• No results found

Produktiviteitsfactoren in de bouwnijverheid : samenvatting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Produktiviteitsfactoren in de bouwnijverheid : samenvatting"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Produktiviteitsfactoren in de bouwnijverheid : samenvatting

Citation for published version (APA):

Sikkel, L. P., Heijden, van der, J. E. A., & Technische Hogeschool Eindhoven (THE). Vakgr. Bouwvoorbereiding en Uitvoering (1984). Produktiviteitsfactoren in de bouwnijverheid : samenvatting. Ministerie van

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1984

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

(2)

-

- I

0 ~ I - r'i

\ \..:

Directoraat-Generaal van de Volkshuisvesting

Di~rectie

Onderzoek

.

J '

PRODUKTIVITEITS-FACTOREN IN DE

BOUWNIJVERHEID

(3)

Directoraat-Generaal van de Volkshuisvesting Directie Onderzoek

PRODUKTIVITEITS-FACTOREN

~'

IN

DE

BOUWNIJVERHEID

.

D!8LIOTHEEK

8 407016

.

.

T.H.EINDHOVEN

.

mei 1984

(4)

Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Ordening en Milieubeheer en de daaronder

ressorterende afdelingen, diensten en personen

aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid uit welke

hoofde dan ook voor het gebruik van de in deze

publikatie vermelde onderzoekresultaten en het

toepassen van de daarin beschreven gegevens,

methodieken en constructies. Een ieder is en blijft

derhalve te dien aanzien volledig zelf

.

aansprakelijk .

. '

Dit is de samenvatting van een onderzoek dat in

opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is uitgevoerd.

Het integrale rapport is (tegen betaling)

verkrijgbaar bij het onderzoekinstituut

Adres:

Technische Hogeschool Eindhoven Afdeling der Bouwkunde

Vakgroep Bouwvoorbereiding en Uitvoering Postvak 5

Postbus 513

5600MB Eindhoven Telefoon 040-472373

(5)

"Productivity impravement comes nat from people studying and discussing the productivity problem, but from those actually in the construction industry doing something."

CIB/W65; July 1981- Dublin

Third Symposium of Organization and Management of Construction.

(6)

INHOUD:

1. Inleiding 1.1 Algemeen

1.2 Kader van het onderzoek 1.3 Afpaling van het onderzoek 1.4 Relevantie van het onderzoek 1.5 Methode van het onderzoek

2. Produktiviteit 2.1 Algemeen

2.2 Produktiviteit, Efficiency, Effektiviteit 2.3 Produktie per werknemer

2.4 Definitie

3. Enquete

3.1 Resultaten 3.2 Konklusies

3.3 Opmerkingen onderzoekers

4. Kontinuiteit, werkgelegenheid en vakmanschap

5. Produkt i vi te i ts faktoren 5.1 Overheid en Maatschappij 5.2 Kwaliteit 5.3 Bouwproces 5.4 Technologie en Innovatie 5.5 Organisatie

6. Enkele van de konklusies en aanb:velingen 6.1 Konklusies

6.2 Aanbevelingen voor de overheid

6.3 Aanbevelingen voor de architekt, de adviseur en de bouwer 6.4 Algemene aanbevelingen

Schema's:

Produktiviteit - produktiviteitsfaktoren Bouwnijverheid Management in de bouw 5 5 5 6 6 7 9 9

10

11 11 13 13 14 14 15 16 16 16

17

17 18 19 19 20 21 22

(7)

1. Inleiding

1.1 Algemeen

Dit verslag geeft een samenvatting van een onderzoek dat door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer werd opgedragen aan de Vakgroep Bouwvoorbereiding en Uitvoering van de Afdeling der Bouwkunde aan de Technische Hogeschool Eindhoven, getiteld:

"Een onderzoek naar de aard en hoedanigheid van verschillende produktivi-teitsfaktoren in de bouwnijverheid."

Het onderzoek werd uitgevoerd door en onder verantwoorde! ijkheid van Prof.ir. L.P. Sikkel, waarbij medewerking werd verleend door ir. J.E.A. van der Heijden.

Namens de Directie Onderzoek van het Directoraat Generaal van de Volkshuis-vesting van het Ministerie van VolkhuisVolkshuis-vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, werd het onderzoek begeleid door een Commissie bestaande uit:

Ing. L.J.J. van der Meijs (MVROM-DGVH) (voorzitter)

J.C. Welle (MVROM-DBN) (lid)

J.H. van der Horst (MVROM-DGVH) (lid)

Drs. J. Veen (EIB) (lid)

Ir. A.I. de Clercq Zubli (AVBB) (lid)

Voor de ondersteuning van het onderzoek werd, naast een uitgebreide litera-tuurstudie, een enquete-onderzoek verricht. Aan deze enquete werkten 35 ontwerpende, uitvoerende en adviserende bouworganisaties mede door het invullen van de vragen! ijsten èn door het aanwezig zijn op een van de vijf

ronde-tafel-gesprekken over het onderwerp van het onderzoek.

