• No results found

De invloed van negatief affect op het uitstellen van keuzes over ambivalente onderwerpen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van negatief affect op het uitstellen van keuzes over ambivalente onderwerpen"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De invloed van negatief affect op het uitstellen van keuzes over ambivalente onderwerpen Lara Ploum

Masterthese

Programmagroep: Sociale Psychologie Naam: Ploum, L. M.

Studentnummer: 10297820 Datum: 02/05/2016

(2)

Abstract

Ambivalentie komt met name voor wanneer keuzes gemaakt moeten worden. Er wordt verondersteld dat mensen die ambivalentie ervaren vaak uitstelgedrag vertonen en dat dit uitstelgedrag gedreven wordt door negatief affect dat ambivalentie teweeg brengt. In de

huidige studie is onder 244 studenten door middel van een online vragenlijst onderzocht wat de invloed is van negatief affect ten gevolge van ambivalentie op uitstelgedrag. Uitstelgedrag is hiertoe vergeleken tussen deelnemers die negatief affect ervoeren en deelnemers bij wie negatief affect werd gereduceerd door middel van een korte, geruststellende boodschap. Vervolgens kozen deelnemers om direct een keuze te maken of de keuze uit te stellen door eerst een willekeurige taak uit te voeren. Negatief affect bleek geen voorspeller voor uitstelgedrag na het ervaren van ambivalentie waardoor de hypothesen niet kunnen worden bevestigd.

(3)

De Invloed van Negatief Affect op het Uitstellen van Keuzes over Ambivalente Onderwerpen

Men komt vaak voor belangrijke beslissingen te staan zoals het kopen van een huis of het verhuizen naar een andere stad. De keerzijde van onze keuzevrijheid is dat deze tot

gevoelens van ambivalentie kan leiden. Ambivalentie ontstaat wanneer attitudes niet eenzijdig zijn maar uit zowel positieve als negatieve associaties bestaan (Thompson & Zanna, 1995). Dit kan worden ervaren wanneer men een aanbod krijgt voor een nieuwe baan waarbij men vooruit gaat op salaris echter zal moeten verhuizen. Ook bij gezondheidsgedragingen zoals roken kan met inconsistente attitudes ervaren. Enerzijds streeft men plezier na, anderzijds een gezonde levensstijl. Men ervaart een inconsistentie tussen attitudes of tussen attitudes en gedrag vaak als onplezierig omdat men zichzelf graag als consistent ziet wat betreft gedachten, gevoelens en gedrag (Van Harreveld, Rutjens, Rotteveel, Nordgren, & Van Der Pligt, 2009). Omdat ambivalentie evaluatieve inconsistenties binnen een attitude kenmerkt, wordt verondersteld dat ambivalentie ook als onplezierig wordt ervaren en tot negatief affect leidt (Hass, Katz, Rizzo, Bailey, & Moore, 1992; Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009). Daarentegen zijn er ook aanwijzingen dat ambivalentie niet altijd tot negatief affect leidt. Men zal zich bijvoorbeeld niet continu vervelend voelen bij het opsteken van een sigaret. Dat ambivalentie niet noodzakelijk tot negatief affect leidt, wordt ondersteund door een onderzoek waarin fysiologische spanning ten gevolge van ambivalentie werd gemeten (Maio, Greenland, Bernard, & Esses, 2001). Deze spanning werd gemeten door middel van elektroden die electrodermale activiteit (EDA) meten, waarmee veranderingen in transpiratie kunnen worden vastgesteld. Hoe meer spanning iemand ervaart, hoe meer iemand zal transpireren. De

fysiologische spanning werd gemeten terwijl deelnemers een tekst lazen met ambivalente informatie over andere nationaliteiten. Uit het onderzoek kwam tegen verwachtingen in naar voren dat hoe ambivalenter deelnemers waren over personen met een andere nationaliteit, hoe

(4)

consequenties van ambivalentie is er veel gekeken naar de omstandigheden waarin

ambivalentie als negatief wordt ervaren. Recenter onderzoek laat zien dat ambivalentie slechts tot negatieve gevoelens leidt wanneer men een keuze moet maken over hetgeen waar men zich ambivalent over voelt (Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009), met name als de eigen

verantwoordelijkheid voor het maken van de keuze groot is (Zeelenberg, Van Dijk, &

Manstead, 1998). Een verklaring hiervoor is dat wanneer een keuze vereist is de conflicterende associaties saillant worden (Newby-Clark, McGregor, & Zanna, 2002). Kortom, er wordt verondersteld dat wanneer een ambivalente attitude niet langer vrijblijvend is en er een keuze gemaakt moet worden, er conflict ontstaat en ambivalentie in het bijzonder onaangenaam wordt (Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009). Om met ambivalentie om te gaan, maakt men daarom gebruik van strategieën om ambivalentie te reduceren (Van Harreveld, Van der Pligt, & de Liver, 2009). Een van deze strategieën is om de keuze uit te stellen (Nohlen, Harreveld, Rotteveel, & van der Pligt, under review). Verondersteld wordt dat uitstelgedrag het negatieve affect ten gevolge van ambivalentie zou reduceren (Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009). In de huidige studie zal nader onderzocht worden wat de invloed is van negatief affect ten gevolge van ambivalentie op uitstelgedrag.

Men is vermoedelijk geneigd de onplezierigheid van het evaluatieve conflict, met name in situaties waarin men een keuze moet maken, te reduceren. Om de antecedenten en

consequenties van ambivalentie en de manieren hiermee om te gaan in één model samen te vatten, is het Model of Ambivalence-Induced Discomfort (MAID) geïntroduceerd (Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009). Hierin wordt uitgegaan van twee coping strategieën: emotiegericht en probleemgericht. Emotiegerichte strategieën zijn acties die de negatieve gevoelens die gepaard gaan met ambivalentie dienen te reduceren. Dit kan bijvoorbeeld door uitstelgedrag te vertonen, afleiding te zoeken, of het belang van de situatie te ondermijnen. In plaats van de oorzaak van het probleem aan te pakken, worden als het ware de symptomen aangepakt. Probleemgerichte strategieën zijn daarentegen acties gericht op de wortels van het

(5)

probleem om ambivalentie te reduceren in plaats van de negatieve gevoelens die ambivalentie met zich meebrengt. Dit houdt in dat men veel inspanning levert om de beste beslissing te maken met als doel meer zekerheid over de keuze te ervaren (Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009). Dit kan bijvoorbeeld door alle opties van de keuze grondig te onderzoeken en informatie grondig te verwerken (Clark, Wegener, & Fabrigar, 2008; Jonas, Diehl, & Brömer, 1997; Maio et al., 2001). Aangezien emotiegerichte strategieën minder cognitieve inspanning vereisen, zijn dit de strategieën waar als eerst naar gegrepen wordt (Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009).

Zoals eerder genoemd is het vertonen van uitstelgedrag één van deze emotiegerichte strategieën om ambivalentie te reduceren. Ongeveer 10% van de algemene populatie (Ferrari, O’Callaghan, & Newbegin, 2005) vertoont uitstelgedrag en dit percentage loopt onder

studenten op tot wel 95% (Ellis & Knaus, 1977, aangehaald in Steel, 2007). Vanwege de veelvoorkomendheid en vanwege het feit dat uitstelgedrag over het algemeen niet als positief wordt beschouwd, wordt in het huidige onderzoek de aandacht gericht op uitstelgedrag. Hoewel men vaak het idee heeft dat uitstelgedrag tot minder stress en topprestatie vlak voor een deadline leidt, heeft uitstelgedrag doorgaans het tegenovergestelde effect: onderprestatie vanwege een gebrek aan tijd (Ferrari, Johnson, & McCown, 1995), verhoogde

gezondheidsrisico’s en lagere prestatie wat betreft academisch uitstelgedrag (Senécal, Koestner, & Vallerand, 1995; Tice & Baumeister, 1997). Uitstelgedrag lijkt op korte termijn zijn vruchten af te werpen maar met name op de lange termijn nadelig te zijn (Dewitte & Schouwenburg, 2002; Tice & Baumeister, 1997). In het onderzoek van Dewitte en

Schouwenburg (2002) waarbij studenten elke week een dagboek bijhielden over de kwaliteit en kwantiteit van hun studiegedrag, kwam naar voren dat verleidingen van buitenaf vaak ten grondslag liggen aan dit uitstelgedrag en niet een gebrek aan intentie om in actie te komen (Dewitte & Schouwenburg, 2002). Hoewel iedereen van tijd tot tijd uitstelgedrag vertoont, lijkt

