1
Bachelorscriptie klinische psychologie
Anemoon Ankum
10548890 Mark Spiering 5432 woorden 02-06-2017
2
Het heersende schoonheidsideaal omtrent het formaat van de binnenste
schaamlippen en het belang dat daaraan gehecht wordt
Afbeeldingen: links: ‘L’origine du Monde’, 1866, rechts: ‘De wanhopige’, 1845 van Gustave Courbet. Abstract
Het heersende schoonheidsideaal omtrent het formaat van de binnenste schaamlippen en het belang dat daaraan gehecht wordt, is in deze studie onderzocht. Dit werd gedaan door middel van een zelf-geconstrueerde vragenlijst die online werd verspreid, 434 vrouwen en 235 mannen deden mee. Uit de vragen naar voorkeur in formaat (in cm) bleek dat de deelnemers een voorkeur hadden voor kleiner dan gemiddelde binnenste schaamlippen. Daarnaast bleek de meerderheid van de deelnemers, zowel bij de mannen als bij de vrouwen, weinig tot geen belang te hechten aan het formaat van de binnenste schaamlippen. Echter, bij cunnilingus en intiem contact was de meerderheid het wel eens met het veronderstelde belang van het formaat. Het schoonheidsideaal lijkt te liggen bij vrij kleine schaamlippen. Dit is voor veel vrouwen onrealistisch met een operatie als uiterste oplossing. Geruststellend is het feit dat zowel mannen als vrouwen weinig tot geen belang hechten aan het formaat.
3 Inleiding
Er bestaat aanzienlijke anatomische variatie in het formaat van de binnenste schaamlippen. Vanaf de basis tot het buitenste randje kan de breedte van de binnenste schaamlippen variëren van 1 tot 5 à 6 centimeter (Lloyd, Crouch, Minto, Liao, & Creighton, 2005; Krissi et al., 2016). De binnenste schaamlippen kunnen hierdoor tussen de buitenste schaamlippen uitsteken. Ondanks de natuurlijk variatie lijkt er een groeiende voorkeur ontstaan te zijn voor kleine binnenste schaamlippen. Dit schoonheidsideaal lijkt afgeleid van wat er op internet, in de media en op pornografische beelden te zien is (Schick, Calabrese, Rima & Zucker, 2011). Door de heersende gewoonte onder veel vrouwen om het schaamhaar te scheren, worden de schaamlippen en hun veronderstelde onvolkomenheden duidelijker zichtbaar dan vroeger, toen een volle bos haar nog in de mode was (Tiggemann & Hodgson, 2008).
Dit relatief nieuwe ideaalbeeld heeft voor sommige vrouwen verstrekkende gevolgen; zij laten zich zelfs opereren om de schaamlippen te verkleinen. Maar hoe belangrijk vindt men het formaat eigenlijk? En is er wel een voorkeur voor klein, kleiner, kleinst? Schatten mensen, en dan vooral vrouwen, goed in wat anderen vinden of overschatten zij het belang dat wordt gehecht aan het formaat van de binnenste schaamlippen? In het huidige onderzoek zal dieper in worden gegaan op dit schoonheidsideaal en hoe belangrijk mannen en vrouwen het
formaat vinden.
Het heersende ideaal wat betreft de binnenste schaamlippen lijkt een onwerkelijk beeld te zijn. De voorkeur lijkt momenteel te liggen bij kleine schaamlippen die vaak niet uitsteken buiten de buitenste schaamlippen. Deze look wordt gekscherend de Barbiedoll-look genoemd en werd gebaseerd op de veranderende naaktfoto’s uit de Playboy tussen 1953 en 2008 (Schick, Rima, & Calabrese, 2011). De foto’s laten vrouwelijke genitalia zien die vaak
4 ofwel digitaal bewerkt zijn of waarbij de eigenaresse van de schaamlippen een operatie heeft ondergaan om ze te verkleinen. Ook zijn de vulva’s vaak haarloos, net als de rest van het lichaam. Logischerwijs zou men denken dat het de mannelijke mening weerspiegelt als het zo naar voren komt uit dit wereldwijd bekende mannenblad.
Dat dit ideaalbeeld ook de vrouwelijke bevolking heeft bereikt, is te zien aan het toenemende aantal schaamlipverkleiningen het laatste decennium. Bij deze operatie worden de binnenste schaamlippen smaller gemaakt waardoor ze meestal niet meer uitsteken buiten de buitenste schaamlippen. Bijvoorbeeld in Australië verdubbelde het aantal operaties in de laatste 10 jaar in de algemene gezondheidszorg (Jones & Nurka, 2015). In Engeland was er tussen 2001 en 2010 een vervijfvoudiging van schaamlipverkleiningen in publieke
ziekenhuizen (Crouch et al., 2011). Deze cijfers zijn slechts indicaties want de operaties in privéklinieken zijn niet meegenomen in deze gegevens. Dit zou pas de top van de ijsberg kunnen zijn. Er is blijkbaar een groeiende ontevredenheid over de binnenste schaamlippen. Ook bij vrouwen lijkt de voorkeur uit te gaan naar kleine, smalle binnenste schaamlippen.
De ontevredenheid met het genitaal is in verband gebracht met meer bewustzijn hierover én minder seksuele tevredenheid (Schick et al., 2010). De grotere focus die ligt op het uiterlijk van de vulva zorgt mogelijk ook voor minder tevredenheid op gebied van seks naast de onzekerheid over het uiterlijk ervan. Het is begrijpelijk dat vrouwen minder plezier beleven aan seks als ze voortdurend het idee hebben dat hun vulva net zo min aan hun eigen ideaalbeeld voldoet als aan dat van hun partner. Vrouwen die onzeker zijn over het formaat van hun binnenste schaamlippen en zich hier bewust van zijn, zouden misschien verwachten dat anderen hier ook veel belang aan hechten.
