• No results found

Toepassing van beeldanalyse in het histopathologisch onderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Toepassing van beeldanalyse in het histopathologisch onderzoek"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Projector. : 71 114 17

Ontwikkeling en implementatie van een geïntegreerde onderzoeksaanpak voor de detectie van groeibevorderaars en hun metabolieten in agrarische producten

Projectleider: dr. M.J. Groot

Rapport 99.002 januari 1999

TOEPASSING VAN BEELDANALYSE IN HET HISTOPATHOLOGISCH ONDERZOEK.

Rob Bakker

Afdeling Veiligheid en Gezondheid

Met medewerking van: Maria Groot

DLO-Rijks-Kwaliteitsinstituutvoor land-en tuinbouwproducten (RIKILT-DLO) Bomsesteeg 45, 6708 PD Wageningen

Postbus 230, 6700 AE Wageningen Telefoon 0317-475400

(2)

Copyright 1999, DLO-Rijks-Kwaliteitsinstituut voor land- en tuinbouwproducten (RIKILT-DLO). Overname van de inhoud is toegestaan mits met duidelijke bronvermelding.

VERZENDLIJST

INTERN: directeur auteur(s)

programmaleiders (4x)

in- en externe communicatie (2x) bibliotheek (3x)

leesplanken (2x)

EXTERN:

Dienst Landbouwkundig onderzoek Directie Wetenschap en Kennisoverdracht

Directie Veterinaire, Voedings- en Milieuaangelegenheden (VVM) Directie Landbouw

Directie Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees

Centraal Laboratorium Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven

TNO-Voeding, Zeist

DLO-instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid, Lelystad IKC-Landbouw, afd. Intensieve Veehouderij, Ede

IKC-Landbouw, afd. Grondgebonden Veehouderij, Ede Productschap voor Vee en Vlees, Rijswijk

(3)

INHOUD biz. SAMENVATTING 3

1 INLEIDING 5

2 MATERIAAL EN METHODEN 5 2.1 Korte omschrijving van de Pour-on proef 5

2.2 Korte omschrijving van het onderzoek 6

2.3 Onderzochte parameters 6

2.4 Beeldanalyse 7 2.4.1 Meting van de epidermis en telling van

het aantal cellagen in de epidermis 7 2.4.2 Meting van de diameter van de bijnierschors t.o.v.

het merg van de bijnier 8 2.4.3 Meting van de diameter van de testisbuisjes 8

2.44 Meting van de kleurintensiteit van levercellen 8 2.4.5 Meting van de intensiteit van de secreten in

prostaten en bulbo-urethraalklieren 9 2.4.6 Kwantificering van de hoeveelheid aangekleurd weefsel in

Prostaten gekleurd met monoklonaal RCK103 10

3 RESULTATEN 10 3.1 De huiddikte en het aantal huidlagen 10

3.2 Meting van de dikte van de bijnierschors t.o.v. het merg van de bijnier 11

3.3 Meting van de diameter van de testisbuisjes 11 3.4 Meting van de intensiteit van levercellen 11 3.5 Meting van de intensiteit van de secreten in

prostaten en bulbo-urethraalklieren 11 3.51 ABPAS kleuring prostaat 11 3.5.2 ABPAS kleuring bulbo-urethraalklieren 11

3-5-3 AB pH 2.5 kleuring prostaat 11 3-5-4 AB pH 2.5 kleuring bulbo-urethraalklieren 12

3-5-5 AB pH 2.5 kleuring zonder tegenkleuring met kemechtrood 12 3.6 Kwantificering van het monoklonaal RCK103 aangekleurd klierweefsel 12

4 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 12

LITERATUUR 12 BIJLAGE

A Source code van het C-programma waarmee gemeten is 13

LEGENDA FOTO S 14

(4)

SAMENVATTING

Doel van dit rapport is de toepassingen van beeldanalyse voor de histopathologic in kaart te brengen.

Histologie is een beschrijvend vak, waardoor de resultaten voor niet vakgenoten minder toegankelijk zijn. Bovendien zijn de resultaten vaak moeilijk te objectiveren. Met behulp van beeldanalyse kunnen de gegevens worden bewerkt en in grafieken en tabellen worden weergegeven, waardoor de relevantie van de waarnemingen beter tot zijn recht komt.

Om dit te toetsen zijn een aantal bevindingen uit de zogenaamde pour-on proef beeidanalytisch bewerkt.