(6)

voorkomender. Dit wordt ondersteund door een onderzoek waarin deelnemers een voorstel van de gemeente kregen te lezen waar zij voor- en nadelen van in konden zien, namelijk het

invoeren van WIFI in een nabijgelegen park (Nohlen et al., under review). Hieruit kwam naar voren dat deelnemers die ambivalent zijn, hun keuze vaker uitstelden dan deelnemers die niet ambivalent waren. Uitstelgedrag blijkt een strategie te zijn die mensen met ambivalentie graag toepassen. Hoewel er veel onderzoek is verricht naar uitstelgedrag in de academische context, is er naast het onderzoek van Nohlen et al. (under review) weinig bekend over deze relatie tussen ambivalentie en uitstelgedrag. Om deze reden zal de vraag wat de invloed is van ambivalentie op uitstelgedrag in deze studie worden gerepliceerd. Hierbij wordt wederom verwacht dat ambivalentie tot meer uitstelgedrag leidt dan wanneer er geen ambivalentie wordt ervaren. Het lijkt niet aannemelijk om uitstelgedrag te vertonen als men een eenzijdige attitude heeft omdat men in dat geval weet wat hij/zij wilt en de keuze direct kan maken.

Algemene onderzoeksvraag: Leidt het ervaren van ambivalentie tot het uitstellen van een keuze over het ambivalente onderwerp?

Hypothese 1: Deelnemers die ambivalentie ervaren zullen meer uitstelgedrag vertonen dan deelnemers die geen ambivalentie ervaren.

Naast de vraag of ambivalentie tot uitstelgedrag leidt, kan een vergroot inzicht in de oorzaken van het uitstellen van keuzes over een ambivalent onderwerp bijdragen aan het

voorkomen van dit uitstelgedrag. Zodanig kunnen de negatieve consequenties van uitstelgedrag worden vermeden. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat men beter leert om te gaan met de talloze keuzes waar men in de huidige maatschappij voor komt te staan. Anderson (2003), die het over het vermijden van beslissingen heeft, bespreekt de rol van negatieve gevoelens bij

(7)

vermijdt om negatieve gevoelens zoals geanticipeerde spijt en onzekerheid over de uitkomsten te vermijden en zo de gemoedstoestand te reguleren. Daarnaast wordt verondersteld dat het uitstellen van een keuze ervoor zorgt dat men niet bezig is met het conflict waar men ambivalent over is waardoor de emoties die daarmee gepaard gaan, verzacht worden en negatief affect op die manier wordt verminderd (Luce, Bettman, & Payne, 1997). In een

onderzoek dat hierop volgt (Luce, 1998), waarin deelnemers afwegingen moesten maken in het kopen van een nieuwe auto, wordt de gedachte dat uitstelgedrag negatief affect reduceert, bevestigd. Door het vermijden van een keuze, in dit geval het blijven bij de status quo, kan men inderdaad de confrontatie met negatieve consequenties en moeilijke afwegingen vermijden (Luce, 1998). Allereerst werd in dit onderzoek van Luce (1998) aangetoond dat situaties waarin negatief affect om te beginnen hoog is, geassocieerd zijn met meer

uitstelgedrag. Daarnaast kwam naar voren dat vermijdingsgedrag voor minder negatief affect achteraf zorgt. Ook het MAID ondersteunt deze theorie dat uitstelgedrag negatief affect zou reduceren omdat het voor afleiding van het conflict zorgt (Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009). In de onderzoeken van Luce et al. (1997, 1998) is echter gekeken naar huidig negatief affect van de deelnemers in plaats van negatief affect dat direct gerelateerd is aan het maken van de keuze. Negatief affect is daarnaast niet gemanipuleerd waardoor er geen uitspraken over causaliteit gedaan kunnen worden. Indien negatief affect invloed heeft op uitstelgedrag, zou dit betekenen dat men geen keuzes zal uitstellen over ambivalente onderwerpen indien men géén negatief affect als gevolg van ambivalentie ervaart. Om een antwoord op deze vraag te vinden, wordt in het huidige onderzoek onderzocht wat de invloed is van negatief affect op het

uitstellen van een keuze na het ervaren van ambivalentie.

Zoals genoemd zal hiervoor eerst worden onderzocht of het ervaren van ambivalentie tot het uitstellen van een keuze over het ambivalente onderwerp leidt. Hierbij wordt

(8)

negatief affect op het uitstellen van een keuze ná het ervaren van ambivalentie. Hierbij wordt verondersteld dat deelnemers hun keuze slechts zullen uitstellen wanneer zij negatief affect ervaren als gevolg van ambivalentie en hun keuze niet zullen uitstellen wanneer zij geen negatief affect ervaren als gevolg van ambivalentie (zie Figuur 1).

Specifieke onderzoeksvraag: Wat is de invloed van negatief affect op het uitstellen van een keuze bij het ervaren van ambivalentie?

Hypothese 2: Deelnemers die negatief affect ervaren als gevolg van ambivalentie zullen meer uitstelgedrag vertonen dan deelnemers bij wie negatief affect is gereduceerd.

Figuur 1. Ambivalentie leidt tot negatief affect, wat op zijn beurt tot uitstelgedrag leidt.

Uitstelgedrag wordt slechts vertoond na het lezen van ambivalente informatie, niet na het lezen van univalente informatie.

Pretest

Voorafgaande aan het onderzoek is onder 77 eerstejaars studenten, waarvan 9 mannen en 67 vrouwen (M = 19.91 , SD = 1.86), een online pretest uitgevoerd om te controleren welke fictieve teksten het best gebruikt konden worden om ambivalentie te manipuleren (zie Bijlage

Ambivalentie vs. univalentie Negatief affect vs. gereduceerd negatief affect Uitstelgedrag

(9)

1). Hiervan is 1 deelnemer uitgesloten van de analyse vanwege het weigeren van toestemming voor deelname. Deze teksten gingen over fictieve veranderingen die het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam mogelijk zou willen invoeren, namelijk het afschaffen van laptops in college (zie Bijlagen 2 tm 5) en het online zetten van alle colleges (zie Bijlagen 6 tm 9). In de univalente conditie (N = 39) kregen deelnemers óf vier argumenten vóór de

voorstellen te lezen óf vier argumenten tegen de voorstellen. In de ambivalente conditie (N = 37) kregen deelnemers twee argumenten vóór en twee argumenten tégen de voorstellen te lezen. Deelnemers werden willekeurig verdeeld over de twee onderwerpen en valentie condities. Na het lezen van de eerste tekst gaven deelnemers aan de hand van de Subjective Ambivalence Questionnaire (Priester & Petty, 1996), a = .80, aan hoe ambivalent zij zich voelden. Deze vragenlijst bestaat uit 3 items die op een 9-puntsschaal werden gemeten van 0 tot 9; (geen/erg) conflicterende gedachten, (totaal niet/zeer) besluiteloos, (zeer eenzijdige/zeer gemengde) gevoelens. De scores op de drie vragen werden gemiddeld voor een ambivalentie score, reikend van 0 tot 9. Daarnaast werd objectieve ambivalentie gemeten door 2 items die op een schaal van 0-100 werden gemeten; (helemaal niet/zeer) positief over het voorstel,

(helemaal niet/zeer) negatief over het voorstel. Door middel van de volgende formule werd een objectieve ambivalentie score berekend: (P + N)/2 – [P – N]. Sterke positieve en negatieve gevoelens leidden hiermee tot een hogere ambivalentie score, reikend van -2 tot 4 (Thompson & Zanna, 1995).

Aan de hand van tussen-groepen ANOVA’s bleek dat het verschil tussen de vier

condities wat betreft het online zetten van colleges significant was (zie Figuur 2), F = 4.79, p = .004. Men voelde zich ambivalenter over de ambivalente tekst 1 dan over de univalente tekst met slechts voordelen jegens het online zetten van colleges, p = .02. Ook voelde men zich ambivalenter over de ambivalente tekst 2 dan over de univalente tekst met slechts voordelen, p = .05. Opvallend was dat men zich ambivalenter voelde over de tekst met slechts nadelen

(10)

jegens het online zetten van college dan over de ambivalente tekst 1, p = .15 en de ambivalente tekst 2, p = .08.