Deze zorgen werden ook vastgesteld bij zeer jonge vrouwen in een onderzoek van Runacres en Wood (2016). Zij onderzochten een groep van adolescenten met ontevredenheid
5 over hun vulva en de wens naar een operatieve verkleining van hun binnenste schaamlippen, terwijl de aangetroffen anatomie daarvan binnen de normale range viel.
Het is nog niet helemaal duidelijk of de mening van de vrouwen wordt beïnvloed door wat zij zien in de media, op internet en in pornografie. Aan een kant laat het onderzoek (Moran & Lee, 2014) zien dat blootstelling aan gemanipuleerde plaatjes van vulva’s het beeld van wat deelnemers normaal vonden beïnvloedde. De deelnemers bleken plaatjes van bewerkte vulva’s als normaal te benoemen. Ook bleek blootstelling aan porno en internet positief in verband te staan met de wens naar schaamlipverkleining (Sharp, Tiggemann, & Mattiske, 2015). Daanentegen werd dit verband niet gevonden in het onderzoek van Jones en Nurka (2015) waar werd gekeken naar ontevreden zijn met de vulva en de wens naar
schaamlipverkleining.
Bij vrouwen die een schaamlipverkleining hadden ondergaan of dit zouden willen, bleek dat 33% van de deelneemsters negatieve commentaren had gehad van mensen uit hun directe omgeving. Het overgrote deel hiervan (64%) bestond uit de partners van de vrouwen (Veale et al., 2014). Ook in het onderzoek van Sharp et al. (2015) bleken negatieve
partnercommentaren van mannen geassocieerd te zijn met ontevredenheid en de
overweging tot een schaamlipverkleining. Zo blijken de meningen van mensen uit de directe omgeving een grote invloed te hebben op het genitale zelfbeeld van vrouwen.
Desondanks zeggen vrouwen vooral voor zichzelf schaamlipverkleiningen te
ondergaan (Veale et al.). Redenen die hiervoor genoemd worden zijn functionele klachten, zoals last bij fietsen en het dragen van strakke broeken omdat de schaamlippen in de weg zitten, en esthetische overwegingen (Veale et al.).
Toch lijkt er een discrepantie te zijn. Aan de ene kant zeggen vrouwen voor zichzelf een operatie te willen ondergaan (Veale et al., 2014). Aan de andere kant zou dat niet nodig
6 zijn als ze zouden vinden dat ze er normaal en goed uitzien. De norm waarmee vrouwen zich vergelijken is een beeld geschetst door de samenleving (Sharp & Tiggeman, 2016). Daarnaast heerst er nog steeds een taboe op naakt zijn en is het niet gebruikelijk om elkaars vulva te bekijken. Bij gebrek aan realistisch vergelijkingsmateriaal kijken vrouwen naar de beelden die beschikbaar zijn op internet en via andere media (Sharp & Tiggeman). Ook nemen zij de meningen van mensen in hun omgeving mee in hun oordeel over hun eigen vulva (Veale et al.; Sharp et al., 2015) En momenteel lijkten deze informatiebronnen vrouwen richting de Barbiedoll-look te sturen.
Er zijn ook geluiden die de kwestie op een andere manier belichten. Uit een onderzoek (Koning, Zeijlmans, Bouman & van der Lei, 2009) naar vrouwelijke attitudes over
schaamlippen (en schaamlipverkleiningen en de invloed van media in dat verband) bleek dat 95% van de deelneemsters hun eigen schaamlippen regelmatig bekeken. Hiervan vond 43% het uiterlijk van hun binnenste schaamlippen belangrijk en 71% vond het uiterlijk normaal.
In reactie op de ijdelheid rondom het uiterlijk van de vulva kan men zich afvragen hoe veel belang mensen hier eigenlijk aan hechten. Het is onwaarschijnlijk om te denken dat iedereen een uitgesproken mening heeft over het formaat van de schaamlippen. Laat staan dat men het formaat van groot belang vindt. Dit is tot dusver nog niet onderzocht bij vrouwen én mannen.
Uit eerder onderzoek over het formaat van de penis (De Groot et al., 2006) bleek dat ongeveer de helft van de mannen en vrouwen het formaat van de penis belangrijk tot zeer belangrijk vond en de andere helft vond het onbelangrijk tot zeer onbelangrijk. Hoewel de schaamlippen en het formaat van de penis niet volledig vergelijkbaar zijn, geeft dit onderzoek wel een indicatie over hoeveel waarde men hecht aan het uiterlijk van het genitaal. De
7 verwachting in het huidige onderzoek is dan ook dat de helft van de mensen er weinig, en de andere helft er veel belang aan zal hechten.
Uit het onderzoek van Pallato (2011) bleek dat de deelnemers, zowel mannen als vrouwen, de afbeeldingen waarop aangepaste vulva’s te zien waren (na schaamlipverkleining) mooier vonden dan de afbeeldingen van vulva’s voor de operatie. Mannen beoordeelden over het algemeen de afbeeldingen van beide vulva’s positiever dan vrouwen. Zij vonden zowel de onaangepaste als de aangepaste vulva’s aantrekkelijker over het algemeen. Dit doet vermoeden dat mannen niet zo’n onderscheid maken in het uiterlijk van de vulva en dat zij het uiterlijk minder belangrijk zouden kunnen vinden dan vrouwen denken. Wel lijkt er dus een voorkeur te zijn voor kleinere binnenste schaamlippen bij zowel mannen als vrouwen.
