• No results found

Vrouw, aan jou het wonder van het land : vrouwenarbeid en seksualiteit in Galicië

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vrouw, aan jou het wonder van het land : vrouwenarbeid en seksualiteit in Galicië"

Copied!
113
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

-1-VROUW, AAN JOU HET WONDER VAN HET LAND

Vrouwenarbeid en seksualiteit in Galicië

" 1

r:r

és o mil.agre da terra

Britt Fontaine Anna Aal.ten

e, a terra é un mil.agre teu"

Maria Docampo, Muller ( Ji,j bent het wonder van het land

en het land is een wonder van jou)

doktoraalskriptie

Antropologisch-Sociologisch Centrum Sarphatistraat l.06A, 1018 GV Amsterdam

(3)

(§)Anna Aalten/Britt Fontaine Amsterdam november 1981 foto voorkant : @Anna Aalten

voor A. voor B.

(4)

INHOUD

KAAR'r VAN GALICIE

4

SAMENVATTING/HESUMEN 5

VOORWOORD

6

I. PRODUKTIE EN HEPRODUK"rrn: 'I'EORE'rIESE ACH'I'ERGRONDEN 9

Vrouwenarbeid en sosiale produktie 10

De arbeidsdeling op basis van sekse 12

Prod:tJktie-reproduktie 14

Het begrip 'reproduktie' 16

Onze kritiek 18

Organisatie van sek.sualitei t en biologiese reproduktie 20

Eer en schande 22

Psychologiese aspekten 24

II.DE SOSIAAL-EKONOMIESE ACHTERGHOND VAN HET GEBIED 27 De parochie Ribeira

De verdeling van het landbezit 29

Het erfsysteem 33

Migratie 36

Migratiegeschiedenis van Hibeira 37

Onderontwikkeling en werkgelegenheid 40

Werkgelegenheid in Ribeira ~2

III. VROUWENARBEID IN DE LANDBOUW

45

Arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen

46

Veranderingen in de landbouw

48

Boerenhuishoudens onder kapi talistiese verhoudingen 52

De gevolgen voor vrouwen 53

IV.VHIJAGES EN ONGEHUWD MOEDERSCHAP 57

Aktieve seksualiteit bij vrouwen 58

Vrijages en seksualiteit 59 Ongehuwd moederschap 62 Seksualiteit en produktiewijze 6'{ V. HUWELIJK EN MOEDERSCHAP

TO

Het huwelijk 71 Ekonomiese verhoudingen

T4

Het materiële belang van kinderen 75

Moederschap en verzorging

TT

De ideologie van het moederschap 80

Moeder-dochter relaties 82

Heligie

84

NAWOORD 8'{

NOTEN 90

(5)
(6)

SAMENVA~1TING

In deze doktoraalskriptie worden enkele teoretiese begrippen, zoals die binnen de feministiese antropologie ontwikkeld zijn, uitgewerkt en getoetst in antropologies veld-onderzoek in Galicië, een gebied in noord-west Spanje, Zowel in de vraagstellingen ais in de uitwerking van het onderzoek staan de begrippen 'produktie' en 'reproduktie' sentraal. Geprobeerd wordt om aan te geven wat het belang is van deze begrippen voor de analyse van de onderdrukking van vrouwen, en op welke manier zij bijdragen aan het stellen van de juiste vragen bij empiries onderzoek naar histories spesifieke vormen van vrouwen-onderdrukking. Daarbij ligt de nadruk op de analyse van de machts-verhoudingen tussen de seksen onder bepaalde produktiemachts-verhoudingen, en op het verband tussen de organisatie van de produktie en van de reproduktie. Met betrekking tot dit laatste wordt uitgebreid

aandacht besteed aan de organisatie van seksualiteit en voortplanting en aan de psychiese en ideologiese aspekten hiervan.

RESUMEN

En esta tesis algunos conceptos teoréticos, coma se han desarrollado dentro de la antropologia feminista, se han hecho y fueron puestos a prueba en una investigación antropológica en Galicia, región en el noroeste de Espa~a. Tante en la formulación de las preguntas coma en la elaboración de la investigación los conceptos 'producción' y

'reproducción' han formado el punto central. Se intenta indicar cuál es el interés de estos conceptos para el análisis de la opresión de la muJer, y de cuál manera contribuyen hacer las preguntas atinadas en la igación empirica de las espec formas históricas de la opresión de la mujer. En esto el acento se ha puesto en el análisis de las relaciones del poder entre los sexos bajo ciertos modes de producción y en la conexión entre la organización de la producción y la de la reproducción. Respecto de la ultima se presta mucha atención a la organización de la sexualidad y de la procreación y a sus aspectos psiquicos e ideológicos.

