Snoepjes uit de Delta

AFZETTINGEN WTKG 31 (1),2010 4

Snoepjes

uit de Delta

Anton Janse*

Astarte crenata

_{(Gray, 1823)}

Hiereenlid uit de

Astarte-familie,

dat

_vrij

onbekend is. Dezesoortis zeldzaam_{te noemen,} zowel uit

_aangespoeld

materiaalals uit detotnogtoebekeken

_boringen.

Het is eenarctisch-borealesoort enkomtrecent nog in deze

_gebieden

voor.

De schaarse

_meldingen

komenvan

zuigermateriaal

vande

Roompot

ende Walcherse stranden. Peter

Moerdijk

heeft hierovereeninstructiefartikel

_geschreven

in

_Voluta,

sep-tember 1998

_{(lit. 1).}

In het werk van Tebbleover de Britse marine bivalven

wordt dezesoortniet vermeld

_{(lit. 2). Mogelijk}

was

Astar-te crenata daartoennog niet ontdekt of

ondergebracht bij

Astarte sulcata.

Ook in de oude fossielenatlasvan Basteria wordt deze

soortnog niet vermeld

(lit. 3).

In de nieuwe atlas_gaat hier-in worden voorzien.

Zoals

_bij

veel Astarte-soorten is de

schelp behoorlijk

va-riabel_{van vorm en}

_sculptuur.

_Bij

het determineren_van vaak sleets strandmateriaal levert dit snel

problemen

op. De_vorm is

_{kennelijk afhankelijk}

_vande

_{milieucondities,}

zo

zijn

de

exemplaren

uiteenSchotse

diepwaterafzetting

ovaler dan de

_schelpen

_vanhet Walcherse strand_endie uit de

_{deltaboringen. Gelukkig}

zatin het Schotsemonsterook

eenflinke hoeveelheidAstarte

elliptica,

enmede hierdoor

kon Astartecrenata

duidelijk

worden

_{afgescheiden.}

Genoemde

_{zeldzaamheid, gepaard}

aande vormverschillen hebbentoteenaantal

_{synoniemen geleid bij}

_vroegere au-teurs,zoals

_{Wood, Sowerby}

en

Heering.

In dit kader ga ik daar niet verder op in.

Bijgaande afbeelding

laat het

_besproken

vormverschil

goed

zien.

Uit de

_{deltaboringen zijn}

slechts

_{vijftien schelpen}

vandeze

soort

_geteld.

Alle uit het

_diepere

deelvande formatievan

Maassluis, Vroeg Pleistoceen, vergezeld

vanYoldia’s,

Ser-ripes

en Clinocardium ciliatum. Een

gezelschap

meteen

arctisch karakter.

Opvallend

was dat in dit

gezelschap

ook steeds de eerder door

_{mij gedemonstreerde}

onbekendeGoodallia

sp.

figu-reert.Zie hiervoor

_Afzettingen

28

_(2),

_{p. 36.}

Verwijzingen

1

_Moerdijk,

_Peter, 1998.

Domburg,

Oud-Pleistocene

tweekleppigen

van het

Domburgse

strand.-

Voluta,

periodiek

vande

Werkgroep Geologie

van

hetKonink-lijk

Zeeuwsch

_Genootschap

der

_{Wetenschappen.}

4e

_jaargang,

nr.2.

2 Norman

_Tebble,

1976. British Bivalve Seashells.-Her

Majesty’s Stationary Office, Edinburgh.

3 Janssen, A.W. & L. van der

Slik,

1975. De fossiele

schelpen

van de Nederlandse stranden en zeegaten. Tweede

_serie,

6-1.-

Basteria, tijdschrift

_vande

Neder-landse

_{Malacologische}

_Vereniging.

Vol.

_38,

no.

3-4,

1974,pp. 45-67.

*AntonJanse,G. van Voomestraat165,3232 BEBrielle, tel. 018 -141 6238, e-mail:

_{acjanse@hetnet.nl}

Onderzoeknaarde

_{Deltaboringen}

eninventarisatievoorde nieuwe

Fossielenatlas,

watbetreft het deelvan zuidwest

Nederland,

vormen eendeelvan

mijn bezigheden.

Zonu en dan wordt het oog

getroffen

door iets fraais of

voor hier onbekends. Vaneenaantalvandeze zaken wil

ik

_jullie

_van

_tijd

tot

tijd deelgenoot

maken in dit

_rubriekje

‘Snoepjes

uit de Delta’.