Middels een korte online vragenlijst zijn de volgende kwesties onderzocht: wat is het heersende schoonheidsideaal wat betreft het formaat van de binnenste schaamlippen en hoe belangrijk vinden mannen en vrouwen dit? Ook werd er gekeken naar de verwachting die deelnemers hebben over de mening van anderen over de binnenste schaamlippen. Op die manier werd onderzocht of mensen de mening van anderen bij dit onderwerp goed inschatten. Bij deze onderzoeksvragen werden de volgende hypotheses geformuleerd: (1) Vrouwen hebben een voorkeur voor kleine binnenste schaamlippen, gedefinieerd als kleiner dan het gemiddelde. (2) Mannen hebben een voorkeur voor kleine binnenste schaamlippen, kleiner dan het gemiddelde. (3a) Vrouwen denken dat mannen een voorkeur hebben voor kleine binnenste schaamlippen (3b) en vrouwen ook. (4a) Mannen denken dat mannen een voorkeur hebben voor kleine binnenste schaamlippen en (4b) en vrouwen ook. (5) Vrouwen vinden het formaat belangrijk. (6) Mannen vinden het formaat niet belangrijk. (7) Vrouwen schatten in dat mannen het belangrijker vinden dan in werkelijkheid het geval is.
8 Methode
Deelnemers
Er werd beoogd een zo groot en divers mogelijke groep deelnemers te bereiken. De vragenlijst werd verspreid onder psychologie studenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA), internationale studenten van het Amsterdam University College, en vrienden en kennissen van de onderzoekers. Dit werd gedaan via de sociale media (Facebook, Instagram, WhatsApp), e-mail en via een speciale testzitting voor 1e jaars psychologiestudenten van de UvA. Er is in dit onderzoek gekozen voor het excluderen van deelnemers die niet
(overwegend) heteroseksueel waren. Voor het beeld dat heteroseksuele vrouwen van hun vulva hebben wordt verwacht dat de mening van homoseksuele mannen niet relevant is. De mening van lesbische en biseksuele vrouwen is daarentegen wel relevant maar verschilt mogelijk van die van heteroseksuele deelnemers. De gebruikte literatuur baseert zich over het algemeen op dit moment ook nog op slechts heteroseksuele deelnemers.
Materialen
Door middel van een zelf geconstrueerde vragenlijst met 20 vragen werd de mening van de deelnemers onderzocht. De gebruikte vragenlijst is door de onderzoekers opgesteld en onder andere gebaseerd op de vragenlijsten gebruikt in de onderzoeken van Koning et al. (2009) en De Groot et al. (2006). Er werd met een kleine inleidende tekst beschreven over welk deel van de vulva het onderzoek gaat met daarbij een afbeelding ter verduidelijking, zie Afbeelding 1. De inleidende tekst luidde:
Hiernaast ziet u een afbeelding van de binnenste schaamlippen. Er bestaat een grote variatie in het formaat van de binnenste schaamlippen bij vrouwen. De breedte kan ongeveer 1-5 cm in doorsnee zijn, zie de afbeelding voor het stuk dat bedoeld wordt. Er volgt nu een
9 aantal vragen over uw mening over de binnenste schaamlippen bij vrouwen. Zet het schuifje op de plek die het beste van toepassing is. De cijfers bij onderstaand lijnstuk representeren de centimeters van de variatie zoals hier boven genoemd.
In Bijlage 1 is de vragenlijst te zien. Er werden vier vragen gesteld waarbij aan de hand van een lijnstuk in centimeters kon worden geantwoord: “Welk formaat is bij u van
toepassing? (mannen kunnen deze vraag overslaan)”; “Welk formaat heeft uw voorkeur?”; “ Welk formaat heeft de voorkeur bij mannen, denkt u?”; “Welk formaat heeft de voorkeur bij vrouwen, denkt u?”.
Afbeelding 1. De inleidende tekst en de lijnstukken waarop de voorkeur werd aangegeven.
Er werd gekozen voor een objectieve maat met centimeters. De subjectiviteit van het
onderzoek over penisformaat (De Groot et al. 2006) en de kritiek hierop was de voornaamste reden om deze objectieve maat toe te voegen. Het gehechte belang aan het formaat werd gemeten door middel van stellingen waarbij op een 5-point Likert schaal werd aangegeven in hoeverre de deelnemers het er mee eens waren. De stellingen waren: “Ik vind het formaat van de binnenste schaamlippen belangrijk…” over het algemeen, bij intiem contact, bij
penetratie, bij beffen (bij de analyse ‘cunnilingus’ genoemd), zie Bijlage 1. Van deze stellingen werd een gemiddelde score berekend om analyses op uit te voeren, ‘gemiddeld’ genoemd. Andere stellingen waren: “Ik denk dat mannen over het algemeen het formaat van de
10 binnenste schaamlippen belangrijk vinden.”; “Ik denk dat vrouwen over het algemeen het formaat van de binnenste schaamlippen belangrijk vinden.” De antwoordopties bij dit onderdeel waren: helemaal mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens en helemaal mee eens. De antwoordopties werden bij verbeelding van de data in figuren tot drie opties
teruggebracht: oneens, neutraal en eens. De hier niet genoemde stellingen (Bijlage 1) werden in ander bachelor onderzoek gebruikt (Slieff, 2017; Tijsma, 2017).
Ook werd er een aantal stellingen aan alleen vrouwen voorgelegd: ‘’Ik ben tevreden met het formaat van mijn binnenste schaamlippen’’; ‘’Mijn binnenste schaamlippen zijn…’’: o kleiner dan gemiddeld, o gemiddeld, o groter dan gemiddeld. Met deze vragen werd gevalideerd wat er in het onderzoek van Koning et al. (2009) werd gevonden, over hoe
belangrijk vrouwen het formaat van de schaamlippen vinden en of ze zichzelf normaal vinden. Daarnaast werd een aantal vragen over persoonskenmerken gesteld, leeftijd,
relatiestatus, seksuele voorkeur en aantal seksuele partners. Wellicht is het zo dat deelnemers die nog nooit daadwerkelijk in aanraking zijn gekomen met het vrouwelijke geslachtsdeel, en dus niet uit eigen ervaring spreken, andere antwoorden geven. Het kan informatief zijn om te weten dat een mogelijk verschil in voorkeur voortkomt uit een gebrek aan ervaring. Ook zou er een verschil in mening kunnen zijn tussen mensen met een vaste relatie en alleenstaanden.
