• No results found

Onderdrukking te vroege bloemknopaanleg bij chrysanten-moederplanten 1980/1981

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderdrukking te vroege bloemknopaanleg bij chrysanten-moederplanten 1980/1981"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

&}

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

ft

7

H

63

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

ONDERDRUKKING TE VROEGE BLOEMKNOPAANLEG BIJ CHRYSANTEN-MOEDERPLANTEN 1980/1981

f

A.P. VAN DER HOEVEN

(2)

rec/lb bvdhknop

Onderdrukking te vroege bloemknopaanleg bij chrysanten-moederplanten 1980/81. 1. Inleiding

Een groot aantal normaalteelt-rassen vormt ook onder langedagomstandigheden te vroeg eindknoppen. Hierdoor ontstaan in de teelt de zgn. splittakken. Bij een aantal rassen vindt deze knopaanleg al plaats op de moederplanten. Om die reden is het niet goed mogelijk de zgn. stek van stek-methode toe te passen bij het vermeerderen van stekken. Amerikaans en Engels onderzoek wijzen op de mogelijkheid van ethyleen- (ethrel-)bespuitingen om de knop­ aanleg te vertragen (vervolgens ethrel genoemd).

Wat belichten van de moederplant betreft zijn er aanwijzingen dat continu belichten de knopaanleg beter onderdrukt dan cyclisch belichten.

Om bovengenoemde reden is een proef genomen met ethrel-bespuitingen en ver­ schillende belichtingswij zen op moederplanten.

2. Opzet

Stekken van de volgende rassen zijn op 3 oktober 1980 geplant: 1. Alec Bedser 5. Gerrie Hoek

2. Bornholm 6. Wendy 3. Breitner 7. Gompie 4. Lilian Hoek 8. Cremon

De planten zijn half oktober getopt en verder als moederplanten geteeld. Een vierde gedeelte van de stekken is uitgeplant op een plaats in de kas waar niet werd belicht, een vierde waar continu werd belicht van 19.00 tot 05.00 uur en de helft waar cyclisch werd belicht van 19.00 tot 05.00 uur.

Bij de cyclisch belichte planten zijn de volgende(ethrelbehandelingen uit­ gevoerd.

I water (controle)

II 0,025% ethrel - 120 mg. aktieve stof per 1. water III 0,05% ethrel - 240 mg. aktieve stof per 1. water IV 0,1% ethrel - 480 mg. aktieve stof per 1. water

Op de continu belichte en niet belichte planten zijn alleen behandelingen I en III uitgevoerd. Er is steeds per 4 weken één keer gespoten: bij het cy­ clisch belichten zijn bovendien vakjes wekelijks bespoten vanaf 18 maart

(3)

tot einde van de proef op 1 juni.

Per veldje is steeds het aantal geplukte stekken genoteerd. Bij een klein gedeelte stek per veldje is nagegaan hoe de knopvorming verliep.

Ongeveer 100 stekken per veldje zijn opgelant om groei en bloei te kunnen beoordelen.

3. Resultaten

3.1 Stekproduktie en stekkwaliteit

Ethrelbespuitingen hadden een nadelige invloed op de totale stekproduktie vooral bij de hoogste concentratie. De habitus van de stekken werd eveneens duidelijk beïnvloed: vooral bij de hoogste concentratie waren de stekken meer gedrongen, ze hadden kleinere bladeren, stuggere stengels en het oude­ re blad "verouderde" sneller. Stekken uit de veldjes met de hoogste concen­ tratie bewortelden trager dan die uit de overige veldjes.

3.2 Knopaanleg

Belichten had in winter en voorjaar een gunstig effect op het vegetatief blijven van de moederplanten. Dit was het duidelijkste waar te nemen bij de rassen Cremon en Breitner. De invloed van ethrelbespuitingen op de knopaan­ leg was in deze proef zeer duidelijk waarneembaar: naarmate vaker gespoten werd en de concentratie hoger was, werden bij die stekken meer bladeren aangelegd alvorens de hoofdknoppen werden gevormd. Dit was ook merkbaar bij de stekken die voor bloei waren opgeplant. Stekken van de niet met ethrel bespoten moederplanten vormden vroeger eindknoppen, vooral bij de rassen Gerrie Hoek, Lilian Hoek, Wendy en Gompie. Bij de drie hierboven eerste ge­ noemde rassen werd door ethrel ook het bloeitijdstip beïnvloed (verlaat). Stekken van de veldjes met de hoogste concentratie bloeide niet alleen la­ ter maar vertoonden ook in lichte mate doorwas bij de bloei.

4. Conclusies, aanbevelingen en samenvatting.

In een proef met moederplanten van een aantal rassen zijn de effecten van belichten en ethrelbespuitingen nagegaan op vooral de knopvorming.

Bij de niet belichte moederplanten kwam te vroege knopvorming eerder en in ergere mate voor dan bij de belichte. Tussen continu en cyclisch belichten kwam weinig verschil voor. Ethrel bespuitingen gaven een duidelijke vertra­ ging van de knopaanleg, dat vooral tot uitdrukking kwam in meer bladeren aan de stengel onder de hoofdknop bij die stekken. Bij de

(4)

ethrelbehande-lingen waren de stekken kleiner (kompakter) en was de stekproduktie iets lager dan bij de controle.

Het probleem van te vroege knopvorming bij hiervoor gevoelige rassen is te verminderen door de moederplanten (stek van stek) in het winter halfjaar te belichten en door ze regelmatig met ethrel te bespuiten.

Daar met de ethrelbehandelingen nog weinig ervaring is opgedaan wordt gead­ viseerd dit slechts proefgewijs uit te voeren. Men kan b.v. bij voor knop-aanleg gevoelige rassen enkele kleine vakken één keer per 14 dagen spuiten met een concentratie van 0,05% ethrel. Vooral omdat de rassen niet allemaal gelijk op ethrel reageren kan men op deze manier met eigen rassen ervaring opdoen.

A.P. van der Hoeven Naaldwijk, 15-10-1981

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het nieuwe pand is goed geïsoleerd (dubbele beglazing). Nogmaals: Op het kongres zal gesproken worden over het voorlichtingsbeleid en dan zal bekeken worden of een

In deze studie worden de resultaten van BOAM niet vergeleken met een andere behandeling, maar wordt naar het verschil tussen de baselinefase en de behandelfase gekeken, waardoor

influent en het effluentwater, die opgestuurd zijn naar Laboratorium Zeeuws Vlaanderen voor analyse op de twaalf werkzame stoffen van GBM uit het Standaard Water.

Dé ritske crnice zijn in het algemeen profielen,•die zeer sterk onder invloed van grond- of overstromingswater zijn gevormd. Ze hebben vaak daardoor in de Al een vrij

Er werd gewerkt in een perceel veldbeemdgras dat op 24 juni met een vijfvoets- balk in het zwad was gemaaid. Het dorsen vond op 27 juli plaats. De omstandig- heden waren ongunstig.

Tenslotte zijn in tabel 8 de resultatenrekeningen voor de drie modellen van de populierenteelt bij omlopen van 25 en 30 jaar samengevat. 30 jaar de houtopbrengsren

De volgende programma’s zijn opgenomen: De Wijk van Morgen, Heerlen (coördinatie Zuyd Hogeschool), gericht op nieuwe gebouwconcepten, De Bestaande wijk van Morgen

Het is belangrijk dat patiënten kennis nemen van de strategi- sche plannen en de begroting, maar bestuurders en patiën- ten/cliënten zouden er meer aan hebben als er mensen zouden