Figuur 2. Gemiddelden en standaarderrors van de mate van subjectieve ambivalente voor de vier teksten.

Dit impliceert dat men om te beginnen al vóór het online zetten van colleges was waardoor de tegenargumenten juist voor ambivalentie zorgden. Echter waren deze verschillen niet

significant. Wat betreft de teksten over het afschaffen van laptops in college waren de verschillen tussen de ambivalente en univalente conditie niet significant, F = 1.95, p = .13. Wat betreft objectieve ambivalentie werden er voor beide onderwerpen geen significante verschillen gevonden. Op basis van deze resultaten is besloten om in de huidige studie de tekst over het online zetten van colleges te gebruiken om ambivalentie te manipuleren. Aangezien de verschillen het grootst waren tussen de ambivalente tekst 1 en de univalente tekst 1 met slechts voordelen, zullen deze twee teksten gebruikt worden voor de huidige studie.

0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 M ean

Subjectieve Ambivalentie

Uni voor Uni tegen Amb tekst 1 Amb tekst 2

(11)

Methode Steekproefkarakteristieken en Design

Aan het onderzoek hebben 244 UvA studenten, waarvan 47 mannen, 191 vrouwen en 6 onbekend deelgenomen (M = 20.60, SD = 2.22) in ruil voor proefpersoonpunten. Deelnemers werden willekeurig verdeeld over de cellen van een 2 (ambivalentie vs. univalentie) bij 2 (negatief affect vs. gereduceerd negatief affect) tussen-subjecten design.

Materiaal

Negatief affect manipulatie: Om negatief affect te reduceren, kreeg de helft van de deelnemers de boodschap dat het ervaren van ambivalentie erg positief is omdat het ervoor zorgt dat een goed overwogen standpunt kan worden ingenomen. De andere helft van de deelnemers kreeg neutrale informatie en zou op basis van de theorie zodanig wel negatief affect ervaren (Hass et al., 1992; Luce, 1998; Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009). De neutrale boodschap waarmee negatief affect niet werd gereduceerd, was als volgt: ‘Nu je informatie over de maatregel hebt gelezen, zijn we benieuwd naar je mening en gedachten over dit voorstel. Beantwoord de volgende vragen met betrekking tot de tekst die je zojuist hebt

gelezen. Vervolgens is het noodzakelijk dat je je stem uitbrengt over het voorstel van de UvA’. De boodschap om negatief affect te reduceren, bevatte bovenstaande tekst gevolgd door: ‘Maak je geen zorgen indien je nog twijfelt over je standpunt. Het inzien van voor- en nadelen en het goed nadenken over jouw standpunt, is erg positief omdat het ervoor zorgt dat je een goed overwogen standpunt kan innemen. Je kan op die manier zaken van verschillende kanten bekijken. Dit zorgt ervoor dat je de beste beslissing maakt’.

Negatief affect (Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009). Deze vragenlijst werd tijdens het onderzoek gebruikt als manipulatiecheck voor negatief affect. Negatief affect werd gemeten door te vragen naar specifieke emoties: onrust, spijt, opgejaagdheid en spanning. Positieve

(12)

emoties zijn opgenomen in de vragenlijst ter afleiding voor de deelnemers wat betreft de focus van het onderzoek. De positieve items zijn verder niet meegenomen in de analyses.

Deelnemers konden op een 7-puntschaal van 0 tot 7 (geen/heel erg) aangeven in hoeverre ze elk van deze emoties ervoeren. De scores op de vier items werden gemiddeld voor een negatief affect score, reikend van 0 tot 7.

Procedure

De volledige test konden deelnemers online invullen (zie Bijlage 10). Instructies werden tijdens het onderzoek op het computerscherm weergegeven. Voorafgaande aan het onderzoek kregen deelnemers de beschrijving dat het onderzoek over veranderingen op de UvA ging. Eerst werd een korte introductie gegeven waarin werd verteld dat het College van Bestuur (CvB) aan het overwegen is om een aantal veranderingen te implementeren. De deelnemer kreeg een fictieve brief te lezen van de Centrale Studentenraad over een voorstel van de CvB om alle colleges ook online te gaan zetten. Na het lezen van de tekst kregen deelnemers de boodschap dat zij later hun stem moesten uitbrengen over dit voorstel. Om het belang van de keuze te verhogen, kregen zij de boodschap dat het bestuur nog in overleg was en de uitkomst van de stemmen van de studenten een belangrijke rol zou spelen in het wel of niet invoeren van het voorstel.

De deelnemer kreeg afhankelijk van de conditie een ambivalente of univalente tekst te lezen, getest aan de hand van een pretest, over het voorstel van de UvA om alle colleges ook online te gaan aanbieden. Deelnemers kregen vervolgens de boodschap waarmee negatief affect wel of niet werd gereduceerd (zie materiaal). Vervolgens werd alle deelnemers gevraagd aan te geven in welke mate zij een aantal emoties ervoeren om op die manier negatief affect te meten. Daarna werd de mogelijkheid aangeboden om de keuze uit te stellen door de optie te geven om de keuze direct te maken of eerst een ander niet-gerelateerde taak uit te voeren en daarna de keuze te maken. De niet-gerelateerde taak tijdens het uitstelgedrag of na het maken

(13)

van de keuze was het beschrijven van de veranderingen die men heeft meegemaakt of graag zou willen zien op de UvA. Voor het maken van de keuze klikten deelnemers op één van de twee opties: ‘ik stem vóór het online zetten van alle colleges’ of ‘ik stem tegen het online zetten van alle colleges’. Na het maken van de keuze kreeg de deelnemer de debriefing gevolgd door de melding dat het experiment was geëindigd.

Resultaten

Van de 244 deelnemers hadden 19 deelnemers voor onbekende redenen de test niet afgemaakt. Daarnaast waren 3 deelnemers zelf lid van de Raad van Bestuur. Aangezien de teksten voor hen waarschijnlijk ongeloofwaardig waren, zijn zij uitgesloten van het onderzoek. Aan de hand van de Z-scores (tussen -3.29 en 3.29) op negatief affect van de deelnemers zijn 3 outliers geconstateerd en verwijderd uit de data. Na het uitsluiten van deze deelnemers bleven er 222 deelnemers over voor de analyses. Hiertoe behoorden 45 mannen en 177 vrouwen (M = 20.58, SD = 2.23). Van de overgebleven deelnemers behoorden 112 in de univalente conditie en 110 in de ambivalente conditie.

Analyses zijn uitgevoerd om de betrouwbaarheid van de negatief affect vragenlijst vast te stellen. Van de vragenlijst met de negatief affect items waar de studie zich op focuste (onrust, spijt, opgejaagdheid en spanning), bleek de betrouwbaarheid laag, a = 45. Vanwege deze lage betrouwbaarheid is besloten het item ‘opgejaagdheid’ te verwijderen en negatief affect te meten aan de hand van de drie items onrust, spijt en spanning, a = .80.

Manipulatiecheck

Voorafgaande aan de analyses is gekeken naar de normaliteit van de verdeling. Hieruit bleek dat de data voor de drie negatief affect items waar de studie zich op focuste een positieve skew had, D(219), p < .001 (Kolmogorov-Smirnov). Dat wil zeggen dat merendeel van de deelnemers aangaf weinig negatief affect te ervaren. Om de schending van normaliteit op te

(14)

vangen, is een logtransformatie uitgevoerd. Dit zorgde ervoor dat de data iets normaler was verdeeld (skewness = .75, kurtosis = -.60), D(219), p < .001 (Kolmogorov-Smirnov). Voor de statistieken is de getransformeerde data van negatief affect gebruikt.

Om te controleren of de manipulatie van negatief affect is gelukt, is een tussen-groepen ANOVA uitgevoerd. Tegen verwachtingen in werd er geen significante interactie gevonden tussen ambivalentie en de manipulatie van negatief affect, F(1, 215) = .12 p = .73. Hieruit valt op te maken dat de manipulatie van negatief affect niet geslaagd is. Er was bovendien geen significant verschil tussen de ambivalente en univalente conditie in negatief affect, F(1, 215) = .002, p = .96. Dit betekent dat er tegen verwachtingen in geen verschil was in negatief affect tussen deelnemers die een ambivalente tekst te lezen kregen en deelnemers die een univalente tekst te lezen kregen. Daarnaast kwam uit de tussen-groepen ANOVA naar voren dat er geen significant verschil was in negatief affect tussen de groep bij wie negatief affect gemanipuleerd was en de groep bij wie negatief affect niet gemanipuleerd was, F(1, 215) = .63, p = .43. Deelnemers verschilden, onafhankelijk van ambivalentie, niet in negatief affect wanneer zij de manipulatie wel of niet kregen. Deze resultaten bevestigen het mislukken van de manipulatie van negatief affect.