Procedure
De vragenlijst werd gedurende vier weken afgenomen via een online versie in Qualtrics die ook in te vullen was op mobiele telefoons, zie Bijlage 1 voor de vragenlijst. De vragenlijst was volledig anoniem om persoonlijke informatie te beschermen. Door ja aan de vinken stemden deelnemers in met het gebruik van hun antwoorden in het onderzoek. Wel
11 mochten deelnemers elk moment stoppen met hun deelname zonder reden en zonder
gevolgen. Er werd aan de deelnemers vermeld dat ze vragenlijst maximaal 10 minuten van hun tijd in beslag zou nemen. Er werd geen beloning uitgereikt voor deelname aan het onderzoek. Het onderzoek was vooraf goedgekeurd door de Commissie Ethiek van de UvA. Analysen
De vragen naar voorkeur in formaat werden door middel van T-tests vergeleken volgens de hypothese. De stellingen zullen ook door middel van T-tests geanalyseerd worden op basis van de hypothese. Een alpha van .05 zal in dit onderzoek gehanteerd worden. Tevens zullen de resultaten van de stellingen over belang in beeld worden gebracht aan de hand van grafieken met de verdeling van deelnemers in percentages.
Resultaten
Er zijn 1007 deelnemers begonnen met de vragenlijst. Tijdens het opschonen van de data werden er 338 deelnames uitgefilterd. Dit waren onvolledig ingevulde vragenlijsten, deelnemers met als geslacht anders en niet-heteroseksuele deelnemers. Er bleven 669 deelnemers over waarvan 235 mannen en 434 vrouwen.
In Tabel 1 zijn de beschrijvende statistieken te zien van de variabelen leeftijd, relatiestatus en aantal seksuele partners. Uit een independent samples T-test bleek leeftijd significant te verschillen tussen mannen (M = 23.3, SD = 6.0) en vrouwen (M = 22.3, SD = 7.0), t (665) = 1.99, p = .046. De effectgrootte Cohen’s d was 0.15, dit is een kleine effectgrootte. Daarnaast bleek uit een Chi-kwadraat toets dat relatiestatus geassocieerd was met geslacht in dit onderzoek, X²(1) = 4.74, p = .03. De meerderheid mannen was alleenstaand en de
meerderheid vrouwen had een partner. Daarnaast bleek uit een Chi-kwadraat toets dat aantal seksuele partners ook geassocieerd was met geslacht, X²(3) = 19.96, p = .000. Zie Tabel 1 voor
12 de verdelingen per groep bij mannen en vrouwen. Het overgrote deel van de deelnemers heeft ervaring met seksueel contact, dit is van belang omdat er anders niet vanuit eigen ervaring geredeneerd kan worden bij het in vullen van de vragenlijst.
Tabel 1.
Leeftijd, relatiestatus en seksuele partners bij mannen en vrouwen.
Man Vrouw Totaal
Leeftijd Relatiestatus Sekspartners Met partner Alleenstaand 0 1-5 6-10 >10 n M (SD) n M (SD) n M (SD) 233 23,3 (6,0) n % 432 22,3 (7,0) n % 667 22,6 (6,7) n % 106 45 129 55 14 6 99 42 46 20 76 32 234 54 200 46 39 9 241 55 73 17 81 19 340 51 329 49 53 8 340 51 119 18 157 24
In Tabel 2 zijn de onderzoeksresultaten te zien van de vragen die alleen zijn gesteld aan vrouwen. Deze werden vergeleken met de resultaten uit het onderzoek van Koning et al. (2009) en Lloyd et al.(2005). Allereerst werd het gerapporteerde formaat bij vrouwen (M = 2.4, SD = 1.1) vergeleken met het gemiddelde formaat van de binnenste schaamlippen (M = 2.2) zoals gevonden in het onderzoek van Lloyd en collega’s. Uit een one sample T-test bleek dat het verschil (0.17, CI 95% [0.07, 0.27] significant was: t (432) = 3.25 p < .05. De berekende effectgrootte Cohen’s d was 0.16, wat duidt op een klein effect en weinig verschil tussen de afmetingen. De inschatting van vrouwen in ons onderzoek komt redelijk overeen met de gemeten gemiddelde afmeting uit het onderzoek van Lloyd et al. In vergelijking met het onderzoek van Koning et al. vond in het huidige onderzoek 33% van de vrouwen het uiterlijk
13 van de schaamlippen belangrijk ten opzichte van 43% in het onderzoek van Koning et al. In het huidige onderzoek vond 67% van de vrouwen haar schaamlippen gemiddeld ten opzichte van 71% van de vrouwen die haar schaamlippen normaal vond in het onderzoek van Koning et al. De eerste groep wijkt af met 10%. De tweede groep komt redelijk overeen, het grootste deel van de vrouwen vindt haar schaamlippen normaal. Daarnaast was 62% van de vrouwen in het huidige onderzoek tevreden met het formaat van de binnenste schaamlippen.
*Belang en tevredenheid op een 5-point Likert schaal gemeten, **vraag over inschatting met drie antwoordopties: kleiner dan gemiddeld, gemiddeld, groter dan gemiddeld.
In Tabel 3 zijn de onderzoeksresultaten te zien van de vragen over de afmeting van de binnenste schaamlippen in centimeters. Tests voor normaliteit lieten zien dat de data
normaal verdeeld was in de groepen. Er werd onderzocht of er een verschil is tussen de werkelijke afmeting van de binnenste schaamlippen (N = 433, M = 2.4, SD = 1.1) en de voorkeur die vrouwen rapporteren (N = 434 M = 1.8, SD = 0.9). Hierbij is de hypothese dat vrouwen een voorkeur hebben voor kleiner dan gemiddelde schaamlippen. Een paired Tabel 2.