(7)

·-6-VOORWOORD

Het onderzoeksmateriaal, dat aan deze doktoraalskriptie ten grond-slag ligt, heeft een lange voorgeschiedenis. Toen wij in

1978

rond-liepen met plannen voor een leeronderzoek in Spanje, stuitten wij toevallig op een artikel Hl het Engelse feministiese maandblad

'Spare Rib'. Het artikel ging over Galicië, een landstreek in het noord-westen van Spanje, waar sprake zou zijn van een matriarchaat. In dat artikel, van de Spaanse antropologe Maria-Luisa Rey Henningsen, wordt Galicië beschreven als een gebied waar vrouwen niet alleen

ekonomies onafhankelijk zijn, maar ook een enorme seksuele vrijheid hebben, die zeer uitzonderlijk is in het patriarchale katolieke Spanje. Ondanks onze twijfels aangaande het bestaan van een matriar-chaat in het algemeen en in Spanje in het bi,j zonder, was onze belang-stelling gewekt.

We verzamelden het materiaal tijdens twee afzonderlijke onderzoeken, die overigens wel in hetzelfde dorp plaatsvonden en waarvan de probleem-stellingen nauw samenhingen. In het eerste onderzoek, dat duurde van mei-september

1979,

stond de arbeid van vrouwen sentraal. We veronder-stelden in onze eerste onderzoeksopzet dat, als vrouwen in Galicië zo onafhankelijk en dominant waren als Henningsen in haar artikel stelde, dit misschien kwam doordat de meeste mannen in Galicië, een onderontwikkelde provinsie van Spanje met veel emigratie, als gast-arbeiders elders werkten en de vrouwen alleen, en dus zelfstandig, voor al het landbouwwerk verantwoordelijk waren. Met ons onderzoek wilden we proberen, ons een beeld te vormen van de geschiedenis van de vrouwenarbeid in het dorp en van de manier waarop hierin de laatste dertig jaar verandering is gekomen. We wilden met name kijken naar het werk van vrouwen in de landbouw en naar de mogelijkheden voor vrouwen om 6f in Galicië zelf 6f elders loonarbeid te verrichten. Vragen die we daarbij hadden waren: Hoe waarderen vrouwen zichzelf en haar arbeid? Wat betekent het voor vrouwen om in de landbouw te werken in een samenJeving waar die landbouw steeds marginaler wordt? Levert het haar onafhankelijkheid op, een eigen inkomen waarover zij zelf kunnen beschikken, een autonome positie ten opzichte van haar echtgenoot, of alleen een kapotte rug, die het resultaat is van haar dubbele taak?

(8)

onderzoeks-metoden. Gedurende de eerste drie weken verrichtten we een sensus, waarbij we in alle huishoudens algemene vragen stelden over het grondbezit en over de verdeling van het werk. In diezelfde periode doken we ook in de gemeente-archieven, voor zover die nog bewaard gebleven waren, voor informatie over de bevolkingsgroei en -afname en over de samenstelling van de huishoudens. De rest van onze

onderzoekstijd besteedden we aan het maken van tijdbestedingsstudies en diepte-interviews. De metode van partisiperende observatie was gedurende de hele onderzoeksperiode heel belangrijk. De resultaten van dit onderzoek werden verwerkt in het artikel "Nu doen we het mannenwerk er ook nog bij" Vrouwenarbeid en de ontwikkeling van het kapitalisme in Galicië, dat verscheen in de Socialisties-Feministiese Teksten nummer

5

(1981).

Tijdens onze voorbereidingen van dat artikel werd ons een aantal belangrijke lakunes in ons onderzoek duidelijk. Door de grote nadruk die wij in ons onderzoek gelegd hadden op de arbeid van vrouwen waren andere, minstens even belangrijke, aspekten van de levens van vrouwen een beetje uit ons gezichtsveld verdwenen. We hadden veel te weinig aandacht gehad voor bijvoorbeeld seksualiteit en moederschap, en dat gebrek was bij onze pogingen om iets te zeggen over de positie van vrouwen in Galicië ook duidelijk merkbaar. Het was daarom goed dat we ruim een jaar later in de gelegenheid waren om, gedeeltelijk met een onderzoeksubsidie van de Universiteit van Amsterdam een vervolgonderzoek te doen.