Uitstelgedrag

Voor het toetsen van de hypothese of negatief affect een invloed uitoefent op uitstelgedrag na het ervaren van ambivalentie, is een logistische regressie uitgevoerd.

Aangezien de manipulatiecheck is mislukt, is negatief affect als continue voorspeller gebruikt voor uitstelgedrag in plaats van de twee categorieën van de manipulatie van negatief affect. Het model bevatte twee onafhankelijke variabelen, ambivalentie (vs. univalentie) en negatief affect en de afhankelijke variabele uitstelgedrag. Uit de logistische regressie kwam naar voren dat van alle deelnemers 93 hun keuze uitstelden en 126 hun keuze direct maakten. Het model classificeerde 56.6% van de gevallen correct. Echter kwam naar voren dat het volledige model

(15)

met alle voorspellers niet significant was, χ²(3) = 2.43, p = .49. Aan de hand van het Wald criterium kwam naar voren dat de interactie tussen ambivalentie (vs univalentie) en negatief affect geen significante voorspeller was voor uitstelgedrag, p = .81. Dit wijst erop dat negatief affect, na het ervaren van ambivalentie, geen invloed uitoefent op uitstelgedrag. Ook bleek negatief affect op zichzelf geen significante voorspeller te zijn voor uitstelgedrag, p = .26. Deze bevindingen laten zien dat aan de hand van deze studie niet bevestigd kan worden dat negatief affect een voorspeller is voor uitstelgedrag.

Tabel 1

Logistische Regressie Model met (log getransformeerde) negatief affect en ambivalentie als voorspellers voor uitstelgedrag

95% C.I.for EXP(B)

B (SE) Sign. Lower Upper

Ambivalentie -.24 (.38) .52 .37 1.65 Negatief affect -1.06 (.94) .26 .06 2.17 Ambivalentie X Negatief Affect .32 (1.30) .81 .11 17.43 Constant .61 (.27) .03 Discussie

Met deze studie is gezocht naar een antwoord op de vraag wat de invloed is van negatief affect op het uitstellen van een keuze over een ambivalent onderwerp. Daarnaast is gekeken naar de invloed van ambivalentie op uitstelgedrag. Uit het onderzoek kwam naar voren dat negatief affect geen invloed had op uitstelgedrag, na het ervaren van ambivalentie. De theorie dat uitstelgedrag een manier is om het negatieve affect dat gepaard gaat met ambivalentie te reduceren (Luce, 1998; Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009), wordt

(16)

derhalve niet ondersteund in dit onderzoek. Bovendien stelden deelnemers hun keuze niet eerder uit na een ambivalente keuze dan na een univalente keuze. Dit is niet in lijn met eerder onderzoek waarin is aangetoond dat uitstelgedrag een manier is om met ambivalentie om te gaan (Nohlen et al., under review).

Het MAID stelt dat men uitstelgedrag vertoont om het negatieve affect ten gevolge van ambivalentie te reduceren (Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009). Dit werd echter niet bevestigd in de huidige studie waarin negatief affect geen voorspeller voor uitstelgedrag bleek te zijn. Men vertoont dus mogelijk ook uitstelgedrag bij afwezigheid van negatief affect. Een belangrijke beperking in het huidige onderzoek is echter dat men überhaupt weinig negatief affect ervoer na het lezen van de teksten. Daarnaast werd er niet méér negatief affect ervaren na het lezen van de ambivalente informatie dan na het lezen van de univalente informatie. Het vaak aangetoonde verband tussen ambivalentie en negatief affect (Hass et al., 1992; Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009) kan om die reden niet worden bevestigd aan de hand van deze studie. Negatief affect wordt versterkt wanneer belangrijke of meerdere doelen worden

tegenwerkt door de confrontatie met een keuze. Een beslissing gaat dus gepaard met meer negatieve emoties wanneer de consequenties van de keuze ernstiger zijn vanwege de

hoeveelheid doelen of het belang van de doelen (Lazarus, 1991b, aangehaald in Luce, 1997). Een voorstel om colleges online te zetten, zoals gebruikt in de huidige studie, is mogelijk niet te generaliseren naar situaties waarin men belangrijkere beslissingen moet maken zoals een verhuizing of het plegen van een abortus. In dit soort situaties valt te verwachten dat men méér en langduriger negatief affect ervaart. In vervolgonderzoek zou gekeken kunnen worden naar situaties waarin het belang van de doelen hoger is of waarin meerdere doelen de keuze belemmeren waardoor er meer negatief affect zal worden ervaren. Dit zou kunnen door deelnemers zelf een lastige situatie waar zij zich ambivalent over voelen aan te laten dragen. Het probleem hierbij is echter dat deelnemers dan al na hebben gedacht over de keuze en zich mogelijk hebben neergelegd bij hun ambivalente gevoelens hierover.

(17)

Het niet vinden van de verwachte relatie tussen ambivalentie, negatief affect en uitstelgedrag kan ook verklaard worden door de invulling van het uitstelgedrag. In de huidige studie is bepaald hoe de uitsteltijd ingevuld werd, namelijk door het uitvoeren van een

willekeurige taak. Men kan de extra tijd echter ook anders gebruiken door bijvoorbeeld grondiger over de informatie na te denken (Clark et al., 2008; Sawicki et al., 2013) of door te zoeken naar nieuwe informatie in de hoop de ambivalentie te reduceren (Sawicki et al., 2013). Het is mogelijk dat men grondiger wil nadenken over de informatie en om die reden uitstelt ook al ervaart men geen negatief affect na ambivalentie. Dat wil zeggen, uitstelgedrag heeft in dat geval waarschijnlijk niet de motivatie om negatief affect te reduceren maar om een

weloverwogen beslissing te maken en zo alsnog uitstelgedrag te vertonen. In de toekomst zou meer onderzoek verricht kunnen worden naar de relatie tussen negatief affect en de invulling van het uitstelgedrag.

Deze wens om grondig informatie te willen verwerken kan bovendien individueel bepaald zijn. Mensen met een hoge need for cognition (Cacioppo & Petty, 1982) hebben een grote behoefte aan het goed overwegen van de opties en zullen zodoende meer uitstelgedrag vertonen omwille van negatief affect. Verder wordt er door sommigen gesproken over

uitstelgedrag als karaktereigenschap door uitstelgedrag op een continuüm te plaatsen (Dewitte & Schouwenburg, 2002). In het huidige onderzoek bestaat de steekproef uit studenten die deelnemen voor het behalen van punten. Het is mogelijk dat deelnemers die ten tijden van dit onderzoek al bezig zijn met het behalen van hun punten, ijverige studenten zijn en minder van deze trek om uit te stellen, vertonen. Het blijkt bijvoorbeeld dat mensen die hoog scoren op uitstelgedrag een groter dan gemiddelde discrepantie hebben tussen intenties en het

daadwerkelijk in actie komen (Steel, Brothen, & Wambach, 2001). Dit zou kunnen verklaren waarom de meerderheid direct hun keuze maakte. Ook is bekend dat uitstellers last hebben van taken niet afmaken (Dewitte & Schouwenburg, 2002) waardoor de steekproef mogelijk

(18)

selectief is wat betreft mate van uitstelgedrag. Het kan interessant zijn om in vervolgonderzoek naar ambivalentie en uitstelgedrag individuele factoren mee te nemen.

Daarnaast is het mogelijk dat, in tegenstelling tot wat het MAID stelt, niet uitstelgedrag maar juist het direct maken van een keuze een manier is om negatief affect te reduceren. Als men negatieve gevoelens ervaart, kan men geneigd zijn zo snel mogelijk een keuze te maken in de hoop dat het oplossen van het conflict ook de negatieve gevoelens zal reduceren. Dit wordt ondersteund door de bevindingen dat men negatief affect ervaart wanneer een keuze gemaakt moet worden (Van Harreveld, Rutjens, et al., 2009). Het valt te verwachten dat wanneer de keuze gemaakt is, men van het conflict af is en negatief affect zodanig ook wordt gereduceerd. Men vertoont dan geen uitstelgedrag om negatief affect te reduceren maar het direct maken van een keuze om negatief affect te reduceren. Vaak kan het maken van een beslissing al een opluchting zijn. Dit zou de afwezigheid van een relatie tussen negatief affect en uitstelgedrag kunnen verklaren en waarom mensen die negatief affect ervaren niet per se meer uitstelgedrag vertonen dan mensen die géén negatief affect ervaren zoals werd verwacht in de huidige studie.