Vragen alleen gesteld aan vrouwen. Vrouw Eigen formaat Voorkeur Belang * Tevreden * Gemiddeld** In cm In cm Algemeen Gemiddeld n M (SD) 433 2,4 (1,1) 434 1,8 (0,9) 434 2,5 (1,1) 434 2,8 (1,0) 432 3,6 (1,1) 432 3,0 (0,6)
14 samples T-test liet zien dat dit verschil (0.55, CI 95% [0.46, 0.63]) significant is: t(432) = 12.71, p < .001. Hierbij werd een Cohen’s d berekend van 0.60 wat een groot effect betekent. Het schoonheidsideaal van vrouwen wat betreft de afmetingen ligt dus lager dan de gemiddelde afmeting van de binnenste schaamlippen. Dit is in lijn met Hypothese 1, vrouwen lijken de voorkeur te hebben voor kleiner dan gemiddelde binnenste schaamlippen. Dit bleek ook als de resultaten werden vergeleken met de gemiddeldes uit Lloyd’s onderzoek.
Tabel 3.
Vragen betreffende formaat in cm volgens mannen en vrouwen.
Man Vrouw Totaal
Formaat Voorkeur Eigen schaamlippen n M (SD) n M (SD) n M (SD) 433 2,4 (1,1) 433 2,4 (1.1) Eigen voorkeur Mannen volgens 235 2,0 (0,9) 235 1,9 (0,9) 434 1,8 (0,9) 434 1,6 (0,9) 669 1,9 (0.9) 669 1,7 (0,9) Vrouwen volgens 235 1,9 (1,1) 434 1,6 (0,9) 669 1,7 (0,9)
Ook bij mannen werd hun voorkeur voor afmeting in centimeters (N = 235, M = 2.0, SD = 0.9) vergeleken, maar dan met het gemeten gemiddelde (M = 2.2) uit het onderzoek van Lloyd et al. (2005) omdat dat als bron is gebruikt in de vragenlijst, zie Afbeelding 1. Een one sample T-test met als test statistic 2.2 cm liet zien dat er een verschil is tussen de werkelijke afmeting en de voorkeur die mannen hebben. Dit verschil (0.19 CI 95% [0.31, 0.07]) is
significant, t(234) = 3.16, p =.002. De effectgrootte Cohen’s d was 0.22, dit is een klein effect. Deze resultaten zijn in lijn met Hypothese 2 dat ook mannen de voorkeur geven aan kleiner dan gemiddelde binnenste schaamlippen.
15 Daarnaast is gekeken naar de mening die mannen en vrouwen verwachtten bij
anderen. Eerst werd de voorkeur van mannen (N = 235, M = 2.0, SD = 0.9) afgezet tegen wat vrouwen denken dat mannen mooi vinden (N = 434, M = 1.6, SD = 0.9). Een independent samples T-test liet zien dat dit verschil (0.36, CI 95% [0.22, 0.51]) significant bleek te zijn, t(667) = 4.90 p < .001. De effectgrootte Cohen’s d is 0.40, een klein tot medium effect. Vrouwen denken dus dat mannen kleinere schaamlippen prefereren dan daadwerkelijk het geval is, dit is in lijn met Hypothese 3a.
Daarna werd de voorkeur van vrouwen (N = 434, M = 1.8, SD = 0.9) ook afgezet tegen wat zij denken dan andere vrouwen mooi vinden (N = 434, M = 1.6, SD = 0.9). Een paired samples T-test liet zien dat het verschil (0.18, CI 95% [0.25, 0.12]) significant was, t(433) = 5.84, p < .001. De effectgrootte Cohen’s d is 0.27, dat is een kleine effectgrootte. Vrouwen denken dat andere vrouwen kleinere schaamlippen mooier vinden dan daadwerkelijk het geval is. Dit is in lijn met Hypothese 3b die stelt dat vrouwen denken dat andere vrouwen een voorkeur hebben voor gemiddelde schaamlippen.
Ook werd de voorkeur van mannen (N = 235, M = 2.0, SD = 0.9) afgezet tegen wat mannen denken dat zij mooi zullen vinden (N = 235, M = 1.9, SD = 0.9). Een paired samples T-test liet zien dat dit verschil (0.15, CI 95% [0.24, 0.05] significant is: t(234) = 2.93 p = .004. De effectgrootte Cohen’s d is 0.20, dit is een kleine effectgrootte. Mannen denken dus dat andere mannen kleinere schaamlippen mooier vinden dan daadwerkelijk het geval is, dit effect is klein. De bevinding is in lijn met Hypothese 4a.
Daarna werd gekeken naar de voorkeur van vrouwen (N = 434, M = 1.8, SD = 0.9) ten opzichte van wat mannen inschatten dat zij mooi vinden (N = 235, M = 1.9 SD = 1.1). Een independent samples T-test liet geen significant verschil zien tussen deze gemiddeldes. Dit is
16 niet in lijn met Hypothese 4b dat mannen een kleinere voorkeur bij vrouwen verwachten dan daadwerkelijk het geval is.
Tabel 4.