1.2 Kader van het onderzoek

Teneinde het totaal aan jaar! ijkse subsidies zo verantwoorde! ijk mogelijk te besteden heeft de Overheid er belang bij dat in ons land gekomen wordt tot een zo goed en zo goedkoop mogelijke woning met een kwaliteit die voldoet

aan de door de Overheid en de Gemeenschap te stellen normen.

Zonder die gewenste kwaliteit aan te tasten zou getracht moeten worden aan

(8)

te geven door welke maatregelen kostenverlagingen zijn te bereiken.

Het bouwen van woningen wordt beheerst door produktieprocessen in de voorbereidings- en in de uitvoeringsfase. Door een betere procesbeheersing zou dat produkt wellicht tegen lagere kosten tot stand gebracht kunnen worden.

Produktieprocessen zullen door bepaalde faktoren beïnvloed worden; door aandacht te schenken aan deze faktoren, zouden verbeteringen in deze produktieprocessen tot stand gebracht kunnen worden. Door deze verbeterin-gen zou de produktiviteit in de bouwnijverheid verhoogd kunnen worden; wij noemen deze faktoren: produktiviteitsfaktoren.

1.3 Afpaling van het onderzoek

Wanneer we spreken over "produktiviteitsfaktoren" in de bouwnijverheid en over het fenomeen "produktiviteit", betreden we een terrein dat zó breed en zó diep kan gaan, dat het gewenst is het onderzoek te verrichten binnen de volgende omraming:

1. het onderzoek gaat in op het begrip produktiviteit en zal aangeven welke de fini tie daarvoor is aan te bevelen

2. het onderzoek beperkt zich tot de woningbouw en richt zich op de produktiefasen binnen het ontwerpende en het uitvoerende bouwbedrijf 3. het onderzoek verdiept zich niet in het kwantificeren van bepaalde

produkti vi te i tsui tkomsten

4. het onderzoek beschrijft welke faktoren invloed kunnen uitoefenen op het bouwproces of op het bouwprodukt

5. Het onderzoek geeft aan hoe bepaalde belangrijke faktoren zodanig beïnvloed kunnen worden dat daardoor het proces of het produkt verbete-ringen kan ondergaan.

1.4 Relevantie van het onderzoek

Uit allerlei kontakten met de bouwwereld komt naar voren dat we eigenlijk maar weinig weten over het onderwerp: "produktiviteit in de bouwnijverheid".

1

.Het begrip produktiviteit wordt door de diverse partners in het bouwproces vanuit verschililende invalshoeken benaderd, waardoor we soms over gans verschillende zaken spreken •

...

(9)

In het onderzoek wordt nagegaan of, door te denken in termen van "verbeteren ./ van de produktiviteit", de doelmatigheid van het bouwproces en van de bouwproduktie verbeteringen kan ondergaan. ,,

Is het werkelijk waar dat de produktiviteit in de bouw zo zeer is achtergeble-ven bij die in andere takken van nijverheid en industrie? Geldt dat voor macro-beschouwingen of voor micro-macro-beschouwingen? Geldt het voor de bouwplaats of voor de totale bouwindustrie? Geeft het "klokken" op de bouwplaats een uitspraak over de produktiviteit van de arbeid?

Hoe kunnen we de produktiviteit in de bouw bevorderen? Werken produktiviteitsverbeteringen door in bedrijfsresultaten of in de hoogte van de investeringen van de opdrachtgevers?

1.5 Methode van onderzoek

Het onderzoek is verlopen langs de volgende stappen: een Verkenning van het probleemveld, via:

a: een literatuuronderzoek b: een enquete-onderzoek.

Ad a: het literatuuronderzoek:

Kennis werd genomen van binnenlandse en buitenlandse publikaties op het gebied van de produktiviteit in het algemeen en waar mogelijk van de produktiviteit in de bouw in het bijzonder.

Van de meest relevante geschriften werden literatuursamenvattingen gemaakt, waaraan gegevens ontleend werden voor het literatuurverslag. Met resultaten van eigen onderzoek en eigen opvattingen werd het geheel opgenomen in Deelrapport A: Literatuuronderzoek en Algemene Beschouwingen.

Ad b: het enquete-onderzoek:

Gelijkertijd werd gewerkt aan het opstellen, uitbrengen en verwerken van een enquete, die gericht werd op 7 groepen van bouwprocesdeelnemers. Ooor 70% van de geadresseerden werd aan de enquete meegewerkt. In ronde-tafel-bijeenkomsten werd meer algemeen gediscussieerd over het probleemveld. Het enqueteresultaat werd opgenomen in Deelrapport B: Enquete-rapport.

(10)

2: De resultaten van de Literatuurstudie, van het enquete-onderzoek en van overige beschouwingen en overwegingen werden vervolgens te samen-gebracht in een Koprapport, waarin tevens een aantal konklusies en aanbevelingen werden opgenomen.

(11)

2. Produkti vi te i t

2.1 Algemeen

Hoewel produktiviteitsbeschouwingen vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd en daardoor de definities voor het begrip produktiviteit aanzienlijk van elkaar verschillen, voldoen de meeste van deze beschouwingen op een of andere wijze aan de formule:

P = output/input.

