• No results found

Bladluisresistentie in Paprika: Groene Veredeling Paprika

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bladluisresistentie in Paprika: Groene Veredeling Paprika"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanleiding van het onderzoek

In de paprikateelt kunnen bladluizen een groot probleem vormen. Ze veroorzaken directe schade door chlorose, vervorming en necrose van de bladeren, die uiteinde-lijk van de plant vallen. Ook leiden blad-luisproblemen tot een slechte ontwikkeling

van bloemen en vruchten. De belangrijkste schade doen ze echter indirect door het overbrengen van een groot aantal virus-sen. Die virussen kunnen een gewas in en-kele weken volledig vernietigen.

Biologische bestrijding van bladluizen met sluipwespen wordt toegepast, maar is duur en niet altijd afdoende omdat blad-luizen zich zeer snel vermeerderen. De sluipwespen kunnen het soms gewoon niet bijhouden. Daarom wordt ook chemische bestrijding toegepast. Het feit dat blad-luizen resistentie ontwikkelen tegen deze insecticiden en de zorgen over de effecten van insecticiden op het milieu maken dat er alternatieven gezocht moeten worden. Paprikarassen die (partieel) resistent zijn tegen bladluizen kunnen, zeker in combina-tie met sluipwespen, een milieuvriendelijke en effectieve oplossing zijn, zowel voor de biologische als voor de gangbare teelt. In de afgelopen periode hebben we binnen het onderzoekprogramma Groene Ver-edeling verschillende wilde accessies van peper, die kruisbaar zijn met paprika, ge-toetst op hun resistentie tegen de bladluis Myzus persicae. Uit dat onderzoek bleek dat er tussen de accessies grote verschillen in resistentie zitten. De verschillen tussen de accessies zaten met name in het aantal nieuw geproduceerde bladluisnimfen, wat op de meest resistente accessies resul-teerde in een veel kleinere populatie-op-bouw.

Doel van het onderzoek

In dit project willen we de basis leggen voor de ontwikkeling van bladluisresisten-te paprikarassen door één van de resis-tentste peper-accessies nader te karakte-riseren en daarmee bruikbaar maken voor veredelingsbedrijven.

Aanpak

Om dit doel te bereiken gebruiken we een moleculair-genetische benadering, die be-staat uit:

1. Het identificeren van gebieden in het DNA van de resistente peperplant die be-trokken zijn bij de resistentie tegen blad-luizen. Dit gebeurt via de karakterisatie van een populatie die verkregen is uit een krui-sing tussen een bladluisresistente en een vatbare peperplant. Alle planten uit de po-pulatie worden getest op bladluisresistentie en er wordt een moleculaire merker analy-se uitgevoerd. Door de merkers te correle-ren met de resistentie komen we er achter welke gebieden in het DNA betrokken zijn bij de resistentie. Dit onderdeel levert mer-kers op die de veredelingsbedrijven kunnen gebruiken om de resistentie in hun hoog-waardige rassen in te kruisen.

2. Een gedetailleerde analyse van de re-sistentie door het voedingsgedrag van de bladluis op de resistente en vatbare plant te

Bladluisresistentie in Paprika

Groene Veredeling

Mengjing controleert een paprikaplant op bladluizen

juni 2017

(2)

Groene Veredeling

bestuderen. Hierbij wordt onderzocht waar in de plant de bladluis problemen onder-vindt tijdens het voeden.

3. Het identificeren van het gen dat ver-antwoordelijk is voor de resistentie.

4. Ophelderen van het resistentieme-chanisme. We willen graag weten hoe de resistentie exact werkt omdat we daarmee mogelijk aanknopingspunten in handen krijgen waarmee we ook in andere gewas-sen sneller bladluisresistentie kunnen ver-krijgen. Bij de opheldering van het resisten-tie-mechanisme maken we gebruik van alle beschikbare informatie zoals de informatie over het gen dat betrokken is bij de resis-tentie, en analyses van plantenmetabolie-ten en genexpressie.

5. De veredelingsbedrijven die betrok-ken zijn bij het project zullen bijna-isogene lijnen maken, d.w.z. lijnen die alleen een heel klein stukje DNA met daarop het re-sistentiegen bevatten en verder het DNA van vatbare ouders uit hun eigen verede-lingsprogramma. Met deze lijnen kunnen we onderzoeken hoe het gen zich gedraagt in verschillende genetische achtergronden.

