• No results found

Berijfsrekenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Berijfsrekenen"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens

TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2008

VAK : BEDRIJFSREKENEN DATUM: VRIJDAG 04 JULI 2008

TIJD : 09.45 – 11.25 UUR (MULO-III KANDIDATEN) 09.45 – 11.45 UUR (MULO-IV KANDIDATEN)

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.

Intrest

1

Beschouw de volgende beweringen:

I Bij de berekening van de intrest wordt de maand op het juiste aantal dagen gesteld, tenzij anders vermeld is.

II Bij het berekenen van het aantal intrestdagen wordt zowel de begin- als de einddatum meegeteld.

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.

2

Benito leent SRD 10.000,- á 9 % ’s jaars. Aan het eind van elk jaar wordt er SRD 1.000,- afgelost en wordt tevens de intrest betaald. Aan het eind van het derde jaar wordt er SRD 1.500,- afgelost in plaats van SRD 1.000,-.

De intrest die hij aan het eind van het derde jaar moet betalen, is A SRD 585,- B SRD 630,- C SRD 675,- D SRD 720,- 3

Op 1 maart 2006 leent Brando SRD 6.000,-.

Op 30 juni 2006 lost hij zijn schuld af en betaalt aan rente SRD 80,-.

De juiste berekening van het rentepercentage per jaar is (werken met maanden):

A 12 3 x 80 x 1% 1 % van 6.000 B 12 4 x 80 x 1% 1 % van 6.000 C 3 12 x 80 x 1% 1 % van 6.000 D 4 12 x 80 x 1% 1 % van 6.000 Vreemd Geld 4

Een handelaar in Suriname verkoopt een partij goederen in Trinidad voor netto TTD 8.000,-. Uit dit geld koopt hij een machine ter waarde van SRD 6.000,-.

Koersen per stuk: TTD 1,20 – 1,30 Het bedrag dat hij aan SRD overhoudt, is A 153,85

B 666,67 C 3.600,- D 4.400,-

(2)

5

Koersen per stuk: Euro 3,65 – 3,75 Beschouw de volgende beweringen: I SRD 3,65 is de biedkoers. II SRD 3,75 is de laatkoers.

III De winst op elke euro is SRD 0,10.

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I juist is. B alleen II juist is. C alleen III juist is.

D I, II en III alle juist zijn. 6

In juli 2007 koopt iemand USD 1.000,-. De koersen per stuk zijn dan 2,70 – 2,75.

Had hij deze USD 1.000,- in mei 2007 gekocht, dan had hij SRD 100,- meer betaald.

De juiste berekening van de te hanteren koers in de maand mei is:

A 1.000 x 2,70 + 100 1.000 B 1.000 x 2,75 + 100 1.000 C 1.000 x (2,70 + 100) 1.000 D 1.000 x (2,75 + 100) 1.000 7

Afi koopt een partij goederen in Nederland voor Euro 1.800,-. Vrachtkosten Euro 100,-. Zij verkoopt deze partij goederen in Guyana met een

brutowinstopslag van 25%.

De verkoopprijs van deze partij goederen in Guyana bedraagt A GYD 6.083,33 B GYD 6.490,38 C GYD 6.421,30 D GYD 6.850,96 Goederenhandel 8

Beschouw de volgende beweringen:

I Tarra is het gewicht van de verpakking. II Tarra kan worden uitgedrukt in procenten van het brutogewicht.

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.

9

Een vishandelaar koopt 1.500 kg vis voor totaal SRD 12.000,-. Hiervan is 30% afval en heeft geen waarde.

De juiste berekening van de kostprijs per kg is: A 12.000 : 1.500 B 12.000 : (30% van 1.500) C 12.000 : (70% van 1.500) D 12.000 : (130% van 1.500) 10 Netto 5.000 kg á SRD 4,- per kg = Contant 10% = SRD 20.000,- - 2.000,- Bruto-provenu = SRD 18.000,- Kosten = Commissie 5% = SRD 400,- SRD … SRD … Netto-provenu SRD … Het netto-provenu bedraagt

A SRD 16.600,- B SRD 16.700,- C SRD 17.400,- D SRD 17.500,- Koersen per stuk: Euro 3,65 – 3,75

(3)

Effecten

11

Welke van de volgende beweringen ten aanzien van effecten is juist?