Soms komen we in plaats van het woord produktiviteit, het" woord "vruchtbaarheid" tegen, met als symbool: V.

De moeilijkheid is echter wat men nu onder die "output" en onder die "input" moet verstaan. Naarmate de benaderingswijze verschilt, verandert ook de grootheid of de dimensie waarin P is uit te drukken.

Hoewel de ekonomisch juiste benadering is om P uit te drukken in volumieke eenheden per aangewend(e) middel(en), blijkt de meest gebruike! ijke opvatting te zijn: P uit te drukken in kosten per aangewend(e) middel(en).

Een groot probleem blijkt nu te zijn: het met elkaar in overeenstemming brengen van deze twee principieel verschillende invalshoeken: hoe rekenen we kosten(= geld) om naar die volumieke eenheden? En dit probleem blijkt groter te worden, naarmate we het gebied waarover we produktiviteitsuitspraken willen doen verbreden.

Geldt dit reeds zeer in het algemeen, voor beschouwingen over de bouwnijverheid geldt dit wel zeer in het bijzonder.

Dat komt omdat die bouwnijverheid opgebouwd is uit zeer vele deelprodukties

en toeleverende diensten. In feite blijkt die produktiviteit in de bouwnijverheid opgebouwd te zijn uit een "keten van produktiviteiten". De uitspraken over "de" produktiviteit zullen daarbij variëren naarmate we meer of minder aktiviteiten van die keten tegelijkertijd in beschouwing nemen •

. Dit betekent dat we zouden kunnen spreken over de produktiviteit op miera-ni va, op mesa-ni va en/ of op macro-ni va, terwijl daartussenin nog weer andere gebieden bezien kunnen worden.

(12)

2.2 Produktiviteit, Efficiency en Effektiviteit

In de bouwuitvoering werken we met bepaalde normstellingen: tijdsnormen voor de planning en kostennormen voor de begrotingen. Daarbij worden de gestelde normen naderhand vergeleken met de werkelijke offers de verhouding daartussen is een graad voor de efficiency.

Efficiency= 0 norm /0 wer e lJ k 1 .. k = On/Ow.

(0 staat voor Offer)

Efficiency is een invloedsfaktor voor de produktiviteit.

In een deelproduktie werken we toe naar een bepaald resultaat (R =

norm-n

resultaat); tijdens de uitvoering ontmoeten we allerlei zaken die dat gestelde resultaat beïnvloeden: uiteindelijk verkrijgen we als werkelijk resultaat: Rw.

De verhouding hiertussen is een maat voor de effektiviteit van ons werk:

Effektiviteit= R wer e lJ k 1 .. k/R norm = R /R • w n

Effektiviteit is een invloedsfaktor voor de produktiviteit.

Uiteindelijk wordt onze produktie ingezet rnet een bepaalde verwachting: de normproduktiviteit = P •

norm

Deze P voldoet aan de algemene formule: norm

P norm

=

R norm /0 norm

=

R /0 . n n

De werkelijke Produkti vi te i t P zal dus nu worden:

w

P w = R /0 = R /0 x R /R x 0 /0 • ww n n w n n w

De werkelijke produkti vi te i t P w·-b_l_,iJ~·k_t_d_u;...s_te.:..._z_,iJ~·n_:

P = P x effektiviteit x efficiency.

w norm

(13)

Produktiviteitsverhoging is dus te bereiken door:

1: verhoging van de effektiviteit, dat wil zeggen verbetering van het werkelijke resultaat

2: verhoging van de efficiency, dat wil zeggen verlaging van de werkelijke offers (in geld of in uren, of in dpm).

2.3 Produktie per werknemer

De produktie per werknemer (V) gedurende een bepaalde periode, wordt door Malotaux als volgt uitgedrukt:

V = W /werknemer= T /werkn x 1/T xP/I x W /P

waarin:

T = werkuren per manjaar

I = totale loonkosten per manjaar P = produktiekosten per manjaar

W = produktiewaarde per manjaar.

De faktoren stellen daarin voor: T/werkn =

I/T =

P/I

=

W/P

=

aantal ingezette uren per werknemer loonkosten per manuur

produktiekosten per gulden loonkosten opbrengstwaarde produktie.

Als we deze formule herschikken, dan vinden we:

V = W /werkn. = T /P x I/werkn x P/T x W

/1.

Dan verkrijgen we de faktoren:

T/P =

I/werkn

=

P/T =

W/I =

nakalkulatienorm loonkosten per manjaar

produktiekosten per manuur (arbeidsproduktiviteit)

opbrengstwaarde per jaarloonkosten (financiële produktiviteit) In deze laatste twee beschouwingen zijn we dus geheel terecht gekomen bij

(14)

2.4 Definitie produktiviteit

De door de onderzoekers aanbevolen definitie voor produktiviteit in de bouw luidt als volgt:

"Onder produktiviteit in de bouw verstaan we het quotient van datgene dat binnen de bouw werd geproduceerd en van hetgeen nodig was om die (deel)produktie tot stand te brengen."

Deze formule voldoet aan de algemene formulering:

P

=

output/input.

