• No results found

Het bijzondere van het gewone: de werkelijkheid waarin we leven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het bijzondere van het gewone: de werkelijkheid waarin we leven"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het bijzondere van het gewone

De werkelijkheid waarin we leven

(2)

Het bijzondere van het gewone De werkelijkheid waarin we leven door Fiona Reinaerts

scriptie Grafisch Ontwerpen 2008 AKV | St.Joost ‘s-Hertogenbosch

(3)

De wereld wordt vaak geaccepteerd zoals hij is. Mensen kijken niet verder dan hun neus lang is. Mensen beseffen niet dat ze zelf de keuze kunnen maken om er iets anders van te maken. Projecten worden voor mij interessant wanneer de ontwerper, de kunstenaar inzicht geeft in een stukje leven, waardoor we er niet zomaar aan voorbij razen en alles voor lief nemen zoals het is. De blik van het publiek verbreden, leren uitzoomen over een groter deel dan alleen maar je eigen wereld en erbij stil staan waar je nou eigenlijk mee bezig bent. Ontwerpen komt vanuit een nieuwsgierigheid naar het leven. De nieuws-gierigheid naar de ander. Waarom iemand bepaalde keuzes maakt en het bewust maken van deze keuzes. Een eigen visie op de wereld die je graag met anderen wilt delen. Het bijzondere van het gewone...

“Het is niet het leven. Als dat zo was zou ik geen stap hoeven te verzetten. Het is het leven gezien door de ogen der verwondering. De verwondering die onderzoekend en impulsief en nieuwsgierig is. Paulien Oltheten observeert hoe mensen op straat lopen, hoe ze staan, zitten, dragen, hangen, leunen, vasthouden. Onderzoekend is haar werk. Ze maakt aantekeningen, ze fotografeert, ze doet metingen. Thuis doet ze experimenten met hangen, staan, liggen, leunen, dragen, vasthouden. In haar werk is het leven sterker dan elke vorm. Het stroomt over van toeval, verwondering, rafels, een glimp, genade, impulsiviteit en nieuwsgierigheid.” 1

1 Essay van Tijs Goldschmidt Theorie van de straat Paulien Oltheten 3

(4)

In mijn scriptie wil ik acht kunstenaars en ontwerpers bespreken die allemaal op hun eigen manier de werkelijkheid weergeven. Hoe gaan zij om met dit inzicht? Welke

communicatiemiddelen zetten zij wel en niet in en welke gevolgen heeft dit voor het publiek. Hoe belangrijk is de context waarin zij hun werk plaatsen? Door de analyse

van deze projecten kan ik een beter inzicht geven in deze vorm van communicatie met het publiek en wat ik belangrijk vind als grafisch ontwerper. Interesse, inzicht en nieuws-gierigheid naar de ander, want we leren van het kijken naar elkaar.

De volgende personen en projecten ga ik bespreken in mijn analyse: 1 Jop van Bennekom - Re-magazine

2 Martijn Engelbregt - EGBG 3 Thomas Buxo - Jane 4 Rineke Dijkstra - Portretten 5 JR - Portrait of a generation 6 Otto Berchem - Shopping Market 7 Machiel Botman - Rainchild 8 Sophie Calle - Prenez soin de vous

5

context De context is de totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt. Hierbij kan zowel letterlijk “tekst” worden bedoeld als een situatie of betrokken personen. De context is de achtergrond of referentie van elke uitdrukking of idee of gebeurtenis in welke het was uitgedrukt, in relatie tot welke het een bepaalde betekenis verkrijgt. In mijn scriptie gaat de context over de manier waarop het ontwerp in zijn omgeving wordt geplaatst en hierdoor een spel gaat spelen met de toeschouwer en zijn betekenis krijgt.*

(5)

Re-Magazine is een tijdschrift ontworpen in 1998 door Jop van Bennekom. Het tijdschrift is ontstaan uit onvrede met de destijds bestaande bladen, waarin glamour en onbereik-baarheid de boventoon voerden. Het principe volgens welk deze bladen werken, is het scheppen van afstand tussen jou en hen (bv. filmsterren). Het magazine legt dit bloot door een andere omgang met dit fenomeen. Het gaat juist over normale mensen, mensen om je heen, jijzelf, met alle menselijkheden die daar bijhoren. Het zet deze `normale’ mensen neer als de hoofdpersonages van het tijdschrift. Het zoomt in op de goede, maar ook de minder goede eigenschappen van de persoonlijkheid. De nummers die tot nu toe gemaakt zijn gaan over een fictief persoon, maar alle verhalen die erin staan zijn afkom-stig van echte personen, en zo lopen eigenlijk fictie en werkelijkheid door elkaar heen. Zo wordt de werkelijkheid tot een nieuwe werkelijkheid gemixt. Er wordt wel gezocht naar een soort extremiteit. De karakters van de personen die neergezet worden zijn een statement. Er wordt iets vertelt dat groter is dan de persoon zelf. De boodschap is niet de persoon waar het over gaat, maar het grotere verhaal wat die persoon aan het publiek te vertellen heeft. Het blad laat je op allerlei verschillende niveaus nadenken over jezelf, media in het algemeen en levensstijl.