A Bij de verkoop van effecten worden er geen kosten in rekening gebracht.

B De koersnotering van de obligaties is in eensgevend geld.

C Dividend wordt berekend over de koerswaarde. D Er is sprake van lopende rente als de dag van handeling en de coupondag niet samenvallen.

12 Aankoopnota:

Acht 7% obligaties nominaal SRD ... per stuk, koers 102 SRD …

Aankoopkosten SRD 140,- SRD 8.300,-

De juiste berekening van de nominale waarde per stuk is: A 8.300 - 140 x 100 102 B

(

8.300 - 140

)

: 8 x 100 102 C 8.300 + 140 x 100 102 D

(

8.300 + 140

)

: 8 x 100 102 13

Glenny verkoopt 5 aandelen Rimo van SRD 2,- nominaal, à SRD 800,- per stuk.

De verkoopkosten bedragen SRD 10,-. De netto-opbrengst is A SRD 70,- B SRD 80,- C SRD 3.990,- D SRD 4.000,- Rendement 14

Wat wordt bij de berekening van het rendement van obligaties buiten beschouwing gelaten?

A De couponprovisie B De koerswaarde C De lopende rente D Het intrestpercentage

15

Berto heeft SRD 510.000,- geïnvesteerd in 20 wagens. Een wagen wordt per week voor SRD 280,- verhuurd. De totale jaarlijkse kosten van de verhuurde wagens zijn SRD 200.000,-.

Gemiddeld verhuurt hij 18 wagens per jaar. De juiste berekening van het rendement op deze belegging is: A {(18 x 52 x 280 – 200.000) : 5.100)} x 1% B {(20 x 52 x 280 – 200.000) : 5.100)} x 1% C {(18 x 52 x 280 + 200.000) : 5.100)} x 1% D {(20 x 52 x 280 + 200.000) : 5.100)} x 1% 16

Heer Bol heeft eind 2005 de volgende effecten gekocht:

- 5 aandelen nominaal SRD 10,- per stuk, á SRD 40,- = - 4 aandelen nominaal SRD 20,- per stuk, á SRD 75,- = Kosten bij aankoop SRD 15,-

SRD 200,-

SRD 300,-

In het jaar 2006 bedraagt het totale dividend SRD 46,-. Dividendbelasting 25%; provisie 1%.

Het rendement bedraagt (1 dec.n.k.)

A 6,6% B 6,8% C 8,8% D 9,1%

(4)

Indexcijfers

17

Maand Omzet Indexcijfer januari februari maart SRD ... SRD 2.750,- SRD ... 85 110 125

Beschouw de volgende beweringen ten aanzien van het bovenstaande.

I De berekening van de omzet over januari =

85

x 2.750 110

II De berekening van de omzet over maart =

110

x 2.750 125

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.

18

De indirecte kosten van een bepaald bedrijf zijn in het 1e kwartaal van 2007 als volgt:

januari februari maart SRD 14.000,- SRD 19.000,- SRD 27.000,-

Als basis gebruikt men de gemiddelde kosten van het 1e kwartaal.

Het indexcijfer over de maand januari is A 23 B 70 C 100 D 143 Afschrijvingen 19

Beschouw de volgende beweringen:

I Het verkoopbedrag van een auto zou gelijk moeten zijn aan de boekwaarde in het jaar van verkoop plus de winst.

II Onder afschrijving van een auto verstaan we de waardedaling als gevolg van slijtage.

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.

20

Aanschaffingsprijs inventaris SRD 5.000,-

Restwaarde SRD 500,-

Boekwaarde na 4 jaar SRD 3.200,- De afschrijving per jaar is een vast percentage van de aanschaffingsprijs.