Vragen betreffende gehecht belang met als antwoordopties: helemaal oneens, oneens, neutraal, eens, helemaal eens
Man Vrouw Totaal
n M (SD) n M (SD) n M (SD) Belang Algemeen 235 2,4 (1,1) 434 2,5 (1,1) 669 2,4 (1,1) Intiem contact 235 2,8 (1,2) 434 3,0 (1,2) 669 2,9 (1,2) Penetratie 235 2,7 (1,2) 434 2,7 (1,1) 669 2,7 (1,1) Cunnilingus 235 3,2 (1,2) 434 3,2 (1,3) 669 3,2 (1,3) Verwacht belang Gemiddeld
Mannen 235 2,8 (1,0) 235 2,7 (1,1) 434 2,8 (1,0) 434 2,7 (1,1) 669 2,8 (1,0) 669 2,7 (1,1) Vrouwen 235 3,5 (1,0) 434 3,4 (1,1) 666 3,4 (1,0)
Nu zal er gekeken worden naar het deel van de vragenlijst dat onderzocht wat het gehechte belang is aan het formaat van de binnenste schaamlippen, zie Tabel 4 en Figuren 1 en 2. Dit werd gemeten door middel van een 5-point Likert schaal waarbij 1 is helemaal mee oneens en 5 is helemaal mee eens.
Allereerst werd er gekeken naar het belang dat vrouwen hechten. Hypothese 5 stelt dat vrouwen het formaat belangrijk zullen vinden. De stellingen over het belang zijn
samengevoegd tot een gemiddelde score bij vrouwen (N = 434, M = 2.8, SD = 1.0). Er werd een one sample T-test uitgevoerd met als test statistic 3. Wanneer de gevonden resultaten afwijken van 3 (antwoordoptie neutraal) lijkt er een andere mening te zijn. Het verschil (0.18, CI 95% [0.27, 0.08] is significant: t(433) = 3.69, p < .001. Dit wil zeggen dat vrouwen het
17 gemiddeld oneens zijn met de stelling dat het formaat van de binnenste schaamlippen van belang is. In Figuur 1 is te zien dat 67% van de vrouwen zegt neutraal of oneens te zijn met het belangrijk vinden van het formaat van de binnenste schaamlippen ten opzichte van 33% die zegt het formaat wél belangrijk te vinden.
Bij intiem contact en bij cunnilingus is het echter wel opvallend dat een vrij grote groep eens aangeeft (respectievelijk 43% en 48%) . Hiermee is Hypothese 5 niet ondersteund. Vrouwen zijn neutraal of oneens met de stelling over het belang van het formaat.
Figuur 1. Gehecht belang bij vrouwen, antwoordopties zijn terug gebracht naar 3 categorieën.
Voor mannen was Hypothese 6 dat zij het formaat niet belangrijk vinden. Ook voor mannen is er een gemiddelde score berekend over de vier aspecten van de vragen over het belang, (N = 235, M = 2.8, SD = 1.0). Een one sample T-test met als test statistic 3 gaf aan dat dit verschil, (0.25, CI 95% [0.38, 0.12] significant was: t(243) = 3.75, p < .001. Dit is in lijn met
18 Hypothese 6 dat mannen het formaat niet belangrijk vinden, hun gemiddelde antwoord ligt iets onder neutraal. In Figuur 2 zijn de vragen en gegeven antwoorden in beeld gebracht. Van de mannen antwoordde 70 % neutraal of oneens op de vraag naar het gehechte belang aan het formaat van de binnenste schaamlippen, gemiddeld genomen. Echter, net als bij vrouwen zegt wel een grote groep het eens of helemaal eens te zijn met het belang van het formaat bij intiem contact of cunnilingus (respectievelijk 33% en 44%). Hiermee is Hypothese 6
ondersteund dat mannen het formaat niet belangrijk vinden, maar zijn er situaties waarin die mening wat anders ligt.
Een independent samples T-test liet geen significant resultaat zien als de gemiddelde score van de mannen en de vrouwen werd vergeleken. Mannen en vrouwen hechten ongeveer evenveel waarde aan het formaat van de binnenste schaamlippen.
Vervolgens werd er gekeken naar hoe goed mensen de mening van anderen inschatten. Eerst werd het gemiddelde van wat vrouwen denken dat mannen vinden (N = 434, M = 2.7, SD = 1.1) vergeleken met wat mannen echt vinden (N = 235, M = 2.8, SD = 1.0). Hypothese 7 stelt dat vrouwen denken dat mannen het belangrijker vinden dan daadwerkelijk het geval is. Een independent samples T-test liet zien dat het verschil niet significant was. Daarmee is hypothese 7 niet ondersteund en blijken vrouwen goed in te schatten dat mannen neutraal of het oneens zijn met de stelling over het belang van de binnenste schaamlippen.
19
Figuur 2. Gehecht belang bij mannen.
Het is opmerkelijk dat men de mening van vrouwen hoger inschat (N = 666, M = 3.4, SD = 1.0) dan daadwerkelijk het geval is (N = 434, M = 2.8, SD = 1.0). Om dit verschil te vergelijken werd exploratief een paired samples T-test gedaan, het verschil (0.53) CI 95% [0.63, 0.43] bleek significant t (668) = 10.45, p < .001. De effectgrootte Cohen’s d was 0.50, een medium tot groot effect. Dat betekent dat mensen verwachtten dat vrouwen meer belang hechten aan het formaat van de binnenste schaamlippen dan daadwerkelijk het geval is.
20 Discussie
Het heersende schoonheidsideaal, de barbiedoll-look, zoals eerder beschreven bleek overeen te komen met de mening van de deelnemers. Zowel mannen als vrouwen gaven de voorkeur aan kleiner dan gemiddelde binnenste schaamlippen. Hierbij was vooral bij vrouwen een overtuigend verschil te zien tussen het gemeten gemiddelde en hun gerapporteerde voorkeur. Mannen en vrouwen schatten zelfs in dat anderen de voorkeur geven aan nog kleinere schaamlippen dan in werkelijkheid het geval is. De vermeende voorkeur van anderen en daarmee het vermeende schoonheidsideaal ligt dus bij een kleiner formaat dan het
werkelijke ideaal dat mensen zelf aangeven. Een mogelijke oorzaak hiervoor is het beeld van de vulva dat naar voren komt op internet, in bladen en in pornografische afbeeldingen, een onwerkelijk beeld met schaamlippen die een kleiner dan gemiddeld formaat hebben (Schick et al., 2011). Van de vrouwen die een schaamlipverkleining ondergaan blijken hun binnenste schaamlippen bij bijna allemaal binnen de normale range te vallen (Lloyd et al., 2005; Crouch et al., 2011). Hieruit lijkt vooral een gebrek aan kennis over deze normale variatie te blijken (Sharp & Tiggeman, 2015). In het geval van dit onderzoek zou de voorkeur voor kleiner dan gemiddelde schaamlippen ook voort kunnen komen uit een gebrek aan die kennis, zeker als de kennis die men heeft gebaseerd is op de Barbiedoll-look.