Er kwamen 67 mensen, waarvan 4 boven de vijftig, 38 mannen en 29 vrouwen, 15 met zwarte sokken, 14 met gele onderbroeken, 34 met meer dan 75 euro op zak, 7 zonder hor-loge en 3 net terug van vakantie. Martijn Engelbregt houdt alles bij met zijn bedrijf EGBG, voorheen Eens Gegeven Blijft Gegeven, maar nu Engelbregt Gegevens Beheer Groep. Zijn formulieren met talloze keuzemogelijkheden, van algemene vragen naar steeds deli-catere, geven sinds jaren vilein ironisch commentaar op de obsessie van onze cultuur met feiten, gegevens en statistieken. Het spanningsveld tussen (culturele) gegevens en (cultuurbepalende) interpretaties worden tot materiaal van zijn werk gemaakt. Met dat materiaal maakt hij soms melige, maar veel vaker zeer scherpe portretten van hoe wij onszelf zien. Het publiek levert met een stilzwijgende instemming een actieve bijdrage. Als kunstenaar staat hij middenin het openbare discours. Niet alleen over kunst, maar over alles wat ons heftig beroert, treedt hij met de openbare mening in discussie. Elke keer is Martijn Engelbregt weer verbaasd over hoeveel privé-gegevens mensen bereid zijn te verstrekken. “Doordat mensen mij protestbrieven sturen of zelfgemaakte formulie-ren, krijgen ze een gezicht. Het wordt voor mij pas interessant als mensen zoeken naar methodes om zich buiten het systeem te plaatsen”. 2

1. Jop van Bennekom Re-Magazine Afb. 1.1 2. Martijn Engelbregt EGBG Afb. 2.1 2 Martijn Engelbregt open # 10 (in)tolerantie 7

(6)

Het gebruik van grote reclamebanieren bepalen op een ingrijpende manier het hui-dige straatbeeld. Gigantische publiciteitsbanieren waarop beeldschone vrouwen en aantrekkelijke mannen parfum, cosmeticaproducten, i-pods en snelle auto’s aanprijzen, domineren de binnenstad. Buxó ontwierp een banier die qua stijl en beeldgebruik bij deze vorm van publiciteitscampagnes aansluit. Martine Stig fotografeerde op eenvou-dige en luchtige manier een jong fotomodel, Jane. Zij is het aantrekkelijke gezicht van een advertentie en ook niet meer dan dat. Behalve voor een groot verschil, er wordt geen enkel product aangeprezen. Haar grote portret wordt ontdaan van alle verwijzingen naar een product. Het onderwerp trekt onmiddellijk de aandacht. Het is net zo opvallend en aantrekkelijk als een reclamebeeld. Het refereert tevens aan de wezenlijke vraag, wat is kunst? Het is een welhaast retorische vraag aangezien weinigen hier een antwoord op weten te formuleren. Algemeen kan gesteld worden dat dit bij het brede publiek tot een zekere verwarring leidt en dat heel wat mensen zich van de hedendaagse kunst afkeren omdat ze simpelweg niet langer begrijpen wat de essentie ervan uitmaakt. Die vraag wil grafisch ontwerper Thomas Buxó aankaarten met dit project. Hij maakt hierbij gebruik van communicatie-strategieën zoals we de kennen uit de reclame.

In deze serie portretten legt fotografe Rineke Dijkstra vrouwen vlak na de bevalling vast. De kracht van haar werk is dat het overstroomt van leven, van realiteit. Het legt het leven op een zeer pure, oprechte en onvervalste manier vast. Door haar zowel niets ontziende als afstandelijke, respectvolle benadering weet Rineke Dijkstra in deze portretten een brug te slaan tussen het persoonlijke en het universele. Rineke Dijkstra zegt over deze portretten in een interview:“Het gaat mij erom wat het effect is voor de kijker. Accepteert hij het nog? Kun je ermee leven? Je kunt het extreem noemen, maar toch is dit op een bepaalde manier ook alledaags. Heel veel vrouwen immers willen en krijgen een kind. Veel mannen hebben problemen met deze foto’s; ze kunnen er niet naar kijken, terwijl zoveel vrouwen me juist ervoor hebben bedankt. Voor vrouwen hoort het ongesteld worden, zwanger zijn en de pijn bij de bevalling er nou eenmaal bij. Mannen denken bij vrouwen meer aan sexyness, die hebben die associatie niet. Ze willen hun vrouw ook geen pijn zien lijden. Het klopt voor hen niet.” 3 Portretfotografie gaat volgens Rineke Dijkstra om de persoonlijke verhoudingen. Op het moment dat je het te veel gaat voor-bereiden en neerzetten, raak je alles kwijt. Ze is geïnteresseerd in mensen die ze tegenkomt. In fotografie kun je alledaagse dingen laten zien en daar de aandacht op vestigen. Juist doordat je het stilzet kun je ernaar kijken en het zien zoals het je in het dagelijkse leven vaak ontgaat. Voor Rineke Dijkstra is de betekenis van fotografie dat je op iets kunt wijzen, dat je mensen dingen kunt laten zien. Eigenlijk gaat het om het bijzonder van het gewone.