Het bleek dat t.o.v. de controle groep:

- significante toename was van de dikte van de huid dit gold ook voor het aantal cellagen. - de dikte van de bijnierschors significant was afgenomen bij 2 behandelingsgroepen. - de diameter van de testisbuisjes bij sommige groepen significant was toegenomen. - bij 1 groep de lever significant meer glycogeen bevat.

- er bij verschillende groepen significante afwijkingen in de secretieproductie plaats vond in de prostaat en de bulbo-urethraalklieren.

Toepassing van beeldanalyse heeft in dit geval een wezenlijke bijdrage geleverd aan de resultaten van deze proef.

(5)

1 INLEIDING

Beeldanalyse is een techniek die de laatste jaren een hoge vlucht heeft genomen. In aanvulling op de beschrijving van het waargenomen beeld, geeft deze techniek de mogelijkheid het beeld te bewerken en de data in getallen uit te drukken (l).

De beelden kunnen worden verkregen d.m.v. allerlei technieken zoals infrarood, röntgen, fluorescentie, ultrasone, marcoscopische en microscopische opnamen, etc. Al deze beelden

kunnen met behulp van een framegrabber worden geïmporteerd en gedigitaliseerd in de computer. Vervolgens kunnen er verschillende programma's op worden toegepast.

De interesse in de toepassing van digitale beeldverwerkingtechnieken heeft zijn oorsprong in twee toepassingsvelden:

1) het verbeteren van de beeldkwaliteit waardoor er meer informatie uit te halen valt.

Deze verbeteringen kunnen zo ver gaan dat ontbrekende delen van een beeld toegevoegd worden (zgn. imagerestoration). Dit wordt toegepast als beelden zo vaag zijn dat ze voor menselijke of automatische beoordeling nauwelijks geschikt zijn. Na de imagerestoration is interpretatie dan wel mogelijk.

2) het bewerken van de ruwe data.

Het is dan mogelijk objecten te meten, kwantificeren, vormen en structuren te herkennen, kleuren te scheiden en de intensiteit van kleuren en grijswaarden te meten.

Om bovengenoemde toepassingen te kunnen uitvoeren moet men eerst een segmentatie uitvoeren. Deze segmentatie is de cruciale fase in de beeldanalyse.

Een beeld bestaat na digitalisatie uit pixels. Deze pixels hebben een waarde van o tot 255. Door een segmentatie uit te voeren wordt de groep objectpixels onderscheiden van de groep niet objectpixels. Zijn de objecten goed gesegmenteerd, dan kunnen de gewenste objecten worden geanalyseerd.

In dit rapport wordt de toepassing van beeldanalyse in het histopathologisch onderzoek besproken. Hierbij is uitgegaan van opnamen van microscopische preparaten waarin metingen (zgn. histometrie) en kleuranalyse zijn uitgevoerd.

Het doel van het onderzoek is om met behulp van beeldanalyse visuele waarnemingen in microscopische preparaten te objectiveren, zodat metingen kunnen worden verricht en de verkregen gegevens statistisch kunnen worden verwerkt. Als voorbeeld zijn data uit de zogenaamde pour-on proef (2) bewerkt.

2 MATERIAAL EN METHODEN

2.1 Korte omschrijving van de Pour-on proef.

Vijf groepen kalveren zijn behandeld met verschillende stoffen die aan een smeersel waren toegevoegd.

(6)

Groep l Dieren alleen behandeld met de dragerstof (controlegroep) Groep 2 Dieren 2x behandeld met Oestradiol + Stanozolol

Groep 3 Dieren 4x behandeld met Oestradiol + Stanozolol

Groep 4 Dieren 2x behandeld met Oestradiol + Stanozolol + Beclomethason Groep 5 Dieren 4x behandeld met Oestradiol + Stanozolol + Beclomethason

2.2 Korte omschrijving van het onderzoek:

Onder geconditioneerde omstandigheden zijn opnamen gemaakt van de gewenste objecten in de coupes. Daarna zijn de beelden zodanig bewerkt dat de gewenste metingen verricht konden worden. De verkregen gegevens zijn vervolgens statistisch verwerkt.

2.3 Onderzochte parameters.

Onderzocht zijn coupes van de huid, de bijnier, de testis, de lever, de prostaat en de bulbo-urethraalklier.