Het feit dat deelnemers over het algemeen weinig negatief affect ervoeren na het ervaren van ambivalentie kan een verklaring zijn voor het mislukken van de manipulatie van negatief affect. Het probleem ligt mogelijk niet zozeer bij het reduceren van negatief affect maar het feit dat deelnemers überhaupt weinig negatief affect ervoeren na de ambivalente keuze. Wanneer negatief affect echter wel aanwezig is, zou desalniettemin nagedacht kunnen worden over een sterkere manipulatie om negatief affect te reduceren. Mogelijk is de korte boodschap om deelnemers gerust te stellen niet sterk genoeg. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het faciliteren van een sterkere boodschap of deelnemers persoonlijk geruststellen.

Naast de invloed van negatief affect op uitstelgedrag is getracht de

onderzoeksuitkomsten te repliceren die er op wijzen dat ambivalentie van invloed is op

(19)

dit niet kunnen bevestigen. Men vertoont niet méér uitstelgedrag na het lezen van ambivalente informatie dan na het lezen van univalente informatie. De betrokkenheid van de deelnemer bij de keuze kan een verklaring zijn voor de hoeveelheid negatief affect die hij/zij ervaart en het belang van uitstelgedrag. Het is van belang dat deelnemers betrokken zijn bij het conflict om vanwege hun ambivalentie uitstelgedrag te vertonen (Nohlen et al., under review). In het huidige onderzoek zijn echter veranderingen van de UvA voorgelegd waar de student zelf consequenties van zal ervaren. Ook valt te verwachten dat deelnemers die deelnemen aan een onderzoek dat over veranderingen op de UvA gaat, hier enige affiniteit mee hebben. Hierdoor valt een zekere mate van betrokkenheid te verwachten.

Een andere verklaring voor de afwezigheid van een relatie tussen ambivalentie en uitstelgedrag kan zijn dat men bij het ervaren van ambivalentie direct een keuze wenst te maken in de hoop de ambivalentie op die manier zo snel mogelijk te reduceren. Dit zou kunnen liggen aan het feit dat men niet verwacht de ambivalentie nog op te kunnen lossen en om die reden maar gelijk een knoop doorhakt. Dit is in lijn met de bevindingen dat men alleen informatie verwerkt waarvan men denkt dat die de ambivalentie kan reduceren (Clark et al., 2008). De verwachting van degene die ambivalentie ervaart om de ambivalentie te kunnen reduceren, kan interessant zijn om in vervolgonderzoek mee te nemen.

Het huidige onderzoek heeft de veronderstelling dat men uitstelgedrag vertoont om negatief affect te reduceren (Luce, 1998; Van Harreveld, Van der Pligt, et al., 2009), niet kunnen bevestigen. Het niet vinden van de verwachte resultaten wil echter niet per se betekenen dat negatief affect geen invloed uitoefent op uitstelgedrag, na het ervaren van ambivalentie. Het onderzoek heeft als belangrijke beperking dat er weinig negatief affect werd ervaren. In de toekomst zal er meer aandacht gericht kunnen worden op de invloed van

ambivalentie op negatief affect en daaropvolgend de invloed van negatief affect op

(20)

uitstelgedrag. Hoewel het huidige onderzoek inzicht biedt in de relatie tussen deze drie constructen, biedt zij ook mogelijkheden tot verbetering. Het manipuleren van negatief affect, de invulling van het uitstelgedrag en individuele factoren zijn onder andere factoren die interessant zijn om mee te nemen in vervolgonderzoek. Een vergroot inzicht in de oorzaken van het uitstellen van keuzes over een ambivalent onderwerp kan mogelijk bijdragen aan het voorkomen van uitstelgedrag. Indien negatief affect inderdaad geen invloed uitoefent op uitstelgedrag na het ervaren van ambivalentie, is het niet wezenlijk relevant om negatief affect te proberen te reduceren met als doel uitstelgedrag te voorkomen. Om te beginnen is echter aanvullend onderzoek naar de relatie tussen ambivalentie en uitstelgedrag noodzakelijk, voordat er gekeken kan worden naar eventuele alternatieve factoren die deze relatie kunnen verklaren.

Referenties

Anderson, C. J. (2003). The psychology of doing nothing: forms of decision avoidance result from reason and emotion. Psychological Bulletin, 129(1), 139.

Cacioppo, J. T., & Petty, R. E. (1982). The need for cognition. Journal of Personality and Social Psychology, 42(1), 116.

Clark, J. K., Wegener, D. T., & Fabrigar, L. R. (2008). Attitudinal ambivalence and message-based persuasion: Motivated processing of proattitudinal information and avoidance of counterattitudinal information. Personality and Social Psychology Bulletin, 34(4), 565– 577.

Dewitte, S., & Schouwenburg, H. C. (2002). Procrastination, temptations, and incentives: The struggle between the present and the future in procrastinators and the punctual.

European Journal of Personality, 16(6), 469–489.

Ferrari, J. R., Johnson, J. L., & McCown, W. G. (1995). Procrastination and task avoidance: Theory, research, and treatment. Springer Science & Business Media. Retrieved from

(21)

https://books.google.nl/books?hl=en&lr=&id=Lu4r0H_wcVcC&oi=fnd&pg=PA1&dq=

procrastination+and+task+avoidance&ots=-g_cu5BshT&sig=VsbazFWV2F2hfD82LHCf_vivOLg

Ferrari, J. R., O’Callaghan, J., & Newbegin, I. (2005). Prevalence of procrastination in the United States, United Kingdom, and Australia: Arousal and avoidance delays among adults. North American Journal of Psychology, 7(1), 1–6.

Hass, R. G., Katz, I., Rizzo, N., Bailey, J., & Moore, L. (1992). When racial ambivalence evokes negative affect, using a disguised measure of mood. Personality and Social Psychology Bulletin, 18(6), 786–797.

Jonas, K., Diehl, M., & Brömer, P. (1997). Effects of Attitudinal Ambivalence on Information Processing and Attitude-Intention Consistency. Journal of Experimental Social

Psychology, 33(2), 190–210. http://doi.org/10.1006/jesp.1996.1317

Luce, M. F. (1998). Choosing to Avoid: Coping with Negatively Emotion‐Laden Consumer

Decisions. Journal of Consumer Research, 24(4), 409–433.

Luce, M. F., Bettman, J. R., & Payne, J. W. (1997). Choice processing in emotionally difficult decisions. Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, 23(2), 384.

Maio, G. R., Greenland, K., Bernard, M., & Esses, V. M. (2001). Effects of Intergroup Ambivalence on Information Processing: The Role of Physiological Arousal. Group Processes & Intergroup Relations, 4(4), 355–372.

Newby-Clark, I. R., McGregor, I., & Zanna, M. P. (2002). Thinking and caring about cognitive inconsistency: When and for whom does attitudinal ambivalence feel uncomfortable? Journal of Personality and Social Psychology, 82(2), 157.

Nohlen, H., Van Harreveld, F., Rotteveel, M., Van der Pligt, J. (under review).

(22)

positive and negative bases of attitudes to subjective ambivalence. Journal of Personality and Social Psychology, 71(3), 431.

Sawicki, V., Wegener, D. T., Clark, J. K., Fabrigar, L. R., Smith, S. M., & Durso, G. R. O. (2013). Feeling Conflicted and Seeking Information When Ambivalence Enhances and Diminishes Selective Exposure to Attitude-Consistent Information. Personality and Social

Psychology Bulletin, 39(6), 735–747. http://doi.org/10.1177/0146167213481388 Senécal, C., Koestner, R., & Vallerand, R. J. (1995). Self-Regulation and Academic

Procrastination. The Journal of Social Psychology, 135(5), 607–619.

Steel, P. (2007). The nature of procrastination: a meta-analytic and theoretical review of quintessential self-regulatory failure. Psychological Bulletin, 133(1), 65.