3. Thomas Buxo Jane

Afb. 3.1

4. Rineke Dijkstra

Portretten: jonge moeders Afb. 4.1

3 Rineke Dijkstra

Stedelijk Museum Bulletin #6 Jan van Adrichem 9

(7)

De Franse fotograaf en straatkunstenaar JR brak bij het grote publiek door met zijn 28 millimètres-project. Het eerste deel daarvan, Portrait of a Generation, laat de inwoners van de Franse banlieux (voorsteden) zien. Die foto’s werden levensgroot in de sjieke wijken van Parijs, op het gemeentehuis en het fotografiemuseum geplakt. Met zijn foto’s van de inwoners van de Parijse voorsteden wil hij een betere verhouding creëren tussen verschillende uithoeken van de samenleving. “My portraits of these youngsters show the other side of a troubled generation: young adults and kids making funny faces and playing with prevalent stereotypes”. 4 JR verspreidt zijn enorme posters illegaal op straat in steden over de hele wereld. Hij is de typische kunstenaar bij wie het werk valt of staat bij de tentoonstelling. Er is een duidelijk doel dat hij voor ogen heeft en communiceert dat via de straten van wereldsteden. Het is voor iedereen te bezichtigen die zich op dat moment in de openbare ruimte bevindt. Hij zet het publieke domein om in zijn persoon-lijke gallery en grijpt zo de aandacht van mensen die niet persé museumbezoekers of kunstliefhebbers zijn, maar de hele doorsnede van de bevolking.

Met het project Dating Market wilt Otto Berchem optreden als een soort bemiddelaar tussen vrijgezellen. Als de bezoeker van de supermarkt in plaats van een gewoon blauw mandje, een geel bloemenmandje van Otto Berchem pakte, gaf deze aan nog vrijgezel en beschikbaar te zijn. In dit kunstproject werkt het gele bloemenmandje als een driedimen-sionale contactadvertentie. Hoewel de meeste mensen onwetend het vrolijk versierde winkelmandje aan de arm namen, heeft een aantal vrijgezellen elkaar toch via dit project ontmoet. Hieruit blijkt Otto Berchems vermogen om op te treden als een soort weldoe-ner, die door middel van kunst het leven wil veraangenamen. “In Lindeman komen veel dertigers, die hard werken, veel verdienen, maar geen relatie hebben – daar hebben ze gewoon geen tijd voor. Ze zijn zo druk dat boodschappen doen vaak hun enige sociale activiteit van de dag is, en dus ook meteen de enige gelegenheid om soortgenoten te ontmoeten. Maar contact leggen valt niet mee, weet ik uit eigen ervaring. Door de “Dating Market” hoop ik dat te vergemakkelijken.” 5 Met dit project brengt Otto Berchem niet alleen een maatschappelijk probleem naar voren, maar probeert er meteen iets aan te doen. Hij laat de toeschouwer zelf deelnemen aan zijn kunstwerk. Of sterker nog, de toeschouwer is het kunstwerk. Hierdoor is zijn boodschap extra duidelijk en vraagt hij het publiek om even stil te staan bij het feit dat we alleen nog maar tijd hebben om te daten tijdens het boodschappen doen. Kunst is volgens Otto Berchem een sociale activiteit. Hij is op dan ook zoek naar momenten om in te grijpen in het sociale leven van mensen. 5. JR Portrait of a Generation Afb. 5.1 6. Otto Berchem Dating Market Afb. 6.1 4 JR Foam-magazine #11 young 5 Otto Berchem http://www.kunstenpubliekeruimte.nl 11

(8)

Het werk van Machiel Botman is autobiografisch, meestal zwart-wit en kenmerkt zich door intimiteit, warmte en betrokkenheid. De foto’s, waarin relaties en vriendschappen een grote rol spelen, ontstaan veelal intuïtief, zonder veel denken of plannen. Rainchild is een portret van het werk en leven van Machiel Botman zelf, en een zoektocht. Een zoektocht naar de kracht en betekenis van het gefotografeerde beeld, maar ook over de persoonlijke band met mensen en plekken. Botmans blik is zo open als die van een klein kind dat verwonderd om zich heen kijkt en probeert de betekenis van het leven te vangen. Een belangrijk motief voor Botman is niet alleen de herkenning van jezelf in iemand anders, maar ook een vorm van inlevingsvermogen te creëen. Bovenal is het de zoektocht naar de wijze waarop Machiel Botman naar het leven wil kijken. En over de zoektocht naar de wijze waarop hij het geheel gepubliceerd wilde hebben. Aan dit boek werkte Botman tien jaar.

Op de biënnale van Venetië presenteerde Sophie Calle haar project `Prenez soin de vous’, oftewel zorg goed voor jezelf. De titel van het project is de laaste zin van een e-mail die ze ontving van haar toenmalige vriend om hun relatie te verbreken. Ze liet de brief door 107 verschillende vrouwen lezen en op hun eigen manier beoordelen en interpreteren. Het resultaat is een verzameling van foto’s en teksten. Een foto van de lezende vrouw en haar eigen manier van het begrijpen van die brief. Sophie Calle heeft er een kunst van gemaakt om iets persoonlijks om te zetten naar het grote publiek. Ze start vanuit een persoonlijke ervaring, maar plaatst hem zo dat je uiteindelijk vergeten bent dat het om haar eigen ervaring gaat. Het raakt je op een persoonlijk vlak en het helpt je bepaalde vraagstukken op te lossen. Het is interessant om te zien hoe ieder-een op zijn eigen manier met emotionele zaken als verdriet, verlies, geluk, etc. omgaat. Sophie Calle heeft zich bloot gegeven. Iedereen mocht weten dat haar geliefde, langs deze zo onsympathieke weg, met haar had gebroken. Haar leven mocht onderwerp van gesprek worden. Het mocht aanleiding geven tot het maken van analyses en kunst. Zo is leven tot kunst geworden. “At the time, I took on this project more for therapeutic than for artistic reasons. I can’t remember whether I was planning to use it all later on as material. I knew the project would stop when I got bored with talking about my pain or when I became disgusted and ashamed of the way that my banal love affair was nothing compared to the stories of greater unhappiness they were telling me.” 6