Bij de huid, de bijnier en de testis zijn histometrische gegevens geanalyseerd. In de lever, prostaat en bulbo-urethraalklier is kleuranalyse verricht en in de immunohistochemische kleuring van de prostaat is de hoeveelheid aangekleurd weefsel gekwantificeerd.

- Meting van de dikte van de epidermis en het aantal cellagen van de epidermis.

Bij visuele beoordeling bleek er variatie te bestaan in de dikte van de epidermis tussen de dieren uit verschillende groepen. M.b.v. beeldanalyse is de relevantie hiervan onderzocht

- Meting van de dikte van de bijnierschors ten opzichte van het merg van de bijnier. Er bleek variatie te bestaan in de dikte van de schors t.o.v. het merg van de bijnier tussen de dieren uit verschillende groepen. M.b.v. beeldanalyse is de relevantie hiervan onderzocht.

- Meting van de diameter van testisbuisjes.

Er bleek variatie te bestaan in de diameter van de testisbuisjes tussen de dieren uit verschillende groepen. M.b.v. beeldanalyse is de relevantie hiervan onderzocht.

- Meting van de kleurintensiteit van levercellen gekleurd voor glycogeen.

Opgeslagen glycogeen in de lever wordt aangekleurd met de PAS-kleuring. De intensiteit van de magenta aankleuring is een maat voor de hoeveelheid glycogeen. M.b.v. beeldanalyse is de

relevantie van de gevonden verschillen tussen de dieren van de verschillende groepen onderzocht.

- Kleuranalyse ten behoeve van de samenstelling van mucines in prostaten en bulbo-uretraalklieren.

Met histochemische kleuringen zijn de verschillende secretieproducten te onderscheiden. Met ABPAS worden neutrale mucines magenta en zure mucines blauw aangekleurd. Met de AB pH 2.5

(7)

kleuring worden zure mucines blauw aangekleurd. De neutrale mucines zijn alleen zichtbaar doordat zij meekleuren met de tegenkleuring van kernechtrood.

M.b.v. beeldanalyse is de relevantie van de variatie in de kleurintensiteit van de mucines tussen de dieren uit verschillende groepen onderzocht.

- Kwantificatie van de hoeveelheid aangekleurd weefsel in prostaatcoupes gekleurd met monoklonaal RCK103.

Er bleek variatie te bestaan in de hoeveelheid met monoklonaal RCK103 aangekleurd klierweefsel tussen de dieren uit verschillende groepen. M.b.v. beeldanalyse is de relevantie hiervan

onderzocht.

2.4 Beeldanalyse

2.4.1. Meting van de dikte van de epidermis en telling van het aantal cellagen in de epidermis.

- Met een opname in de lengte richting en in de breedte richting van een micrometertje is de lens van de microscoop gekalibreerd.

-Van de ABPAS gekleurde paraffine coupes van de epidermis zijn opnamen gemaakt met een vergroting van 200 maal.

Per preparaat is een opname gemaakt van een representatief stukje epidermis.

Met een geschreven C-programma werd door een muisklik op het begin van de epidermis en het eind van de epidermis de dikte van de epidermis gemeten. Op de plek waar gemeten werd, werd ook het aantal cellen geteld.

2.4.2 Meting van de diameter van de bijnierschors to.v. het merg van de bijnier.

De opnamen zijn gemaakt van HE gekleurde paraffinecoupes via een binoculair 8 x vergroting. De grootte van de pixels is bepaald door een opname te maken van een millimeterpapiertje. Met hetzelfde C-programma als beschreven onder 2.4.1. is de dikte van de schors en de dikte van het merg gemeten. Alleen de calibratiefactor is hiervoor aangepast.

2.4.3 Meting van de diameter van de testisbuisjes.

Bij PAS gekleurde paraffinecoupes is de diameter van representatieve buisjes gemeten. Hiervoor zijn per coupe vijf buisjes gemeten en gemiddeld. De opnamen zijn gemaakt met een vergroting van 1000 maal (100 x met olielens).

Bij ronde buisjes is een dwarsdoorsnede gemeten, bij in de lengte aangesneden buisjes is op een representatief punt gemeten. Met hetzelfde C-programma als beschreven bij 2.4.1 is de diameter gemeten.

(8)

2.44 Meting van de kleurintensiteit van levercellen.

Bij PAS gekleurde paraffinecoupes is de intensiteit van levercellen gemeten.