Daarbij kunnen we de volgende opmerkingen gemaakt worden:

l. Produktiviteitsbeschouwingen kunnen dus betrekking hebben op te meten hoeveelheden op het nivo van taak en werk (micro-), van dat van het bedrijf of de organisatie (meso-) of van de bedrijfstak (macro).

2. Naarmate we stijgen naar het macro-ni va, des te moeilijker het wordt om te blijven denken in termen van hoeveelheden, omdat:

het omrekenen van bouwproduktieprijzen naar bouwvolumes uitermate dubieus is en het gebruik van indexcijfers voor bouwkosten voor de "bouwnijverheid" als geheel te onnauwkeurig is

het gebruiken van manjaren onvoldoende is vanwege het afnemende aantal werkuren per manjaar in opvolgende jaren

het benutten van marktprijzen onjuist is.

3. De faktor waarin de noemer wordt uitgedrukt bepaalt de soort van produktiviteit waarover wordt gesproken, bijv.

arbeidsprodukti vi te i t kap i taalprodukti vi te i t

4. We zouden kunnen spreken over een "produkt i vi te i tsparadox", als we willen aangeven dat in de keten van produktiviteitsbeschouwingen in de bouw er tegenstrijdige uitkomsten ontstaan in de produktiviteitscijfers.

5. Op deeltaakgebieden hebben in de laatste 20 jaren aanzienlijlke produkti vi te i tsverbeteringen plaatsgevonden.

(15)

3. Enquete

3.1 Resultaten

In de enquete werd onder andere gevraagd naar de menirig over wat men niet onder produktiviteitsverbetering zou mogen verstaan.

Algemeen was men van opvatting dat de bouwkwaliteit niet mocht worden aangetast, terwijl ook niet een verslechtering van de arbeidsomstandigheden zou mogen ontstaan. Sommigen merkten op dat het niet ten koste mocht gaan van de werkgelegenheid, het invo13ren van tariefstelsels of van een verminderde motivatie van de werknemers.

Uit het geheel blijkt dat men wel moei te heeft met het gehele produktiviteitsbegrip: sommige zaken worden er als het ware bijgesleept en lijken te ontspringen aan een bepaalde achterdocht over mogelijke kwalijke bijverschijnselen van produktief handelen.

Vervolgens wordt door enquete-beantwoorders vanuit deze vraag een duidelijk verband gelegd met de hen daarna gegeven opvattingen over wat produktiviteit dan wel zou moeten betekenen.

Zo kwam men ook tot even zovele definities over produktivteit als er enquete-beantwoorders waren, waarbij opnieuw duidelijk werd dat we er in de bouw eigenlijk geen raad mee weten.

Vragend naar de verschillende produktiviteitsfaktoren en naar de belangrijkheid van bepaalde faktoren ten behoeve van andere genoemde faktoren, komen we tot duidelijk meer gerichte opvattingen.

Deze verschillende belangrijkste faktoren konden gerangschikt worden in bepaalde groepen, te weten:

1. maatschappij

2. arbeid: verdeeld in prestatie van de arbeid en in kwaliteit van de arbeid 3. produktspeci fikatie; verdeeld in bouwprodukt en in bouwproces

(16)

3.2 Konklusies

Als belangrijkste konklusies uit het enquete-onderzoek zijn hier te noemen:

l. kontinuiteit in de bedrijfsvoering, in de produktie, is van zeer groot belang voor de produkt i vi te i t van die produktie

2. produktiviteitsverbetering en kostenverlaging zijn twee verschillende zaken; er is ergens wel een relatie, doch er bestaat zeker geen lineair verband hiertussen

3. er bestaan ernstige twijfels over produktiviteitsuitspraken op makronivo voor de gehele bedrijfstak.

3.3 Opmerkingen onderzoekers

l. Men heeft geen eensluidende definitie voor het begrip produktiviteit

2. Men heeft moeite met het door elkaar gebruiken van volumieke waarden en van kostenwaarden.

3. Het begrip "offers" is verschillend voor de verschillende deelnemers in het bol,lwproces: wat voor de ene partner offers (= prijs) zijn, is voor een opvolgende partner een taakstellend budget •.

4. De eenheden waarin produktiviteitswaarden worden uitgedrukt wisselen in zó grote mate, dat van enige onderlinge vergel ijking geen sprake meer kan zijn.

5. Begrippen als produktiviteit, effektiviteit en efficiency worden door elkaar heen gebruikt en met elkaar verwisseld.

(17)

4. Kontinuiteit, werkgelegenheid en vakmanschap

In het rapport wordt stilgestaan bij het begrip kontinuiteit, mede omdat in de enquete een duidelijke relatie werd gelegd met produktiviteit. Diskontinuiteit in opdrachtver lening, door welke oorzaak ook, geeft onherroepelijk versehui vingen in de werkbezetting van werknemers. Daardoor ontstaat onproduktief handelen, leegloop, ontslag en aanname van personeel. Niet gehaalde, geplande produkties kunnen niet normaal worden ingehaald; dit gaat altijd ten koste van extra financiële inspanningen en extra handelingen.