7. Machiel Botman Rainchild Afb. 7.1

8. Sophie Calle Prenez soin de vous Afb. 8.1

6 Sophie Calle The Guardian

(9)

Al deze projecten gaan over de werkelijkheid waarin we leven. Ze willen allen op hun eigen manier inzicht geven in het gedrag van mensen om zo onze kijk op het leven te verbreden. Als het ware proberen ze de mens toeschouwer te maken van hun eigen leven. In een wereld vol met een overdaad aan visuele prikkels, vol met communicatie -en verleidingsmethodes, vraag je je soms af of je werk nog kan opvall-en. De project-en die net zijn besproken kiezen allen voor een speciale manier van communicatie met de toeschouwer. Ze kiezen voor een manier anders dan de gangbare visuele communicatie. Ze kiezen er namelijk voor om de toeschouwer op een bepaalde manier te betrekken in hun werk. De een door het publiek zelf tot kunst te maken, terwijl de ander alleen maar observeert en weergeeft. Deze betrokkenheid van de toeschouwer leidt tot aandacht van de toeschouwer.

In een lezing van Karel van der Waarde laat hij een afbeelding (afb. 9.1) zien waarin hij duidelijk wil maken hoe grafisch ontwerpers niet alleen bezig moeten zijn met het ontwerp en de rest vervolgens aan het publiek over moeten laten, maar net het overlap-pende stuk tussen ontwerper en ontvanger moeten controleren. Zo krijg je bewuste communicatie keuzes. Bewust ermee bezig zijn met wat je communiceert en welk publiek je wilt aanspreken. Oftewel bewust bezig zijn met de context waarin het ontwerp wordt geplaatst.

ontwerper

ontvanger

afb. 9.1

toeschouwer De toeschouwer is geen natuurlijk

en tijdloos fenomeen, maar een geconstrueerd personage dat steeds opduikt wanneer er over kunst gesproken of geschreven wordt. Hij vormt een vitale catogorie binnen het kunstsysteem. Vooral critici refereren graag aan hem. De toeschouwer wordt vaak gebruikt om eigen waarnemingen in een neutrale vorm te gieten, opdat iedere lezer zich kan verplaatsen in hun tekst. Alles wijst erop dat de toeschouwer geen individu is maar een publiek personage, de hoofdrolspeler binnen een publiek domein. De toeschouwer is een personificatie van de openbaarheid. **

(10)

Deze besproken context wil ik aan de hand van mijn gekozen voorbeelden gaan be-spreken. Als we bijvoorbeeld kijken naar het werk van JR (afb. 5.2) dat in de openbare ruimte geplaatst wordt en ook volledig afhangt van deze plek. Het effect van zijn foto’s zouden absoluut niet zo sterk zijn als ze zich zouden beperken tot de ruimte van bijvoor-beeld een museum. Het werk heeft het nodig om een discussie met het publiek aan te gaan en niet alleen met de bezoeker van de tentoonstelling. Het is net de bedoeling dat mensen die normaal niet in aanraking komen met kunst zich nu ook vragen gaan stellen. Het gaat er niet om dat de foto bekeken en geanalyseerd wordt, maar het gaat er net om dat er een wisselwerking komt tussen verschillende groepen burgers. Dat de inwoners van een stad elkaar op een andere manier leren kennen. JR probeert dan ook geen kant en klare oplossing te geven met zijn foto’s, maar laat voor de toeschouwer een ruimte open voor interpretatie. Het is dan aan de voorbijganger om actief deel te nemen aan zijn werk en om te beslissen welke boodschap er in de foto verborgen zit. Op dit vlak komt het werk van JR heel erg overeen met het werk van Thomas Buxo (afb. 3.1). Ook Buxo heeft de openbare ruimte nodig om zijn boodschap over te brengen. Zonder de andere reclamebanieren zou dit beeld zijn betekenis verliezen. Het zou dan terugvallen naar een mooie foto van Jane, zonder boodschap. Door het weglaten van enige merknaam of reclameboodschap schept Buxo verwarring tussen het straatbeeld waar we zo aan gewend zijn geraakt. Dit project van Buxo gaat zelfs zo ver dat het medium fotografie puur en alleen gekozen is om in het huidige straatbeeld te passen. De dating market van Otto Berchem (afb. 6.1) zou niet bestaan zonder het winkelende publiek. Hij spreekt hiermee niet alleen heel direct zijn publiek aan, maar er is ook meteen sprake van een actieve deelname van het publiek. Een oplossing wordt meteen aangeboden. Je ziet dat Otto Berchem in zijn werk altijd op zoek is naar situaties waarbij hij in kan grijpen in het sociale leven van mensen. Zijn drijfveer hierbij is zijn fascinatie voor gedragspatronen van, en relaties tussen mensen in de hedendaagse westerse maatschappij. Voyeurisme komt dan ook vaak voor in zijn werken. Een goed voorbeeld hiervan is ‘Glass Ceiling’. Het dak van een woning aan de voet van de Dom werd vervangen door een glazen plafond, waarmee het daar wonende stel hun huishouden openstelde aan de nieuwsgierige blikken van de bezoekers van de toren. Tijdens dit project figureerde het koppel als

openbare ruimte De openbare ruimte is een begrip dat veel onderwerpen raakt: de inrichting van de stedelijke ruimte, landschap en ruimtelijke orde-ning, maar ook televisie of internet als vormen van publieke domein. *

(11)

