waarmee de sport- en eetmotivaties, de sociale vergelijkingsoriëntatie en

demografische kenmerken werden gemeten.

Het bekijken van fitspiration had geen invloed op de getoetste sport- en eetmotivaties van volwassen Nederlanders. Wel is er bewijs gevonden dat mannen na het bekijken van fitspiration op de sportmotivaties Uitdaging en Sociale Erkenning hoger scoorden dan wanneer zij geen fitspiration bekeken hadden. Vrouwen scoorden op deze

sportmotivaties juist lager wanneer zij wel fitspiration bekeken hadden dan wanneer zij geen fitspiration bekeken. Tevens is er bewijs gevonden dat de sociale

vergelijkingsoriëntatie van een persoon de sportmotivatie Uiterlijk en de Totale sportmotivatie kan versterken.

(4)

3

Inleiding

Uit onderzoek van de Rijksoverheid blijkt dat 50,3% van de Nederlanders

overgewicht heeft ("Overgewicht |Cijfers en context |Huidige situatie", 2016). Dit betekent dat meer dan de helft van de Nederlandse bevolking een ongezond lichaamsgewicht heeft. Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op een breed scala aan ziektes en aandoeningen. ("Overgewicht |Cijfers en context |Huidige situatie", 2016). Het wordt dus hoog tijd dat Nederlanders een gezonder

lichaamsgewicht krijgen en op deze manier gezonder worden. Ondanks dat veel Nederlanders overgewicht hebben, zijn er tegenwoordig ook veel trends die zich richten op een gezonde levensstijl. Deze trends voor een gezonde levensstijl zijn zowel in het echte leven als online terug te vinden.

Een belangrijke online trend die zich richt op een gezonde levensstijl zijn de

fitspiration pagina’s. Dit is een online trend op Instagram waar pagina’s vol met foto’s

over sport en gezonde voeding te vinden zijn. Instagram is een sociaal medium waarbij gebruikers foto’s en video’s op hun privé of openbare profiel kunnen delen. Een extreem gezond eetpatroon en veel beweging worden op deze pagina’s met foto’s en video’s gepromoot (Tiggemann & Zaccardo, 2015). Vaak wordt een scala aan hastags gebruikt om de afbeeldingen te promoten en te labelen. Hierbij kan gedacht worden aan #fitgirl, #gymlife, #weightlossmotivation en #gainz. De volgers kunnen zichzelf op deze pagina’s vergelijken met leeftijdsgenoten en beroemdheden. Het is interessant om te zien dat een trend als fitspiration zo groot kan worden in een land waar meer dan de helft van de Nederlanders overgewicht heeft. Alleen het sociale media platform Instagram heeft in 2016 al 500 miljoen actieve accounts wereldwijd ("Global social media ranking 2016 |Statistic", 2016). Wanneer men op de term fitspiration op Instagram zoekt, volgen er 9.766.706 berichten uit de

zoekresultaten (Instagram.com, 2016).

Blijkbaar hebben mensen de behoefte om beelden en video’s van anderen over gezond eten en sporten te bekijken. Volgens de sociale vergelijkingstheorie van Festinger (1954) vergelijken mensen zichzelf continu met anderen. Het blijkt uit onderzoek dat het gebruiken van sociale media leidt tot een sterker effect van sociale vergelijking tussen de volger van een bericht en de plaaster van een bericht (de Vries & Kühne, 2015; Frison & Eggermont, 2016; Lee, 2014; Vogel, Rose, Okdie, Eckles &

(5)

4

Franz, 2015; Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014). De mate waarin een persoon de behoefte heeft om zichzelf met een ander te vergelijken is de sociale

vergelijkingsoriëntatie (SVO). Hoe hoger de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker, hoe vaker deze persoon zichzelf met anderen vergelijkt (Lee,2014).

Door jezelf met anderen te vergelijken kun je volgens Suls, Martin en Wheeler (2002) inzicht krijgen hoe je je welbevinden kunt verbeteren. Ook je zelfbeeld en je

lichaamsbeeld kunnen beter worden door jezelf te vergelijken met anderen. Het bekijken van fitspiration op Instagram kan er volgens de sociale vergelijkingstheorie voor zorgen dat mensen meer kennis krijgen over een gezond dieet en over sporten. Omdat Instagram en fitspiration redelijk nieuwe trends zijn, is er nog erg weinig

onderzoek naar de effecten van fitspiration gedaan. Het onderzoek wat al wel bestaat, gaat vaak over de invloed van fitspiration op het zelfbeeld (Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014;de Vries & Kühne, 2015; Lee, 2014; Frison & Eggermont, 2015), lichaamsbeeld (Fardouly & Vartanian, 2015; de Vries & Kühne, 2015) of op depressieve symptomen van de kijker (Nesci & Prinstein, 2015; Lup, Trub & Rosenthal, 2015).

Er is nog geen onderzoek wat gaat over de invloed van fitspiration op de sportmotivaties en eetmotivaties van de kijker. Het is dus nog niet bekend of

fitspiration ook daadwerkelijk voor een verandering van de eet- en sportgewoontes

kan zorgen.

In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre het bekijken van fitspiration op Instagram invloed heeft op sportmotivaties en eetmotivaties van de kijker en of de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker hierbij als moderator optreedt. Het is van belang voor de volksgezondheid dat het aantal mensen met overgewicht kleiner wordt. Dit onderzoek is relevant omdat het inzicht geeft of de nieuwe online trend

fitspiration bij kan dragen aan het verminderen van mensen met overgewicht en het

(6)

5

Conceptueel model

In dit onderzoek spelen verschillende variabelen en relaties een rol. In deze paragraaf zullen deze variabelen toegelicht worden in een conceptueel model.

Fitspiration

De onafhankelijke variabele, de conditie, is ‘het bekijken van fitspiration op

Instagram’. Het Engelse woord fitspiration is een versmelting van de woorden fitness en inspiration. Volgens Tiggemann en Zaccordo (2016) probeert de plaatser van

fitspiration afbeeldingen de kijker over te halen gezond te eten, meer te sporten en

zelf hun gezondheid actief te verbeteren.

Volgens de inhoudsanalyse van Palmer (2015) plaatsen gebruikers foto’s van gespierde lichamen, sportroutines, sport prestaties, fitness trainingsschema’s,

gezonde maaltijden, gezonde recepten en motiverende quotes, die de kijker uitdagen het perfecte lichaam na te streven. Het beeld is de leidende factor op Instagram en de tekst is secundair.

Doordat fitspiration pagina’s voornamelijk om beeld draaien, wordt Instagram het meest als platform voor deze trend gebruikt. Volgens Tiggemann en Zaccordo (2016) zijn fitspiration afbeeldingen op veel websites op het internet te vinden, maar komen deze afbeeldingen het meeste voor op Instagram. Doordat fitspiration een redelijk nieuw fenomeen is, is er nog weinig onderzoek naar gedaan. Het onderzoek wat al wel bekend is gaat vaak over de invloed van fitspiration op het zelfbeeld, op het lichaamsbeeld en op depressieve symptomen bij de kijker (Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014;De Vries & Kühne, 2015; Lee, 2014; Frison & Eggermont, 2015; Fardouly & Vartanian, 2015; Nesci & Prinstein, 2015; Lup, Trub & Rosenthal, 2015). Er is nog heel weinig onderzoek bekend over de invloed van fitspiration op sport- en eetmotivaties. De bestaande onderzoeken over dit onderwerp zijn inhoudsanalyses van fitspiration afbeeldingen (Tiggemann & Zaccordo, 2016; Palmer, 2015). Ook is er nog geen onderzoek gedaan naar de mogelijke invloed van de sociale

vergelijkingsoriëntatie van de kijker op de relatie van de conditie en de sport- en eetmotivaties.

(7)

6 Sociale vergelijkingstheorie

De theorie die de invloed van fitspiration op de sport- en eetmotivaties van kijker kan verklaren is de sociale vergelijkingstheorie. Volgens de sociale vergelijkingstheorie van Festinger (1954) hebben mensen continu de neiging om zichzelf te evalueren ten opzichte van anderen. Volgens Yip en Kelly (2013) kan sociale vergelijking automatisch en onbewust bij mensen plaatsvinden. Het blijkt uit eerder onderzoek dat het gebruiken van sociale media leidt tot een toename van sociale vergelijking tussen de volger van een bericht en de plaatser van een bericht (de Vries & Kühne, 2015; Frison & Eggermont, 2016; Lee, 2014; Vogel, Rose, Okdie, Eckles & Franz, 2015; Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014).Hoe meer sociale media er gebruikt wordt, hoe meer sociale vergelijking er plaats vindt. Er zijn drie motieven bekend die verklaren waarom een persoon gedachten heeft waarin hij/zij zich met anderen vergelijkt (Yip & Kelly, 2013). De drie motieven om sociale vergelijking te gebruiken zijn om jezelf te verheffen, te verbeteren en te evalueren. In dit onderzoek speelt het motief om jezelf te verbeteren een rol. Er wordt immers onderzocht of het bekijken van fitspiration invloed heeft op de sport- en eetmotivaties van de kijker.