Ui teengezet wordt dat een gelijke jaarproduktie over verschillende opeen-volgende jaren, wel degel ijk nog grote diskontinuHei ten te zien kunnen geven voor een onevenwichtige opbouw van de produktie over de verschillende perioden van een jaar. Zou men de totaalproduktie over steeds 13 voortschrij-dende perioden in beschouwing nemen, dan kan die 13-perioden-omzet toch zeer grote schommelingen te zien geven. Door die schommelingen ontstaat het aanname- en ontslagbeleid van de uitvoerende bouwpartners (het "duivetil-effekt").

Het bevorderen van kontinue produktie-omzetten zou verbeterend kunnen werken op het aannemen en ontslaan van bouwvakarbeiders, ware het niet dat

zelfs in kontinu verlopende bouwprodukties een wisselende vraag bestaat naar

spe ei fieke vakarbeid. Onderzoekers bepleiten daarom voor het opleiden van maar drie of vier typen van vakarbeiders, die multifunktioneel zijn in te zetten.

Daardoor zouden deze vaklieden in dienst gehouden kunnen worden omdat ze veel breder zijn in te zetten; een betere bedrijfsbinding en grotere motivatie hebben en een kostenverlaging worden daardoor rnagel ijk; daarnaast een hogere produktiviteit, een hogere kwaliteit, een groter leereffekt, meer produktie per produktief manuur, meer produktieve uren, beter werkoverleg, etc. Ook het fenomeen "koppelbazen" kan dan beter bestreden worden.

Kontinuiteit is méér dan honger naar werk of naar sterk stijgende omzetten; het betekent een betere bedrijfsvoering, die zal resulteren in een hogere bijdrage aan de maatschapp·ij in zijn vele facetten.

(18)

5. Produktiviteitsfaktoren

Samengevat vermelden we de volgende produktiviteits-beïnvloedende faktoren:

5.1 Overheid en Maatschappij

Vereenvoudiging van de besluitvorming; vrijheid geven binnen bepaalde randvoorwaarden

Kijken naar produktiviteit en kosten houdt ook in kijken naar de bijkomen-de bouwkosten buiten bijkomen-de sfeer van architekt en aannemer: kosten bouw-grond, kosten aansluitingen openbare voorzieningen

Betere kennis van het eigenlijke bouwgebeuren en inspelen op de rnagel ijk-heden van de ijk-hedendaagse technologie, dient bij alle partners in het bouwproces aanwezig te zijn

Financiering van de bouw, hypotheekvormen voor koopwoningen

In plaats van tegenstellingen te koesteren, zal samenwerking bevorderd moeten worden.

5.2 Kwaliteit

Produktiviteit en kwaliteitsbesef gaan hand in hand: het startpunt is het program van eisen voor het gehele stede! ijke plan, het zet zich voort naar de afzonder! ijke ontwerpen

Kwaliteit van het ontwerp hangt af van de kwaliteit van de architekt: kwaliteit van de bouwproduktie hangt af van zowel het ontwerp, als van de moeilijkheidsgraad van de uitvoering en van de kwaliteit van de aannemer

Kwaliteit moet dus worden gerelateerd aan vakmanschap. Vakmanschap van de ontwerper, van de bouwer en van de vakarbeider

Ontwerp en uitvoering steunen beide op kennis en ervaring, op terugkop-peling van ervaring naar kennis, op informatie en kommunikatie

Kwaliteit zou dus aanleiding kunnen zijn tot selektievoorwaarden van zowel architektenburo's als voor bouwbedrijven

Kwaliteit vraagt om produktiespecifikaties met afkeuringsnormen: vol-doen aan kwaliteitseisen is volvol-doen aan geaccepteerde normen. Méér verlangen dan acceptabel werkt stagnerend, geeft onduidelijkheden, ver-hoogt de offers die aan de produktie ten grondslag liggen.

(19)

5.3 Bouwproces

Het bouwproces is ingewikkelder dan menige buitenstaander vermoedt; rolverdeling en beslissingsproblematiek behoeven nadere bestudering Er wordt te veel nadruk gelegd op wensen en verlangens, te weinig op

kostenkonsekwenties van die wenspatronen

Samenwerking leidt tot een kwaliteit die acceptabel is te achten en die aanvaardbare kostenkonsekwenties heeft

Het zou niet onzinnig zijn als architekt en bouwbedrijf gezamenlijk zouden staan voor de prijs van hun gezamenlijke ontwerp

Initiatieven van grote bouwbedrijven en werken in een bouwteamverband voor kleinere en middelgrote bedrijven zouden de bouwnijverheid kunnen dienen; projektkoördinatie door derden geeft mogelijkheden in met name de utiliteitsbouw.

5.4 Technologie en Innovatie

Er is zeer veel geïnnoveerd in de laatste decennia

Door onder andere gietbouw en overige systeembouw is de ontwikkeling van het open bouwsysteem binnen het bereik gekomen

Standaardisatie van plaats en maat zijn randvoorwaarden voor verdere s ysteemont wikkeling

De veranderingen op de bouwplaats zullen doorzetten, door verdere verschuiving naar voorbewerkingen in halffabrikaten en overige indus-triele produkties

De ontwikkeling van de bouwmetrologie speelt in op het passen van bouwdelen, op en aan draagstrukturen, waarbij gerekend wordt met de maattoleranties in het ontwerp en de onafwendbare maatafwijkingen in de uitvoering.