Het is belangrijk dat de belichting van de microscoop goed ingesteld wordt. Van de serie preparaten is het preparaat met het meest licht aangekleurde en met het meest donker aangekleurde weefsel opgezocht. In de meest donkere weefsels mag bij een bepaalde belichtingsinstelling van de microscoop de pixelwaarde niet rond de nul zijn en bij de licht aangekleurde weefsels mag deze niet rond de waarde 255 zijn. De belichting is zo ingesteld dat aan deze voorwaarden werd voldaan.

De beeldanalyse:

De levercellen zijn object gesegmenteerd door gebruik te maken van de kleurwaarde. Vervolgens is de intensiteit van deze pixels gemeten en gemiddeld.

1) r g b j i s i A B RGBJHSI; 2) split_color_im B B C D; 3) threshold D F 240; 4) convert F B GREY_2D; 5) pix_sum B DONT_STORE;

6) subtract 252300 (580x435= 252300) pix_sum B (dit geeft alle objectpixels) 7) pix_sum D DONT_STORE; (dit geeft de pixelwaarde van de gehele image) 8) subtract value 7 value 5 X240

9) value 8 divide value 6 (dit geeft de gemiddelde waarde van de objectpixels)

N.B. De niet objectpixels kunnen variëren tussen de waarde 240 en 255. Aangehouden is 240 omdat het aantal niet object pixels t.o.v. het aantal object pixels zo klein is. Dat is op de gemiddelde waarde van de objectpixels te verwaarlozen.

2.4.5 Meting van de intensiteit van de secreten in prostaten en bulbo-urethraalklieren.

Er zij opnamen gemaakt met een vergroting van 400 x van paraffinecoupes van prostaten en bulbo-urethraalklieren gekleurd met de ABPAS en met de AB pH 2.5.

Het is belangrijk dat de belichting van de microscoop goed ingesteld wordt. Van de serie

preparaten is het preparaat met het meest licht aangekleurde en met het meest donkere weefsel opgezocht. In de meest donkere weefsels mag bij een bepaalde instelling de pixelwaarde niet rond de nul zijn en bij de licht aangekleurde weefsels mag deze niet rond de waarde 255 zijn. De belichting is zo ingesteld dat aan deze voorwaarden werd voldaan.

Als in het beeldveld nog andere objecten aanwezig waren met dezelfde rode kleur als de mucine, dan zijn de mucines er met een tekenpakket uit gekopieerd zodat alleen de mucine overbleef. Vaak waren de met kernechtrood gekleurde celkernen de storende objecten.

(9)

De beeldanalyse:

De mucines zijn gesegmenteerd door gebruik te maken van de kleurwaarde. Vervolgens is de intensiteit van deze pixels gemeten en gemiddeld.

Onderstaand schema geldt voor de met ABPAS blauw gekleurde zure mucines:

1) r g b j i s i A B RGB_HSI; 2) split_color_im B C D E; 3) convert C F COLOR_2D;

4) cthreshold F G loo 190 100 190 100 190; 5) convert G G GREY_2D;

6) pix_sum G DONT_STORE; (dat geeft het aantal objectpixels) 7) m u l j m G E H ;

8) pix_sum H DONT_STORE; (dat geeft de som van het aantal objectpixels) 9) divide 8 by 6; (dat geeft het gemiddelde van de objectpixels.

Voor de neutrale, met ABPAS rood gekleurde mucines geldt een colorthreshold waarde van 195-

245-Voor de preparaten met een AB kleuring pH 2.5 welke zure mucines blauw kleurt is hetzelfde schema toegepast alleen zijn de colorthreshold waarde 150-170 voor de blauwe mucines en 171-245 voor de rode mucines.

2.4.6. Kwantificering van de hoeveelheid aangekleurd weefsel in prostaten gekleurd met monoklonaal RCK103.

De opnames zijn gemaakt met de 2.5 x lens, waardoor ongeveer een kwart van de totale prostaat in beeld komt. De hele opname geeft een representatief deel van de coupe weer en hierin is de aankleuring gemeten. Het aangekleurde klierweefsel is bruin van kleur. Een color threshold volstaat. In een beperkt aantal gevallen was een rode gloed aanwezig afkomstig van de tegenkleuring met kemechtrood. In deze gevallen is de bruine aankleuring minder. De volgende threshold waarden zijn gevonden:

- Voor de preparaten zonder rode gloed Color threshold (rood, groen, blauw) 90-255, O-160, O-160 -Voor de preparaten met rode gloed Color threshold (rood, groen, blauw) 90-255, 0-120, 0-120 - convert B C GREY_2D;

- pix_sum C DONT_STORE; (telling van de objectpixels, dat aantal gedeeld door de pixels van het gehele plaatje is het percentage)

(10)

3 RESULTATEN

3.1 De huiddikte en het aantal huidlagen.

De resultaten zijn weergegeven in figuur 1. Ten opzichte van de controlegroep nam de dikte van de huid met 50% toe bij de behandelde groepen 2-5. Bij groep 4 was dat zelfs 100%. Voor het aantal cellagen werd dezelfde toename gevonden. Zie ook foto's 1 en 2.

