• No results found

H5,4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "H5,4"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H. 5, par.4, 5 en 6

+ H. 6, par. 1 en 2

(2)

Hydrologische kringloop

• Kringloop van water via verdamping,

condensatie, neerslag en afstroming

• - Korte kringloop: verdamping, condensatie, neerslag, afstroming naar zee

• - Lange kringloop: ook opslag van water in sneeuw en ijs

(3)

Motor voor de kringloop: de zon

• De hydrologische kringloop speelt grote rol bij

de vorming van landschappen

- Transport en neerleggen van verweerd materiaal

- Bevriezing van water

(4)

Begrippen

• Verdamping • Evaporatie • Transpiratie • Neerslag • Infiltratie • Bovengrondse afstroming • Ondergrondse afstroming

(5)

Koolstofkringloop

• Uitwisseling van koolstof (C) tussen reservoirs in verschillende sferen (atmosfeer, lithosfeer, hydrosfeer en biosfeer)

>>>Uitwisseling van koolstof:

Door omzettingen van ene reservoir naar andere reservoir

(6)

Belang koolstofkringloop

• Alle levensvormen zijn afhankelijk van koolstof (ademhaling, voeding,….)

(7)

Klimaatverandering

• Klimaatfactoren veranderen, dus ook het klimaat verandert

Natuurlijke mondiale klimaatverandering ontstaat door verandering van de

hoofdfactoren: stralingsbalans, lucht-en

(8)
(9)

Klimaatverandering in het verleden

• Paleoklimatologische veranderingen

De laatste 2 miljoen jaar noem je het Kwartair Het Kwartair wordt onderverdeeld in het

pleistoceen (periode van de ijstijden) en het holoceen (de laatste 10.000 jaar)

(10)

Pleistoceen: ijstijden

Glaciaal: ijstijd (relatief koude periode)

Interglaciaal: tussenijstijd (relatief warme periode)

(11)

Holoceen

• De laatste 10.000 jaar is het relatief warm en nat...

(12)

Voornaamste oorzaken van

klimaatverandering in het pleistoceen

1: Verandering binnenkomende zonnestraling door relatie aarde- zon

- Baan van de aarde om de zon (ong. 95.000 jaar) - Hellingshoek van de aardas t.o.v. de zon (ong.

40.000 jaar)

- Tolbewegingen in de aardas (ong. 20.000 jaar) - Zonnevlekken (ong. 11 jaar) verschil in

(13)

2: As in atmosfeer door vulkaanerupties

3: Verandering van de verhouding land/zee door platentektoniek

4: Verandering van het albedo-effect

5: Stilvallen van de diepwaterpomp van oceanische circulatie

(14)

Versterkt broeikaseffect

• Klimaatverandering door invloed van de mens

(15)

Versterkt broeikaseffect

Meer uitstoot van broeikasgassen vergroot het natuurlijk broeikaseffect

Voornaamste broeikasgassen: CO2: koolstofdioxide

CH4: methaan

N2O: stikstofoxide

Ook CFK’s: chloorfluorkoolwaterstoffen (maar CFK’s zijn met name verantwoordelijk voor het gat in de ozonlaag)

(16)

Menselijke oorzaken

• Menselijke activiteiten leiden tot een toename van broeikasgassen, zoals:

- Verbranding van fossiele brandstoffen (olie, gas, kolen) - Ontbossing (waardoor minder CO2 kan worden

opgenomen)

- Bevolkingsgroei (denk ook aan toename van de landbouw en veeteelt)

- Stijging welvaart (meer energiegebruik en consumisme en mobiliteit)

(17)

Mogelijke gevolgen versterkt broeikaseffect

• Opwarming van de aarde (met regionale

verschillen. Zie GB 217A/B) • Absolute zeespiegelstijging

• Verandering van klimaat> opschuiven van klimaatzones

• Verandering van weerselementen (zoals voor Caribisch gebied meer orkanen!)

(18)

Gat in de ozonlaag

• Invloed van de mens op de inkomende zonnestraling, met risico voor de gezondheid

• De ozonlaag bevindt zich op 15 tot 45 KM hoogte en heeft een hoge concentratie ozon (O3)

• De ozonlaag heeft een belangrijke functie voor de mens omdat UV straling voor een deel wordt

geabsorbeerd (UV- straling kan huidkanker en oogaandoeningen veroorzaken)

(19)

Gat in de ozonlaag

• Het gebruik van CFK’s leidt tot afbraak van ozon (in koelkasten, spuitbussen en

(20)

Gat in de ozonlaag

• Ontwikkeling:

• 1985: ontdekking van het ‘gat in de ozonlaag’ • 1989: verbod op productie en gebruik CFK’s • 1989- toekomst: CFK’s zijn nog lang aanwezig

maar de ontwikkeling van het gat in de ozonlaag stabiliseert!