(20)

5.5 Organisatie

Door verbeteringen in de bedrijfs- en in de werkorganisatie zijn belangrij-ke verbeteringen in de produkti vi te i t bereikt en verder nog door te voeren; dit geldt zowel voor het ontwerpende als voor het uitvoerende bouwbedrijf.

Verbeteringen in dit vlak komen ook in samenwerking tussen organisatie en binnen organisaties; door onder andere werkoverlegsituaties en motiva-ties van werknemers.

(21)

6. Enkele van de konklusies en aanbevelingen

6.1 Konklusies:

Produktiviteitsverbeteringen zijn nauwelijks te verwachten van de faktor "direkte arbeid": het heeft niet zo zeer te maken met harder werken: wèl met beter werken: meer doordacht, meer gemotiveerd, beter geleid.

Produktiviteitsverbeteringen zijn wel te realiseren door organisatieverbe-teringen en technologische vernieuwingen, waardoor de faktor arbeid veiliger, beter en zinvoller is in ~e zetten; in het algemeen richten deze veranderingen zich op de efficiency en op de effektiviteit van de handelingen.

Produktiviteitsverbeteringen kunnen leiden tot betere resultaten in de onderscheiden ondernemingen bij stabiele marktverhoudingen; bij afbrok-kelende of afbrekende markten kunnen produktiviteitsverbeteringen leiden tot bouwprijsverlagingen, waarbij in uiterste gevallen van een resultaat-verbetering in de bouwondernemingen geen sprake hoeft te zijn.

De wenselijkheid van organisatieverbetering en van technologische veran-deringen geldt voor de verschillende te onderscheiden ondernemingen, doch in het bijzonder voor de totale bouwnijverheid.

Door betere samenwerkingsverhoudingen zal een verbetering van de totale procesgang in de bouw bereikt kunnen worden.

Samenwerking kan leiden tot nieuwe produktspeci fikaties, in te passen in enkele randvoorwaarden; variatie is mogelijk binnen repetitie van deelpro-dukties, waardoor normalisatie, standaardisatie en industrialisatie van elementen mogelijk wordt.

Voorwaarden voor samenwerken in teamverband is vertrouwen en open-heid, waardoor alle kennis en ervaring benut kan worden; logisch gevolg zou moeten zijn: een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Produktiviteitsmetingen zijn zinvol, niet zo zeer voor de eenmalige uit-spraak over dé produktiviteit van (deel)produkties, maar vooral voor wat

(22)

Het voorkomen van verspillingen is een belangrijke doelstelling bij het nadenken over produktiviteit; bepaalde management-technieken zijn daar-voor aan te geven; in het schema: "produktiviteit en produktiefaktoren bouwnijverheid" wordt dit tot uitdrukking gebracht (afgeleid uit een ILO-rapport in de richting van de bouwnijverheid).

Alles draait om "management in de bouw"; management op allerlei nivo's, van bedrijfstak tot de individuele taakvervulling als aangegeven in het gel ijkgenoemde schema.

Kontinuïteit is van doorslaggevend belang; dat wil zeggen het voorkomen van diskontinuHei ten in opdracht verkrijging en verwerking; kontinuïtei t bevordert het instandhouden van werkgelegenheid, het behoud van know-how en van de kwaliteit van het ontwerp en van de produktie: kontinuiteit voor vakarbeid vraagt daarnaast de inzetbaarheid van vakmensen op bredere gebieden van de bouwproduktietechnieken.

6.2 Aanbevelingen voor de overheid

De overheid zal, óók bij afnemende bouwvolumina moeten bevorderen dat de omzet bij de bouwvoorbereidende en bouwuitvoerende bedrijven niet schoksgewijze verloopt; bedrijfsini tiatieven en bouwteamwerkzaamheden dienen gestimuleerd te worden.

De overheid dient na te gaan op welke manier op welke nivo's produktivi-teit moet worden gemeten; voortgezet onderzoek is daarvoor nodig.

De overheid zal nauwlettend de ontwikkeling moeten volgen op het gebied van de opleiding van bouwvaklieden, waarbij de nadruk op een verbrede inzetbaarheid gelegd moeten worden; gedacht wordt in vier hoofdgroepen van vakarbeid:

1. de "bouw-vakman", met als vaardigheden: bouwtimmeren, metselen, voegen, stellen, isoleren, afhangen, uitzetten, meten, tekening lezen 2. de "beton-vakman", met als vaardigheden: stempelen, bekisten,

knip-pen, buigen, vlechten, betonneren, afwerken, ontkisten, bijwerken, repareren, werken met hout, kunststof- en staal, tekening lezen

3. de "afwerk-vakman", met als vaardigheden: stukadoren, spui ten, schilderen, behangen, bespannen, tegelzetten, repareren, letterzetten,

(23)

beglazen, afdichten, isoleren, dakdekken

4. de "i1:1stallatie-vakman", met als vaardigheden: loodgiet en, elektra, verwarming, riolering, zinkwerken.