In principe zijn er twee vormen van sociale vergelijking waarbij deze motieven een rol kunnen spelen, namelijk; opwaartse sociale vergelijking en neerwaartse sociale vergelijking.

Bij opwaartse sociale vergelijking vergelijkt een persoon zich met een ander die beter is op een bepaald vlak of een opdracht beter heeft uitgevoerd. Volgens Yip en Kelly (2013) kan dit tot gevolg hebben dat een persoon door deze vergelijking een lager zelfbeeld of lichaamsbeeld krijgt. Daarentegen kan een persoon door deze

vergelijking ook inzicht krijgen hoe hij/zij zijn leven kan verbeteren en kan deze sociale vergelijking daardoor motiverend werken.

Bij neerwaartse sociale vergelijking vergelijkt een persoon zichzelf met een ander die slechter is op een bepaald vlak of minder goed presteert dan hij/zij zelf (Yip & Kelly, 2013). Deze vergelijking kan er volgens Yip en Kelly (2013) voor zorgen dat een persoon zichzelf beter voelt dan de ander en dat deze persoon een hoger zelfbeeld en/of lichaamsbeeld krijgt. Door jezelf te vergelijken met anderen kun je volgens Suls, Martin en Wheeler (2002) inzicht krijgen in hoe je je welbevinden kunt verbeteren. Je ziet dan hoe een ander met een bepaalde zaak omgaat en je kunt

(8)

7 deze oplossing toepassen op je eigen leven.

Het effect van sociale vergelijking hangt van een aantal factoren af. Lee heeft onderzocht wat de invloed van het bekijken van Facebook op het zelfbeeld van studenten is. Volgens het onderzoek van Lee (2014) hebben bepaalde

persoonlijkheidskenmerken van de gebruiker van Facebook invloed op hoe vaak een persoon zichzelf vergelijkt met anderen. Hoe vaker een persoon zichzelf vergelijkt met anderen, hoe lager het zelfbeeld van deze persoon was (Lee, 2014). De persoonlijkheidskenmerken die Lee onderzocht heeft zijn zelfbeeld, onzekerheid, zelfbewust zijn en de sociale vergelijkingsoriëntatie van een persoon.

Sociale vergelijksoriëntatie

Een van de persoonlijkheidskenmerken die het effect van sociale vergelijking

versterkte in het onderzoek van Lee (2014) was de sociale vergelijkingsoriëntatie. De sociale vergelijkingsoriëntatie is de mate waarin een persoon de behoefte heeft zichzelf met zijn leeftijdsgenoten te vergelijken (Vogel, Rose, Okdie, Eckles & Franz, 2015). Het onderzoek van Vogel, Rose, Okdie, Eckles en Franz (2015) bevestigt ook dat de sociale vergelijkingsoriëntatie van een persoon van belang is bij sociale

vergelijkingsprocessen. Zij concludeerden dat hoe hoger de sociale

vergelijkingsoriëntatie van een persoon is, hoe vaker hij/zij zichzelf met anderen vergelijkt op sociale media. Deze hogere mate van sociale vergelijking zorgt weer voor een lager zelfbeeld en een lagere zelfperceptie bij opwaartse vergelijking. In een onderzoek van Ozimek en Bierhoff (2016) kwam de sociale

vergelijkingsoriëntatie ook naar voren als een mediator bij de relatie tussen leeftijd en Facebook gebruik. Het bleek dat hoe hoger de sociale vergelijkingsoriëntatie van een persoon was, hoe meer deze persoon op Facebook zat.

Bij deze onderzoeken is de sociale vergelijkingsoriëntatie een moderator. In dit onderzoek wordt er niet naar het zelfbeeld, de zelfperceptie of het Facebook gebruik van proefpersonen gekeken. Toch zijn we benieuwd of de sociale

vergelijkingsoriëntatie van een participant van invloed is op de relatie tussen het bekijken van fitspiration en de sport- en eetmotivaties.

Sportmotivaties

(9)

8

gespierde lichamen, fitness trainingsschema’s en motiverende sport quotes (Boepple & Thompson, 2015). Er bleek uit een onderzoek van Tiggemann en Zaccardo (2015) dat het bekijken van fitspiration afbeeldingen door vrouwelijke studenten leidde tot minder tevredenheid over het lichaam.

Volgens Vaterlaus, Patten, Roche en Young (2014) kan sociale media zowel werken als een barrière om meer te bewegen als een motivator om meer te bewegen.

Sociale media werkte als een barrière, indien de tijd om te sporten gebruikt werd om achter de computer sociale media accounts bij te houden. Sociale media werkte juist als een motivator, indien personen trainingsschema’s op sociale media vonden en die gingen gebruiken om te sporten. Uit het onderzoek van Al-Eisa et al. (2016) bleek ook dat het bekijken van sport afbeeldingen via een privé bericht op Instagram een goede manier was om mensen te motiveren om meer te sporten.

Uit eerdere onderzoeken bleek dat het gebruiken van sociale media leidde tot een toename van sociale vergelijking tussen de volger van een bericht en de plaaster van een bericht (de Vries & Kühne, 2015; Frison & Eggermont, 2016; Lee, 2014; Vogel, Rose, Okdie, Eckles & Franz, 2015; Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014). Het zou kunnen dat door middel van sociale vergelijking mensen een grotere behoefte krijgen om te sporten wanneer zij fitspiration op Instagram pagina’s bekijken. Toch is het nog niet onderzocht of het bekijken van fitspiration op Instagram pagina’s invloed kan hebben op de sportmotivaties van de kijker. Daaruit volgt de eerste

onderzoeksvraag. Onderzoeksvraag 1:

In hoeverre heeft het bekijken van fitspiration op Instagram invloed op de sportmotivatie van de kijker?

Uit andere onderzoeken bleek dat de sociale vergelijkingsoriëntatie vaak als

moderator werkte. Zo zorgde de sociale vergelijkingsoriëntatie ervoor dat de relatie tussen het bekijken van Facebook en het zelfbeeld versterkt werd (Lee, 2014). Ook in het onderzoek van Vogel, Rose, Okdie, Eckles en Franz (2015) zorgde de sociale vergelijkingsoriëntatie ervoor dat de proefpersonen zichzelf vaker met anderen op social media vergeleken. Voor dit onderzoek zijn wij benieuwd of de sociale vergelijkingsoriëntatie ook invloed heeft op de relatie tussen het bekijken van

(10)

9

fitspiration op Instagram en de sportmotivaties. Daaruit volgt de tweede

onderzoeksvraag. Onderzoeksvraag 2:

In hoeverre heeft de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker van de fitspiration afbeeldingen op Instagram invloed op de relatie tussen de conditie en de

sportmotivaties?

Eetmotivaties

Ten eerste hebben McFerran, Dahl, Fitzsimons en Morales (2010) aangetoond dat sociale interactie invloed heeft op de portie voedsel die jongeren consumeren. Er bleek dat wanneer een persoon die slanker was dan de proefpersonen een portie opschepte, de proefpersonen een kleinere portie opschepten dan de slanke persoon. Dit onderzoek is een voorbeeld wat laat zien dat mensen zichzelf met anderen

vergelijken wat betreft uiterlijke kenmerken en de portie grootte van hun voedsel en hun gedrag hierop aanpassen. Verder blijkt uit een onderzoek van Oh, Lauckner, Boehmer, Fewins-Bliss en Li (2013) dat jongeren het internet, en daarin specifiek sociale media sites, gebruiken om informatie over gezondheid gerelateerde onderwerpen en support van leeftijdgenoten op te zoeken. Sociale media sites worden dus als bron van informatie voor gezondheidskwesties gezien.