Het werk van Sophie Calle (afb. 8.1) is in eerste instantie heel persoonlijk. Een persoon-lijk onderwerp, een gebeurtenis in haar eigen leven, wordt omgezet naar het grotere pu-bliek. Door te fotograferen en vragen te stellen aan mensen in haar omgeving krijgt het naast de persoonlijke lading ook een algemene lading. Tijdens de biënnale van Venetië heb ik de expositie van Sophie Calle uitgebreid bezocht. Ik werd niet alleen stralend en warm van binnen van alle mooie beelden die er hingen, maar zodra je je gaat verdiepen in de inhoud van het werk blijkt het ook nog eens op een ander niveau iets bij te dragen. Sociaal heb je er iets aan, het voegt iets toe aan een gedragsproblematiek. Hoe ga je om met bepaalde situaties? We zijn allemaal mensen, met onze eigen zaken, problemen en iedereen heeft het gevoel dat de wereld om zijn ding draait. “It seemed at the time that it was the worst moment of my life - now it seems ridiculous.” 7 zegt Sophie Calle zelf over haar onderwerp. Vaak vinden we het interessant om te zien hoe andere mensen omgaan met bepaalde situaties en hoe één situatie op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. De 107 verschillende manieren zijn per vrouw weergegeven door een foto van de vrouw (tijdens het lezen van de brief) met haar eigen interpretatie van de brief acteurs in hun eigen leven. Maar ook de toeschouwers werden betrokken in dit spel van kijken en bekeken worden. Zonder medewerking van zijn publiek zouden de sociale kunstwerken van Otto Berchem niet bestaan. In feite zijn de bezoekers de performers in de door Otto Berchem geënsceneerde situaties. Martijn Engelbregt (afb. 2.1) maakt bij het verzamelen van zijn gegevens gebruik van de burger. Eerst gebruikt hij heel anoniem zijn publiek. De burger heeft niet in de gaten dat ze meewerken aan een kunstproject. Vervolgens wil Engelbregt zijn boodschap duidelijk maken door middel van het weer-geven van deze verzamelde geweer-gevens. Met Otto Berchem is duidelijk het verschil dat Berchem ter plekke de mensen gebruikt die aanwezig zijn in de supermarkt. Dit publiek is zich er van bewust dat ze onderdeel zijn van de performance. Maar anders dan bij een performance waarvan het materiële residu na afloop in vitrines wordt geplaatst, is de handeling die in de supermarkt wordt gedocumenteerd expliciet gericht op het maken van het document. Zo eindigt het werk in een onbeslist stadium, ergens halverwege tussen een gebeurtenis en een eindproduct. Op deze wijze spreek je heel direct de toe-schouwer aan. Door het publiek te betrekken bij het werk gaan ze er sneller en activer over nadenken. Sneller en activer dan wanneer de boodschap alleen maar medegedeeld wordt. Als we kijken naar het werk van Machiel Botman (afb.7.1) beperken zijn foto’s zich tot een select publiek. De onderwerpen die worden gefotografeerd door Botman zijn zo persoonlijk dat het de toeschouwer alleen kan achterlaten met een bepaald gevoel. Er is geen achterliggende maatschappelijke boodschap die mensen zelf moeten invullen. Het heeft geen omgeving nodig om te kunnen communiceren met het publiek. Het is puur het boek en de passie van de toeschouwer voor fotografie.

19 7 Sophie Calle

The Guardian

(12)

in verschillende formaten en opmaak erbij. Meteen wordt er een spanning gecreëerd tussen de foto en de tekst die erbij hangt. De combinatie van de foto van de lezende vrouw en de tekst wijst erop dat wat zij aan het lezen is de tekst is die erbij hangt. Ook hangt er een intieme sfeer. De beelden van de vrouwen stralen allemaal rust en schoon-heid uit. De vrouwen worden alle 107 persoonlijk aan je voorgesteld. Je komt niet alleen hun naam te weten, maar ook hoe zij omgaan met een intiem onderwerp. Het gaat niet alleen om hoe al deze vrouwen verschillend reageren, maar het vertelt ons ook nog eens iets over de persoon op de foto. Sophie Calle is op een heel ander niveau bezig met de uitwerkingen van haar werk op het publiek. Door middel van de keuzes die ze maakt voor de formaten van de foto’s en de typografie van de teksten probeert ze de toeschouwer op een bepaalde manier door haar tentoonstelling heen te sturen. Er is op een zeer nauw-keurige manier de positie van de beelden op de muur bepaald. Welke beelden je het eerst ziet als je binnenkomt en welke beelden groter moeten ten opzichte van anderen. Sophie Calle probeert geen mensen naar haar tentoonstelling te lokken door middel van media-technieken. Het is voor een select publiek. Kunstliefhebbers. Mensen die al geïn-teresseerd zijn. Zodra Sophie Calle haar werk zou verplaatsen naar de openbare ruimte zou de intimiteit van het persoonlijke project wegvallen. Het werk heeft uiteindelijk de intimiteit van een expositieruimte nodig.

