Correctievoorschrift HAVO
2016
tijdvak 1 donderdag 26 mei 07.30 - 10.30 uuraardrijkskunde
Inzenden scoresVerwerk de scores van alle kandidaten in het bijgeleverde programma Wolf. Zend de gegevens uiterlijk dinsdag 7 juni 2016 elektronisch naar het ETE.
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels
3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
1
Regels voor de beoordeling
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 30, 31 en 32 van het Landsbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-v.s.b.o. d.d. 23-06-2008 (PB. 2008, no. 54). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van bovenvermelde artikelen van het Landsbesluit van belang:
1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het ETE (Examenbureau). 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van
de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het ETE (Examenbureau).
4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast.
5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2
Algemene regels
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten,
het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.
2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het
maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen
aantal scorepunten toegekend;
juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;
3.4 indien slechts een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig
antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;
3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of
berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen.
4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan een antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend.
5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar een keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het
beoordelingsmodel anders is vermeld.
6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.
7 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij dient de fout of onvolkomenheid wel mede te delen aan het ETE. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen door het ETE rekening gehouden.
8 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf g egeven. 9 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.
Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur.
De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op bas is van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Dit cijfer kan afgelezen worden uit
omzettingstabellen die beschikbaar worden gesteld door het ETE na de bepaling van de definitieve cesuur.
3
Vakspecifieke regels
Voor dit examen Aardrijkskunde HAVO 2016 eerste tijdvak kunnen maximaal 58 scorepunten worden behaald. Het examen bestaat uit 37 vragen.
Vraag Antwoord Scores
4 Beoordelingsmodel
Opgave 1 Tijd voor koffie
1 maximumscore 2
• Regenwoudklimaat: Af
• Savanneklimaat: Aw (of As of Am) • Steppeklimaat: BS
• Chinaklimaat: Cw
Opmerking: Indien de kandidaat de juiste namen geeft van de klimaten zonder afkorting (of anders om) maximaal 1 punt toekennen.
Per juist aangegeven klimaat, inclusief juiste Köppenindeling, 1 punt toekennen (maximaal: 2 punten).
2 maximumscore 1
Twee van de volgende geofactoren: • Gesteente en reliëf • Lucht • Bodem • Water • Vegetatie • Dier (ongedierte) • Mens
Opmerking: Uitsluitend bij het vermelden van twee factoren wordt 1 punt toegekend.
3 maximumscore 1
Exploitatiekoloniën / Wingewest 4 maximumscore 4
• Schaalvergroting in landbouw/plantages. 1
• leidde tot een toename van koffieproductie (waardoor de prijs daalde) . 1
• Schaalvergroting in transport/vervoer 1
• leidde tot toename van transport/ afname transportkosten (waardoor
de prijs daalde). 1
• Schaalvergroting in de secundaire sector, 1 • leidt tot grote productie (verwerking) door middel van “machines”. 1
Vraag Antwoord Scores
5 maximumscore 2
• Het grootste koffieverbruik (van het eindproduct) is in centrumlanden. 1 • De koffieproducerende landen (van de grondstof) is de periferie (met
een laag koffieverbruik). 1
6 maximumscore 1
Multinationals (MNO’s) 7 maximumscore 1
MNO’s hebben een groot marktaandeel/ monopolie- en/of oligopoliepositie/ een relatief grote invloed op de markt (zoals op vraag en aanbod/
voorraadbeheer/ prijsafspraken e.d.). 8 maximumscore 2
Twee van de volgende, voor elk 1 punt:
• Bodemerosie: verdwijnen van bovenste laag van de bodem (door wind/ afspoeling)
• Verzilting: door onjuiste bevloeiing/ irrigatie
• Verdroging: door toename zonne-energie/ verdamping
• Uitputting: (monocultuur) plantages nemen (teveel) voeding uit bodem • Vervuiling: door gebruik chemische stoffen/ import ongewenste
uitheemsen
• "Verwoestijning" zou eventueel ook goed gerekend kunnen worden voorzien van uitleg.
9 maximumscore 1
Overstap maken naar fairtrade / biologische productie / duurzame productie.
10 maximumscore 1
Huishoudens worden steeds kleiner zodat behoefte is ontstaan aan koffieapparaten voor 1 kop koffie.
Opgave 2 Het armoedeprobleem oplossen
11 maximumscore 1
Door het verhogen van de armoedegrens is er een toename van het totaal aantal mensen dat leeft met een inkomen onder de armoedegrens.