De juiste berekening van het afschrijvingspercentage per jaar is:

A (5.000 – 3.200) : 4 x 1% 50 B 5.000 – 3.200 x 1% 50 C (5.000 – 500) : 4 x 1% 50 D 5.000 – 500 x 1% 50 21 Aanschaffingsprijs machine Restwaarde SRD 30.000,- SRD 5.000,- De boekwaarde is na 4 jaar SRD 20.000,- en na 6 jaar SRD 15.000,-.

De afschrijving is een vast bedrag per jaar. De levensduur van deze machine is

A 5 jaar. B 6 jaar.

(5)

Verzekeringen

22

Beschouw de volgende beweringen:

De schade wordt volledig uitgekeerd bij een I juiste verzekering.

II onderverzekering. III oververzekering.

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I en II juist zijn. B alleen I en III juist zijn. C alleen II en III juist zijn. D I, II en III alle juist zijn. 23

Auke heeft zijn auto W.A. verzekerd. De no-claim korting bedraagt na 1 jaar schadevrij rijden 10%, na 2 jaar 20% en na 3 jaar 30%. Na 2 jaar schadevrij gereden te hebben, betaalt hij aan de verzekerings-maatschappij SRD 250,- inclusief SRD 10,- aan kosten. De juiste berekening van het premiebedrag is:

A 10080 x (250 – 10) B 10080 x (250 – 10) C (10080 x 250) – 10 D (10080 x 250) – 10 24

Schade SRD 1.620,-; dit is 54% van de gezonde waarde.

Verzekerd bedrag SRD 2.500,-.

Afmakingsprovisie 1% van het verzekerd bedrag. De verzekerde ontvangt A SRD 1.325,- B SRD 1.336,50 C SRD 1.350,- D SRD 1.620,- Kostprijs Handelaar 25

Beschouw de volgende beweringen:

I De kostprijs is de som van de inkoopprijs plus opslag indirecte kosten.

II Bij de kostprijsberekening van de handelaar wordt de inkoopprijs gerekend tot de directe kosten.

Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat

A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.

26 Kostprijs

Winst 15% van de kostprijs

SRD … SRD … Netto-verkoopprijs Verkoopkosten 3% SRD … SRD … Bruto-verkoopprijs SRD 1.700,- De juiste berekening van de kostprijs is: A 85 x (1.700 – 51) 100 B 85 x (1.700 + 51) 100 C 100 x (1.700 – 51) 115 D 100 x (1.700 + 51) 115 27

Handelsmaatschappij Hetta heeft 1.500 calculators verkocht á SRD 45,- per stuk.

De inkoopprijs is SRD 25,- per stuk.

De overige bedrijfskosten zijn SRD 18.000,-. De nettowinst is

A SRD 12.000,- B SRD 30.000,- C SRD 48.000,- D SRD 49.500,-

(6)

Kostprijs Fabrikant

28

De fabrikant kan de indirecte kosten niet uitdrukken in procenten van de

A inkoopprijs. B lonen. C materialen.

D totale directe kosten. 29

Voor de productie van 800 stoelen zijn de volgende gegevens bekend:

- Totale directe kosten SRD 30.000,-. - Indirecte kosten SRD 6.000,-.

- Van de gereedgekomen stoelen worden er 8 afgekeurd, die geen waarde hebben.

De juiste berekening van de kostprijs per goedgekeurde stoel is: A (30.000 – 6.000) : (800 – 8) B (30.000 – 6.000) : 800 C (30.000 + 6.000) : (800 – 8) D (30.000 + 6.000) : 800 30

Een aannemer moet een prijsopgave doen voor de verbouwing van een keuken. Hij maakt gebruik van de volgende gegevens:

- Materialen SRD 2.000,-. - Lonen SRD 3.000,-. - Sociale lasten 20%.

- Indirecte kosten 10% van de totale directe kosten. - Winstopslag 20% van de kostprijs.

De verkoopprijs bedraagt A SRD 7.320,-

B SRD 7.392,- C SRD 7.625,- D SRD 7.700,-

VERVOLG MULO IV KANDIDATEN

Machine-uurtarief

31

Welke van de onderstaande kosten worden in het machine-uurtarief opgenomen?