In een artikel uit Vrij Nederland over Sophie Calle citeer ik: “Duizelig

Maar wat doet het ons, wat krijgen wíj van haar? Wat zegt het ons als ze Austers Maria naspeelt en op maandag een oranje maaltijd kookt, op dinsdag een rode? En wat geeft ze ons als ze foto’s en notities presenteert over een wildvreemde die ze door de straatjes en steegjes van Venetië heeft gevolgd? Wordt die man minder vreemd, minder ondoorgrondelijk, interessant wellicht? Over hem krijgen we nauwelijks wat te weten. Ook niet over haar fantasieën over hem. Vaak wordt geschreven dat Calle in haar projecten verhalen vertelt, maar ik zie er geen verhaal in. Haar foto’s en notities zijn daarvoor te droog, te neutraal, te weinig suggestief. Ze worden alleen gedragen door het aanstekelijke idee van het stiekeme volgen. Daarin ligt haar enige betrekking met hem. Er is dan ook maar één verhaal dat ze vertelt: dat er helemaal geen verhaal te vertellen valt. Ook in Prenez soin de vous geen verhaal over G. of haar verdriet. Het gaat niet over de verdrietige Sophie Calle en ook niet over de onrustige schrijver G. ‘This is all about a letter. Not about the man who wrote it…’ schrijft ze toch een beetje onzeker over moge-lijke misverstanden aan het eind van het boek. Prenez soin de vous illustreert wat Franse filosofen de dood van de auteur noemen. Als de tekst geschreven is, verdwijnt de auteur en is er niets dan de tekst. En de interpretaties die vervolgens mogelijk zijn en door niets

(13)

beperkt worden, ook niet door de zogenaamde bedoelingen van de auteur of door ‘sleu-tels’ die in zijn of haar leven gelegen zouden zijn.

Calle en G. ontbreken in Prenez soin de vous. Er is alleen de brief en de woekering van interpretaties, de vertalingen in de vele jargons die onze moderne samenleving rijk is. En al die vertalingen brengen Calle en G. en hun verbroken liefde niet dichterbij. Je denkt iets te krijgen, maar je krijgt niets. De brief getuigt van een absentie, en de vertalingen en bewerkingen maken die absentie alleen maar groter. En je staart ernaar en wordt licht in je hoofd, duizelig zelfs. Daarin ligt de kracht van haar werk: je voelt die leegte trekken. Je begrijpt dat er niets te weten of te doorgronden valt en dat het leven een volstrekt raadsel zal blijven. Maar je zou dat ook een zwakte kunnen noemen, want Calle spreekt zich uiteindelijk nergens over uit. Ze heeft niets te geven dan die leegte, de uit-dijende, voortwoekerende leegte.” 8

In deze tekst wordt precies omschreven dat het werk van Sophie Calle inspeelt op een gevoel van de toeschouwer. Er is geen oplossing en geen conclusie die ze geeft. Sophie Calle fascineert, roept een gevoel in je naar voren wat diep in je zit. Een gevoel van her-kenning, begrip, ontroering en een gevoel van leven. De mail en de verschillende opvat-tingen staan metafoor voor het grotere verhaal dat Sophie Calle wil vertellen. Het inzicht in het gedrag en de reactie van mensen op een bepaalde situatie.

Haar project is bij uitstek typerend voor wat halverwege de jaren negentig als een belangrijke, misschien wel de belangrijkste tendens in de beeldende kunst werd beschouwd. Onder jonge kunstenaars leefde een broeiend verlangen om in hun werk intensere relaties met het dagelijks leven aan te gaan: om zich rechtsstreek te en-gageren met de werkelijkheid van alledag, zonder bekommernis over theoretische noties of kwesties van stijl. Een klein, maar spraakmakend deel van de kunstenaars ging op zoek naar mogelijkheden voor een directere interactie en communicatie. Bij voorkeur op individuele basis. Zij stuurden aan op een verinnerlijking van de kunstervaring door het publiek actief te laten deelnemen in het werk. De gerichtheid op een tastbaar eindpro-duct verdween om plaats te maken voor een procesmatige, dynamische aanpak, open samenwerkingsverbanden en een grotere aandacht voor het contextuele aspect. Onder het veelkleurige vaandel van het alledaagse werd er een poging gedaan om de schei-ding tussen kunst en leven op te heffen.

23 8 Edzard Mik

Take Care of Yourself Vrij Nederland

(14)

Fotografie als medium

Fotografie is een belangrijk medium in de door mij uitgekozen projecten. Als we kijken naar hoe deze kunstenaars dit medium inzetten zien we dat Rineke Dijkstra (afb. 4.1) fotografie inzet als het verhaal dat ze wil vertellen. De foto’s van de jonge moeders vertellen iets over de persoon op de foto. Ze drukken een bepaalde emotie, een bepaald levensgevoel uit. Ze laten zien dat er iets gebeurd is. Je ziet dat de vrouw op de foto net bevallen is van een baby. Je ziet alleen de moeder en het kind, maar de blik op het gezicht, de lichaamshouding en de bloedresten vertellen ons dat het net gebeurd is. Het gebruik van het licht is hard en werkelijk. “Op het moment dat je iets fotografeert met een flitslicht wordt het iets heel anders; alles wordt zichtbaar ten koste van intimiteit. De foto wordt bijna realistischer dan de werkelijkheid”. 9 Zoals de meeste portretten, zijn haar foto’s nogal statisch, er is geen handeling of actie van het onderwerp. Ze werkt met een groot formaat camera op statief. Tijdens het fotograferen wacht ze net zo lang totdat de personen hun aangenomen pose laten varen en hun masker laten vallen. De oogopslag en de houding van de geportretteerde drukken samen het karakter van de geportretteerde uit en dit varieert van krachtig, stoer en trots tot verlegen, onzeker of angstig. Meestal is het een mengeling van deze uitersten en dat maakt de foto’s zo boeiend. De geportretteerden zijn per definitie kwetsbaar. De portretten van Dijkstra zijn op zijn sterkst als het model oogcontact maakt met de fotograaf en dus ook met de toeschouwer. Haar internationale doorbraak dankt ze aan De Strandportretten (1992-1994), een fotoserie waarin ze getracht heeft de complexiteit en de onzekerheid van pubers vast te leggen. De aanleiding ervoor is te vinden in de persoonlijke sfeer. In het begin van de jaren negentig breekt Rineke Dijkstra haar heup, waarna ze voor revali-datie vaak in het zwembad te vinden is. De kans dat haar heup volledig afsterft, maakt Dijkstra bewust van haar eigen kwetsbaarheid en op een dag besluit ze foto’s te maken van haar spiegelbeeld. Dit zelfportret staat aan de basis van haar succes. “Mensen willen zich op een bepaalde manier presenteren, maar kunnen er niks aan doen dat er altijd een andere kant van hen te zien is. Je ziet aan de portretten van August Sander van “gewone” mensen dat die in het begin van de vorige eeuw geen idee hadden van het effect van een foto. En dat geldt ook nog voor de portretten uit de jaren zestig van Diane Arbus. De mediacultuur heeft dat blijvend veranderd. Mensen zijn zich heel erg bewust geworden van zichzelf als beeld.” 10 Kopers van Dijkstra’s werk tellen veel geld neer voor het portret van een stierenvechter, een puber op het strand of een onbekende,