Onze aandacht ging tijdens dat tweede onderzoek in de eerste plaats uit naar de heersende ideologie ten aanzien van de seksualiteit van vrouwen en naar de manier waarop hierin de laatste dertig jaar veran-dering is gekomen. We hielden ons bezig met vragen als: Werden vrouwen in Galicië geacht een aktieve seksualiteit te hebben? Was er sprake van een sterke maagdelijkskultus? Hoe keek men aan tegen buiten-echtelijke seksualit t en hoe ging men om met ongehuwde moedeni en haar kinderen? Is er sprake van een samenhang tussen het

belang-rijke aandeel van vrouwen in de sosiale produktie en de ideologie ten aanzien van vrouwelijke seksualiteit? Wat betekenen de resente

veranderingen in de ekonomiese positie van vrouwen voor de houding tegenover vrouwelijke seksualiteit?

We vonden in Galicië beslist geen matriarchaat. Wel zagen we dat vrouwen door haar werk in de landbouw een grote, duidelijk zichtbare,

(9)

-8·-bijdrage leveren aan de instandhouding van het huishouden. Een bijdrage, die haar enige zelfstandigheid en een grote bewegings-vrijheid verschaft. Bovendien hebben vrouwen in Galic een zekere zeggenschap over haar eigen seksualiteit en zijn ze zeker niet, zoals in een aantal andere gebieden in Zuid-Europa, gereduseerd tot baarmachines. Maar we zagen ook dat er een terrein is waar vrouwen altijd en eeuwig voor opdraaien: de huishouding en de zorg voor anderen, of dat nu kinderen, oude mensen of mannen zijn, Dat is dan ook de reden dat wij in deze skriptie, naast vrouwenarbeid en

seksualiteit, uitgebreid aandacht besteden aan die institutie, waar-binnen dat eeuwige zorgen van vrouwen bij uitstek georganiseerd is: het moederschap. Want vrouwen in Galicië mogen dan wel een relatief autonome positie hebben, zeker vergeleken met veel vrouwen in andere delen van de wereld, zij worden door haar moederschap letterlijk op haar plaats gehouden. En die plaats is op het land, in het werk in de landbouw, dat haar altijd die autonome positie heeft opgeleverd, maar dat haar nu gevangen houdt.

In dit Voorwoord willen we allereerst de vrouwen van Ribeira (de naam van het dorp is een pseudoniem) bedanken voor alle informatie, die zij ons gaven, en voor de warmte, die wij van hen ondervonden. Ook bedanken wij Lenie Brouwer, 'reresa Fogelberg, Yvette Lawson,

Marijke Mossink, Mariël Otten, Marie den Uyl, Hans Vermeulen en Saskia Wieringa voor alle hulp, die wij tijdens de verschillende stadia van het onderzoek en bij het schrijven van deze skriptie van hen kregen.

In het bijzonder danken wij Wim Ettema, die van het begin tot het einde een grote stimulans voor ons geweest is. Maar vooral bedanken wij elkaar voor het feit dat we toch steeds weer samen uit onze moeilijkheden gekomen zijn en voor het intense plezier dat we zo vaak samen hadden.

(10)

_;_G._ PHODJJKTIE EN REPRODUK'I'IE: TEORETIESE ACHTERGRONDEN

"De maatschappelijke instellingen, waaronder de mensen van een bepaald historisch tijdperk en van een bepaald land leven, worden bepaald door beide soorten van produktie: enerzijds door de trap van ont:wikkeling van de arbeid, anderzijds door die van het gezin." (Engels 1891:8)

Het is geen toeval dat wij deze doktoraalskriptie beginnen met een sitaat van Friedrich Engels. Niet alleen geven de aangehaalde woorden heel goed weer waarover wij het in deze skriptie zullen hebben, maar tevens willen wij met dit sistaat aangeven dat wij onszelf en ons werk plaatsen binnen een bepaalde feministiese stroming, de sosialisties-feministiese. In dit eerste hoofdstuk gaan we in op een aantal begrip-pen, die voor ons onderzoek belangrijk zijn geweest. Deze begrippen zijn voornamelijk ontwikkeld binnen de sosialisties-feministiese beweging, die in haar teorievorming geînspireerd is door het werk van Engels en van andere, op zijn werk voortbouwende teoretisi. Naast de