Steel, P., Brothen, T., & Wambach, C. (2001). Procrastination and personality, performance, and mood. Personality and Individual Differences, 30(1), 95–106.

Thompson, M. M., & Zanna, M. P. (1995). The Conflicted Individual: Personality-Based and Domain Specific Antecedents of Ambivalent Social Attitudes. Journal of Personality, 63(2), 259–288.

Tice, D. M., & Baumeister, R. F. (1997). Longitudinal Study of Procrastination, Performance, Stress, and Health: The Costs and Benefits of Dawdling. Psychological Science, 8(6), 454–458.

Van Harreveld, F., Rutjens, B. T., Rotteveel, M., Nordgren, L. F., & Van Der Pligt, J. (2009). Ambivalence and decisional conflict as a cause of psychological discomfort: Feeling tense before jumping off the fence. Journal of Experimental Social Psychology, 45(1), 167–173.

Van Harreveld, F., Van der Pligt, J., & de Liver, Y. N. (2009). The agony of ambivalence and ways to resolve it: Introducing the MAID model. Personality and Social Psychology Review, 13(1), 45–61.

(23)

between regret and responsibility. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 74(3), 254–272.

(24)

Bijlagen Bijlage 1. Vragenlijst pretest

Beste deelnemer,

Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Lees daarom onderstaande tekst zorgvuldig door.

Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in meningen jegens veranderingen op de UvA. Dit doen we door een tekst en wat vragen aan te bieden.

Gang van zaken tijdens het onderzoek

Er worden twee teksten aangeboden waarna er wat vragen worden gesteld. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur en u ontvangt een halve proefpersoonpunt.

Vertrouwelijkheid van gegevens

Alle onderzoeksgegevens blijven volstrekt vertrouwelijk en worden anoniem verwerkt. Persoonlijke gegevens worden niet ter beschikking gesteld aan derden zonder uw uitdrukkelijke toestemming.

Vrijwilligheid

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Als u tijdens het onderzoek zelf besluit uw medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek alsnog uw toestemming om gebruik te maken van uw gegevens intrekken. U kunt uw medewerking dus te allen tijde staken zonder opgave van redenen. Mocht u uw

medewerking staken, of achteraf, zij het binnen 24 uur, uw toestemming intrekken, dan zullen uw gegevens worden verwijderd uit onze bestanden en worden vernietigd. Verzekering Omdat dit onderzoek geen risico’s voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA.

Nadere inlichtingen

Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, vooraf of achteraf, dan kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Dr. H.U. Nohlen, tel. 0205256886, email h.u.nohlen@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Dr. M. Rotteveel, tel. 0205256713, email

m.rotteveel@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. TOESTEMMINGSVERKLARING

Dit formulier hoort bij de informatie die u zojuist heeft ontvangen over het onderzoek waar u aan deelneemt. Met deze digitale ondertekening verklaart u dat u de deelnemersinformatie heeft gelezen en begrepen. Verder geeft u met de ondertekening te kennen dat u akkoord gaat met de gang van zaken zoals deze staat beschreven in de informatiebrochure. Als u nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Dr. H.U. Nohlen, tel. 0205256886, email h.u.nohlen@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Facultaire Commissie Ethiek (FMG-UvA), Dr. M. Rotteveel, tel. 0205256713, email m.rotteveel@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam.

“Ik heb de informatie gelezen en begrepen en geef toestemming voor deelname aan het onderzoek en gebruik van de daarmee verkregen gegevens. Ik behoud daarbij het recht om

(25)

zonder opgaaf van reden deze instemming binnen 24 uur weer in te trekken. Tevens behoud ik het recht op ieder door mij gewenst moment te stoppen met het experiment.”

 Ja  Nee

Vul voordat het onderzoek begint de volgende vragen in: Geslacht  Man  Vrouw Leeftijd … UvA student  Ja  Nee Beste deelnemer,

Het onderzoek zal zo starten. Lees de volgende introductie alvorens door te klikken naar het volgende scherm. Het afgelopen jaar heeft er een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden op de Universiteit van Amsterdam. Naast de vele protesten, zijn er ook nieuwe leden van het College van Bestuur (CvB) benoemd. Dit nieuwe bestuur heeft een aantal nieuwe plannen op de agenda staan. Deze veranderingen hebben uiteraard invloed op de studenten. Om voor de belangen van de studenten op te komen, is de Centrale Studentenraad nauw verbonden met de voorstellen van het CvB. Zo zorgen zij ervoor dat ook de studenten achter de nieuwe besluiten staan.

Je krijgt zometeen twee los van elkaar staande brieven van de Centrale Studentenraad te lezen over ideeën van het CvB. Na het lezen van de tekst zal je gevraagd worden je stem uit te brengen over dit voorstel. Aangezien het bestuur nog in overleg is met andere

organisatietakken en de Centrale Studentenraad, speelt de uitkomst van de stemmen, en dus jouw stem, een belangrijke rol in het wel of niet invoeren van de verandering. Het is niet mogelijk om terug te keren naar het vorige scherm. Lees de brieven dus aandachtig door. Indien je geen UvA student bent, beeld je dan zo goed mogelijk in dat het voorstel van jouw Universiteit/Hogeschool komt.

 Eerste tekst met voorstel van de UvA gepresenteerd

Nu je informatie over de maatregelen hebt gelezen, zijn we benieuwd naar je mening en gedachten over dit voorstel. Beantwoord de volgende vragen met betrekking tot de tekst die je zojuist hebt gelezen over het afschaffen van laptops.

1) In hoeverre ervaar je conflicterende gedachten over het plan van de UvA om laptops af te schaffen in college?

Geen conflicterende gedachten – erg conflicterende gedachten

2) Hoe besluiteloos voel je je over het plan van de UvA om laptops af te schaffen in college? Totaal niet besluiteloos – zeer besluiteloos

3) In hoeverre ervaar je gemengde gevoelens over het plan van de UvA om laptops af te schaffen in college?

(26)

Zeer eenzijdige gevoelens – zeer gemengde gevoelens

4) Hoe positief/negatief ben je over het voorstel van de UvA om laptops af te schaffen in college?

Helemaal niet positief – zeer positief Helemaal niet negatief – zeer negatief

Nu krijg je de gelegenheid om je stem uit te brengen over het voorstel van de UvA. Ben je vóór of tegen het afschaffen van laptops in college?

 Ik ben vóór het afschaffen van laptops  Ik ben tegen het afschaffen van laptops

Zojuist heb je over één van de ideeën van het College van Bestuur gelezen. Nu zal een tweede onderwerp worden beschreven aan de hand van een brief van de Centrale Studentenraad. Vervolgens zal je wederom worden gevraagd je stem over dit voorstel uit te brengen. Lees de tekst dus aandachtig door.

 Tweede tekst met voorstel van de UvA gepresenteerd met daarop volgend dezelfde vragen en het uitbrengen van de stem.

Het onderzoek is bijna ten einde. Graag vragen wij je om nog wat korte vragen te beantwoorden.

Hoe lang is gemiddeld je reistijd naar school? 0 – 100 minuten

Hoeveel jaar denk je nog te studeren ná dit studiejaar?  0 jaar

 1 jaar  2 jaar  3 jaar

 Meer dan 3 jaar

Gebruik je zelf een laptop in college?  Ja

 Nee  Af en toe

Hoeveel % van de colleges woon je gemiddeld bij van een vak? 0 – 100 procent

Ben jij lid van het bestuur van de centrale studentenraad?  ja

 nee

Beste deelnemer,

Bedankt voor uw deelname aan dit survey-onderzoek. Met dit onderzoek wilden we te weten komen of de teksten eenduidige meningen kunnen oproepen. De maatregelen in de tekst worden - na ons weten - niet van de CvB besproken. Klik op het pijltje naar rechts om de vragenlijst af te sluiten.

(27)

Bijlage 2. Univalente tekst vóór het afschaffen van laptops in college

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een

aantal ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen. In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Laptops afschaffen in college

Eén van de voorstellen van het CvB is om laptops af te schaffen in college. Wij, de Centrale Studentenraad, zijn vóór dit voorstel om laptops af te schaffen in college. Wij menen dat het gebruik van laptops namelijk de volgende nadelen met zich meebrengt: • Het gebruik van laptops tijdens college zorgt voor té veel afleiding voor de student

aangezien men snel op social media en andere websites kijkt.