medium is een drager of overdrager van iets anders. Dit “iets anders” kan zowel stoffelijk als onstoffelijk zijn. *

25

10 Rineke Dijkstra De kijker is geen voyeur Vrij Nederland

9 Rineke Dijkstra

Stedelijk Museum Bulletin nr. 6

(15)

pas bevallen naakte vrouw met baby. Vervolgens hangen ze het werk op in hun huis-kamer of op kantoor. “Dan heb je toch wel wat uit te leggen. Als je een foto ophangt, een onversneden fragment van de werkelijkheid, ben je veel meer dan bij andere kunst gedwongen iets te zeggen over je relatie met wat er is te zien.” 11 De geportretteerden op de foto’s van JR vertellen geen verhaal op zich. De persoon op de foto is de drager van de boodschap. Het gaat om een groter verhaal dan het persoonlijke verhaal van die persoon. De gezichtsuitdrukkingen die de geportretteerden aannemen zijn overdreven en in scène gezet. Het zijn krachtige beelden die recht in je gezicht worden geduwd. Het close-up karakter en het grote formaat van de foto’s zorgen ervoor dat je er als voorbij-ganger moeilijk om heen kan lopen. Het zorgt ervoor dat het je blik en aandacht vangt. Thomas Buxo daarentegen gebruikt fotografie puur en alleen om op te vallen tussen de rest. Met dit reclame beeld lijkt er op het eerste ogenblik niks aan de hand en valt het nauwelijks op tussen de rest van de reclameposters. Jane zelf vertelt geen verhaal, maar is puur en alleen de drager van de boodschap. Jop van Bennekom en Thomas Buxo maken duidelijk conceptuele keuzes. Keuzes die ervoor zorgen dat de bood-schap het duidelijkst overkomt bij het publiek. Buxo kiest niet voor niks voor fotografie. Machiel Botman fotografeert puur en alleen om het fotograferen. De passie en de harts-tocht voor fotografie stralen ervan af. Hij zal nooit voor een ander medium kiezen om zijn passie voor het leven te verbeelden.

Tegenwoordig is het verschil tussen kunst en ontwerpen erg klein geworden. Het is onmogelijk om aan het materiële karakter van het werk af te lezen of het om kunst of om een ontwerp gaat. Wat er overblijft is het verschil in inzet van de context en de bedoe-ling die de maker ermee heeft. Kunst heeft toch vaak de bedoebedoe-ling om te fascineren, om een bepaalde ontroering los te maken bij de toeschouwer. Terwijl de ontwerper ons toch vaak wil confronteren met ons eigen gedrag en hiervoor zijn vormkeuzes op het publiek afstemt. Als we kijken naar het werk van Martijn Engelbregt zien we dat hij de toeschou-wer niet probeert te fascineren met mooie beelden. Maar dat hij vooral wil informeren en wakker schudden en dat hij hiervoor een duidelijke beeldtaal kiest waarmee hij een zo groot mogelijk publiek zal aanspreken. Zijn boek ‘Dit is Nederland’ (afb. 2.2) gebruikt dan ook een beeldtaal die meer lijkt op een reclamefolder. Er is geen sprake van intri-gerende beelden die je hart sneller doen kloppen.

27 11 Mischa Cohen

De kijker is geen voyeur Vrij Nederland

(16)