Dan is het nog zo dat op de fitspiration pagina’s op Instagram over het algemeen gezonde maaltijden worden getoond. Het is zelfs zo dat één op de vijf afbeeldingen over voeding gaat (Tiggeman & Zaccardo, 2016). Op Instagram kunnen gebruikers gezonde maaltijden en recepten van leeftijdsgenoten op hun profielen zien en zo nieuwe gezonde recepten leren. Ook worden er veel afbeeldingen op Instagram geplaatst waarin over de voedingswaarde van bepaald voedsel wordt geïnformeerd (Tiggeman & Zaccardo, 2016). Van al het eten wat op de fitspiration pagina’s

gevonden werd in de inhoudsanalyse van Tiggeman en Zaccardo (2016) is 91,2% gezond voedsel. In dit onderzoek werd gezonde voeding gezien als voedsel met een hoge voedingswaarde en laag in vet en calorieën.

Vervolgens hebben fitspiration pagina’s volgens Boepple en Thompson (2015) de focus op de thema’s gewichtsverlies en een dun figuur liggen. Verder stonden er volgens hen schuld oproepende berichten over gewicht en eten op de pagina’s. Volgens Vaterlaus, Patten, Roche en Young (2014) bestaat gezond eetgedrag uit

(11)

10

een gevarieerd dieet en gemiddelde porties eten in combinatie met genoeg fysieke beweging.

Als laatste bleek zoals eerder gezegd uit onderzoeken dat het gebruik van sociale media de sociale vergelijking tussen plaatser en volger van een bericht vergroot (de Vries & Kühne, 2015; Frison & Eggermont, 2016; Lee, 2014; Vogel, Rose, Okdie, Eckles & Franz, 2015; Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014).

Dit alles zou eraan bij kunnen dragen dat mensen via sociale vergelijking op Instagram gemotiveerd worden om hun eetmotivaties aan te passen. Hier is nog geen onderzoek naar gedaan. Daarom zal er in dit onderzoek onderzocht worden of het bekijken van fitspiration invloed kan hebben op de eetmotivaties van de kijker.

Onderzoeksvraag 3:

In hoeverre heeft het bekijken van fitspiration pagina’s op Instagram invloed op de eetmotivaties van de kijker?

Tevens bleek dat de sociale vergelijkingsoriëntatie van een persoon vaak een moderator is bij een sociale vergelijkingsrelatie (Lee, 2014; Vogel, Rose, Okdie, Eckles & Franz, 2015). In dit onderzoek zijn wij dan ook nieuwsgierig naar de invloed van de sociale vergelijkingsoriëntatie van een persoon en de invloed op de

eetmotivaties van die persoon. Hieruit volgt de daarop volgende vraag.

Onderzoeksvraag 4:

In hoeverre heeft de sociale vergelijkingsoriëntatie van de kijker van de fitspiration afbeeldingen op Instagram invloed op de relatie tussen de conditie en de

eetmotivaties?

In Figuur 1 zijn alle vier de onderzoeksvragen overzichtelijk in een conceptueel model te zien.

(12)

11

Figuur 1 Conceptueel model

Controle variabelen

Het blijkt uit onderzoek van Tiggemann en Zaccordo (2016) dat 67,3% van de

personen op de fitspiration foto’s een vrouw is, 28,8 % is een man en op 3,9% staan zowel mannen als vrouwen. Ook blijkt uit onderzoek van Nesci en Prinstein (2015) dat vrouwen een hogere sociale vergelijkingsoriëntatie hebben ten opzichte van mannen. Voor dit onderzoek is er gekozen om geslacht als controle variabele op te nemen. Verder blijkt uit onderzoek van Ozimek en Bierhoff (2015) dat leeftijd ook als moderator op de sociale vergelijkingsoriëntatie kan werken. Hoe ouder iemand was, hoe lager de sociale vergelijkingsoriëntatie van die persoon was. Verder wordt er in dit onderzoek ook gekeken welke attitude de proefpersonen van dit onderzoek hebben tegenover fitspiration pagina’s en of zij in hun dagelijks leven wel eens naar dit soort pagina’s kijken en of zij in het dagelijks leven zelf wel eens fitspiration plaatsen. Het onderzoek zal ook op deze drie variabelen gecontroleerd worden.

+

Sportmotivaties

Het bekijken van Fitspiration pagina’s op Instagram Eetmotivaties Sociale vergelijkings-oriëntatie van de kijker + + +

(13)

12

Methode

In de volgende paragraaf zal besproken worden hoe het onderzoek tot stand gekomen is en welke beslissingen er gemaakt zijn tijdens het onderzoeksproces. Procedure

Dit experiment werd in de maand november van 2016 uitgevoerd. Er is gekozen voor een experiment omdat zo de causaliteit van de relatie kan worden vastgesteld. De proefpersonen kregen eerst uitleg over het onderzoek, hun privacy en de anonimiteit. Deelname aan het onderzoek was op vrijwillige basis en de proefpersonen moesten allemaal een informed consent tekenen alvorens zij deelnamen aan het experiment. De proefpersonen werden random toegewezen aan de experimentele groep en de controle groep door het programma Qualtrics. Onder alle proefpersonen werd een cadeaubon van 20 euro verloot.

Als eerste volgde de experimentele manipulatie. De experimentele groep kreeg twee Instagram pagina’s te zien waarop fitspiration afbeeldingen te zien waren. De

controle groep kreeg twee Instagram pagina’s te zien waarop reisafbeeldingen te zien waren. Als laatste kregen beide groepen een vragenlijst met vragen over de verschillende sport- en eetmotivaties, over de sociale vergelijkingsoriëntatie en over de controle variabelen.

Proefpersonen

De populatie bestaat uit Nederlandse mannen en vrouwen vanaf 18 jaar oud. Het online experiment werd via het persoonlijke netwerk van de onderzoeker op de persoonlijke Facebook pagina en in Facebook en Whatsapp groepen verspreid. Proefpersonen konden op hun computer of op hun telefoon meedoen aan het experiment. Respondenten bepaalden zelf of ze mee wilden doen aan het onderzoek.

Uiteindelijk startte er 155 proefpersonen aan het experiment. Van dit aantal heeft 75,5% het experiment volledig afgerond. In totaal waren er 117 proefpersonen die boven de achttien waren en het experiment hadden afgemaakt (N=117). Na het schoonmaken van de data had de controle groep 60 proefpersonen en de

(14)

13

De gemiddelde leeftijd was 29,05 jaar (SD=10,07). Er deden 21 mannen mee aan het experiment en 96 vrouwen. Het grootste deel, 44,4%, van de proefpersonen had een universitair opleidingsniveau. Met 33,3% was het HBO opleidingsniveau de daarop grootste groep.

Daarnaast had 60,7% van de proefpersonen een Instagram account. Het grootste gedeelte van de proefpersonen met een Instagram account, namelijk 27,4%, gaf aan nooit fitspiration te bekijken. Er was een groep van 7,7% die aangaf één keer per dag

fitspiration te bekijken op Instagram. Van de proefpersonen met een Instagram

account gaf maar liefst 47,9 % aan dat zij nooit fitspiration afbeeldingen plaatsten. Van de 117 proefpersonen gaven 67 er aan dat een van hun interessegebied sport was. Sociale media accounts bijhouden was een interessegebied van 39

proefpersonen en 41 proefpersonen gaven aan dat gezonde voeding een interessegebied van hen was.

Metingen

Conditie - Het bekijken van fitspiration op Instagram

De variabele ‘het bekijken van fitspiration op Instagram’ is de onafhankelijke variabele in het experiment. De experimentele groep zal beelden over fitspiration bekijken op twee Instagram pagina’s. Hierin zal één op de vijf beelden gezond eten bevatten, één op de vijf beelden een motiverende quote en de rest van de beelden zal beelden bevatten van sportende en poserende mannen en vrouwen. Deze verhoudingen komen ongeveer overeen met de resultaten van de content analyse van fitspiration van Tiggeman en Zaccardo (2016). De beelden over voeding zullen voedsel bevatten die hoog in voedingswaarden zijn en/of laag in vet. Verder zullen het gemiddelde porties zijn en gevarieerde maaltijden net zoals de fitspiration voedselafbeeldingen in verschillende content analyses (Vaterlaus, Patten, Roche & Young, 2014; Tiggeman & Zaccardo, 2016). De beelden zullen van openbare Instagram pagina’s worden gehaald. Uit de inhoudsanalyse van Tiggemann en Zaccardo (2016) bleek dat de verschillende fitspiration beelden in bepaalde verhoudingen voorkomen. Deze verhoudingen zijn gebruikt bij de selectie van de beelden voor dit experiment. Er zijn 150 beelden per conditie gebruikt. Voor de experimentele conditie gold dat er 58 vrouwen, 27 mannen, 5 koppels, 30 foto’s van gezond eten, 15 motiverende quotes en 15 foto’s van sportscholen en sportspullen

(15)

14

werden afgebeeld. De controle groep kreeg evenveel beelden te zien, maar dan met reisafbeeldingen. Er is voor gezorgd dat er geen focus lag op voeding, lichaam of beweging bij deze reisbeelden van de controle groep. Tevens was er voor beide groepen na het bekijken van de afbeeldingen op de Instagram pagina’s aan het einde van de vragenlijst een controle vraag waarin gevraagd werd welke

afbeeldingen zij gezien hadden. Sportmotivatie

Om de sportmotivatie te meten is gekozen om het meetinstrument Exercise Motivation Inventory 2 (EMI-2) te gebruiken. Deze uitgebreide schaal meet

verschillende motivaties die mensen hebben om te sporten (Markland & Ingledew, 1997).