• Daarnaast zorgt het voor afleiding voor de medestudenten vanwege het storende type-geluid

• Ook is het afleidend voor de medestudenten om allerlei wisselende (social media) schermen voor zich te zien.

• Tot slot is het onpersoonlijk naar de docent(e) toe aangezien hij/zij tegen allemaal laptops aankijkt tijdens het lesgeven.

Om deze redenen zijn wij vóór het afschaffen van laptops tijdens college. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen vertegenwoordigen. Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel.

Met vriendelijke groet, De Centrale Studentenraad

(28)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen. In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Laptops afschaffen in college

Eén van de voorstellen van het CvB is om laptops af te schaffen in college. Wij, de Centrale Studentenraad, zijn tégen het afschaffen van laptops in college. Wij menen dat het gebruik van laptops namelijk de volgende voordelen met zich meebrengt: • Door het typen, is het maken van aantekeningen makkelijker bij te benen.

• Daarnaast zijn de aantekeningen op een laptop makkelijker te wijzigen en samen te voegen.

• Ook kan de student op een laptop naast de aantekeningen ook de collegeslides of andere bestanden erbijhouden.

• Tot slot is het handig dat alle aantekeningen goed bij elkaar zijn geordend.

Om deze redenen zijn wij tégen het afschaffen van laptops tijdens college. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen

vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(29)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen. In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Laptops afschaffen in college

Eén van de voorstellen van het CvB is om laptops af te schaffen in college. Wij, de Centrale Studentenraad, aarzelen nog over het afschaffen van laptops in college. Wij menen dat het gebruik van laptops namelijk de volgende voor- en nadelen met zich meebrengt:

Nadelen:

• Een nadeel van het gebruik van laptops tijdens college, is dat het voor

té veel afleiding zorgt voor de student aangezien men snel op social media en andere websites kijkt.

• Daarnaast is een nadeel dat het voor afleiding zorgt voor de medestudenten vanwege het storende type-geluid.

Voordelen:

• Een voordeel van het gebruik van laptops, is dat het ervoor zorgt dat het maken van aantekeningen voor de student beter bij te benen is.

• Bovendien is een voordeel dat het makkelijker is om de aantekeningen te wijzigen en samen te voegen.

Om deze redenen zijn wij nog in aarzeling over het afschaffen van laptops tijdens college. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(30)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen. In het verleden is namelijk gebleken dat onze

acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Laptops afschaffen in college

Eén van de voorstellen van het CvB is om laptops af te schaffen in college. Wij, de

Centrale Studentenraad, aarzelen nog over het afschaffen van laptops in college. Wij menen dat het gebruik van laptops namelijk de volgende voor- en nadelen met zich meebrengt: Nadelen:

• Een nadeel van het gebruik van laptops tijdens college, is dat het voor té veel afleiding zorgt voor de medestudenten vanwege de wisselende (social media) schermen die hij om zich heen ziet.

• Daarnaast is een nadeel dat het onpersoonlijk naar de docent(e) toe is aangezien hij/zij tegen allemaal laptops aankijkt tijdens het lesgeven.

Voordelen:

• Een voordeel van het gebruik van laptops, is dat het ervoor zorgt dat de student naast de aantekeningen ook de collegeslides er makkelijk bij kan houden of andere

bestanden.

• Bovendien is een voordeel dat de aantekeningen allemaal bij elkaar geordend zijn. Om deze redenen zijn wij nog in aarzeling over het afschaffen van laptops tijdens college. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(31)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen. In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Alle colleges online aanbieden

Eén van de voorstellen van het CvB is om alle colleges óók online aan te bieden. Wij, de Centrale Studentenraad, zijn vóór dit voorstel aangezien wij menen dat het online zetten van colleges de volgende voordelen met zich meebrengt:

• De student is een stuk flexibeler wat betreft tijdsindeling door zelf in te delen wanneer hij het college bekijkt/bijwoont.

• Daarnaast kan de student colleges op deze manier herhalen bij het voorbereiden van een tentamen.

• Ook zal de student meer aandacht hebben voor het college omdat hij zelf een geschikt moment kiest om het college te bekijken.

• Tot slot scheelt het voor de student reistijd.

Om deze redenen zijn wij vóór het voorstel om alle colleges óók online aan te bieden. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen

vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(32)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen.

In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Alle colleges online aanbieden

Eén van de voorstellen van het CvB is om alle colleges óók online aan te bieden. Wij, de Centrale Studentenraad, zijn tégen dit voorstel aangezien wij menen dat het online zetten van colleges de volgende nadelen met zich meebrengt:

• Het voornemen om het college online te kijken, gebeurt uiteindelijk weinig waardoor de student minder van de stof meekrijgt.

• Daarnaast heeft de student minder interactie met medestudenten.

• Ook is er geen mogelijkheid tot interactie of vragen stellen aan de docent(e) als studenten het college online kijken.

• Tot slot zullen studenten minder naar de colleges toekomen wat vervelend voor de docent(e) kan zijn.

Om deze redenen zijn wij tégen het voorstel om alle colleges óók online aan te bieden. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen

vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(33)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen.

In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Alle colleges online aanbieden

Eén van de voorstellen van het CvB is om alle colleges óók online aan te bieden. Wij, de Centrale Studentenraad, aarzelen nog over dit voorstel aangezien wij menen dat het online zetten van colleges zowel voor- als nadelen met zich meebrengt:

Voordelen:

• Een voordeel van online colleges is dat de student een stuk flexibeler is wat betreft tijdsindeling door zelf in te delen wanneer hij het college bekijkt/bijwoont.

• Daarnaast is een voordeel dat colleges herhaald kunnen worden bij het voorbereiden van een tentamen.

Nadelen:

• Een nadeel van online colleges is dat het voornemen om het college online te kijken, uiteindelijk weinig gebeurt waardoor de student minder van de stof meekrijgt. • Bovendien is een nadeel dat de student minder interactie heeft met medestudenten. Om deze redenen zijn wij nog in aarzeling over het voorstel om alle colleges óók online aan te bieden. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(34)

Beste student,

Zoals je in eerdere mails van ons hebt kunnen vernemen, heeft er een aantal

ontwikkelingen binnen de UvA plaatsgevonden. Naast het aftreden van het College van Bestuur (CvB), heeft het CvB nu ook een aantal veranderingen op de agenda staan die op jou van invloed zijn. Aangezien wij het belang van de student voorop stellen, willen wij alvast onze visie op deze ideeën met jullie delen en jullie de gelegenheid geven jullie stem hierover uit te brengen. In het verleden is namelijk gebleken dat onze acties een belangrijke invloed uitoefenen op de beslissingen van het CvB.

Alle colleges online aanbieden

Eén van de voorstellen van het CvB is om alle colleges óók online aan te bieden. Wij, de Centrale Studentenraad, aarzelen nog over dit voorstel aangezien wij menen dat het online zetten van colleges zowel voor- als nadelen met zich meebrengt:

Voordelen:

• Een voordeel van online colleges is dat de student meer aandacht zal hebben voor het college omdat hij zelf een geschikt moment kiest om het college te bekijken. • Daarnaast is een voordeel dat het de student reistijd scheelt.

Nadelen:

• Een nadeel van online colleges is dat er geen mogelijkheid is tot interactie of vragen stellen aan de docent(e).

• Bovendien is een nadeel dat studenten minder naar de colleges zullen toekomen wat vervelend voor de docent(e) kan zijn.

Om deze redenen zijn wij nog in aarzeling over het voorstel om alle colleges óók online aan te bieden. Wij horen graag jullie mening hierover om jullie mening zo goed mogelijk te kunnen vertegenwoordigen.

Wij houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen omtrent dit voorstel. Met vriendelijke groet,

De Centrale Studentenraad

(35)

Beste deelnemer,

Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Lees daarom onderstaande tekst zorgvuldig door.

Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in meningen jegens veranderingen op de UvA. Dit doen we door een tekst en wat vragen aan te bieden.

Gang van zaken tijdens het onderzoek

Er wordt een tekst aangeboden waarna er wat vragen worden gesteld. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur en u ontvangt een halve proefpersoonpunt.

Vertrouwelijkheid van gegevens

Alle onderzoeksgegevens blijven volstrekt vertrouwelijk en worden anoniem verwerkt. Persoonlijke gegevens worden niet ter beschikking gesteld aan derden zonder uw uitdrukkelijke toestemming.