1

verschillende feministiese kritieken en aanvullingen op dit werk, is er ook nog het op Engels geënte debat over produktie--reproduktie, waarop we straks dieper in zullen gaan.2

Voor de oorspronkelijke vraagstelling van ons onderzoek ziJn de ideeën van Engels een inspiratiebron geweest. Zijn opvatting dat de eerste voorwaarde voor de bevrijding van de vrouw gelegen is in haar deelname aan de maatschappelijke produktie ( 1891: 94), vormt de grond-slag van de belangrijke plaats, die vrouwenarbeid inneemt in de

onderzoeksopzet van met name het eerste onderzoek. Daarin vragen we ons af wat voor arbeid vrouwen in Galicië doen, in hoeverre zij toegang hebben tot loonarbeid, op welke manieren vrouwen beschikken over haar eigen arbeidskracht en over de produkten van haar arbeid, en hoe de waardering is van de arbeid van vrouwen (1979: 29-30). We stelden deze vragen vanuit de vooronderstelling dat de mate waarin vrouwen zeggenschap hebben over haar eigen arbeidskracht en over de produkten van haar arbeid een belangrijke indikator is voor de mate waarin vrouwen in een bepaalde samenleving onderdrukt worden of juist een zekere autonomie hebben.3

Bij de studie van de onderdrukking en/of de autonomie van vrouwen in een bepaalde samenleving is onderzoek naar de plaats van vrouwen

(11)

·--10-binnen de organisatie van de arbeid in die samenleving natuurlijk maar een onderdeel. Minstens evenveel aandacht zal besteed moeten worden aan onderzoek naar de vraag in hoeverre vrouwen zeggenschap hebben over haar eigen lijf, over haar seksualiteit, wat haar plaats is binnen de organisatie van de biologiese reproduktie, en wat de heersende ideologie is met betrekking tot vrouwelijkheid en

manne-..

. 4

.

d

liJkheid. Deze vragen kwamen in de on erzoeksopzet van ons tweede onderzoek, altans gedeeltelijk, aan de orde. Dit onderzoek konsen-treerde zich op de ideeën van mensen in Galicië ten aanzien van vrouwelijke seksualiteit en op de veranderingen in de ideologie als gevolg van de ontwikkeling van het kapitalisme in Spanje

(1980: 5-6).

Wij gaan nu allereerst in op een aantal, voor ons onderzoek

belangrijke, ideeën over de plaats van vrouwen binnen de organisatie van de arbeid.

Vrouwenarbeid en sosiale produktie

In zijn boek "De oorsprong van het gezin, van de particuliere eigen-dom, en van de staat11

geeft Engels zijn visie op het historiese proses, dat vrouwen omgevormd heeft van vrije, gelijkwaardige leden van de maatschappij tot ondergeschikte en afhankelijke echtgenotes

(1891).

Wij onderschrijven Engels' evolutionistiese en sterk

teleologiese opvatting van de geschiedenis niet, maar wij willen hier wel kort ingaan op zijn ideeën over de arbeid van vrouwen in de

sosiale produktie en de veranderingen daarin. Volgens Engels ver-richtten vrouwen vóór het ontstaan van het privé eigendom, toen alle bezit nog kommunaal was, weliswaar andere arbeid dan mannen, maar het werk van vrouwen en mannen was van even groot sosiaal belang. Vrouwen en mannen waren dan misschien wel opgenomen in

verschillende sektoren van de produktie, maar ziJ produseerden beiden voor het eigen gebruik binnen het huishouden.