Conclusie

De werkelijkheid is een middel om de aandacht van het publiek te trekken. Aan de hand van de besproken voorbeelden kunnen we zien dat het de fascinatie is voor het leven die mij in het werk doet sluipen. Deze projecten intrigeren omdat ze ons iets vertellen over onszelf. Een communicatiemethode die naar mijns inziens goed werkt om de aandacht van het publiek te trekken en vast te houden. Binnen deze methode zijn er verschillende manieren van communcieren naar het publiek toe. Het werk kan in een intieme of net openbare context geplaatst worden. Niet elk ontwerp is geschikt voor het grote publiek en zal dan ook totaal zijn kracht verliezen zodra je het in een openbare ruimte plaatst of andersom. Kijk maar bijvoorbeeld naar het besproken werk van Rineke Dijkstra of Sophie Calle. Dit werk heeft de intimiteit van een tentoonstellingsruimte nodig. Dit werk heeft aandacht nodig van de toeschouwer. De toeschouwer moet er de tijd voor nemen en niet zomaar aan voorbij lopen in de openbare ruimte. Het heeft verdieping nodig. Het werk van JR en Otto Berchem is er gewoon. De foto’s van JR kunnen in een oogopslag bekeken worden en een spel spelen met de omgeving. Zonder de interactie tussen de beelden en de openbare ruimte zou dit werk zijn kracht verliezen. Bij de performance van Otto Berchem is het publiek zijn kunst en zou totaal niks voorstellen wanneer er geen publiek aan zou deelnemen. Hieruit blijkt dat de context waarin het werk geplaatst wordt een belangrijk onderdeel van slagen is. Slagen is in dit geval dat het werk datgene teweeg brengt bij het publiek wat we als ontwerper bedoeld hebben. Sommige ontwer-pen hebben geen dwingende manier nodig om aan de aandacht te komen. Het is dan een onderwerp dat niet geschikt is voor het grote publiek. De vraag die je je moet stellen voordat je ontwerpt is, voor wie doe ik het? En hoe bereik ik dit publiek? En dan kiezen voor de visuele middelen die bij de doelgroep horen. Dat heet bewust bezig zijn met je omgeving: omgevingsgerichtheid. Ik wil mensen informeren en ze laten inzien waar ze mee bezig zijn. Het is een gevoel wat je hebt, een gevoel dat je wilt delen met andere mensen door te observeren en weer te geven. Wat ze er vervolgens mee doen, moeten ze zelf weten. Ik wil de toeschouwer een mogelijkheid bieden om de wereld breder te bekijken en te genieten van het bijzondere van het gewone!

(17)

Bronnen Noten

* uit: http://www.wikipedia.nl/

** uit: Moderne leegte, Camiel van Winkel Boeken

Moderne leegte, over kunst en openbaarheid, Camiel van Winkel Conceptual Art, Tony Godfrey

Het mechaniek van de ontroering, Rutger Kopland Theorie van de straat, Paulien Oltheten

Dit is Nederland, Martijn Engelbregt M’as tu vue?, Sophie Calle

Portraits, Rineke Dijkstra Rainchild, Machiel Botman

Op zoek naar een nieuw puliek domein, Maarten Hajer en Arnold Reijndorp To have no idea where life will take you, Fiona Reinaerts

Artikelen

Marcel, Re-magazine 11, Jop van Bennekom

Portfolio: de onzichtbare hand van Thomas Buxó, Items 2003 nr. 1, Ewan Lentjes Gevangen in ongemak, Open 2006 nr. 10 (in)tolerantie, Joke Hermes

JR - Portrait of a generation, Foam-magazine #11 / young, Anneloes van Gaalen The Crystalline Spirit of Machiel Botman, Foam-magazine #7 / self, John Oomkes Sophie Calle: Autobiographies, Mythologies to be read standing up, Foam-magazine #7 Self, Cécile Camart

Take care of yourself - Sophie Calle, Vrij Nederland 01-09-2007, Edzard Mik Interview met Rineke Dijkstra, Stedelijk Museum Bulletin nr. 6, Jan van Adrichem De kijker is geen voyeur, Parkportretten van Rineke Dijkstra, Vrij Nederland 29-10-2005, Mischa Cohen

Het kleine verschil, Items 2007 nr. 5, Max Bruinsma Kunst.Openbaar.Ruimte., Open 2002 nr. 11, Max Bruinsma

Hysterischer dan de werkelijkheid, De Volkskrant 05-02-2007, Anne van Drie

Internet

http://www.8weekly.nl/ Rineke Dijkstra - Portretten, oog in oog met mensen zonder masker, Mireille de Putter

http://www.cultuurwijzer.nl/ Portretten van Rineke Dijkstra, Hripsimé Visser http://www.kunstenpubliekeruimte.nl/ Dating Market en EGBG

http://arts.guardian.co.uk/ The worse the break-up, the better the art, Amelia Gentleman

Tentoonstellingen

Prenez soin de vous, Sophie Calle, Biënnale van Venetië 2007 Portraits, Rineke Dijkstra, Stedelijk Museum Amsterdam 2006

Reportage

Picabia, ned.3 16-04-2006, documentaire over JR

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn steden die enorm groeien, waar scholen en ziekenhuizen gebouwd worden, maar op het platteland doet de overheid veel te weinig.. India is zo’n uitgestrekt land, het is

Het helpt je om op een strategische manier en stap voor stap de aangeboden banen te vinden en te wegen, een cv samen te stellen, onderzoek te verrichten naar werkgevers die je

Borduurders die een eerdere versie bezitten, kunnen hun oudere BERNINA borduursoftware bijwerken naar de nieuwe BERNINA borduursoftware 9 om alle nieuwe fantastische functies

Onderstaande grafiek geeft naar geslacht en leeftijd de samenstelling weer van het aantal personen dat in het vierde kwartaal van 2016 werkzaam is bij het Rijk.. De blauwe kleur geeft

Hoe rijmt het college bovenstaande met het feit dat het onderzoek van Bureau Beke laat zien dat Ecovrede voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de dagbesteding van dak-

19 Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de onder- steuning van de Geest van Jezus Christus, 20 overeenkomstig mijn reikhalzend ver- langen en

Want op dit moment voelen veel mensen zich niet aange- sproken door ‘witte’ organisaties of ze kunnen die organisaties überhaupt niet vinden.”.. Diversiteit maakt organisaties en

Immers in rapport Jansen komen twee nieuwe gemeenten voor met een zelfde schaal als Haren Tynaarlo.. Democratisch gehalte, democratische