In dit onderzoek werden de sportmotivaties gemeten, die ook op de fitspiration pagina’s worden getoond. Zo werden de sportmotivaties Uitdaging, Sociale

Erkenning, Gezondheidsdruk, Positieve gezondheid behouden, Gewichtscontrole en Uiterlijk gemeten. Deze zes subschalen werden met 22 items gemeten, zie Bijlage 1 voor de volledige vragenlijst. De proefpersonen konden stellingen beantwoorden op een vijf-punt Likert schaal waarbij 1= ‘Helemaal niet van toepassing op mij’ en 5= ‘Helemaal van toepassing op mij’ was. Elke stelling begon met ‘Persoonlijk sport ik,

of zou ik aan sport doen om…’ en deze stelling werd met verschillende zinnen

afgemaakt. Van elke sportmotivatie die gemeten was, zal een voorbeeld van een stelling volgen. Uitdaging: ‘…mezelf doelen te verschaffen om naar toe te werken’. Sociale erkenning: ‘…aan andere te tonen wat ik kan’. Gezondheidsdruk: ‘…van een

blessure/ziekte te herstellen’. Positieve gezondheid behouden: ‘…een gezond lichaam te hebben’. Gewichtscontrole: ‘…om gewicht te verliezen’. Uiterlijk: ‘… er aantrekkelijker uit te zien’.

In Tabel 1 zijn de Cronbach’s alpha’s van de schalen te zien. Uit deze gegevens blijkt dat alle subschalen, behalve Gezondheidsdruk, interne consistente en betrouwbare schalen zijn. De schaal Gezondheidsdruk is in de verder analyses niet gebruiken aangezien deze schaal onbetrouwbaar is.

(16)

15 Schalen Sportmotivatie experiment α Uitdaging 0,74 Sociale erkenning 0,84 Gezondheidsdruk 0,59 Positieve gezondheid behouden 0,87 Gewichtscontrole 0,89 Uiterlijk 0,79 Totale sportmotivatie 0,87

Tabel 1 Cronbach's alpha van de sportmotivatie schalen

Eetmotivatie

Voor dit onderzoek was het van belang om inzicht te krijgen in de verschillende motivaties om te eten. In The Eating Motivation Survey (TEMS) worden vragen gesteld over de motivaties om te eten (Renner, Sproesser, Strohbach, & Schupp, 2012). In dit onderzoek werden specifiek die eetmotivaties uit de TEMS gemeten, die ook op de fitspiration pagina’s werden getoond. De beelden op de fitspiration

pagina’s toonde motivaties om te eten om je gezondheid goed te houden, om af te vallen en om je sociale imago op peil te houden. Deze drie motivaties om te eten werden dan ook in dit onderzoek gemeten. De proefpersonen kregen verschillende stellingen te zien. Zij mochten aangeven op een zeven-punts Likert schaal in

hoeverre zij vonden dat deze stellingen op hen van toepassing zijn. Hierbij was 1=’Nooit van toepassing op mij’ en 7=’Altijd van toepassing op mij’. Elke stelling begon met ‘Ik eet wat ik eet, omdat…’ gevolgd door verschillende zinnen. Een voorbeeld van een zin om Gezondheid te meten is: ‘…het gezond is’. Om

Gewichtscontrole te meten werd onder andere het volgende item gebruikt: ‘…ik op

mijn gewicht let’. En een item van Sociaal Imago: ‘…anderen het lekker vinden’. In

totaal tellen de eetmotivaties samen negen items. Raadpleeg Bijlage 1 voor de volledige vragenlijst. De items zijn samen opgeteld om de Totale schaal te vormen. Zoals te zien is in Tabel 2 zijn de schalen voor gezondheid en gewicht intern

consistent.

Omdat de Cronbach’s alpha van de schaal Sociaal Imago lager dan 0,60 is, is deze schaal niet intern consistent en dus niet betrouwbaar. Deze schaal is dan ook niet

(17)

16

gebruikt voor de totale eetmotivatie schaal. De schalen meten welke motivaties mensen hebben om te eten wat ze eten. Deze schalen meten niet de hoeveelheid voedsel en/of het soort voedsel wat mensen eten.

Schalen Eetmotivatie experiment Α Gezondheid 0,75 Gewicht 0,81 Sociaal Imago 0,59 Totale eetmotivatie 0,63 Tabel 2 Cronbach's alpha van de eetmotivatie schalen

Moderator Sociale vergelijkingsoriëntatie

Om de Sociale vergelijkingsoriëntatie (SVO) te meten wordt gebruik gemaakt van de the Iowa-Netherlands Comparison Orientation Measure [INCOM] schaal. De schaal telt elf items. Een voorbeeld van een item van de schaal was de stelling: ‘Ik let er

altijd erg op hoe ik dingen doe in vergelijking met anderen.’ Deze stelling kon

beantwoord worden op een vijf-punts Likert schaal waarbij 1 = ‘Sterk mee oneens’ en 5 = ‘Sterk mee eens’ was. Voor de volledige vragenlijst zie Bijlage 1. Deze schaal was betrouwbaar, (α = 0,85).

Overige controlevariabelen

Het geslacht werd eenvoudig met één enkel item gevraagd. De leeftijd werd ook met één item gevraagd. Tevens werd er ook met een gesloten vraag voor

opleidingsniveau gecontroleerd.

Als laatste werd er nog gemeten worden hoe de proefpersonen tegenover fitspiration pagina’s staan en of zij uit zichzelf wel eens naar deze pagina’s kijken. Er werd eerst gevraagd of zij een Instagram account bezaten. Daarna kregen zij enkele items over het al dan niet volgen van fitspiration en de frequentie van het volgen van fitspiration pagina’s. Tevens werd er gevraagd of zij zelf ook wel eens foto’s plaatsen op

Instagram en of deze fitspiration gerelateerd waren. Ook werd er gekeken naar hun standpunt ten opzichte van fitspiration. Dit werd gemeten en aan de hand van een

(18)

17

een categorische item over hun interessegebieden en een item waarop ze hun mening over fitspiration op een zeven-punts Likert schaal aan konden geven.

(19)

18

Resultaten

Algemeen

In Tabel 3 zijn de gemiddelden en standaarddeviaties van de sportmotivatie- en eetmotivatieschalen te vinden. Daarnaast is gekeken of de gemiddeldes significant afweken van het middelpunt van de schaal. De gemiddelden die de proefpersonen op de schalen Sociale Erkenning (M= 2,05, SD= 0,86), Positieve Gezondheid behouden (M= 4,30, SD= 0,71) en Gewicht (M= 3,47, SD= 1,05) hadden gescoord, weken significant af van het gemiddelde van de schaal, t(116) = -11,99, p< 0,001, 95%-CI= [1,89, 2,21], d= 1,11; t(116) = 19,61, p< 0,001, 95%-CI = [4,17, 4,43], d= 1,82; t(116) = 4,87, p< 0,001, 95%-CI= [3,28, 3,66], d= 0,45.

De eetmotivatie werd gemeten met zeven-punts Likert schalen. Het middelpunt van deze schalen is vier. Ook bij de eetmotivatieschalen is er gekeken of de

middelpunten significant afweken van het middelpunt van de schaal. De gemiddelden die de proefpersonen op de schalen Gezondheid (M= 4,38, SD= 1,08) en Gewicht (M= 4,43, SD= 1,21) hadden gescoord, weken significant af van het gemiddelde van de schaal, t(116) = 3,80, p< 0,001, 95%-CI= [3,18, 3,58], d= 0,35; , t(116) = -5,12, p < 0,001, 95%-CI= [2,21, 2,65], d= 0,47.