Als gevolg van het ontstaan van het privé eigendom, dat in de handen van mannen kwam, -Engels is helaas erg onduidelijk in zijn verklaring waarom dit zo was-, is er tevens sprake van een groeiende produktie voor ruil, eveneens in de handen van mannen, die tenslotte de produktie voor eigen gebruik grotendeels verdringt. Met de ont-wikkeling van het industrieel kapitalisme wordt de produktie voor-namelijk sosiaal, dat wil zeggen, voor ruil en plaatsvindend buiten het huishouden. Hiermee verandert ook het belang van de arbeid van

(12)

-11-vrouwen en haar plaats binnen het huishouden. De uitsluiting van vrouwen uit de sosiale produktie en de beperking van haar arbeid tot de produktie voor eigen gebruik binnen het huishouden hebben tot gevolg dat vrouwenarbeid niet meer beschouwd wordt als sosiale arbeid, Of, zoals Sacks het zegt: "women worked for their husbands and families instead of for society as a whole", en dat betekende dat "women's labor was a necessary but socially subordinate part of producing an exchangeable surplus"

(1975: 217),

Vrouwen verloren haar zeggenschap over haar arbeidskracht, de verhoudingen tussen vrouwen en mannen binnen het huishouden, en daarbuiten, veranderen, en mannen eigenen zich de macht over vrouwen, zowel over haar

arbeidskracht als over haar vermogen om kinderen te baren, toe, Zoals gezegd vinden wij Engels' ideeën ook voor de huidige teorie-vorming op een aantal punten belangrijk, Met name zijn aandacht voor het histories spesifieke karakter van de onderdrukking van vrouwen is heel verhelderend, Er ontbreekt echter ook nogal wat aan zijn analyse, Een belangrijke feministiese kritiek op Engels is, dat hij in zijn werk de arbeidsdeling op basis van sekse op geen enkele manier ter diskussie stelt, In zijn eigen woorden: nDe ver-deling van de arbeid zuiver van natuurlijke aard; zij bestaat alleen tussen de beide geslachten." ( 1891: 194). Wij zijn van mening dat voor een goede analyse van de positie van vrouwen in een bepaalde tijd en in een bepaalde samenleving het problematiseren van de

arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen nu juist wel van belang is. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om de positie van vrouwen in de produktie te bestuderen, zonder dat wij daarbij haar positie binnen het huishouden betrekken.

Zoals we zullen zien er Ga1 sprake van een samengaan van verschillende produktiewijzen. Binnen het huishouden voorz de niet·-kapi talist produktiewij ze voor een groot deel in de direkte reprodukt van de ar'beidskrachten, Bij een dergelijke inkorporatie van boerenhuishoudens in het kapita1istiese systeem zien we dikwijls dat het vooral vrouwen zijn, die de niet-kapitalistiese produktiewijze werken, Wij begonnen ons onderzoek met de bestudering van de arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen, zowel in het werk in de sosiale produktie, als in het werk binnen het huishouden. Daarbij baseerden wij ons op de volgende ideeën,

(13)

·-12-De arbeidsdelin__g_s>l2_}:la~j_s van sekse

Het ziet er naar uit dat er overal en altijd een arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen heeft bestaan. De vorm waarin deze

ar·beidsdeling zich manifesteert en de gevolgen ervan voor de machts-verhoudingen tussen de seksen kunnen echter heel verschillend zijn. In veel antropologiese studies komen uitgebreide beschrijvingen voor van de verschillende manier waarop de arbeid tussen vrouwen

en mannen verdeeld is, Slechts zelden wordt, altans in de niet-feminis-tiese antropologie, aan de orde gesteld in hoeverre deze

arbeids-deling tevens.een machtsrelatie is. Meestal wordt ervan uitgegaan dat het hier gaat om een simpele verdeling van taken, die louter komplementair is. De man doet het zware, gevaarlijke werk, waarvoor hij geregeld de wijde wereld in moet trekken, en de vrouw doet het lichtere, dikwijls terugkerende werk in en rondom het huis. Een voorbeeld van een dergelijke beschrijving is te vinden in een studie van de Amerikaanse antropologe Ernestine Friedl. In het Griekse dorp waar zij haar onderzoek doet onderscheidt zij een kontinuüm van taken: 1. de taken binnenshuis, die door vrouwen gedaan worden, 2. de taken rondom het huis, die door vrouwen en mannen gedaan worden, en 3. de taken ver van het huis, die door mannen gedaan worden. Deze taakverdeling,zo zegt Friedl, is komple-mentair en er is geen enkele reden om aan te nemen dat het ver-richten van vrouwenwerk respektievelijk mannenwerk minder of meer prestige oplevert (1967: 104).

