• No results found

A.Th. van Deursen, In Katwijk is alles anders. Een christelijk dorp ontmoet de wereld 1940-2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A.Th. van Deursen, In Katwijk is alles anders. Een christelijk dorp ontmoet de wereld 1940-2005"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© 2012 Royal Netherlands Historical Society | KNHG

Creative Commons Attribution 3.0 Unported License

URN:NBN:NL:UI:10-1-109871 | www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505

BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 127-4 (2012) | review 75

A.Th. van Deursen, In Katwijk is alles anders. Een christelijk dorp ontmoet de wereld

1940-2005 (Amsterdam: Bert Bakker, 2011, 463 pp., ISBN 978 90 351 3657 1).

Het laatste boek van A.Th. van Deursen draagt als titel de bewering: In Katwijk is alles anders. Dat slaat vooral op de middelste van de drie perioden die de auteur onderscheidt, de jaren 1965 tot 1983. Hij vat die samen onder de titel ‘Uitgedaagd door de geest der eeuw’, waarbij hij bij nadere beschouwing vooral ‘de grote stad’ (en zijn boek over de VU?) als referentiekader blijkt te hebben. ‘Bezetting van gebouwen en uitdagende

demonstraties zijn de gemeente in deze roerige tijden bespaard gebleven’ (203).

Het is één van de manco’s van dit op zich boeiende boek: de vergelijking ontbreekt, behalve in uiterst globale termen zoals in het hierboven aangehaalde zinnetje. Van

Deursen toont zich in dit boek de goede verteller van altijd, met oog voor detail en voor grappige voorvallen en paradoxen. Zo wijst hij er terloops op dat pogingen tot

emancipatie in een vissersdorp waar de vrouwen vanouds het gezin zo goed als alléén bestierden, feitelijk overbodig waren. Maar het grote dorp Katwijk (ruim 50.000 inwoners) wordt nergens vergeleken met andere dorpen of kleine steden in de tweede helft van de twintigste eeuw. Van Deursen moet het niet als een deel van zijn opdracht beschouwd hebben; zo’n vergelijking zou trouwens niet eenvoudig zijn geweest, want een model of sjabloon voor de beschrijving van de veranderingen in lokale samenlevingen in de twintigste eeuw gebruiken ook contemporaine historici bij mijn weten niet.

We moeten het dus doen met Katwijk alléén en dat is interessant genoeg. Het ‘alles anders’ blijkt er eigenlijk op neer te komen dat Katwijk, ook politiek, steeds een christelijke meerderheid had en dat de bestuurders het gevoel van die meerderheid steeds wensten te respecteren. ‘De Katwijkse overheid wilde niet neutraal zijn’ (255, over de jaren zeventig); ‘De christelijke partijen gaven alleen subsidie aan wat zij representatief achtten voor de Katwijkse samenleving’ (263). De minderheid werd echter steeds meer, zeker sinds de jaren tachtig, gesteund door landelijke wetgeving. Sinds 1986 was elke gemeente bijvoorbeeld gehouden een plek voor naaktrecreatie aan te wijzen. ‘De discussie is over’, aldus Katwijks burgemeester in die periode over de vraag of topless zonnen nu mocht of niet.

Van Deursen wijst erop hoe in Katwijk in de B en W-colleges – en dat waren altijd afspiegelingscolleges – veel beter met de problematiek van meerderheid en minderheid werd omgegaan dan in de raad. In de raad uitte zich het onbehagen van de

