Een boom
Onlangs is er in ons mooie dorp weer een boom geveld. Er verdwijnen er steeds meer. Vanwege parkeerruimte neergehaald door de eigenaar (kan je eigenaar van een boom zijn?). Mensen lijken een hekel aan bomen te hebben. Van alles wordt genoemd als excuus om een boom te lijf te gaan: ruimte, licht, takken en bladeren. De hinder rechtvaardigt het hakken. En houthakken is in de mode. Iets voor echte mannen. Maar het geluid van de kettingzaag gaat me door de ziel. Het bedreigt en snijdt door het vertrouwen. Met de boom wordt ook de tijd uit de omgeving verwijderd. De trage groei komt ten einde. Meestal vele malen ouder dan welke ‘eigenaar’ dan ook, wordt de boom opgeruimd omwille van een parkeerplaats, een bladvrij gazon of een vrijer uitzicht. Dat daarmee ook de beschutting, het groen en de vogels verdwijnen, lijkt niet van belang. Dit sentiment is immers niet relevant en al helemaal niet stoer. Net zomin is het van belang hoe anderen tegen de boom aankijken. Of ze ervan genieten of er misschien herinneringen aan hebben. Geschiedenis doet niet ter zake. Stoere mannen hebben geen tijd. Die hebben haast. In Engeland zag ik ooit dit mooie bord: ‘Ik ben