Onderzoek
Project 3: Monitoring parameters
methaanemissie en demonstratie
praktijkgebruik mestsilo
Mest wordt in mestkelders in de stal en in mestopslagen buiten de stal opgeslagen.
Methaanemissie in deze opslagen ontstaat door de afbraak van de organische stof in mest door
microben. Hierbij spelen twee kengetallen een hoofdrol: het BMP en MCF.
Het BMP is het deel organische stof in de verse mest dat potentieel afbreekbaar is, het MCF is het deel van de BMP dat daadwerkelijk wordt afgebroken. Het BMP wordt vooral beïnvloed door het rantsoen en het MCF is vooral afhankelijk van verschillende omstandigheden tijdens de mestopslag, zoals temperatuur en opslagtijd.
Dit project richt zich op de factoren die methaanproductie in de mestsilo’s
beïnvloeden. De te verwachten effecten op de methaanemissie worden niet direct gemeten maar berekend op basis van de bekende relaties tussen methaanemissie, het BMP, het MCF,
omgevingsfactoren en mestparameters.
Inzicht in de verschillen in methaanemissie tussen bedrijven kan bijdragen aan het benutten van specifieke maatregelen die de methaanemissie reduceren. Voor een integrale aanpak worden de resultaten uit de onderzoeken bij de stal ook meegenomen in de analyse.
KLIMAATBELEID
Vóór 2030 moet in de veehouderij een methaanreductie van 1 megaton CO2-eq. plaatsvinden.
IN HET KORT
• Inzicht in de Nederlandse gangbare praktijk m.b.t. mestopslag.
• Inzicht in het verloop van de samenstelling en temperatuur van de mest gedurende mestopslag van verschillende typen opslag van verschillende mestsoorten. • Inzicht in de relatie tussen
mestparameters die betrekking hebben op de methaanemissie. • Impact van verschillende
scenario’s op de methaanemissie in mestmanagement en opslagcondities om kansrijke reductiemaatregelen te identificeren. • Informatiedeling tussen wetenschap, bedrijfsleven en politiek.
Veehouderij & Klimaat
EEN SAMENWERKING TUSSEN:
ONDERZOEK UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN
Meer informatie: