• No results found

1. Voorloopige mededeeling van enkele resultaten, verkregen bij een onderzoek, ingesteld naar de parasietenfauna tijdens eene gradatie van Stilpnotia salicis (L.) te Wageningen. 2. Korte mededeeling over de biologie van Mycrocryptus subguttatus Grav., het

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1. Voorloopige mededeeling van enkele resultaten, verkregen bij een onderzoek, ingesteld naar de parasietenfauna tijdens eene gradatie van Stilpnotia salicis (L.) te Wageningen. 2. Korte mededeeling over de biologie van Mycrocryptus subguttatus Grav., het"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Overgedrukt uit het Verslag van de Zes-en-zestigste Wintervergadering der Ned. Ent. Ver. op 26 Febr. 1933

(gepubl. Mei 1933; Tydschr. v. Ent. LXXVI).

VIII VERSLAG.

De heer D e Fluiter doet

i. V o o r l o o p i g e m e d e d e e l i n g v a n e n k e l e r e s u l -t a -t e n , v e r k r e g e n bij e e n o n d e r z o e k , i n g e s -t e l d n a a r d e p a r a s i e t e n fa u n a t i j d e n s e e n e g r a d a t i e v a n Stilpnotia Salicis (L.) t e VV a g e n i n g e n.

Het massale optreden van Stilpnotia Salicis (L.), den satijn-vlinder, in enkele uitgestrekte populierenlanen in de om-geving van Wageningen en op een niet gering aantal plaatsen in de Betuwe, gaf aanleiding tot het instellen van een onderzoek naar de biologie van het schadelijke insect en naar de parasietenfauna, welke tijdens de gradatie optrad. Tot dit laatste doel werden in de maanden Mei en

(2)

VERSLAG. IX

Juni talrijke stammen van de toen zeer ernstig aangetaste boomen afgezocht tot het verzamelen van rupsen en para-sietencocons. Na de vliegperiode der imagines werden in Juli talrijke eipakketten verzameld. De aldus verzamelde objecten werden nadien in het laboratorium voor Entomo-logie te Wageningen geïsoleerd. Verkregen werden de vol-gende parasietische Hymenoptera *) :

*Hemiteles areator GRAV. cf. $• hyperparasiet. *Mesochoms marginatus TliS. cf. $. hyperparasiet. *Petalodes (Rogas) unicolor

(WESMAEL) (ƒ• ?•• primaire larveparasiet. *Meteorits versicolor ( W E S M A E L ) <ƒ• $• primaire larveparasiet.

*Apanteles solitarius ( R A T Z . ) cf. Ç. primaire larveparasiet. *Monodontomerus dentipes (Bon.) cf. $. hyperparasiet.

*Eurytotna appendigaster (Bon.) cf. $• hyperparasiet.

*Eupelmus zirosonus DALM. $. hyperparasiet. *Copidosoma boucheanum RATZ. Ç. ? primaire parasiet. \Dibrachys spec, (waarschijnlijk

D. boucheanus ( R A T Z . ) ) cf. $. hyperparasiet.

^Eutelus spec. ? hyperparasiet. •\Habrocrytus etnerus ( R A T Z . ) cf. $. hyperparasiet.

•\Telenomus nitidulus TllOMS.

(? = Teleas punctulaius RATZ.) primaire eiparasiet. Van parasietische Diptera 2) werden verkregen :

Carcetia gnava MEIG. primaire larveparasiet. Pales pavida MsrG. primaire larveparasiet. Compsilura concinnata MEIG. primaire larveparasiet. Sarcophaga camaria L. primaire larveparasiet.

De werking van dit parasietencomplex was zeer inge-wikkeld, daar vele der verkregen parasieten, hyperparasieten bleken te zijn.

Het volgende schema geeft hiervan een overzicht:

!) De determinatie der met * gemerkte Hymenoptera werd

gecon-troleerd door Dr. FERRIÈRE te Londen, die der met f gemerkte Hyme-noptera werd gecontroleerd door Dr. MASI te Genua.

*) De determinatie der Tachiniden werd gecontroleerd door den heer

(3)

X VERSLAG.

Frimaire parasieten. Hyperparasieten. / Enrytoma appendigaster (Bon.).

Petalodes (Rogas) unicolor \ Dibrachys ? boucheanus ( R A Ï Z . ) . ( W E S M A E L ) \ Habrocrytus cmerns ( R A T Z . ) .

f Mesochorus marginatum T H S . ' Eutelus spec.

Enrytoma appendigaster (BOH.). Monodontomerus denlipes (BOH.). Meteor us versicolor ] Eupelmus urosonus DALM.

(VVESMAKL) ] Dibrachys ? boucheanus ( R A T Z . ) .

Habrocrytus emerus (RATZ.). Mesochorus marginatum TlIS. Hemiteles areator GRAV. Apanteles solitarius ( Enrytoma appendigaster (BoH.).

(RATZ.) ) Dibrachys} boucheanus (RATZ.).

Copidosoma boucheanuiu RA'I'Z.

Telenomus nitidulus THOMS.

Carcelia gnava MEIG. \

Pales pavida MEIG. ( Dibrachys ? boucheanus

Compsilura concinnata MEIG. \ (KATZ.).

Nadere gegevens omtrent de inwerking der hyperparasieten op de primaire parasieten zullen op eene andere plaats uitvoeriger medegedeeld worden.

2. K o r t e m e d e d e e l i n g o v e r d e b i o l o g i e v a n

Microcryptus subguttatus GRAV., h e t b e l a n g r i j k s t e p a

-r a s i e t i s c h e h y m e n o p t e -r o n v a n Dip-rion pini (L.). Zooals in Spr.'s publicatie „Bijdrage tot de kennis der biologie en epidemiologie van de gewone dennenbladwesp,

Pteronus (Lophyrus) pini (L.)", Tijdschr. v. Plantenz. 1932,

Jaarg. 38, afl. 7 en 8, blz. 125—197, reeds in eene noot werd medegedeeld, parasiteert Microcryptus subguttatus GRAV. op de zich binnen de cocons bevindende stadia van de dennenbladwesp, Diprion pini (L.). Omtrent deze infectie kan het volgende nog medegedeeld worden:

De larve van Microcryptus subguttatus GRAV. leeft binnen den bladwespcocon ectoparasitisch, niet alleen op het prae-pupastadium, doch ook op het pupastadium en zelfs ook

(4)

VERSLAG. XI

op het imaginale stadium. De volwassen vrouwelijke

Micro-cryptus subguttatus GRAY, boort eerst hare legboor door den harden coconwand heen en paralyseert vervolgens het zich binnen den cocon bevindende bladwespstadium, waardoor dit laatste bewegingloos gemaakt wordt. Vervolgens depo-neert de sluipwesp tegen den binnenwand van den cocon een langwerpig ei. Uit dit ei komt na ongeveer 3 dagen de sluipwesplarve te voorschijn, welke voorts, ectoparasitisch op het geparalyseerde bladwespstadium levend, hare verdere ontwikkeling doormaakt. Foto's, demonstreerende de wijze, waarop het ei tegen den wand van den cocon gedeponeerd wordt, laat Spr. circuleeren ; ook eene foto van een vrouwe-lijk volwassen geheel uitgekleurd en van volledig ontwik-kelde vleugels voorzien exemplaar van de dennenbladwesp, dat zich echter nog binnen den cocon bevindt, door

Micro-eryptus subguttatus geparalyseerd is, en waarbij door de

sluip-wesp een ei tegen den binnenwand van den cocon is afgezet, wordt gedemonstreerd. De uit dit ei voortgekomen sluip-wesplarve maakte, ten koste van de reeds geheel uitgekleurde volwassen bladwesp, normaal hare verdere ontwikkeling door. Deze groote ontwikkelingspotentie van Microcryptus

sub-guttatus is van zeer veel belang voor het nuttige effect van

dezen parasiet.

3. E e n g e v a l v a n „ f r e m d d i e n l i c h e Z w e c k m ä s -s i g k e i t " bij Acronycta tridcn-s SCHIFF, e n Micropliti-s -

sor-dipes N E ES?