(21)

Landdegradatie

Bodem verliest vruchtbaarheid en daarmee economische waarde

Door:

- Intensief gebruik voor bv. Landbouw en bosbouw

- Snelle bevolkingsgroei: toenemend ruimtebeslag

(22)

Landdegradatie

Kwetsbaarheid voor landdegradatie verschilt per landschapszone

(23)

De voornaamste vormen van landdegradatie

(x3)

Versnelde bodemerosie Verwoestijning

(24)

Versnelde bodemerosie

• Verweringslaag wordt afgevoerd door

afstroming van regenwater of door wind, na het verdwijnen van de vegetatie

• Belangrijkste oorzaken: - Ontbossing

(25)

Verwoestijning (desertificatie)

• Verdroging vd steppe en uitbreiding van de

woestijnen • Oorzaken:

- Periode van droogte

- Bevolkingsgroei met als gevolg:

overbeweiding, onzorgvuldige houtkap en onzorgvuldig gebruik van grondwater

(26)

Verzilting

Het zouter worden van de bodem waardoor landbouw onmogelijk wordt

Oorzaak: overvloedige irrigatie

(27)

Duurzaam landgebruik

• Hellingen van bergen bebost houden

• Het land bewerken volgens de hoogtelijnen • Windbrekers aanbrengen

• Braaklegging

• Overtollig irrigatiewater afvoeren (drainage) • Druppelirrigatie

(28)

Orkanen

• Zeer lage drukgebieden die ontstaan in de

tropische zone (in andere werelddelen ook wel tyfoons of cyclonen)

• Ontstaan boven warm (>27g C.) zeewater

Orkanen eindigen als ze boven land komen of als ze boven koud(er) zeewater komen: hierdoor is geen condensatiewarmte en ‘sterft’ de orkaan.

(29)

Natuurrampen en milieurampen

• Natuurramp: ramp veroorzaakt door

natuurkrachten (aardbeving, droogte, orkaan) >>> een natuurramp ontstaat meestal plotseling

• Milieuramp: verstoring van natuur door de mens (bodemerosie, versterkt broeikaseffect, gat in de ozonlaag)

>>>> het ontstaan is vaak een geleidelijke ontwikkeling

(30)

Niet altijd duidelijk

Het onderscheid tussen een natuurramp en een milieuramp is niet altijd duidelijk.

Menselijk handelen kan risico op natuurrampen vergroten

- Door houtkap ontstaan overstromingen

- Versterkt broeikaseffect leidt tot meer orkanen - ...

(31)

Relatie aantal slachtoffers en het

ontwikkelingspeil

• Hazard management: voorbereidingen op mogelijke rampen door burgers, bedrijven, overheid:

Hoe meer welvaart in een land, hoe meer mogelijkheden voor hazard management

(32)

Hazard management: de gewenste strategie

• Risico- analyse: inventariseren, opsporen en

voorspellen van rampen. Hoe groot is de kans? Wat is de frequentie? Wanneer? Waar?

• Technische maatregelen: bouwvoorschriften, aanleg dijken, beplanten hellingen

• Voorbereiding van de bevolking: instructies, rampenplannen, rampenoefeningen..wanneer evacuatie, en waar naartoe???

(33)

Het succes van hazard management

Dit succes wordt beïnvloedt door:

- Welvaart

- Scholingsniveau

- Kwaliteit van de staat: corrupt? - Verschil in risicoperceptie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij vier bedrijven is nagegaan of (1) na de management buy-out veranderingen zijn opgetreden in de strategie, en (2) welke veranderingen in de con- trol-systemen hebben plaatsgehad

Souter D, Garforth C, Rekha J, Mascarenhas O, McKemey K, Scott N, 2005, The Economic Impact of Telecommunications on Rural Livelihoods and Poverty Reduction: A study of

However, since a player is indifferent between all pure actions in the support of the mixed strategy equilibrium, he will be willing to play different continuation strategies

The author of this document has conducted a detail study on the characteristics of dolomite in 2011 (Pretorius, 2011), and this section will therefore just briefly

66 Figure 4.5 : Bar chart displaying the percentage distribution of total reads generated through blastn (blue shade) and tblastx (red shade) searches (Blast2GO) to grapevine

Uit de literatuur en de vergelijking van kenmerken van de strategische optie defender-harvest- cost leadership met de management control-typen van Ouchi (1979), kan aangenomen worden

In order to understand the implication of land use and spatial development on karst dolomite land within the study area, it is important to conclude the geological

Specifically, it is unclear which preventive health care behaviors are sensitive to ex ante moral hazard; the demand elasticity for health care is surely positive, but estimates