Nog afgezien van het feit dat deze uitspraak door zeet veel studies tegengesproken wordt,-bijna overal doen vrouwen het minder-waardige en minst gewaardeerde werk, of, beter gezegd, wordt het werk van vrouwen zowel door mannen als door vrouwen zelf minder gewaardeerd-, is het ons inziens ook nodig om het bestaan van een arbeidsdeling op zich ter diskussie te stellen. De arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen is geen natuurlijk gegeven, dat gebruikt kan worden om de plaats van vrouwen en mannen in een bepaalde maatschappij te verklaren. Zij moet gezien worden als een maat-schappelijk gegeven, dat de uitdrukking is van bestaande machts·-verhoudingen tussen de seksen en dat deze mede instandhoudt.

Vragen die gesteld moeten worden zijn niet alleen: welk werk doen vrouwen? levert haar werk haar een ekonomies sterke positie tegenover mannen op? wordt haar werk evenveel gewaardeerd als dat van mennen?, maar ook: waarom doen vrouwen bepaald werk?

(14)

-13-worden zij uitgesloten van ander werk'? doen mannen ook 'vrouwen-werk' en zo nee, waarom niet'? Bij deze laat~Jte vragen wordt duide-lijk dat het niet toevallig is dat vrouwen steeds het minderwaardige werk verrichten en dikwijls uitgesloten zijn van die arbeid, die

ekonomiese afhankelijkheid en maatschappelijk prestige oplevert. Voor de oorzaken hiervan moeten we kijken naar de machtsrelaties tussen vrouwen en mannen, die aan deze arbeidsdeling ten grondslag liggen.

Wanneer we de arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen niet als natuurlijk beschouwen en vragen naar de oorzaken ervan, komen we vaak terecht bij het schijnbaar natuurlijke verband tussen aan de ene kant het vermogen van vrouwen om kinderen te baren en te zogen en haar verantwoordelijkheid voor de verzorging van kinderen, en aan de andere kant het werk dat zij doen. Zo zouden vrouwen minder zwaar werk kunnen doen, omdat zij zwakker ZlJn als gevolg van haar menstruaties en zwangerschappen, en zouden zij in en rondom het huis werken. omdat dit beter te kombineren is met de zorg voor

(kleine) kinderen. In een interessant, maar helaas heel kort artikel over deze kweL'>tie probeert de Amerikaanse antropologe Judith Brown in te gaan op de vraag in hoeverre de verantwoordelijkheid voor de zorg voor kinderen vrouwen beperkt in het werk dat zij kunnen doen, zonder te vervallen in een soort biologies determinisme. Zij toont aan d.at, ondanks de enorme variaties in kinderzorg en de vele ver-schillende manieren waarop vrouwen haar andere aktiviteiten hiermee kombineren, de verantwoordelijkheid van vrouwen voor (kleine)

kinderen wel degelijk een hele belangrijke faktor is bij de beper-kingen, die vrouwen ervaren in haar andere werk (1972: 10"(3-1079).

Niet alleen vanuit praktiese overwegingen, maar ook,-en dit is heel belangrijk; we komen er later op terug-, es, Ook de arbeid van vrouwen, die (nog) geen hebben, wordt bepaald door de scheiding tussen vrouwenarbeid en mannenarbeid. Tijdens ons onderzoek ervoeren we dat ook in Galicië de arbeid, die vrouwen doen in de sosiale produktie, in belangrijke mate bepaald is door het feit dat zij verantwoordelijk ZJ.Jn voor de verzorging van kinderen. Vaak worden de verzorgende aktiviteiten van vrouwen samengevat onder het begrip 'reproduktie'. Omdat dit begrip voor onze analyse belangrijk is, en omdat er bovendien nogal wat verwarring bestaat over de presiese betekenis waarin het begrip gebruikt wordt, zullen

(15)

WlJ er nu uitgebreid op ingaan.

]='roduktie-reproduktie

Vlak voor het sitaat waarmee we dit hoofdstuk begonnen staat een andere, eveneens vaak gesiteerde opmerking, die voor feministen van belang is:

"Volgens de materialistische opvatting is het in de geschiedenis in laatste instant beslissende moment de produktie en repro-produktie van het onmiddeli,jke leven. Deze draagt echter zelf weer een dubbel karakter. Enerzijds de voortbrenging van middelen van bestaan, van voedingsmiddelen, kleding, woning en de daar-voor nodige werktuigen; anderzijds de daar-voortbrenging van de mensen zelf, de voortplanting van de soort."(Engels 1891:

7)

Hoewel Engels zelf hier de aandacht vestigt op het belang van de reproduktie, is binnen de marksistiese analyse voornamelijk aandacht geschonken aan het eerste aspekt dat hij noemde: de produktie. Het besef dat de reproduktie deel uitmaakt van de analyse is door marksistiese teoretisi nooit opgepakt.