Den 27s,en Sept. '32 werd Spr. eene rups gebracht van Acronycta tridens S CH IFF., welke vervolgens geïsoleerd werd en 10 Oct. d.o.v. verlaten werd door eene parasietlarve, welke een harden en stevigen cocon vervaardigde tusschen de onderzijde der laatste 3 (7, 8 en 9) abdominale segmenten van de rups en het blad, waarop deze rups zich bevond. Hierdoor werd de rups a.h.w. aan het substraat vastgekit. (Eene foto hiervan wordt ter circulatie doorgegeven). Voorts bleek elke beweging der abdominale segmenten ten eenen-male uitgesloten te zijn. Toch werden prikkels, aan deze segmenten toegediend, gepercipieerd. Hierop reageerde de rups dan steeds in dier voege, dat de kop en de

(5)

XII VERSLAG.

thoracale segmenten met eene krachtige, zijdelingsche be-weging naar het object, dat den prikkel toediende, gezwaaid werden. Zoo was b.v. een aanraken van den parasieten-cocon, waarbij onvermijdelijk de lange abdominale haren der rups aangeraakt moesten worden, reeds voldoende, om de heftige afweerbewegingen van de rups op te wekken. Zoodoende beschermde deze rups van Acronycta tridens den cocon van zijn eigen parasiet. Dit verschijnsel kon nog tot den 5. Nov. d.o.v., na welken datum de rups stierf, waar-genomen worden.

6 December d.o.v. verscheen uit den parasietcocon eene Braconide, welke gedetermineerd werd als Microplitis

sor-dipcs N E E S , eene soort, welke door Claude MORLEY (zie T h e Entomologist Vol. 39, 1906, blz. 103) in Engeland vermeld wordt, als verkregen uit Acronycta psi L. Van eene dergelijke verhouding tusschen gastheer en parasiet, als door Spr. waargenomen werd, wordt echter geene melding gemaakt. Niet wetende of eene dergelijke „bescherming" van den parasietencocon door den gastheer regel is, wordt Lepidopterologen en Hymenopterologen vriendelijk verzocht, aan dit punt nadere aandacht te schenken. Voor inlichtingen houdt Spr. zich ten zeerste aanbevolen.

Op eene vraag van den heer Schoevers, of het para-lyseeren van de prooi, dat bij Graafwespen regel is, bij Sluip-wespen geene uitzondering is, antwoordt de heer DE FLUITER, dat dit wel een geval van biologische aanpassing zal zijn, ten behoeve van de ectoparasitische leefwijze der. sluipwesp-larve.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Highlifebeurs en mijn eigen netwerk waren de twee belangrijkste ingangen voor de rekrutering van respondenten.. Dit eve- nement met de nieuwste technieken en materialen voor

Deze drie vragen hebben betrekking op de informatie- omgeving (information environment). 165) zich af of SFAS 131 invloed heeft op de toezichthoudende omgeving (monitoring

Op basis van deze gegevens neem ik aan dat het oorspronkelijke tracé van de Herenweg ten westen van Castricum heeft gelegen op de overgang tussen de voormalige stroomwallen van

H5: Verschillende typen ervaringen hebben invloed op de hoeveelheid mond-tot-mond reclame De verschillende ervaringen bij de vragen over welke eigenschappen respondenten hun

Oudere vrouwen die één tot twee glazen al- cohol per dag drinken, ontdekte Beulens, hebben der- tig procent minder kans op diabetes-2 dan vrouwen die geen alcohol

De variabelen die in dit onderzoek zijn onderzocht suggereren dat segmenten voor Filippo op basis van een combinatie van leeftijd, geslacht, behoeften en levensstijl kunnen

Had ieder Kapitein het voorbeeld van Witte, de Ruyter, de Wilde en Evertsen gevolgd, dan zou de uitslag van het gevecht heel anders geweest zijn; maar velen volgden hun' eigen zin

Over dit leidgaren en het volgende leidgaren spannen, de naald van rechts naar links onder het leidgaren doorvoeren, daarbij niet door de wikkeldraden steken.. Het garen