Daarnaast werd gevonden dat zowel mannen als vrouwen gemiddeld genomen weinig tot geen belang hechten aan het formaat van de binnenste schaamlippen. Dat mannen weinig belang aan het formaat hechten is in lijn met de hypothese, dat vrouwen vrijwel dezelfde mening hebben als mannen was juist tegen de verwachtingen in. Zoals in het onderzoek van De Groot et al. (2006) waarbij de helft van de deelnemers het formaat van de penis belangrijk vond, bleek het bij de binnenste schaamlippen anders te liggen. Dit verschil zou verklaard kunnen worden door het feit dat het formaat van de penis beter merkbaar en zichtbaar is bij
21 seksuele en niet seksuele handelingen. Een verschil in formaat kan daarmee ook belangrijker gevonden worden. De afmetingen van de schaamlippen hebben minder opvallende,
praktische implicaties. Het beeld dat naar voren komt in de inleiding kan door de resultaten van het huidige onderzoek ook wat genuanceerd worden. Waarschijnlijk is de groep vrouwen die veel belang hecht aan het formaat en daarvoor zelfs een operatie overweegt maar klein. De meeste vrouwen bleken tevreden met het formaat van hun schaamlippen en vonden zichzelf gemiddeld. Daarmee lijkt het vermeende, opkomende probleem van onzekerheid rondom het uiterlijk van de vulva minder drukkend dan verwacht. Het gevonden verschil tussen de hoeveelheid vrouwen die het formaat van de binnenste schaamlippen belangrijk vond in het huidige onderzoek tegenover de grotere hoeveelheid in het onderzoek van Koning et al., (2009) kan mogelijk verklaard worden door de locatie van deelnemerswerving. Bij het onderzoek van Koning et al. gebeurde dit op een gynaecologische afdeling van een ziekenhuis. Het is in te denken dat vrouwen die daar rond liepen het uiterlijk van de vulva belangrijker vonden omdat zij lichamelijk onderzocht werden of daar zelfs kwamen voor een schaamlipverkleining.
Er was een percentage van de deelnemers dat aangaf wel belang te hechten aan het formaat. Ook bij de deelstellingen over intiem contact en cunnilingus bleken veel deelnemers belang te hechten aan het formaat. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat bij cunnilingus de schaamlippen goed zichtbaar zijn omdat de partner er zo dicht bij is met zijn of haar
gezicht. Hierbij vallen de schaamlippen veel meer op dan bij penetratie waardoor er ook meer belang gehecht kan worden aan hoe deze eruit zien.
Tegen de verachtingen in bleken vrouwen goed in te schatten dat mannen weinig tot geen belang hechten aan het formaat van de binnenste schaamlippen. In het licht van de huidige ontwikkelingen waarbij de vraag naar operatieve verkleining van de schaamlippen
22 toeneemt (Crouch et al. 2011; Jones & Nurka, 2015) en vrouwen sterk beïnvloed worden door negatieve commentaren uit de omgeving (Veale et al. 2014; Sharp et al. 2015) was dit
onverwacht. Blijkbaar is het grootste deel van de vrouwen zich bewust van het feit dat mannen niet zo’n groot belang hechten aan het formaat. Het is voorstelbaar dat er een specifieke groep vrouwen is die wél verwacht dat mannen het formaat belangrijk vinden.
Er zijn enkele kanttekeningen te noemen bij het onderzoek die wellicht mee hebben gespeeld in het ontstaan van de resultaten. De werving van deelnemers is voornamelijk verlopen via de sociale (online en offline) netwerken van de onderzoekers. Zij zijn zelf student, aan de Universiteit van Amsterdam en aan Amsterdam University College. De
overgrote meerderheid (88%) van de deelnemers was onder de 25 jaar oud. Het grootste deel van de deelnemers was waarschijnlijk ook student. Om die reden zijn de resultaten niet volledig generaliseerbaar. Het kan aangenomen worden dat de meningen van studenten kunnen verschillen van mensen van een andere leeftijd en sociaal-economische groep.
Zoals toegelicht door Van Lankveld en Laan (2009, Seksuologie) in het hoofdstuk ‘Wetenschappelijk onderzoek naar Seksualiteit’ wordt de validiteit van seks-gerelateerd onderzoek negatief beïnvloedt door zelf-selectie en antwoordpatronen van deelnemers. De vertekeningen zijn gerelateerd aan de betekenis die de deelnemers door hun cultureel-maatschappelijke en politieke achtergrond aan seksualiteit geven. In het huidige onderzoek zijn veel deelnemers geworven via sociale media. Deze mensen hebben de oproep voorbij zien komen en er voor gekozen om mee te doen. Het zou kunnen dat deze deelnemers door hun cultureel-maatschappelijke en politieke achtergrond geïnteresseerd in dit onderwerp waren en zich bewuster zijn van de meningen rondom de binnenste schaamlippen. Zo zouden zij het belang misschien meer inzien van onderzoek op dit gebied. Zij zouden mogelijk kunnen vinden dat het zonde is dat vrouwen hier onzeker over zijn en daarmee een motivatie hebben
23 om hun mening te uiten. Het zou kunnen dat in de huidige steekproef meer mensen zeggen het formaat onbelangrijk te vinden dan in de grotere populatie.