De overheid moet steun verlenen aan de omscholing èn herscholing binnen de vakopleiding voor volwassenen, teneinde voor bouwvakkers meer kontinuïteit te krijgen in werkgelegenheid, doordat ze inzetbaar worden in multidisciplinaire groepen met bredere taken.

6.3 Aanbevelingen voor de architekt, de adviseur en de bouwer

De architekt zal het bouwproces agressiever moeten benaderen en niet alléén willen optreden als vertegenwoordiger van een opdrachtgever.

De architekt/adviseur is net zo'n ondernemer als de uitvoerende en toeleverende ondernemers.

De architekt zal mede verantwoorde! ijk gesteld moeten worden voor de totale bouwproduktie waaraan hij belangrijke bijdragen levert.

De kwaliteit van de architekt/adviseur zal mede beoordeeeld moeten worden op de kostenkonsekwenties van zijn ontwerpen; niet alleen voor wat betreft de investeringen, ook voor de exploitatie daarvan; dit zou een selektiekriterium moeten zijn.

De architekt/adviseur zal zijn eigen werk beter moeten plannen en organiseren , zodat wijzigingen op tekeningen en wachten op tekeningen voorkomen gaat worden; hij moet zich juist zó schikken in de totaalplanning, zoals hij zelf dat van de uitvoerende partners verlangt.

De architekt/adviseur dient zich te verdiepen in de theorie en de praktijk van de bouwmetrologie.

Het uitvoerende bouwbedrijf kan alleen in een bouwteam funktioneren als hij daar ook werkelijk de van hem verwachte inbreng wil leveren: openheid en verantwoording over zijn specifieke deskundigheden: planning, organisatie, kosten, methoden en technieken.

(24)

- Dezelfde bejegening die de aannemer verlangt van de architekt in het teamwerk, zal hij moeten betrachten tegenover zijn onderaannemers, instal-lateurs en leveranciers.

- Produktieverhoging en veiligheidsbevordering tijdens de uitvoering kunnen alleen verbeterd worden door een beter leiderschap: voorbereiding, planning, organisatie, overleg, instruktie en kontrole.

- Totale produktieplanning voor het gehele bedrijf zal de mogelijkheid bevor-deren voor het verkrijgen van een meer gel ijkmatige voortschrijdende 13-perioden omzet, waardoor het totale apparaat gel ijkmatiger wordt belast en minder aanname en ontslag van bouwvakkers kan plaats vinden.

- Onderzoek en Ontwikkeling binnen het bedrijf zal het inspelen in veranderin-gen van de markt vergemakkei ijken; denken in nieuwe methoden en tech-nieken, ontwikkelen van nieuw equipment en handgereedschap zal het mogelijk maken nieuwe wegen te openen en in te slaan.

Tot de nieuwe technieken behoren ook de informatietechnieken, waardoor men door beter geïnformeerd te zijn tijdig kan bijsturen als dat nodig of gewenst is: met op te bouwen gegevensbestanden kan dan beter samenge-werkt worden met de andere partners in het bouwproces.

6.4 Algemene aanbevelingen

- Wij moeten niet onze uiterste best doen om dié dingen goed te doen, die helemaal niet gedaan behoeven te worden.

- Produktiviteit wordt gedragen door kennis. Opnemen, verwerken en uitdra-gen van kennis zal de basis kunnen zijn voor de ontwikkelinuitdra-gen in de bouwnijverheid in de komende 15 jaar.

Produktiviteit wordt ook gedragen door gemotiveerd bezig zijn; erkenning van de bijdragen van elke deelnemer in het bouwproces, maakt die deelne-mers bereid om het beste te geven van wat ze kunnen bieden.

(25)

'

.::=:.--=:.::·..::.:..~:::.·::::;;_-=:·:==:.::-..:::-=-~~=-·:.:= ... --==----====-====:--:::-:...-::..:.;=.:.:=::::-=-.:-=-.:,·_-;:::.:;:..-:::-.-.~-·:::--.-:.-:::~·~-=-.=~;:;:::':.~:.-::..:·:.-.' .: ;;.. ::-:::::---=::::.:..:.:::-::-:·._'::.".". :-:-::::::-·

r

·

--~~

~-~

~~=

r:

0

~

~~i~~~

~-~~

~~

:~

~:~l==~~~~~~!~:

~

:-~:

:

Jil~~::~~:~~~~r~;~~:rJ~~

~

J

I

-

ONT\</f([SEM<CH 11\1\Ellt~G

I

i

·

IEU~J/\1\[NPLI\N

Fl ~I ANC IC RI t~G LEERLINGVJ[Z[N V/\1\0PLEIU!N G

TECHNI El\ SNîEN'dU<K ING ST.t1G 1/\1 RES

f(,t\NDVOOR\"';\1\f~OEN

I

1\0tH INUIT [ IT VOIH-11 NG

SPECI FII\ATIE'$

I

PRODUKTIVITEIT SCHOLING

~

~

~

-=

-

-

--

--

---1

=-~~E~~~!Ë

:~_l_~?