3.2 Meting van de dikte van de bijnierschors t.o.v. het merg van de bijnier.

De resultaten zijn weergegeven in figuur 2. Hier is alleen gekeken naar verschillen tussen groep 1 (controle) en groepen 4 en 5. Bij groep 4 was de dikte van de bijnierschors met 23% afgenomen t.o.v. de controlegroep, bij groep 5 bedroeg deze afname 65%. Zie ook foto's 3 en

4-3-3 Meting van de diameter van de testisbuisjes.

De resultaten zijn weergegeven in figuur 3. Ten opzichte van de controlegroep nam de

gemiddelde diameter bij groep 3 met 6.7% toe. Bij groep 5 was de toename 12.6%. Bij de overige groepen werden geen significante verschillen waargenomen. Zie ook foto's 5 en 6.

3.4 Meting van de intensiteit van levercellen.

De resultaten zijn weergegeven in figuur 4.

De kleurwaarde van de levercellen is bij groep 4 t.o.v. de controlegroep 65% lager. Lager betekent donkerder van kleur, de levers bevatten dan meer glycogeen. Bij de andere groepen werden geen significante verschillen gemeten. Zie ook foto's 6 en 7.

3.5 Meting van de intensiteit van de secreten in prostaten en bulbo-urethraalklieren.

De resultaten zijn weergegeven in figuur 5 t/m 8. Zie ook de foto's 8 t/m 10.

3-5-1ABPAS kleuring prostaat.

Bij deze kleuring worden zowel de zure als de neutrale mucines aangekleurd. De zure mucines zijn blauw van kleur en de neutrale mucines zijn rood van kleur. In de controle groep werden geen zure mucines geproduceerd in de prostaten. Bij groep 2 werden deze wel aangetroffen terwijl bij groep 3 deze mucines een stuk donkerder waren. De neutrale mucines waren eveneens een stuk donkerder. Bij de groepen 4 en 5 werden minder zure mucines gemeten en werden de neutrale mucines weer lichter. Bij de groep 5 werd bij 1 dier zure mucine gevonden.

(11)

3-5-2 ABPAS kleuring bulbo-urethraalklieren.

Bij deze kleuring worden zowel de zure als de neutrale mucines aangekleurd. De zure mucines zijn blauw van kleur en de neutrale mucines zijn rood van kleur. Bij de controlegroep werd 1 zure mucine bij l dier gevonden. Hetzelfde patroon als bij de prostaat werd gevonden voor de groepen 2 en 3. Bij groepen 4 en 5 bleven de zure mucines aanwezig.

3.5.3 AB pH 2.5 kleuring prostaat.

Bij deze serie zijn geen significante verschillen tussen de controlegroep en de andere groepen. De zure en neutrale mucines zijn bij de controlegroep al aanwezig. De mucines bij de andere groepen worden niet intenser van kleur.

3.5.4 AB pH 2.5 kleuring bulbo-urethraalklieren.

Bij de controlegroep zijn alleen zure mucines aanwezig en geen neutrale. Bij de andere groepen zijn ook neutrale mucines aangetoond.

3.5.5 AB pH 2.5 zonder tegenkleuring met kernechtrood.

De intensiteit van de zure mucines varieert niet significant tussen de verschillende groepen.

3.6 Kwantificering van met monoklonaal RCK103 aangekleurd klierweefsel.

De resultaten zijn weergegeven in figuur 9.

Er vindt een significante verhoging plaats van het percentage aangekleurde klierweefsel bij de behandelde dieren groepen 2-5 ten opzichte van de controles.

Bij de controlegroep werd 2.6% van het beeldoppervlak aangekleurd, terwijl in de groepen 2 en 3 dit toenam tot 17.5%. Bij de groepen 4 en 5 was 3.9 procent van het weefsel aangekleurd.

Zie ook foto's 11 en 12.

4. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN

Beeldanalyse blijkt een goede objectieve techniek als ondersteuning voor de op ervaring

gebaseerde beschrijvende histologie. Beeldanalyse is vooral geschikt voor het objectief meten van objecten, het vaststellen van kleurverschillen en intensiteit. Ervaring in de histologie is vereist omdat volledig automatisch scannen van een preparaat, waarbij de objecten zelf herkend worden, zeer moeilijk te verwezenlijken is.

Het maken van de opname en het uitzoeken van de interessante gebieden in de preparaten gebeurt visueel en is gebaseerd op ervaring. In combinatie met beeldarchivering is beeldanalyse echter een zeer waardevolle techniek aanvulling op het histologisch onderzoek.

(12)

LITERATUUR

1) Gonzalez, R.C. and R.E. Woods. Digital Image Processing. Addison-wesly Publishing Company, Massachusetts, 1992.

2) Schilt, R., Groot, M.J., Berende, P.L.M., Ramazza, V., Ossenkoppele, J.S., Haasnoot, W. van Bennekom, E.O., Brouwer, L. adn Hooijerink, H. Pour-on application of growth promoters in veal calves: analytical and histological results. The analyst 1998 (submitted).

(13)

BIJLAGE A

SOURCE CODE VAN HET C-PROGAMMA WAAR MEE GEMETEN IS.

(Met dank aan G.W.A.M. van der Heijden, die dit programma geschreven heeft.)

#include "image.h" #include <stdio.h> double sqrt();

#define SQR(x) ((x)*(x))

#define CALIB 0.655 /* micrometer per pixel voor de 20 lens*/

dist20(outfile) char *outfüe; {

IMAGE *ip; int xi, yl, x2, y2; int but; FILE *fp; char kar; double dist; int point_im(); auto_point(o); set_image_interaction(l); fp = fopen(outfile,,,a"); d o {

do kar = point_im( &ip, & x l , & y i , &but ); while (kar==o && !MouseRelease( but ) ); if (kar != 0) break;

do kar = point_im( &ip, &x2, &y2, &but ); while (kar==o && !MouseRelease( but ) ); if (kar != o) break;

disp_vector( ip, x l , y i , x2, y2);

dist = CALIB*sqrt( (double)SQR(xi-x2) + SQR(yl-y2)); printfC'afstand = %5.lf\n",dist); fprintf(fp,"%3d %3d %3d %3d %5.lf\n",xl,yl,x2,y2,dist); } while (kar !='\n') auto_point(l); set_image_interaction(o); fclose(fp); } 13

(14)

LEGENDA FOTO'S

Foto's l en 2.

Dit is een doorsnede van de huid. De laag tussen de twee pijltjes is de epidermis. De ovale

donkerbruine objecten zijn de celkernen. De dikte van de epidermis is gemeten. Ook is het aantal celkernen geteld zodat men het aantal cellagen weet. De dikte van de epidermis is bij foto 2 duidelijk 2 maal zo groot als op foto l .

Foto's 3 en 4.

Dit is een doorsnede van de bijnier. De laag tussen de pijltjes is de bijnierschors. Bij de bijnier op foto 3 is deze duidelijk veel dunner dan bij de bijnier op foto

4-Foto's 5 en 6.

Dit zijn dwarsdoorsneden van testisbuisjes. Op foto 5 is het normale beeld te zien. Op foto 6 is vochtophoping te zien in de testisbuisjes maar ook in het omringende weefsel.

Foto's 7 en 7A .

Dit is een PAS kleuring van leverweefsel. De PAS kleurt het glycogeen in het leverweefsel aan. De intensiteit is een maat voor de hoeveelheid glycogeen. Het leverweefsel op foto 7A bevat dus aanmerkelijk meer glycogeen.

Foto's 8, 9 en 10.

De grote blauw en rood gekleurde vlakken zijn secretie producten (mucines) van het omringende klierweefsel.

De zure mucines zijn blauw van kleur en de neutrale mucines zijn rood van kleur.

Foto's 11 en 12.

De donkere objecten zijn met monoklonaal RCK103 aangekleurd klierweefsel. Op foto 12 is dat beduidend meer dan op foto 11.

(15)

-

m

•*'*''.

S3

F o t o l .

ft ; *

T-.V

«•

-

'-V

(fl ff '•

US'

Foto 2.

(16)

Foto 3.

(17)

Foto 5.

(18)

Foto 7.

(19)

Foto 8.