Wat in deze studie nog niet is onderzocht is de reden waarom mensen een voorkeur hebben voor kleiner dan gemiddelde schaamlippen. Mogelijk vanwege de invloed die de omgeving op hen heeft maar mogelijk ook door andere invloeden. Ook is niet gevraagd naar redenen waarom het formaat wel of niet belangrijk gevonden wordt en hoe mensen de mening van anderen denken te voorspellen. Het zou informatief zijn om daar naar te vragen in vervolgonderzoek. Hierbij zou het goed zijn als de steekproef een diverse groep is met, met name meer mensen uit verschillende milieus en van verschillende leeftijden. Daarnaast zou in de toekomt de mening van lesbische en biseksuele vrouwen onderzocht kunnen worden. Het zou kunnen dat de populatie van vrouwen die vaker vulva’s van andere vrouwen ziet hier een genuanceerdere mening over heeft en de voorkeur geeft aan gemiddelde schaamlippen in plaats van kleine, zoals bij de heteroseksuele vrouwen in het huidige onderzoek.
Niet eerder is zo expliciet gevraagd naar welk formaat mensen het mooiste vinden als het aankomt op het formaat van de binnenste schaamlippen. Waar in de voorgaande
onderzoeken nog niet expliciet gevraagd is naar de mening van mannen werd daar in het huidige onderzoek wel aandacht aan besteed. Hun mening over de schaamlippen bij vrouwen lijkt genuanceerder te zijn dan de mening die vrouwen zelf hebben. Toch liggen de meningen niet ver uit elkaar.
Voorlopig lijkt het schoonheidsideaal dus wél te liggen bij kleiner dan gemiddelde binnenste schaamlippen. Het formaat wordt daarentegen weinig tot niet belangrijk gevonden door zowel mannen als vrouwen. Wel blijken mensen het gevoel te hebben dat anderen meer waarde hechten aan het formaat van de binnenste schaamlippen dan in dit onderzoek naar voren kwam. Het kan een geruststellende gedachte zijn, zeker voor vrouwen die kampen met
24 onzekerheid over hun vulva, dat de meeste mensen weinig tot geen belang hechten aan het formaat van de binnenste schaamlippen.
25 Referenties
Crouch, N. D., Deans, R., Michala, L., Liao, L.M., & Creighton, S.M. (2011). Clinical
characteristics of well women seeking labial reduction surgery: A prospective study. British Journal of Obstetrics & Gynecology, 118, 1507-1510.
Groot, de, E. R.,Spiering, M., Both, S., Bruijn, W., Gritter, B., & Rommens, P. (2006). Het formaat van de penis: Was will der Mensch? Tijdschrift voor Seksuologie, 30, 150-159. Jones, B., & Nurka, C. (2015). Labiaplasty and pornography: a preliminary investigation. Porn
Studies, 2, 62-75.
Koning, M., Zeijlmans, I. A, Bouman, T. K., & van der Lei, B (2009). Female attitudes regarding labia minora appearance and reduction with consideration of media influence. Aesthetic Surgery Journal, 29, 65-71.
Krissi, H., Ben-Shitrit, G., Aviram, A., Weintraub, A. Y., From, A., Wiznitzer, A., & Peled, Y. (2016). Anatomical diversity of the female external genitalia and its association to sexual function. European Journal of Obstetrics & Gynecology and Reproductive Biology , 196, 44-47.
Lankvelt, Van, J., & Laan. (2009) Wetenschappelijk onderzoek naar seksualiteit. In Gijs, L., Gianotten, W., Vanwesenbeeck, I., Weijnenborg, P, Seksuologie. Doi: 10.1007/978-90-313-6806-8
Liao, L. M., Michala, L. & Creighton, S.M. (2009). Labial surgery for well women: A review of the literature. BJOG: an International Journal of Obstetrics and Gynaecology, 117, 20-25.
Lloyd, J. C., Crouch, N. S., Minto, C. L., Liao, L. M., & Creighton, S. M. (2005). Female genital appearance:‘normality’unfolds. BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 112, 643-646.
Moran, C. &. Lee, C. (2014). What's normal? Influencing women's perceptions of normal genitalia: an experiment involving exposure to modified and nonmodified images. BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 121, 761-766.
Pallatto, C. (2011). Ratings of female genital attractiveness pre- and post- genital cosmetic surgery differ by age and gender. Ongepubliceerde masterthese, University of Texas, Master of Arts.
Runacres, S. A. & Wood, P. L. (2016). Cosmetic labiaplasty in an adolescent population. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 29, 218-222.
Schick, V. R., Calabrese, S. K., Rima, B. N., & Zucker, A. N. (2010). Genital appearance dissatisfaction: Implications for women's genital image self-consciousness, sexual esteem, sexual satisfaction, and sexual risk. Psychology of Women Quarterly, 34, 394-404.
26 Schick, V. R., Rima, B. N., & Calabrese, S. K. (2011). E vulva lution: The portrayal of women's
external genitalia and physique across time and the current Barbie doll ideals. Journal of Sex Research, 48, 74-81.
Sharp, G., & Tiggemann, M. (2016). Educating women about normal female genital appearance variation. Body Image, 16, 70-78.
Sharp, G., Tiggemann, M., & Mattiske, J. (2015). Predictors of consideration of labiaplasty: An extension of the Tripartite Influence Model of Beauty Ideals. Psychology of Women Quarterly, 39, 182-193.
Tiggemann, M., & Hodgson, S. (2008). The hairlessness norm extended: Reasons for and predictors of women’s body hair removal at different body sites. Sex Roles, 59, 889-897.
Veale, D. E., Eshkevari, E., Ellison, N., Costa, A., Robinson, D., Kavouni, A., & Cardozo, L. (2014). A comparison of risk factors for women seeking labiaplasty compared to those not seeking labiaplasty. Body Image, 11, 57-62.