In de tweede feministiese golf werd binnen de sosialisties-feministiese teorievorming een begin gemaakt met een benadering, die vrouwenonderdrukking verbond met de marksistiese analyse van· produktierelaties. 5 Het werk van

E~ngels,

getuige de hierboven ge-siteerde opmerking, bood een goed handvat om vrouwenonderdrukking niet alleen in afstandelijke marksistiese termen te zien, maar ook in termen van de eigen konkrete situatie. Het begrip 'reproduktie' verschafte sosialisties-feministen de mogelijkheid om een terrein, dat door mannen altijd als 'natuurlijk' was afgedaan, in de teorie-vorming op te nemen. Het begrip omvatte zowel de voorplanting, het baren en zogen van kinderen, als de reproduktie van het dagelijks leven.

De realiteit van koken en wassen, schoonmaken en boodschappen doen, en niet te vergeten het zorgen voor en koesteren van kinderen en mannen konden eindelijk onderwerp worden van analyse. De op dit besef

ge~nte

diskussie over huishoudelijke arbeid

6

ging echter mank aan een bezwaar dat al implisiet in de woorden van Engels zelf ver-vat zat. We doelen hierbij op het maken van een stringente tweedeling tussen produktie en reproduktie. Sommige feministen gaan in het

(16)

'produktie--1

sfeer' en een 'reprodukt sfeer', wat suggereert dat we met twee elkaar uitsluitende kategorieën te maken hebben. In deze tweedeling wordt alles wat vrouwen doen betiteld als reproduktieve arbeid, en alles wat mannen doen is produktieve arbeid. Dit denken in dichotomieën vinden we wel vaker in de vrouwenbeweging.

7

Deze analytiese metode kwam enerzijds voort uit het feit dat het gebruik van het begrip 'reproduktie' een soort reaktie was op de sentrale plaats, die in de marksistiese analyse het begrip 1 produk-tie' innam. Anderzijd was het een gevolg van de manier waarop

arbeid onder kapitalistiese verhoudingen georganiseerd is. Onder deze produktieverhoudingen bestaat een strikte scheiding tussen

loonarbeid, de 'produktie', aan de ene kant, en huishoudelijke arbeid aan de andere kant. Door marksisten werd huishoudelijke arbeid

lange tijd niet als arbeid gezien en het hoefde dus ook niet in de analyse opgenomen te worden. Dit betekende dat die arbeid, waar alleen vrouwen verantwoordelijk voor zijn, de huishoudelijke arbeid, uit de teorie verdween.

Wanneer we proberen het konsept van huishoudelijke arbeid door te trekken naar andere situaties levert dat al snel absurde resul-taten op. In bi,jvoorbeeld zelfvoorzieningslandbouw, waarbij over-schotten verkocht worden op de markt, zoals in Galicië het geval is, is het moeilijk aan te geven wat in een dergelijke situatie produktie en wat reproduktie is. Valt het rijtje s1aplant,j es, dat op de markt verkocht zal worden, onder produktieve arbeid, en het rijtje ernaast, dat tuis opgegeten zal worden, onder reproduktieve of huishoudelijke arbeid? Zo gebruikt worden de begrippen 'produktie' en 'reproduktie' uiteindelijk beschrijvende begrippen voor de tegengestelde kategorieën

'vrouwen' en 'mannen'. Zo verliezen we uit het oog dat produktie en reproduktie onderdeel zijn van een proses en dat een scheiding tussen de twee slechts een analytiese is, bedoeld om op het spoor te komen van onderlinge verbanden en oorzaken.