Resultaten

Via de genetische analyse van de popula-tie hebben we twee gebieden in het DNA van de resistente plant kunnen identifi-ceren die betrokken zijn bij de resisten-tie tegen de bladluis M. persicae. Samen verklaren de gebieden bijna 50% van de variatie voor resistentie. Het gebied waar

het belangrijkste gen ligt brengen we de komende tijd nauwkeuriger in kaart. Uit de analyse van het voedingsgedrag van de bladluizen komt naar voren dat deze geen enkel probleem hebben om met hun stilet in resistente planten de voedselrijke sapstroom te bereiken. Eenmaal daar aan-gekomen blijken de bladluizen op de resis-tente planten veel korter te voeden dan op de vatbare planten. Bladluizen proberen in de plant aanwezige resistentiefactoren te onderdrukken via hun speeksel. Op re-sistente planten lukt dit niet, waardoor ze maar kort kunnen voeden en dan hun stilet weer terugtrekken. De consequen-tie van dit alles is dat bladluizen trager groeien op de resistente plant, gemiddeld eerder doodgaan en veel minder nakome-lingen produceren.

Vooruitblik

De komende periode zullen we besteden aan het identificeren van het gen dat ver-antwoordelijk is voor de resistentie en het verder ophelderen van het resistentieme-chanisme. De bij dit project betrokken ver-edelingsbedrijven zullen de resistentie in hun eigen veredelingsmateriaal brengen.

Bladluisresistentie-team:

Wageningen University & Research (Mengjing Sun, Roeland Voorrips, Wendy van ’t Westende & Ben Vosman), Bayer Crop Science en Syngenta.

Onderzoeksprogramma

Groene Veredeling

Het onderzoeksprogramma Groene Veredeling 2010 tot 2020 richt zich zowel op veredeling van rassen die met minder bemesting en water toe kunnen als op resistentieveredeling om ziekten en plagen te voorkomen. Het onder-zoek wordt uitgevoerd aan verschillen-de gewassen. De hoofdgewassen in verschillen-de periode van 2015 tot 2020 zijn aardap-pel, prei, spinazie en paprika. Daarnaast loopt er nog een project met appel. Het programma wordt gefinancierd door het ministerie van EZ, met minimaal 40% ‘in-kind’ en/of ‘in-cash’ bijdrage van betrokken bedrijfsleven.

Programma-coördinatoren: dr.ir. Olga Scholten, olga.scholten@wur.nl

Prof.dr.ir. Edith Lammerts van Bueren, e.lammerts@louisbolk.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het raadhuis te Schoonhoven, voor de restauratie en daarna. Alle elementen afkomstig van de achttiende eeuwse verbouwing werden verwijderd en vervangen door eigentijdse. tot

zijn, de verdergaande technifice1·ing van onze samenleving leiden licht naar de veronderstelling dat de politieke keu- ze als zodanig minder belangrijk is dan de

Door het feit, dat onze proeven werden afgesloten op een gemiddeld ge- wicht van ± 72 kg, rijst de vraag, in hoeverre de gevonden percentages groei- bevordering en verlaging van

Deze zijn verhuisd • naar de kolommen 44 en49 on hebben een grensopbrengst (waarop onder de pun- ten 30 on 32 nader wordt ingegaan). Hetzelfde geldt voor de oorspronke- lijke regel

In het ruilverkavelingsgebied Oud Gastel, Oudenbosch, Hoeven, blijkt op bijna 20 % van het totaal aantal bedrijven een behoorlijke aanzet van intensieve tuinbouw in de volle

Ofskoon sommige hoofstukke (byvoorbeeld hoofstuk I) suiw.er essays ve.rteenwoordig; die tweede hoofstuk sketsmatig aangebied word en die derde hoofstuk 'n goeie

Bij vijf van de zes vrijloopstallen blijft het totale stikstofverlies echter fors hoger dan bij de gemiddelde ligboxenstal; bij bedrijf 1 is het verlies in de vrijloopstal

Rassen voor duurzamere teelten Het onderzoeksprogramma Groene Veredeling biedt uitgelezen kansen om voor de gangbare en biologische sector nieuwe rassen te ontwikkelen