Foto 9.

(20)

Foto 11.

à

>^NST'

3

S**

^ ^M > « ^ ' ' -H l

VW?**«'.

^

< W <

<T--\

Foto 12.

(21)

^ 4 } ' (> o * 7 ' * o" V) • * ; v-V) i , v '•

Foto 11.

• *

4

* v

rf-VS* '

*-*r\'

Foto 12.

(22)

Figuur 1

Gemiddeld aantal cellagen van de epidermis

groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 Controle Oestradiol+ Stanozolol 2x behandeld Oestradiol+ Stanozolol 4x behandeld Oestradiol+ Stanozolol+ Beclomethasone 2x behandeld Oestradiol+ Stanozolol+ Beclomethasone 4x behandeld SERIE 1 lagen 3.5 4.8 5.9 6.8 6.1 standaard deviatie 0.6 1.2 2.3 1.3 1.7 SERIE 2 lagen 3.5 4.0 5.1 4.5 5.0 standaard deviatie 0.6 0.8 0.9 0.6 1.2

Voor ieder dier zijn twee series huidmonsters genomen:

Serie 1 van de "pour on" zijde (behandelde zijde) en serie 2 van de andere (onbehandelde zijde) c 0) O) « o 9.0 8.0 7.0 6.0 5.0 4.0 3.0 2.0 1.0 0.0

Aantal cellagen van de huid

s.:

m

'M

M

, I serie 1 I serie 2

groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5

serie 1 = behandelde zijde serie 2 = niet behandelde zijde

(23)

Figuur 2

Gemiddelde cortex/merg ratio van de dieren per groep

Aantal dieren 15 3 4 Aantal bijnieren 24 5 5 groep A groep B groep C Gemiddelde 28,4 21,9 10,4 Standard deviatie 10,34 2,49 9,34

Gemiddelde cortex/merg ratio van de bijnier per groep

3E

groep A groep B groep C

I groep

groep A = Alle dieren niet behandeld met Beclomethason groep B = Dieren 2x behandeld met Beclomethason groep C = Dieren 4x behandeld met Beclomethason

(24)

Figuur 3

Gemiddelde diameter van de testisbuisjes

groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 gem. diameter 68.08 66.98 70.22 66.79 75.33 st. deviatie 0.9 0.8 1 1.5 1.1

(25)

Figuur 4

Kleurintensiteit van de lever (zonder uitbijters groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 Gem v/d/ groepen 164 135 149 137 98 Stdev 17.8 13.5 27.8 14.7 7.7

groep 1 = controle dieren

groep 2 = dieren 2 x behandeld met Oestradiol+ Stanozolol groep 3 = dieren 4 x behandeld met Oestradiol+ Stanozolol

groep 4 = dieren 2 x behandeld met Oestradiol+ Stanozolol+ Beclomethason groep 5 = dieren 4 x behandeld met Oestradiol+ Stanozolol+ Beclomethason

(26)

Figuur 5

Resultaten prostaat ABPAS kleuring

0

Gemiddelde pixelwaarde van het secreet (hoe hoger de waarde des te lichter de intensiteit) 46 43 40 ; 37 " 34 31 ; S 28 E

1 ^

+•* 2 22 prep ï > O ) C D ia 10 ' 7 ; 4 1 u , I 1 • ' I

l

I 1 3 • " • " • ™ " « — i i ; i i : ' ^ ^ ^ " ^ ^ Ü Ü Ü L J ••I-t | ! - . „ . ' . ' .Li i i I I I 1 I

I

1 1 ' 1

i . ; .'

• " • " ' > • • • • , •••••• • • -i" "• 7 7 1 , " ' ' 1 50 • zwart is zure mucine D grijs is neutrale mucine

100 150 pixelwaarde

200 250

nr 1 t/m 5 = controlegroep

nr 7 t/m 19 = oestradiol + stanazolol 2x behandeld nr 21 t/m 28 = oestradiol + stanazolol 4x behandeld

nr 31 t/m 38 = estradiol + stanazolol + beclomethason 2x behandeld nr 40 t/m 46 = oestradiol + stanazolol + beclomethason 4x behandeld

(27)

Figuur 6

Resultaten bulbo-uretraal klieren ABPAS kleuring

E E 3 C re re &. re

a

Gemiddelde pixelwaarde van het secreet (hoe hoger de waarde des te lichter de intensiteit