Op de vijf-punts schaal van de sociale vergelijkingsoriëntatie scoorden de

proefpersonen gemiddeld 3,33 (SD= 0,60). Dit week significant af van de gemiddelde scoren van 3 op de schaal, t(116) = 5,92, p< 0,001, 95%-CI= [3,22, 3,44]. Volgens de richtlijnen van Cohen is dit een middelgroot effect (d= 0,55).

(20)

19 Totaal Experimentele Conditie Controle Conditie Schalen M SD M SD M SD Sport - Uitdaging 2,88 0,90 2,83 0,95 2,92 0,85

Sport - Sociale erkenning 2,05 0,86 2,07 0,87 2,03 0,85 Sport- Positieve gezondheid behouden 4,30 0,71 4,27 0,68 4,31 0,75 Sport - Gewichtscontrole 3,47 1,05 3,37 1,10 3,57 1,00 Sport - Uiterlijk 3,14 0,87 3,19 0,91 3,10 0,84 Totale sportmotivatie 3,11 0,60 3,09 0,58 3,13 0,62 Eten - Gezondheid 4,38 1,08 4,20 1,06 4,54 1,08 Eten - Gewicht 3,42 1,21 3,36 1,31 3,49 1,11 Totale eetmotivatie 3,90 0,98 3,68 1,01 4,02 0,94 Tabel 3 Gemiddelden en standaarddeviaties van de Sportmotivatieschalen en eetmotivatieschalen van alle proefpersonen, de experimentele conditie en de controle conditie.

Invloed van fitspiration op de sport- en eetmotivaties

Omdat er voor iedere conditie meer dan 30 waarnemingen zijn mag er een t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden gebruikt worden. Met deze toets zal gekeken worden of er verschillen in de gemiddelde sport- en eetmotivaties zijn tussen de twee condities van het experiment.

Sportmotivaties

Zie tabel 3 voor de gemiddelden en de standaarddeviaties van de subschalen van de sportmotivaties. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de

experimentele groep en de controle groep voor de gemiddelde scores op de schalen Uitdaging, Sociale Erkenning, Gewichtscontrole, Uiterlijk, Positieve Gezondheid Behouden en Totale Sportmotivatie, t(115) = 0,50, p= 0,618, CI= [-0,25, 0,41]; t(115) = -0,23, p= 0,819, CI= [-0,35, 0,28]; t(115) = 1,04, p= 0,299, CI= [-0,18, 0,59]; t(115) = -0,60, p= 0,549, CI= [-0,42, 0,22,]; t(115) = 0,32, p= 0,753, CI= [-0,22, 0,30]; t(115) = 0,22, p= 0,828, CI=[-0,18, 0,26].

(21)

20 Eetmotivaties

Zie tabel 3 voor de gemiddelden en de standaarddeviaties van de subschalen van de eetmotivaties. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de

experimentele groep en de controle groep voor de gemiddelde scores op de schalen Gezondheid, Gewicht en Totale Eetmotivatie, t(115) = 1,72, p= 0,089, CI=[-0,52, 0,73]; t(115) = 0,575, p= 0,58, CI=[-0,32, 0,57]; t(115) = 1,29, p= 0,199, CI=[-0,12, 0,59].

De invloed van de sociale vergelijkingsoriëntatie

Om te onderzoeken of de sociale vergelijkingsoriëntatie (SVO) van de proefpersonen invloed heeft op de relatie tussen de conditie en de sport- en eetmotivaties, is er een tweewegs-variantie analyse uitgevoerd. Bij de factor SVO zijn de proefpersonen ingedeeld in twee groepen; één groep met een hoge SVO en één groep met een lage SVO.

SVO en sportmotivaties

Er mag vanuit gegaan worden dat de groepen bij de schalen Uitdaging, Sociale Erkenning, Gewichtscontrole, Uiterlijk en totale sportmotivatie gelijke varianties hebben, want Levene’s F-toetsen waren niet significant, F(3,113) = 0,90, p= 0,444;

F(3,113) = 0,69, p= 0,560; F(3,113) = 2,44, p= 0,068; F(3,113) = 0,50, p= 0,683, F(3,113) = 1,68, p= 0,175. Er mag eigenlijk niet vanuit worden gegaan dat de

groepen gelijke varianties hadden bij de schaal Positieve Gezondheid Behouden, want Levene’s F-toets was significant, F(3,113) = 3,13, p= 0,029. De analyse is toch uitgevoerd, maar bleek voor deze schaal op geen van de factoren significant.

Hoofdeffect Conditie

Eerst werd er naar het hoofdeffect Conditie gekeken. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de proefpersonen in de experimentele groep en proefpersonen in de controle groep op de schalen Uitdaging, Sociale Erkenning, Positieve Gezondheid Behouden, Gewichtscontrole, Uiterlijk en de Totale

Sportmotivatie, F(1, 113) = 0,03, p= 0,866; F(1, 113) = 0,27, p= 0,605; F(1, 113) = 0,22, p= 0,643; F(1, 113) = 0,96, p= 0,330; F(1, 113) = 0,17, p= 0,682; F(1, 113) = 0,00, p= 0,962.

(22)

21 Hoofdeffect SVO

Daarna werd het hoofdeffect van de sociale vergelijkingsoriëntatie onderzocht. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen proefpersonen met een hoge SVO en proefpersonen met een lage SVO op de schalen Uitdaging, Sociale

Erkenning, Positieve Gezondheid Behouden en Gewichtscontrole, F(1, 113) = 0,95, p= 0,333; F(1, 113) = 0,47, p= 0,494; F(1, 113) = 0,45, p= 0,504; F(1, 113) = 1,99, p= 0,161.

Wél bleek er een significant middelmatig hoofdeffect van de SVO van de

proefpersonen op de sportmotivatie Uiterlijk te zijn, F(1, 113) = 10,63, p= 0,001, eta2 = 0,09. Tevens bleek er een significant klein hoofdeffect van de SVO van de

proefpersonen op de Totale Sportmotivatie te zijn, F(1, 113) = 4,6, p= 0,034, eta2 = 0,04. De proefpersonen met een hoge SVO scoorde –ongeacht de conditie– hoger op de sportmotivatie Uiterlijk (M= 3,31, SD= 0,81) en de Totale Sportmotivatie (M= 3,18, SD= 0,56), dan de proefpersonen met een lage SVO (M= 2,76, SD= 0,90; M= 2,93, SD= 0,67).

Interactie-effect Conditie*SVO*Sportmotivaties

Als laatste is er gekeken naar het interactie-effect van de Conditie en de SVO op de verschillende sportmotivatieschalen. Er bleken geen significante interactie-effecten te zijn tussen de Conditie en de SVO voor de schalen Uitdaging, Sociale Erkenning, Positieve Gezondheid, Gewichtscontrole, Uiterlijk en de Totale Sportmotivatie, F(1, 113) = 0,41, p= 0,524; F(1, 113) = 0,51, p= 0,475; F(1, 113) = 3,35, p= 0,070; F(1, 113) = 0,03, p= 0,865; F(1, 113) = 0,44, p= 0,508; F(1, 113) = 0,03, p= 0,865.

SVO en eetmotivaties

Er mag vanuit worden gegaan dat de groepen gelijke varianties hadden, want Levene’s F-toets was niet significant voor de schalen Gezondheid, Gewicht en de Totale eetmotivatie, F(3,113) = 2,44, p= 0,068; F(3,113) = 1,14, p= 0,335; F(3,113) = 0,15, p= 0,933.

Hoofdeffect Conditie

Eerst werd er naar het hoofdeffect Conditie gekeken. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de proefpersonen in de experimentele groep en proefpersonen in de controle groep op de schalen Gezondheid, Gewicht en Totale

(23)

22

Eetmotivatie, F(1, 113) = 0,96, p= 0,330; F(1, 113) = 0,86, p= 0,357; F(1, 113) = 2,25, p= 0,136.

Hoofdeffect SVO

Er werden geen significante verschillen gevonden tussen proefpersonen met een hoge SVO en proefpersonen met een lage SVO op de schalen Gezondheid, Gewicht en Totale Eetmotivatie, F(1, 113) = 1,99, p= 0,161; F(1, 113) = 0,00, p= 0,982; F(1, 113) = 0,01, p= 0,913.

Interactie-effect Conditie*SVO*Eetmotivaties

Als laatste is er gekeken naar het interactie-effect van de Conditie en de SVO op de verschillende schalen. Er bleken geen significante interactie-effecten te zijn tussen de Conditie en de SVO op de schalen Gezondheid, Gewicht en Totale Eetmotivatie,

F(1, 113) = 0,03, p= 0,865; F(1, 113) = 1,06, p= 0,305; F(1, 113) = 0,67, p= 0,414.

Controle variabelen

Er bleek een significant klein interactie-effect van de variabelen Conditie en Geslacht op de sportmotivatie Uitdaging, F(1, 113) = 7,15, p= 0,009, eta2 = 0,06. Ook bleek er een significant middelmatig interactie-effect tussen de variabelen Conditie en

Geslacht wanneer er naar de effecten op Sociale erkenning werd gekeken, F(1, 113) = 16,96, p< 0,001, eta2 = 0,09.

Mannen hadden een hogere gemiddelde score voor de sportmotivaties Uitdaging (M= 3,46, SD= 0,81) en Sociale Erkenning (M= 3,19, SD= 0,52) wanneer zij

fitspiration bekeken hadden dan wanneer zij geen fitspiration bekeken hadden (M=

2,62, SD= 1,20; M= 2,09, SD= 0,88). Vrouwen daarentegen scoorde gemiddeld lager op de sportmotivaties Uitdaging (M= 2,64, SD= 0,92) en Sociale Erkenning wanneer zij fitspiration bekeken hadden (M= 1,75, SD= 0,65) dan wanneer zij geen fitspiration bekeken hadden (M= 2,96, SD= 0,78; M= 2,02, SD= 0,86).

Er is geen Post Hoc toets uitgevoerd omdat de variabele geslacht maar twee

groepen heeft. De varianties van deze groepen waren normaal verdeeld, F(3,113) = 1,45, p= 0,234.

(24)

23

Conclusie

Volgens Tiggeman en Zaccardo (2015) heeft het bekijken van fitspiration een

negatieve invloed op het lichaamsbeeld van de kijker. Toch blijkt aan de hand van de resultaten van dit onderzoek dat het bekijken van fitspiration geen effect had op de sport- en eetmotivaties van volwassen Nederlanders.

Volgens Vogel, Rose, Okdie, Eckles en Franz (2015) zorgde een hogere SVO ervoor dat een persoon zich vaker met anderen vergelijkt op sociale media en dat deze persoon een lager zelfbeeld had. In dit onderzoek bleek dat de SVO van de

proefpersonen een significant positief effect had op de sportmotivatie Uiterlijk en de Totale Sportmotivatie. Hoe hoger de SVO van een persoon was, hoe hoger de sportmotivatie Uiterlijk en de Totale Sportmotivatie was. Het al dan niet bekijken van

fitspiration had geen invloed op deze relatie.

Uit het onderzoek van Nesci en Prinstein (2015) bleek dat vrouwen een hogere sociale vergelijkingsoriëntatie hadden dan mannen. Het was dus logisch geweest als het bekijken van fitspiration meer effect op vrouwen had gehad dan op mannen. Er bleken inderdaad interactie-effecten van het geslacht te zijn op de relatie tussen de conditie en de sportmotivaties Uitdaging en Sociale Erkenning. Toch bleken mannen hoger te scoren op de sportmotivaties Uitdaging en Sociale Erkenning wanneer zij

fitspiration bekeken hadden dan wanneer zij geen fitspiration bekeken hadden. Dit in

tegenstelling tot de vrouwen, die juist lager scoorden wanneer zij fitspiration bekeken hadden, dan wanneer zij in de controle groep zaten.

Concluderend is er in dit onderzoek geen bewijs gevonden dat het bekijken van

fitspiration de sport- en eetmotivaties van volwassen mannen en vrouwen beïnvloedt.

Wel is er bewijs gevonden dat mannen na het bekijken van fitspiration op de sportmotivaties Uitdaging en Sociale Erkenning hoger scoorden dan wanneer zij geen fitspiration hadden bekeken. Tevens is er bewijs gevonden dat de sociale vergelijkingsoriëntatie van een persoon de sportmotivaties Uiterlijk en de Totale Sportmotivatie wel kan beïnvloeden.

(25)

24

Discussie

Aan de hand van dit onderzoek kan er geconcludeerd worden dat het bekijken van

fitspiration geen invloed heeft op de sport- en eetmotivaties van volwassen

Nederlanders. Wel is het zo dat er een aantal factoren in dit onderzoek zijn die nader bestudeerd moeten worden.

Een beperking aan dit onderzoek is dat de eetmotivaties met een zeven-punts schaal zijn gemeten en de sportmotivaties met een vijf-punts schaal. Voor vervolgonderzoek is het aan te raden om schalen met dezelfde waarden te gebruiken. Verder is in dit onderzoek gebruik gemaakt van een korte eenmalige blootstelling aan fitspiration. Er werd geen gebruikt gemaakt van een verplichte kijktijd naar de instagrampagina’s. Het zou kunnen dat de proefpersonen dus snel door de afbeeldingen heen gescrolld zijn. Voor een vervolgonderzoek is het interessant om te kijken of een verplichte kijktijd voor andere resultaten zorgt. Ook is het interessant om te onderzoeken of herhaaldelijke blootstelling aan fitspiration voor andere resultaten zorgt. Volgens Vogel, Rose, Okdie, Eckles en Franz (2015) zorgt een hogere sociale

vergelijkingsoriëntatie van een persoon er namelijk voor dat deze persoon vaker op social media zit, meer blootstelling heeft, en zichzelf vaker op sociale media gaat vergelijken.

Als laatste beperking zijn niet alle mogelijke subschalen uit de oorspronkelijke sport- en eetmotivatie schalen gebruikt. Voor vervolg onderzoek zouden de andere sport- en eetmotivaties ook onderzocht moeten worden (Markland & Ingledew, 1997).

(26)

25

Referentielijst

#fitspiration • Instagram photos and videos. (2017). Instagram.com. Retrieved 13 January 2017, from https://www.instagram.com/explore/tags/fitspiration/

Eisa, E., Rushud, A., Alghadir, A., Anwer, S., Harbi, B., Sughaier, N., ... & Al-Muhaysin, H. A. (2016). Effect of Motivation by “Instagram” on Adherence to Physical Activity among Female College Students. BioMed research international, 2016.

Boepple, L. & Thompson, J. (2015). A content analytic comparison of fitspiration and thinspiration websites. International Journal Of Eating Disorders, 49(1), 98-101. http://dx.doi.org/10.1002/eat.22403

de Vries, D. & Kühne, R. (2015). Facebook and self-perception: Individual susceptibility to negative social comparison on Facebook. Personality And Individual Differences, 86, 217-221. http://dx.doi.org/10.1016/j.paid.2015.05.029

Fardouly, J. & Vartanian, L. (2015). Negative comparisons about one's appearance mediate the relationship between Facebook usage and body image concerns. Body Image, 12, 82-88. http://dx.doi.org/10.1016/j.bodyim.2014.10.004

Fardouly, J., Diedrichs, P., Vartanian, L., & Halliwell, E. (2015). Social comparisons on social media: The impact of Facebook on young women's body image concerns and

mood. Body Image, 13, 38-45. http://dx.doi.org/10.1016/j.bodyim.2014.12.002

Festinger, L. (1954). A Theory of Social Comparison Processes. Human Relations, 7(2), 117-140. http://dx.doi.org/10.1177/001872675400700202

Frison, E. & Eggermont, S. (2016). “Harder, Better, Faster, Stronger”: Negative Comparison on Facebook and Adolescents' Life Satisfaction Are Reciprocally

Related. Cyberpsychology, Behavior, And Social Networking, 19(3), 158-164. http://dx.doi.org/10.1089/cyber.2015.0296

Global social media ranking 2016 | Statistic. (2017). Statista. Retrieved 13 January 2017, from https://www.statista.com/statistics/272014/global-social-networks-ranked-by-number-of-users/

Lee, S. (2014). How do people compare themselves with others on social network sites?: The case of Facebook. Computers In Human Behavior, 32, 253-260.

(27)

26

Lup, K., Trub, L., & Rosenthal, L. (2015). Instagram #Instasad?: Exploring Associations Among Instagram Use, Depressive Symptoms, Negative Social Comparison, and Strangers Followed. Cyberpsychology, Behavior, And Social Networking, 18(5), 247-252. http://dx.doi.org/10.1089/cyber.2014.0560

Markland, D., & Ingledew, D. K. (1997). The measurement of exercise motives: Factorial validity and invariance across gender of a revised Exercise Motivations Inventory. British

Journal of Health Psychology, 2(4), 361-376.