lf:!~I

~~~~

-

E~~

~!I

~~~~J r:~~~~

;;~

-

-~

E~~=l

RE SE ARC H Fli'J/\i~CI ER I NG ORG/\N I SA TIE

Ot~T V/1:\l\ELING BUDGETT El~ ING fUNKTIC IN DE Ll NG

m:DRiJVEN Kit/HlTElT t-,CCOUNTING [3f:'OORDELING

I

SPEC

Pf<OOUI\T 1/\LI St·1 [ N VERSLI\GLECADi'1 i~~ iS TRATIE iGING LOOP 8[-:LON GA;\N PLANN INCi ING

I

V E I L I G H E I 0 B [ 0 0 R [) E Ll

t~

G V [I Ll G H [ I 0

i

~,

'"~~,\~~

-

[~=~rLEtJ~j~;

:

-

:

-

1

[

~

~~~~

.

~;;~~~="

i

~

C

l;

f;~~~;~~:]

11

PROJEimN\

r

p~~~~~~:~~~~~;~r~:~~;;~G

·' J I

~~:~;_~;~

,~'

\

'

~G 1r

-:

~:~~~

,

~~~~~~~~~~~"[i

(

I!

I

~-1A'I"(_"

R

I

't

lVEU

7

E

1

o,,omH

c_D

I

'"

1

r.O"~'-'

'

l.IE

·:::·,-

,)"~u·l

·

-1

I

I ."\ L , ,,., .;\ t_ I vc'S~D"'' 'SD[-"Rf."I'C~"N,.... ,,,1 t<. ./\ _, ,,L .

I

,

1 \ J. I , r( IJ , J • ( .__ \ c ril I U

i u~·~vo~r<a~~s~TCH!~ItK 1 BESTELliNG

I

_

R~~P0

1

RT;\~-E

Î

t

·

tt,nr;lu.u,cuzE

!

PRJJ<::t\ANGIE:O!i~G

Jil Lv.I\LUArlr..

~~

~\/:[<1(::

r~:W·~~[;~C

;:[r~;l~

l~~I:

O

{I~~G~

G

~

~

l~~~!~i~ti:~~

~~?

1

r~p;~~

S~Oil~[

~-f~il~tVl:?_I~

E

J

c"

T]

I

I'.,\ > ~d . . ( ,,

I

EFf IC

I

Et~CY Lil ' ' ·. ~L ~

-OETAILiJlt<NNitJG 1 UITBESTEDING BEOOr<DELING

J

\'/Er~I\UITGI FTE t·J/l.KALI\ULATI E \vERKEV/.l.LU!\Tif

1\\'//\LITE ITSI\ONTROLE ' \'/U< I\ /\OÏ'Î I til s Tl ;1\T! [ I t\LAGITEt·JG[I-:1\NDFl.INCi

·-·--- -- - - --- ·- · -.1···--- - -·--- - - --- l ___ -- - --- --- ---··-·-- -. ---·--·---·-··-

-Tt,;\K OHJf~ ACHT t1AN U lü N

TM\1\Md·Nt\M<OING HUREI~

VER 1.3Rl)'ll'\ r: hl BEL 0!~ ING

TAf\EN TM'..I\VFr:VULLit~G Ll 1

.. · " ,.. . . , . TIJ 0 PEI(SOOtll.UKE

-11AI L·d/\,,Lf.ühO(~R

I

VE·R('PILLit'U'N ' . ' . I

r·t~JEI(/[[LINZET . OMZET'\ lc ['fSCH[Ri'ïlt~C

'!

GOU\·J:':wuu:\TIE j PRcs·î·ATir Tf-I.AK- EVALUATIE

I

~

;

Cc';c

,

_,~

-"'

~=··

-.--.

~~

--

-

=

=

---

~

-::?~~

~

-

~.é'

-

=~=c.oo

l

1

r

TECHii'lLGCil~

~

-C

I<D

N

O

I

·

11f

f

1

1M,

S

Ci!~

(26)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Platen en slikken Platen en slikken Platen en slikken Platen en slikken.. Tabel 3: lijst van planten die in de Zeeschelde voorkomen maar in Vlaanderen in meer of mindere mate

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

The conceptual model was developed after a thorough literature study, and served as a guideline to investigate consumer ethnocentrism and how it could influence the

Contrary to Johnson’s claim that novels about slavery at the Cape do not show post-apartheid representations of slavery as an advancement of the capitalist project

Spreken over stoffen betekent al zich distantiëren van deze wereld, want we kennen stoffen toe aan voorwerpen omdat stoffen niet kunnen bestaan zoals voorwerpen bestaan: we

Hij is als hoofd dienst geestelijke verzorging lang werkzaam geweest in het LUMC en heeft als patiënt een relatie met het Spaarne Gasthuis: “Er zijn ergernissen die algemeen

Er is, in de derde plaats, niet uitsluitend gekeken naar de literatuur waarin een kwantitatieve benadering van het aantal regels centraal staat, maar er is ook aandacht geschonken

Het begrip kwaliteit wordt door Garvin (1984) vanuit verschillende invalshoeken bekeken. - Transcedente benadering; Deze benadering van kwaliteit is synomiem met het begrip