• No results found

Groepshuisvesting opfokzeugen op het proefstation voor de varkenshouderij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Groepshuisvesting opfokzeugen op het proefstation voor de varkenshouderij"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ir. H.M. Vermeer, onderzoeker reproduktie

eze

nieuwe af

Dit voorjaar verscheen het rapport “Inseminatie van opfokzeugen bij eerste of tweede bronst” (P 1.36). Hierin werd geconcludeerd, dat opfokzeu-gen in de eerste bronst ná een leeftijd van 7 maanden, geïnsemineerd kunnen worden. Als er op die leeftijd al enige bronsten achter de rug zijn, stijgt het aantal biggen in de eerste worp. Verplaatsen vanaf 55 maand en beerkontakt sti-muleren het optreden van de eerste bronst. Het geven van uitloop is ook één van de prikkels. Uitloop op dezelfde plaats als de oudere zeugen geeft bovendien een vroegere weerstandsop-bouw.

In oktober is de afdeling voor de oudere opfok-zeugen verbouwd tot groepshuisvesting. Opfok-zeugen vanaf 55 maand (162468 dagen) verblij-ven hier tot vlak vóór het dekken (210-230 dagen). De bedoeling is, dat de opfokzeugen door inten-sief beerkontakt, de andere huisvesting en uit-loop, eerder berig worden. Als de dieren rond dag

170 berig worden en cyclisch blijven, kunnen ze na dag 210 in de derde bronst geïnsemineerd worden. Door een groter aantal geovuleerde ei-cellen kunnen de eerste worpen groter worden. Met behulp van een voerstation kunnen de dieren tevens individueel geflushed worden.

In dit onderzoek is de huisvesting als middel ge-kozen voor bronststimulatie, bronstdetektie en mogelijkheid tot flushing. Dit wil niet zeggen dat dit de beste vorm van huisvesting voor opfokzeu-gen is.

eerkontakt en bronstdetektie

Net als in de groepshuisvesting voor dragende zeugen bevindt zich een berehok, met beer, in de afdeling. De computer legt de “kijkfrequentie” van de opfokzeugen bij de beer vast. Daarnaast zal een dierverzorger dagelijks bronstcontrole uit-voeren.

Uitloop

De opfokzeugen krijgen enkele malen per week uitloop, samen met een gesteriliseerde beer, op dezelfde plaats als de oudere zeugen. Zo kunnen ze via de mest infekties opdoen. Dit is onderdeel van de bronststimulatie en kan tevens immuniteit tegen infekties (bijvoorbeeld Parvo) opleveren. Voerstation

De dieren worden vanaf 55 maand een aantal dagen getraind om het voerstation te leren ge-bruiken, voordat ze in de groep komen. Het voer-station is voor het Proefvoer-station ingekort en ge-deeltelijk v e r s m a l d . D e herkenning (experimenteel) vindt plaats met behulp van iden-tificatie-chips die achter het oor, onderhuids, zijn aangebracht. Twee weken vóór de verwachte in-seminatiedatum wordt het rantsoen met 0,7-0,8 kg verhoogd (flushen). Er wordt tweemaal per dag gevoerd.

(2)

Het voersta tíon is ingekort.

Vloeruitvoering

Omdat de klauwen van zeugen in groepshuisves-ting met betonrooster veel te lijden hebben, is gekozen voor enkele alternatieve roosters. Bin-nen de U-vormige ligruimte is een betonrooster voor gespeende biggen gelegd met een spleet-breedte van ongeveer 10 mm. Dit benadert een dichte vloer, die wellicht beter is voor de klauwen. Rond het voerstation, berehok en drinkbak is een

gietijzeren rooster gebruikt.

Gietijzer blijft droger dan beton, heeft geen scher-pe randen en heeft een goede mestdoorlatend-heid. De spleetbreedte is 17 mm en de balkbreed-te is ongeveer 25 mm. Nadeel is de hoge prijs. Gedurende de proef zal het beenwerk van de dieren regelmatig beoordeeld worden. Tevens zullen waarnemingen gedaan worden omtrent de beloopbaarheid van de roosters en de verdeling van de mest in de afdeling. In de betonnen vloer van de ligruimte is voerverwarming gemaakt. Als blijkt dat dit systeem werkt, kan onderzoek gestart worden naar leeftijd of bronstnummer bij inseminatie, planning van het inzetten van opfok-zeugen en dergelijke. Allereerst moet deze vorm van huisvesting de tijd krijgen om zonder proble-men te gaan draaien.

In figuur 1 is een plattegrond van de afdeling te zien. 1 1. berigheids-

T

I I I detectie t j 1.40 m : I!I I 1 I ,lr !I I, I 1 Im n betonrooster ligruimtc

Figuur 1: Plategrond van die groepshuisvesting voor opfokzeugen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

vindt een intensievere botvorming plaats dan in het tweede deel, waardoor men zou verwachten, dat dan meer P nodig is Günther en Rosin (1970) kwamen echter op grond

Behalve extract van tomaat (Lycopersicum excelentum) werd ook stuifmeel van enkele andere Lycopersicjim soorten gebruikt, te weten Lycopersicum peruvianum en Lycopersicum

Voor de onderscheiding van deze rassen zijn enkele kenmerken van belang, die bij de overige rassen minder opvallend ziin. In de eerste plaats de nerfhoek. Beter dan

Om toekomstige professionals op te leiden voor het werken in zo’n boundary crossing context, moet het onderwijs leeromgevingen bieden waarin studenten deze boundary

Het gevolg is een hernieuwde aandacht voor natuurbescherming en een reeks aan nieuwe initiatieven, juist ook van partijen die minder betrokken waren bij het natuurbeleid.. In

Grote aaneengesloten percelen van enige tientallen ha's met één gewas (tarwe, gerst, bieten) komen op deze grote akkerbouwbedrijven in Noord- Frankrijk vrij veel voor

Samen met de gezamenlijke trekken van vorig jaar zijn er in totaal 12 trekken uitgevoerd, waarmee de twee schip specifieke vangstsuccesseries kunnen worden omgezet in één

In de zomermaanden van 1969 t/m 1973 is in tien gebieden de verza­ digde horizontale doorlatendheid van diverse veensoorten gemeten, om meer inzicht in deze materie te