(2)

niet-confessionele minderheid. Soms overdreven – ‘alles’ zou verboden worden (393) – maar de raad is nu eenmaal bij uitstek een politiek lichaam. Uiteindelijk ontkwam het duindorp niet aan processen als secularisatie en ontkerstening. ‘Dat ging in Katwijk langzamer dan anders, omdat de tegenkrachten sterker waren’ (395). Er was import, Katwijkers verlieten de kerk – maar door de honkvastheid en het relatief hoge kindertal, bleven velen

confessioneel denken. Een verzoenende rol was nogal eens weggelegd, althans op politiek gebied, voor het CDA dat goed was in het vinden van een middenweg. Treffend karakteriseert Van Deursen de ontzuiling vanuit het eerdere verzuilingsoffensief: ‘Toen er niets meer te veroveren viel, verflauwde de aandacht’ (98). Even treffend is de observatie van de auteur dat ‘de oude christelijke moraal’ er rond 1970 ‘allang van kleur verschoten [was] tot burgerlijke moraal’ (266) en zo des te gemakkelijker haar gezag kon verliezen. Verder lezen we hoe Katwijk vanaf de jaren 1930 een splitsingsproces op kerkelijk gebied meemaakte. Hoe dit splitsingsproces past in het totale plaatje van het

opdringende moderne levensgevoel, lezen we echter bij Van Deursen niet. Was er sprake van een reactie op kerkelijk gebied als begeleidend verschijnsel bij terreinverlies op seculier gebied? Soms was voortgaande splitsing het gevolg van de komst van

predikanten met een bepaalde interpretatie van de algemene orthodoxie – maar de vraag of dat toevallig in de jaren vijftig tot zeventig was, beantwoordde de auteur niet. Wijselijk?

In Katwijk bleef christelijk idealisme – van anti-kernwapenstandpunt tot pro-ontwikkelingshulp en zorg voor een beter milieu – steeds beperkt tot een kleine groep. Volgens Van Deursen vonden deze oorspronkelijk ‘linkse’ ideeën juist bij christenen gehoor ‘die in de kerk naar verandering streefden’ (204) en leden hun activiteiten sterk onder het linkse imago dat aan deze standpunten kleefde. Dat mag zo zijn, maar wat mij betreft had hier kunnen worden doorgevraagd. Vormen deze standpunten inderdaad één kant-en-klaar pakket dat niet te verenigen is met christelijke orthodoxie? Is er niet een parallel met het geringe enthousiasme in Katwijk voor het oorspronkelijk toch ook maatschappijkritische CNV? Hadden vissersgemeenschappen tot voor kort niet altíjd lak aan het milieu? Is het onderliggende Katwijkse conservatisme niet altijd mede bepaald door de visserij met enerzijds haar mentaliteit van ieder-voor-zich (de schippers) en anderzijds aan boord volledige onderwerping aan het schippersgezag?

Dit boek, waaruit best wat episodes en onderwerpjes geschrapt hadden mogen worden, is desondanks voor historici en anderen die zich willen stukbijten op wat nu eigenlijk specifiek ‘Nederlands’ of ‘Hollands’ is – in de zin van Kennedy’s Building New

Babylon – een aanrader. En natuurlijk voor alle fans van de eminente historicus Arie van

Deursen, die in november 2011 overleed. Jan Zwemer, Serooskerke (W)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ma- chine werd echter ook in dezelfde versnelling bij vol gas (3 km per uur) en bij half gas (2 km per uur) beproefd. De bediening geschiedde door drie à vier man, de

De GIA vindt dat de liedjes van Khaled een slechte invloed hebben op de jeugd / verderfelijke/opruiende denkbeelden bevatten.

Kiest voor het uitvoeren van de technische aanpassingen materialen, gereedschappen en (hulp)middelen en houdt rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de middelen van

De opmeter technische isolatie is verantwoordelijk voor het nauwkeurig opmeten van te isoleren en af te werken installatieonderdelen volgens de geldende kwaliteitseisen en wensen van

Parallel to the last project, we envisioned such a biaryl- functionalized core to be a promising candidate for developing the first bis-phosphine ligand based on

Whilst it is compulsory for students enrolled for the Legal Skills module to complete the online workshop designed by the centre for the one selected written assignment, they

Dat is met name ons ruimtelijke werk, oftewel de inbreng die wij bij ruimtelijke planvorming leveren. Daar gaat vast wel iets veranderen, maar ik heb het idee dat dit niet

Stellig niet. De liturgie bevatte verscheidene elementen die uitdrukkelijk dienden om de gemeente meer kennis bij te brengen. In veel kerken liet men vóór het begin van de