McFerran, B., Dahl, D. W., Fitzsimons, G. J., & Morales, A. C. (2010). I’ll have what she’s having: Effects of social influence and body type on the food choices of

others. Journal of Consumer Research, 36(6), 915-929.

Nesi, J. & Prinstein, M. (2015). Using Social Media for Social Comparison and Feedback-Seeking: Gender and Popularity Moderate Associations with Depressive

Symptoms. Journal Of Abnormal Child Psychology, 43(8), 1427-1438. http://dx.doi.org/10.1007/s10802-015-0020-0

Oh, H. J., Lauckner, C., Boehmer, J., Fewins-Bliss, R., & Li, K. (2013). Facebooking for health: An examination into the solicitation and effects of health-related social support on social networking sites. Computers in Human Behavior, 29(5), 2072-2080.

Overgewicht| Cijfers en Context | Huidige situatie. (2017). Volksgezondheid en zorg. Retrieved 13 January 2017, from

https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie#node-overgewicht-volwassenen

Ozimek, P. & Bierhoff, H. (2016). Facebook use depending on age: The influence of social comparisons. Computers In Human Behavior, 61, 271-279.

http://dx.doi.org/10.1016/j.chb.2016.03.034

Palmer, L. (2016). ‘‘Poppin’bottles, getting wheysted.” Exploring young men’s engagement with fitspiration content and its consequential influences on attitudes and

behaviour. Journal of Promotional Communications, 3(3).

Renner, B., Sproesser, G., Strohbach, S., & Schupp, H. T. (2012). Why we eat what we eat. The Eating Motivation Survey (TEMS). Appetite, 59(1), 117-128.

(28)

27

Suls, J., Martin, R., & Wheeler, L. (2002). Social Comparison: Why, With Whom, and With What Effect?. Current Directions In Psychological Science, 11(5), 159-163.

http://dx.doi.org/10.1111/1467-8721.00191

Tiggemann, M. & Zaccardo, M. (2015). “Exercise to be fit, not skinny”: The effect of fitspiration imagery on women's body image. Body Image, 15, 61-67.

http://dx.doi.org/10.1016/j.bodyim.2015.06.003

Tiggemann, M. & Zaccardo, M. (2016). 'Strong is the new skinny: A content analysis of #fitspiration images on Instagram. Journal Of Health Psychology.

http://dx.doi.org/10.1177/1359105316639436

Vaterlaus, J., Patten, E., Roche, C., & Young, J. (2015). #Gettinghealthy: The perceived influence of social media on young adult health behaviors. Computers In Human Behavior, 45, 151-157. http://dx.doi.org/10.1016/j.chb.2014.12.013

Vogel, E., Rose, J., Okdie, B., Eckles, K., & Franz, B. (2015). Who compares and despairs? The effect of social comparison orientation on social media use and its

outcomes. Personality And Individual Differences, 86, 249-256. http://dx.doi.org/10.1016/j.paid.2015.06.026

Vogel, E., Rose, J., Roberts, L., & Eckles, K. (2014). Social comparison, social media, and self-esteem. Psychology Of Popular Media Culture, 3(4), 206-222.

http://dx.doi.org/10.1037/ppm0000047

Yip, J. & Kelly, A. (2013). Upward and downward social comparisons can decrease prosocial behavior. Journal Of Applied Social Psychology, 43(3), 591-602.

http://dx.doi.org/10.1111/j.1559-1816.2013.01039.x

(29)

28

Bijlage 1 – Vragenlijst

De uiteindelijke versie staat in Qualtrics.

Vragen enquête

Uitleg onderzoek Beste respondent,

Hartelijk dank dat u deel wilt nemen aan dit onderzoek. Het onderzoek gaat over Instagram. Dit onderzoek bestaat uit twee delen. U krijgt in deel één een Instagram pagina te zien. Deze bekijkt u twee minuten. In deel twee krijgt u een vragenlijst. De deelname aan dit onderzoek neemt ongeveer xx minuten in beslag. Voor dit onderzoek ben ik geïnteresseerd in uw mening; er zijn geen goede of foute antwoorden.

Alle antwoorden zullen uiteraard volledig anoniem blijven en vertrouwelijk behandeld worden. De antwoorden zullen alleen voor dit onderzoek gebruikt worden en niet aan derden worden gegeven.

Onder de deelnemers zal een cadeaubon van 20 euro verloot worden. Als u hier kans op wilt maken vult u aan het einde van de vragenlijst uw email adres in. Ik zal, indien u mee wilt loten, uw antwoorden en email niet onder derden verspreiden.

Graag wil ik u vragen de antwoorden goed te lezen en alle vragen te beantwoorden. Het is belangrijk dat u de vragen geconcentreerd en naar eigen inzicht beantwoordt. U kunt op elk gewenst moment stoppen met de vragenlijst zonder opgave van reden.

Nogmaals heel hartelijk dank voor uw medewerking, Sanne Houterman

Tekenen informed consent

Graag wil ik u vragen het Informed consent te tekenen alvorens te starten met het onderzoek. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u de onderzoeker bereiken op sanne.houterman@hotmail.com.

(30)

29 Deel 1: Experiment

(EXPERIMENTELE GROEP KRIJGT NU 2 FITSPIRATION PAGINA’S TE ZIEN. DE CONTROLE GROEP KRIJGT NU 2 REIS INSTAGRAM PAGINA’S TE ZIEN.

Qualtrics zal alle respondenten random aan een van de twee condities toewijzen. Vervolgens krijgen zijn een afbeelding van een Instagram pagina met ófwel een fitspiration pagina te zien ófwel een reis pagina. Na twee minuten de pagina bekijken kunnen ze door naar de vragenlijst

Op je mobiel scroll je door ongeveer 150 beelden heen in 2 minuten als die op 3 foto’s breed staat. Je scrollt door 50 beelden heen als de beelden onder elkaar staan)

In deel één van dit onderzoek krijgt u twee minuten lang een Instagram pagina te zien. Het is de bedoeling dat u twee minuten lang deze inhoud bekijkt. Na twee minuten kijken zal u naar de volgende pagina door kunnen gaan. Daar volgt nog een afsluitende vragenlijst.

Deel 2: Vragenlijst

(sportmotivaties- EMI-2 vragenlijst)

Bedankt voor het bekijken van de Instagram pagina’s. Nu volgt een vragenlijst. Graag wil ik u nogmaals vragen de antwoorden goed te lezen en alle vragen te beantwoorden.

Hieronder volgen een aantal redenen die mensen geven, wanneer men hen vraagt naar de redenen waarom ze sporten. Ik wil u vragen elke reden zorgvuldig te lezen en aan te geven in hoeverre deze reden voor u persoonlijk geldt of zou kunnen gelden, door het geschikte vakje aan te vinken. Hierbij is het linker vakje ‘helemaal niet van toepassing voor mij’ en het rechter vakje ‘helemaal van toepassing voor mij’.(1-5 schaal)

Let wel op! Ik wil weten of deze uitspraken voor u persoonlijk geldt, niet of het in het

algemeen goede redenen zijn voor mensen om te gaan sporten. Er zijn ook hier geen goede of foute antwoorden.