Vrijwilligheid

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Als u tijdens het onderzoek zelf besluit uw medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek alsnog uw toestemming om gebruik te maken van uw gegevens intrekken. U kunt uw medewerking dus te allen tijde staken zonder opgave van redenen. Mocht u uw

medewerking staken, of achteraf, zij het binnen 24 uur, uw toestemming intrekken, dan zullen uw gegevens worden verwijderd uit onze bestanden en worden vernietigd.

Verzekering

Omdat dit onderzoek geen risico’s voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA. Nadere inlichtingen Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, vooraf of achteraf, dan kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Dr. H.U. Nohlen, tel. 0205256886, email h.u.nohlen@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Dr. M. Rotteveel, tel. 0205256713, email m.rotteveel@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam.

TOESTEMMINGSVERKLARING

Dit formulier hoort bij de informatie die u zojuist heeft ontvangen over het onderzoek waar u aan deelneemt. Met deze digitale ondertekening verklaart u dat u de deelnemersinformatie heeft gelezen en begrepen. Verder geeft u met de ondertekening te kennen dat u akkoord gaat met de gang van zaken zoals deze staat beschreven in de informatiebrochure. Als u nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Dr. H.U. Nohlen, tel. 0205256886, email h.u.nohlen@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Facultaire Commissie Ethiek (FMG-UvA), Dr. M. Rotteveel, tel. 0205256713, email m.rotteveel@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam.

(36)

“Ik heb de informatie gelezen en begrepen en geef toestemming voor deelname aan het onderzoek en gebruik van de daarmee verkregen gegevens. Ik behoud daarbij het recht om zonder opgaaf van reden deze instemming binnen 24 uur weer in te trekken. Tevens behoud ik het recht op ieder door mij gewenst moment te stoppen met het experiment.”

 Ja  Nee

Vul voordat het onderzoek begint de volgende vragen in: Geslacht  Man  Vrouw Leeftijd … UvA student  Ja  Nee Beste deelnemer,

Het onderzoek zal zo starten. Lees de volgende introductie alvorens door te klikken naar het volgende scherm. Het afgelopen jaar heeft er een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden op de Universiteit van Amsterdam. Naast de vele protesten, zijn er ook nieuwe leden van het College van Bestuur (CvB) benoemd. Dit nieuwe bestuur heeft een aantal nieuwe plannen op de agenda staan. Deze veranderingen hebben uiteraard invloed op de studenten. Om voor de belangen van de studenten op te komen, is de Centrale Studentenraad nauw verbonden met de voorstellen van het CvB. Zo zorgen zij ervoor dat ook de studenten achter de nieuwe besluiten staan. Je krijgt zometeen een brief van de Centrale Studentenraad te lezen over een voorstel van het CvB. Na het lezen van de tekst zal je gevraagd worden je stem uit te brengen over dit voorstel. Aangezien het bestuur nog in overleg is met andere organisatietakken en de Centrale Studentenraad, speelt de uitkomst van de stemmen, en dus jouw stem, een belangrijke rol in het wel of niet invoeren van de verandering. Lees de brief dus aandachtig door.

Brief van de UvA gepresenteerd

Nu je informatie over de maatregel hebt gelezen, zijn we benieuwd naar je mening en

gedachten over dit voorstel. Beantwoord de volgende vragen met betrekking tot de tekst die je zojuist hebt gelezen. Vervolgens is het noodzakelijk dat je je stem uitbrengt over het voorstel van de UvA. Maak je geen zorgen indien je nog twijfelt over je standpunt. Het inzien van voor- en nadelen en het goed nadenken over jouw standpunt, is erg positief omdat het ervoor zorgt dat je een goed overwogen standpunt kan innemen. Je kan op die manier zaken van

verschillende kanten bekijken. Dit zorgt ervoor dat je de beste beslissing maakt. Of

Nu je informatie over de maatregelen hebt gelezen, zijn we benieuwd naar je mening en gedachten over dit voorstel. Beantwoord de volgende vragen met betrekking tot de tekst die je zojuist hebt gelezen. Vervolgens is het noodzakelijk dat je je stem uitbrengt over het voorstel van de UvA.

In hoeverre ervaar je op dit moment de volgende emoties over het uitbrengen van je stem? 0 – 7

(37)

In hoeverre ervaar je op dit moment onrust? In hoeverre ervaar je op dit moment blijdschap? In hoeverre verwacht je spijt te krijgen over je keuze? In hoeverre ervaar je op dit moment woede?

In hoeverre ervaar je op dit moment irritatie? In hoeverre ervaar je op dit moment tevredenheid? In hoeverre ervaar je op dit moment nervositeit? In hoeverre ervaar je op dit moment opgejaagdheid? In hoeverre ervaar je op dit moment paniek?

In hoeverre ervaar je op dit moment onrust?

In hoeverre ervaar je op dit moment enthousiasme? In hoeverre ervaar je op dit moment angst?

In hoeverre ervaar je op dit moment spanning? In hoeverre ervaar je op dit moment spanning? In hoeverre ervaar je op dit moment teleurstelling? In hoeverre ervaar je op dit moment schuld? In hoeverre ervaar je op dit moment schaamte? In hoeverre ben je op dit moment ontspannen? In hoeverre ben je op dit moment verrast? In hoeverre ervaar je op dit moment stress?

Wil je nu je stem uitbrengen en daarna een niet-gerelateerde taak uitvoeren of eerst een ander niet-gerelateerde taak uitvoeren en daarna de keuze maken?

 Eerst door naar volgende taak  Nu mijn keuze maken

Uitsteltaak: We zijn benieuwd naar jouw ervaringen met de UvA. Omschrijf daarom hieronder wat voor veranderingen jij hebt meegemaakt tijdens je studie op de UvA. Omschrijf vervolgens wat je graag veranderd zou willen zien op de UvA.

Ben je vóór of tegen het voorstel van de UvA om alle college’s online te zetten?  Ik ben voor het online zetten van college's

 Ik ben tegen het online zetten van college's

Het onderzoek is bijna ten einde. Graag vragen wij je om nog wat korte vragen te beantwoorden.

Hoe lang is gemiddeld je reistijd naar school? 0 – 100 minuten

Hoeveel jaar denk je nog te studeren ná dit studiejaar?  0 jaar

 1 jaar  2 jaar  3 jaar

(38)

Hoeveel % van de colleges woon je gemiddeld bij van een vak? 0 – 100 procent

Ben jij lid van het bestuur van de centrale studentenraad?  ja

 nee

Beste deelnemer,

Bedankt voor uw deelname aan dit survey-onderzoek. Met dit onderzoek wilden we te weten komen of het ervaren van negatief affect, na het lezen van ambivalente informatie, voor het uitstellen van keuzes zorgt. De maatregelen in de tekst worden - na ons weten - niet van de CvB besproken. Klik op het pijltje naar rechts om de vragenlijst af te sluiten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De school hoeft ook geen verzuimmelding te doen voor kinderen die (met of zonder hun ouders) naar een land reizen waarvoor het reisadvies tijdens de vakantie wijzigt van geel

Met een kennismakingsgesprek heet je nieuwe leden hartelijk welkom binnen je vereniging en geef je ze een goede start?. In zo’n persoonlijk gesprek licht

Heinemann heeft, niet slechts door Willy Brandt in diens retraite in de Eifel op te zoeken, hem te omhelzen en 'oh, Willy' te fluisteren, maar vooral door in plaats van de Ieider

Lid 1: Door middel van het Beleidskader decentraal bestuur waarborgt Onze minister dat er voor de uitvoering van taken in medebewind voldoende financiële middelen ter beschikking

De kosten voor een traplift zijn niet meer fiscaal aftrekbaar en worden door de zorgverzekering niet meer vergoed.. Wel kunt u bij de gemeente informeren of u voor vergoeding

Marian Wisse, MA is katholiek geestelijk verzorger in het UMCU, Willem Blokland is humanistisch geestelijk verzorger en Hoofd Dienst voor Levensoriëntatie &amp; Geestelijke

Indien op naam van de innende entiteit, dus de rechtspersoon of natuurlijk persoon die de honoraria int, niet meer dan 25.000 euro jaaromzet voor niet-therapeutische diensten

De vergaderingen zijn openbaar en toegankelijk voor alle leden, het stemrecht wordt uitgeoefend door de afgevaardigden van de afdelingen.. Jaarlijks worden deze afgevaardigden door