1 MINISTERIE VAN ONDERWIJS WETENSCHAP EN CULTUUR
CORRECTIEMODEL UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015
VAK : Economie -1 DATUM : 17 juni 2015 TIJD : 7.45 – 10.15u Aantal opgaven : 3 Aantal pagina’s : 4 --- Opgave 1 Macro economie [30p]
1. Nee, omdat het land geen betrekkingen heeft met het buitenland en dat komt niet overeen met de werkelijkheid.[2p]
2. Onderbesteding (laagconjunctuur), omdat er sprake is van conjuncturele werkloosheid. [2p]
3. De economische kringloop. [1p]
4. Btw = 1050 mln, Iv = A = 1/7 x 1050 = 150 mln, kapitaalgoederen = Ib = 230 mln, productie is gelijk aan consumptie, Y = 1050 – 150 = 900 mln.
Let op: GHH en BHH elk 3 punt en VR 1 punt
Vr In 80 S 80 Iv 150 A 150 Ib 230 230 BHH L 450 C 820 P 225 Iu 80 I 112,5 VM 0 W 112,5 IV 150 A 150 BTW 1050 BNI 1050 GHH C 820 L 450 S 80 P 225 I 112,5 W 112,5 NTW 900 NNI 900
2 5. Het inkomen dat voldoende is om de bestedingen te realiseren (of de wensen van zowel
de consumenten als van de producent te realiseren). [1p]
6. Co = ?, C = cY + Co 820 = 64 . 900 + Co 820 = 600 + CoCo = 220mln. [2p] 7. S = sY- Co S = 62Y – 220mln. s = 1 – c = 1 - 6 4 = 6 2 [1p] 8. C = 64 Y + 220mln. I = 80mln. Y = C + I [3p] 9. Y = C + I Y = 64 Y + 30062 300 900 Y Y mln. geldeenheden. [2p]
10. Productie per arbeider per tijdseenheid. [1p]
11. Na = 1000.000 m/v. Aantal werklozen = 10% van 1000.000 = 100.000 m/v. Daaruit volgt dat Nv = 1000. 000 – 100.000 = 900.000 m/v. [2p]
12. Gap = 900900m.000ln. x 1geldeenheid 1000 geldeenheden. [2p]
13. Yfe = Na x Gap =1000.000 x 1000 = 1000 mln. geldeenheden. [2p]
14. y984 – 900 = 84 mln. K = 1 1 3 3 1 s . 3 28 ln. 84 m k Y I [2p]
Opgave 2 Buitenland / Overheid [30p]
1. Dat de boeking van de transactie is geschiedt op het moment van levering van de goederen/diensten. [1p]
2. Export = 10% van 780 mln = 78 mln. Import = 100/97,5 x 78 = 80 mln. [2p]
3.
Deelbalans Ontvangsten Uitgaven Saldo
HB DB KOB 78 35 40 80 35 60 -2 0 -20 LR Str kap 153 100 175 75 -22 25 Basisbalans Inc kap 253 40 250 40 3 0 TR G en D 293 - 290 3 3 -3 Formeel saldo 293 293 0
Let op: HB tot en met TR elk 43
3 4a. De hoogte van de wisselkoers wordt bepaald door het vrije spel van de vraag naar en het aanbod van vreemd geld. [1p]
b. Er vindt automatisch evenwichtsherstel plaats op de betalingsbalans. [1p]
c. De munt zal depreciëren omdat het tekort op de lopende rekening zal leiden tot een stijging van de vraag naar vreemd geld. Het vreemd geld zal dus in waarde stijgen m.a.g. dat de munt van Pasuri in waarde daalt (men zal immers meer van de eigen munt moeten neertellen om het vreemd geld te kopen. [2p]
5. Door de stijging van de wisselkoers, zullen de importproducten duurder worden t.o.v. de eigen producten. Hierdoor kan de vraag naar de importproducten afnemen (import daalt) en de vraag naar producten uit Pasuri toenemen (export stijgt). [2p]
6. a. Om aan haar betalingsverplichtingen te kunnen voldoen en om haar kredietwaardigheid te waarborgen. [2p]
b. 300 + 3 = 33 mln. dollars. Het saldo van van de TR is positief, hetgeen duidt op een toename van de monetaire reserve. [1p]
7. Indien de overheid exportsubsidies verstrekt zal dat haar uitgaven verhogen (als zij op een ander gebied geen uitgavenverlagende maatregel treft). Indien zij de invoerrechten op grondstoffen verlaagt, zal zij minder belasting ontvangen (als zij op een ander gebied geen inkomstenverhogende maatregel treft). [2p]
8. Evenwichtige betalingsbalans. [2p]
9. Het aanleggen van wegen, gebieden voorzien van water en licht. [2p] 10. a. Structuurbeleid omdat zij de productiecapaciteit vergroten. [2p]
b. Stabilisatiefunctie. [2p] Opgave 3 Micro economie [30p]
1. a. – veel vragers met veel aanbieders, - volledig op de hoogte van het markt gebeuren. [2p]
b. – vrije toe – en uittreding tot de markt, - verhandeling van homogene producten. [2p] 2. a. De producent kan vooraf weten welke reaktie een prijsverandering kan uitlokken bij.
de consument. Hij weet dan als zijn omzet zal toe-of afnemen. [2p] b. Ev = 3 2 3 2 % % p q [1p] 3. Evenwichtsprijs = 200. Evenwichtshoeveelheid : q = 4000 – 1000 = 3000.
4 5000 10 5000 2000 3000 ) 200 ( 10 3000 10 200 3000 x 3 2 3000 200 x 3 2 3000 200 x p qv b b b b ap qv a a a Ev [3p] 4. Tekening marktevenwicht [3p] 300 p qa 200 qv 100 q 0 1000 2000 3000 4000 5000
5. Om de producent een hoger inkomen te garanderen, om de winstgevendheid van de bedrijven te verhogen, om de productie van het goed te garanderen (veilig te stellen). [2p] 6. Verhogen van de prijs;de vraag naar het goed inelastisch is duseen prijsververhoging zal
relatief weinig invloed hebben op de afzetwaardoorde marktomzet zal toenemen. [3p] 7. Qa wordt na overheidsingrijpen3000 + 1600 = 4600. Qa = 280 20 5600 min 20 5600 1000 20 4600 b p p p ap [3p] 8. 30 3000 20 1 ) 3000 30 20 1 ( x 2 q q q q q q GTK TK [2p] 9. Mk = 30 10 1 ' q TK P = mk 30 10 300 10 1 30 10 1 p q q p qa p [2p] 10. Q = 10 (280) – 300 = 2500 [2p] 11. TW = TO - TK = (280 x 2500) – 30(2500) 3000 700.000 390.500 309.500, ) 2500 ( 20 1 2 [3p]