12 maximumscore 1
Vraag Antwoord Scores
13 maximumscore 2
Twee van de volgende, voor elk 1 punt:
• Binnen een land kan grote sociale ongelijkheid bestaan (elite-massa) • Binnen een land kunnen grote ruimtelijke verschillen bestaan (regio’s) • Informele sector en zelfvoorziening worden niet meegerekend met BNP • Koerswisselingen maken berekening lastig
• Niet alle landen hebben goede middelen om BNP te meten 14 maximumscore 2
• BNP/hoofd is een economisch kenmerk terwijl HDI gebruik maakt van levensverwachting (demografische kenmerken) en/of analfabetisme (sociaal-culturele kenmerken) en/of de factoren zoals in GB 240B
(53e: 208B) 1
• BNP/hoofd is een gemiddelde, HDI is een (gecombineerde) indexcijfer 1 15 maximumscore 3
• Demografisch argument: armoede gaat samen met relatief jonge bevolking/hoog geboortecijfer/groene druk/slechte
gezondheidsomstandigheden zoals medische zorg/… 1 • Economisch argument: armoede gaat samen met de informele
sector/kinderarbeid/laagbetaald en/of laagopgeleid werk/shared
poverty/criminaliteit/… 1
• Sociaal-cultureel argument: armoede gaat samen met laag opleidingsniveau/analfabetisme/ corruptie/ uitbuiting/ slechte
gezondheidsomstandigheden zoals voeding e.d./… 1 16 maximumscore 3
Drie van de volgende maatregelen, voor elk 1 punt: • Economische zones creëren
• Subsidies geven/ belastingklimaat verbeteren • Aanpassing arbeidswetgeving
• Aanpassing milieuwetgeving • Aanleg infrastructuur
17 maximumscore 1
Door de samenwerking met de Wereldbank zal binnen het ontwikkelingsland een deel zich moderniseren.
18 maximumscore 2
• De globalist beschouwt het systeem als eerlijk/ zal nadruk leggen op positieve effecten van de (bijdrage aan) Wereldbank/ stimuleert
globalisering 1
Vraag Antwoord Scores
Opgave 3 Verloren wereld wordt verkend
19 maximumscore 1
Milwaukeediepte (of Puerto- Ricotrog), -8605 meter 20 maximumscore 2
• Oorzaak: De bewegingssnelheid van de platen verschilt/ De Noord-Amerikaanse plaat beweegt in verhouding sneller westelijk dan de
Caribische plaat 1
• Gevolg: Er is sprake van convergentie/ botsing van 2 (oceanische) platen, zodat een subductiezone kan ontstaan 1 21 maximumscore 1
De juiste volgorde is: f - a - d - b - e - c 22 maximumscore 1
(Ongeveer) 225 miljoen jaar geleden, in de geologische periode Perm 23 maximumscore 2
Meerdere antwoorden mogelijk, voor elk 1 punt: • Het ontbreken van zonlicht
• Het ontbreken van zuurstof • Extreem hoge druk
• Extreme temperaturen (zowel hoog als laag) • Extreme concentraties aan mineralen/ gassen 24 maximumscore 1
Twee van onderstaande Britse overzeese gebiedsdelen (samen voor 1 punt):
De Britse Maagdeneilanden
Montserrat
Anguilla
De Turks- en Caicoseilanden
Maagdeneilanden (zonder ‘Britse’) is ook correct. 25 maximumscore 1
Gemenebest van Naties/ Commonwealth of Nations 26 maximumscore 2
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat sinds 10-10-10 uit 4 landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten (terwijl de BES-eilanden bijzondere gemeenten van Nederland zijn).
Vraag Antwoord Scores
Opgave 4 De Guridam in Venezuela
27 maximumscore 1
Twee van de volgende:
Aardolie
Ijzererts
Bauxiet
Opmerking: Uitsluitend bij het vermelden van twee soorten wordt 1 punt toegekend.
28 maximumscore 1
GB 54e: 231B (GB 53e: 201A) (Elektriciteitsproductie)
29 maximumscore 2
• Oorzaak: De aanleg van de stuwdam leidt tot toename van
werkgelegenheid (rond groeipool Ciudad Guyana) 1 • Gevolg: Dit trekt arbeiders/migranten aan uit het centrumgebied
(decentralisatie) 1
30 maximumscore 2
• Bovenloop: Het verdwijnen van bos/biodiversiteit (door het ontstaan
van het stuwmeer) 1
• Benedenloop: Daling van de waterstand/afname (vruchtbare)
sedimentatie 1
31 maximumscore 1
Door de aanleg van de stuwdam is het leefmilieu van de indigenous people/indianen aangetast
32 maximumscore 2
• Korte termijn: Door ontbossing stroomt neerslag sneller af met
verhoogd risico op overstromingen. 1
• Lange termijn: Door ontbossing neemt bodemerosie toe en deze
sedimenten verzamelen zich in het stuwmeer (dichtslibbing). 1 • Op korte termijn zou bodemerosie ook goed gerekend kunnen worden. • Op lange termijn kan ontbossing ook leiden tot overstromingen, omdat
door de ontbossing er minder vocht opgenomen wordt door de bodem (wat kan leiden tot overstromingen).
33 maximumscore 1
Vraag Antwoord Scores
34 maximumscore 1
De Ángelvallen / Waterval 35 maximumscore 1
Door toename van hydro-elektriciteit daalt het binnenlandse oliegebruik, waardoor meer olie-export kan plaatsvinden (voor buitenlandse valuta/ betere handelsbalans)
36 maximumscore 2
• Politiek: Regelmatige stroomuitval leidt bijvoorbeeld tot toename
ontevredenheid/ instabiliteit/ censuur 1
• Economisch: Regelmatige stroomuitval leidt bijvoorbeeld tot afname van productiviteit/ mobiliteit/ inkomsten 1 37 maximumscore 2
Twee van de volgende, voor elk 1 punt:
• Zonne-energie door ligging in tropische zone • Windenergie bij (kust)gebieden met (passaat) wind • Biobrandstof door geschikte landbouw