50 • zwart is zure murine Hgrijsiszure murine 100 150 200 pixelwaarde 250 300 nr 1 t/m 8 = controlegroep nr 10 t/m 25 nr 27 t/m 38 nr 41 t/m 52 nr 55 t/m 66 = oestradiol + = oestradiol + = oestradiol + = oestradiol + stanazolol 2x behandeld stanazolol 4x behandeld

stanazolol + beclomethason 2x behandeld stanazolol + beclomethason 4x behandeld

(28)

Figuur 7

Resultaten prostaat AB pH 2.5 kleuring

o £ E 3 C m A t . IB

a

0

Gemiddelde pixelwaarde van het secreet (hoe hoger de waarde des te lichter de intensiteit)

50 • zwart is zure mucine O grijs is neutrale mucine

100 150 pixelwaarde 46 4*3 40 37 M 31 28 ?? 19 16 13

m

7 4 1 1 i ^ ^ - - j ^ ^ ^ ^ ^ • i __,. =" 1 r • . i > i » i , r 1 1 1 * - i . i i i i • i t *, - • 1 . " • ! -— • < 1 i * i , , -. ' P ' i > i i ! i ^^^^ [ • , = , l^M^M M^M^W M—l l^ ^ ^M i M M M IT ^M M* * ^ ' ^ I S i ' ji i i i ! i i * f • i t ! 1 I —-r-j t 1 1 200 250 nr 1 t/m 5 = controlegroep nr8t/m 16 = nr 18 t/m 25 nr 28 t/m 36 nr 39 t/m 47

oestradiol + stanazolol 2x behandeld = oestradiol + stanazolol 4x behandeld

= estradiol + stanazolol + beclomethason 2x behandeld = oestradiol + stanazolol + beclomethason 4x behandeld

(29)

Figuur 8

Resultaten bulbo-uretraal klieren AB pH 2.5 kleuring

o> E E 3 C 4-1 m

2

n Q. O 0

Gemiddelde pixelwaarde van het secreet (hoe hoger de waarde des te lichter de intensiteit)

50

• zwart is zure mucirte

D grijs is neutrale mucine

40 37 34 31 28 25 22 19 16 13 10 7 4 1 i ^ 1 ! i i , , i 1 1 . 1 1 • '

i

i l =-* 100 150 pixelwaarde 200 250 nr 1 t/m 4 = < nr 7 t/m 13 = nr 16 t/m 22 nr 25 t/m 30 nr 33 t/m 40 ;ontrolegroep

oestradiol + stanazolol 2x behandeld = oestradiol + stanazolol 4x behandeld

= estradiol + stanazolol + beclomethason 2x behandeld = oestradiol + stanazolol + beclomethason 4x behandeld

(30)

Figuur 9

Resultaten van prostaten RCK103 kleuring

0 ) c 'C 3 d) c n n 0) o> 2 c 0) ü 0) a 20 -, 18 16 -1 Z i i 12 -10 8 6 -4 2 0

Percentage met monoclonaal RCK103 aangekleurde celkernen •• 111111 EHi

,__

S

Ijl

H

EU—BUH—iH~—H—H~"

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 preparaatnummer 1 t/m 4 = controlegroep 5 t/m/8 = oestradiol + stanazolol

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

On the contrary, Defender managers have a more extensive preference in reference points, as they attend to historical and social aspirations to learn from their past performance

The decision is argued to move away from the fact that the LOSC Parties have ‘moved decisively away from the freedom (…) not to be subject in advance to dispute

Vooral hoogproductieve koeien zijn veelal niet in staat om voldoende extra ruwvoer op te nemen om de conditie op peil te houden.. Wellicht door het jaarrond ver- strekken van

In deze opgaven bereken je de benodigde hoeveelheden zwak zuur of zwakke base om een oplossing een bepaalde pH te geven. De antwoorden staan

Kun je door twee lucifers te bewegen, van 8 vierkantjes 10 vierkanten vormem!. Kun je door twee lucifers te bewegen, van 8 vierkantjes 10

• fosfolipase de hydrolyse/afbraak van bouwstenen van de cel / van het celmembraan / fosfolipiden katalyseert en dus de pancreascel zelf kan.

This review explores why public participation in constitution-making matters for cultivating responsible governance and for fine-tuning justice, focused on

Voor de ‘blijvers’ blijven nog veel vragen overeind, zowel voor de korte als voor de lange termijn.. Duidelijkheid in het te voeren beleid is een