Persoonlijk sport ik, of zou ik aan sporten doen… 1. Om slank te blijven

2. Om me er jonger uit te laten zien 3. Om aan anderen te tonen wat ik kan 4. Om een gezond lichaam te hebben

5. Omdat mijn dokter me adviseerde om te sporten

6. Om mezelf doelen te verschaffen om naar toe te werken 7. Om gewicht te verliezen

8. Om een mooi lichaam te hebben

9. Om mijn prestaties met anderen te vergelijken 10. Omdat ik een goede gezondheid wil behouden

11. Om een ziekte die in mijn familie vaak voorkomt te helpen voorkomen 12. Om mezelf persoonlijke uitdagingen te stellen

13. Om me mijn gewicht te helpen controleren 14. Om mijn uiterlijk te verbeteren

(31)

30 16. Om me meer gezond te voelen

17. Om van een ziekte/blessure te herstellen 18. Om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen 19. Omdat sporten helpt om calorieën te verbranden 20. Om er aantrekkelijker uit te zien

21. Om iets tot stand te brengen wat anderen niet kunnen

22. Om mezelf te meten tegenover mijn persoonlijke standaarden

(Eetmotivaties - Iowa-Netherlands Comparison Orientation Measure [INCOM] schaal)

Hieronder volgen een aantal redenen die mensen geven wanneer men hen vraagt naar de redenen waarom ze eten. Dit kan om verschillende situaties en verschillend voedsel gaan. Ik wil u vragen elke reden zorgvuldig te lezen en aan te geven in hoeverre deze reden om te eten op u van toepassing is. Hierbij is het linker vakje ‘Nooit van toepassing op mij’ en het rechter vakje ‘Altijd van toepassing voor mij’. U mag antwoorden door het geschikte vakje aan te vinken.(1-7 likert schaal)

Let wel op! Ik wil weten of deze uitspraken voor u persoonlijk gelden, niet of het in het algemeen goede redenen zijn om te eten. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Ik eet wat ik eet, …

1. Om een gebalanceerd dieet te behouden 2. Omdat het gezond is

3. Omdat het me in vorm houdt 4. Omdat het weinig calorieën heeft 5. Omdat ik op mijn gewicht let 6. Omdat het weinig vet bevat 7. Omdat het trendy eten is

8. Omdat het er goed uitziet ten opzichte van anderen 9. Omdat anderen het lekker vinden

Nu volgen nog een aantal demografische vragen. 0.) Ik ben een

a) Man b) vrouw 1) Hoe oud bent u?

Dd/mm/jjjj

2) Wat is uw hoogst genoten opleiding? (afgerond of huidige) a) Basisonderwijs b) VMBO / MAVO c) HAVO d) HBS e) VWO f) MBO g) HBO h) WO/ Universitair

3) Welke interessegebieden hebt u? Eén of meerder antwoorden mogelijk. a. Mode

b. Sport c. Uitgaan d. Literatuur e. Natuur

(32)

31 f. Reizen

g. Sociale media accounts bijhouden h. Tv kijken

i. Films kijken j. Gezonde voeding

k. Anders: namelijk:………. 4.) Hebt u een Instagram account?

a. Ja b. Nee

Indien ja bij vraag 4, ga verder bij vraag 5. Indien nee bij vraag 4 ga door naar vraag 8. 5.) Hoe vaak zit u gemiddeld op Instagram?

a. Nooit b. Bijna nooit

c. Eén keer per maand d. Eén keer per week e. Eén keer per 2/3 dagen f. Elke dag

g. Meerdere keren per dag

6.) Plaatst u wel eens foto’s op Instagram? h. Nooit

i. Bijna nooit

j. Eén keer per maand k. Eén keer per week l. Eén keer per 2/3 dagen m. Elke dag

n. Meerdere keren per dag

7.) Bekijkt u wel eens fitspiration op Instagram. Fitspiration is een online trend waarin met afbeeldingen een gezondere levensstijl wordt gepromoot. Dit kunnen foto’s zijn van poserende en sportende mannen en vrouwen, gezonde maaltijden en motiverende quotes.

a. Nooit b. Bijna nooit

c. Eén keer per maand d. Eén keer per week e. Eén keer per 2/3 dagen f. Elke dag

g. Meerdere keren per dag

8.) Plaatst u wel eens fitspiration gerelateerde afbeeldingen op Instagram? Fitspiration is een online trend waarin met afbeeldingen een gezondere levensstijl wordt gepromoot. Dit kunnen foto’s zijn van poserende en sportende mannen en vrouwen, gezonde maaltijden en motiverende quotes.

a. Nooit b. Bijna nooit

(33)

32 c. Eén keer per maand

d. Eén keer per week e. Eén keer per 2/3 dagen f. Elke dag

g. Meerdere keren per dag

9.) Wat is uw mening over fitspiration? Fitspiration is een online trend waarin met afbeeldingen een gezondere levensstijl wordt gepromoot. Dit kunnen foto’s zijn van poserende en sportende mannen en vrouwen, gezonde maaltijden en motiverende quotes.

Likert schaal van 0-7.

0 = Helemaal niet leuk en 7 = Heel erg leuk.

(Social comparison orientation)

Hercoderen: items 6 en 10 Verkorte versie: items 1, 3, 4, 6, 7, 11

Antwoord schaal voor elk item: 1. sterk mee oneens

2. gedeeltelijk mee oneens 3. niet oneens, niet eens 4. gedeeltelijk mee eens 5. sterk mee eens )

De meeste mensen vergelijken zichzelf van tijd tot tijd met anderen. Zij vergelijken

bijvoorbeeld hoe ze zich voelen, wat zij van iets vinden, wat ze kunnen, of hoe ze eraan toe zijn ten opzichte van anderen. Er is op zichzelf niets 'goeds' of 'slechts' aan dit soort

vergelijkingen. Sommige mensen doen dit vaker dan anderen. Ik zou graag willen weten hoe vaak u zich vergelijkt met andere mensen. Om dat te doen, wil ik u vragen om aan te geven in hoeverre u het met elk van de volgende vragen eens bent. 1 = ‘Sterk mee oneens’ en 5 = ‘Sterk mee eens’.

1. Ik vergelijk mijzelf vaak met anderen wat betreft hetgeen ik in het leven bereikt heb. 2. Als ik wil weten hoe iets zit, probeer ik erachter te komen wat anderen ervan vinden.

(34)

33

3. Ik let er altijd erg op hoe ik dingen doe in vergelijking met anderen.

4. Ik vergelijk de situatie van mensen om wie ik geef (b.v. partner, familieleden) vaak met die van anderen.

5. Ik wil altijd graag weten wat anderen in een vergelijkbare situatie zouden doen. 6. Ik ben niet het type persoon dat zich vaak met anderen vergelijkt.

7. Als ik wil weten hoe goed ik iets heb gedaan, ga ik na hoe anderen het ervan af hebben gebracht.

8. Ik probeer er vaak achter te komen wat anderen vinden die met soortgelijke problemen worden geconfronteerd als ik.

9. Ik houd ervan om met anderen te praten over wederzijdse meningen en ervaringen. 10. Ik vergelijk mijn levenssituatie nooit met die van andere mensen.

11. Ik vergelijk mijn kwaliteiten in het omgaan met mensen vaak met anderen

(Manipulatiecheck)

1. Graag wil ik van u weten waar de beelden op Instagram, die u in deel 1 van het onderzoek bekeken hebt, over gingen. De beelden hadden te maken met het thema:

a. Sporten en gezonde voeding b. Uitgaan

c. Literatuur

d. Reizen en natuur e. Films

f. anders

1.) Heeft u nog opmerkingen en/of vragen naar aanleiding van dit onderzoek? Dankwoord

Hartelijk dank voor uw deelname aan dit onderzoek. Zoals eerder gezegd is uw response anoniem. Mocht u uw email adres achter willen laten om op de hoogte te blijven van dit onderzoek of mee te loten voor de cadeau bon van 20 euro dan zullen uw email

gegevens vertrouwelijk bewaard worden. Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek? Zo ja, Voer dan hier je email adres in:

Wil je meedoen aan de loting voor de cadeaubon? Zo ja, Voer dan hier je email adres in:

(35)

34

Bijlage 2 – Instagram pagina’s

Experimentele conditie

(36)

35 Controle conditie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A strategy for potable water conservation in gold mines 29 Ranchod et al [1] used tailored water footprint networks to identify high water consumers in the platinum mining

Figure 5.6: Plot of the Sensor Node Idle State Supply Current as Measured by the Sensor Node and the Tektronix DMM4050 Precision Digital Multimeter for 10 Nodes Descriptive

The aim of this research was to analyse the profile of nutrition interventions for combating micronutrient deficiency with particular focus on food fortification reported in

De wijze waarop dit economisch motief voor de dag komt, soms in zijn uitwerking wordt geremd, soms wordt bevorderd en soms zelfs geheel schijnt te verdwij- nen, wordt voor een

Zoals gezegd is aan het eind van de proef het verse plant­ gewicht bepaald en zijn er cijfers toegekend voor de stand van het gewas en voor de bladkleur.. Deze gegevens zijn

Monster 3 bevat vrij veel in water oplosbare stikstof, veel fosfaat en zeer veel kali* In ver­ gelijking met monster 3 bevat monster 4 vat minder stikstof en iets meer fosfaat*

De te beantwoorden kennisvraag draait om het habitatverlies dat voor vijf zeevogelsoorten (duikers, te weten Roodkeel- en Parelduikers (samen genomen), Jan-van-Gent, Grote

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in