A afschrijving – renteverlies – materialen B afschrijving – lonen – sociale lasten

C materialen – lonen – onderhoud en reparatie D elektriciteit – onderhoud en reparatie – afschrijving

Manuurtarief

32 Jaarloon SRD 7.280,-. Sociale lasten 20%.

Aantal gewerkte uren 2.400 per jaar.

De juiste berekening van het manuurtarief is: A 10080 x 7.280 : 2.400 B 120100 x 7.280 : 2.400 C 100120 x 7.280 : 2.400 D 10080 x 7.280 : 2.400 Prijs per km 33 Aanschaffingsprijs SRD 12.000,- Restwaarde SRD 1.000,- Levensduur 4 jaar

Renteverlies 6% over het gemiddelde van de aanschaffingsprijs en de restwaarde.

Overige constante kosten SRD 4.300,- per jaar. Aantal verreden km 24.000 per jaar.

De juiste berekening van de constante kosten per km is: A (3.000 + 4.300 + 6% van 6.500) : 24.000

B (2.750 + 4.300 + 6% van 6.500) : 24.000 C (3.000 + 4.300 + 6% van 13.000) : 24.000 D (2.750 + 4.300 + 6% van 13.000) : 24.000

(7)

Rentabiliteit

34

Gegevens van een onderneming over 2006: - Brutowinst SRD 273.450,-

- Gewaardeerd loon SRD 75.000,-

- Bedrijfskosten SRD 108.950,- (inclusief SRD 30.000,- rente vreemd vermogen). Het economisch resultaat is

A SRD 89.500,- B SRD 134.500,- C SRD 164.500,- D SRD 168.450,- 35 Nettowinst Gewaardeerd loon SRD 52.000,- SRD 14.000,- Economisch resultaat SRD ... Rente: - hypotheek - banklening SRD 9.000,- SRD 6.000,- SRD 15.000,- Het eigen vermogen is SRD 800.000,-.

Het vreemd vermogen bestaat uit een hypothecaire lening groot SRD 400.000,- en een banklening van SRD 120.000,-.

De juiste berekening van de economische rentabiliteit is: A (52.000 – 14.000) + 15.000 x 1% 1% van (800.000 + 400.000 + 120.000) B 52.000 + 14.000 + 15.000 x 1% 1% van (800.000 + 400.000 + 120.000) C (52.000 – 14.000) + 15.000 x 1% 1% van 800.000 D 52.000 + 14.000 + 15.000 x 1% 1% van 800.000 36 x 10.000 stuks 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 jaren 2002 2003 2004 2005 2006 Legenda: Productie --- Export

Welke van de volgende beweringen ten aanzien van bovenstaande grafiek is juist?

A In 2002 bedroeg de export 50% van de productie. B In 2003 was de productie gelijk aan die van 2004. C In 2005 was de export gelijk aan die van 2002. D In 2006 was de productie 50.000 stuks meer dan die van 2003.

Productie en Export van computers in de periode 2002 tot en met 2006.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Aflezen uit de figuur dat het percentage ernstig bedreigde, bedreigde en kwetsbare soorten samen voor de dagvlinders (ongeveer) 37 bedraagt. en voor de nachtvlinders (ongeveer) 40

[r]

[r]

Dat is voor dit traject niet gedaan vanwege de hoge ligging van het voorland direct voor de beschouwde dijkvakken (zie representatieve bodemligging tabel

Om de leefbaarheid in en het voortbestaan van het dorp naar de toekomst te kunnen waarborgen kunnen ontwikkelingen zoals grote paardenhouderijen en focus op groei

De acht variabelen die geen significante relatie hebben met zelfbeeld (p>0,05) zijn niet meegenomen naar de regressieanalyse: (1) gesproken taal thuis, (2) naast Nederlands

Deze locatie ligt nabij 3 andere bedrijven, waardoor niet adequaat kan worden bijgedragen aan het beheer van het landschap van het hele gebied.. In paragraaf 3.2 is aangegeven dat de

Stel als raad vooraf duidelijke kaders ten aanzien van financiën en risico’s en het (strategisch) profiel. van het overheidsbedrijf waarin de gemeente