Het denken in een tweedeling leidt tot de heilloze poging de empiriese werkelijkheid in twee starre teoretiese kategorieën te dwingen, wat geen recht doet aan de kompleksiteit van de sosiale werkelijkheid en de variëteit van de menselijke verhoudingen daarin. En het zijn juist de machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen, die we als basis van onze analyse van de onderdrukking van vrouwen moeten nemen. Het begrip 'reproduktie' is voor ons goed bruikbaar

(17)

-16-om deze machtsrelaties te onderzoeken.

lL<:t _l2egrip '!'eprodukti~

Bij de presiese invulling van het begrip 'reproduktie' hebben de ideeën uit het in 197'7 verschenen artikel "Conceptualif:ling Women" voor ons sentraal gestaan (Edholm, Harris

&

Young 19Tf), Dat is de reden.waarom wij dit artikel en de herschreven, maar nog niet

gepu-. . "E - S " . · · 8

bliseerde versie ngendered 'tructures , hier uitgebreid bespreken. In "Conceptualising Wamen" wordt gesteld dat door een presiese

afbakening en definiëring van het begrip 'reproduktie' het denken in de tweedeling vrouwen/mannen vermeden kan worden.·

In de poging van de auteurs om het begrip meer inhoud te geven en duidelijk af te bakenen noemen zij drie vormen van reproduktie. 'l'en eerste onderscheiden zij de 'sosiale reproduktie' . Hieronder verstaan zij de instandhouding van de sosiale formatie als geheel. Daarnaast noemen zij de 'reproduktie van de arbeid' en de 'biolo--giese of menselijke reproduktie'. De laatste twee vormen zijn van een ander analyties nivo dan de sosiale reproduktie. Hoewel beide vormen wel noodzakelijk zijn voor de reproduktie van de sosiale formatie als geheel, kan geen van beide gezien worden als een direkte afgeleide van de sosiale formatie. Elke vorm is onderhevig aan eigen wetten en heeft eigen oorzaken.

Wat betreft de sosiale reproduktie is het belangrijk te analyseren welke machtsrelaties tussen vrouwen en mannen bestaan onder verschil-lende sosiale formaties, en op welke manier deze relaties nodig zijn voor het voortbestaan van een spesifieke sosiale formatie. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen de zeggenschap over de arbeid van vrouwen en de produkten daarvan enerzijds en de zeggenschap over haar voortplantingsvermogen anderzijds. Een derge-lijk onderscheid stelt ons in staat om te onderzoeken in hoeverre vrouw-man relaties en een bepaalde posit van vrouwen belangrijk zijn voor de instandhouding van een bepaalde sas formatie.

In "Conceptualising Wamen" wordt gesproken van de 'reproduktie van de arbeidskracht', een konsept uit de marksistiese analyse, dat

betrekking heeft op de reproduktie van loonarbeid onder kapitalis-tiese verhoudingen. Aktiviteiten zoals huishoudelijke arbeid en arbeid, die wordt verricht onder niet--kapitalistiese verhoudingen, vallen buiten het konsept. Hiermee verdwijnen veel van de

(18)

aktivi-

-17-teiten van vrouwen uit onze analyse. Om deze reden is de 'reproduktie van de arbeidskracht' in " r-i.:ngendered Structures 11

vervangen door de term 1reproduktie van de arbeid'. Bovendien, en het is misschien goed om dat hier nog maar eens eksplisiet te zeggen, kan door een dergelijke terminologie snel de indruk gewekt worden dat veel van de aktiviteiten van vrouwen gericht zijn op de reproduktie van de arbeidskracht van mannen, terwijl de arbeidskracht van vrouwen net zo goed reproduseerd moet worden. Binnen het lrnnsept van de 'repro-dukt ie van de arbeid' kunnen een drietal aspekten onderscheiden worden.

Ten eerste het as pekt van de toewi,j zing van de arbeid: op

welke wijze komen bepaalde mensen op bepaalde plekken in het arbeids-proses terecht? Het is belangrijk om in dit verband ook de aktivi-tei ten van vrouwen in de sosiale produktie te bestuderen, omdat vrouwen tenslotte niet alleen huishoudelijke arbeid verrichten. De aktiviteiten van vrouwen in de sosiale produktie worden vaak niet alleen bepaald door haar verantwoordelijkheid voor de zorg voor kinderen en mannen, maar ook op een hele direkte manier door individuele mannen. Dikwijls kunnen mannen de arbeidskracht van vrouwen beheersen via het huwelijk B~chtgenoten kunnen hun vrouw bijvoorbeeld verbieden om in loonarbeid te gaan of zelfs om op haar eigen land te werken, Ook kunnen mannen zich de produkten van de arbeid van vrouwen toeëigenen, bijvoorbeeld binnen een familie-bedrijf waarin de vrouw ook meewerkt,

Als tweede aspekt noemen de auteurs de ideologiese reproduktie. Onder dit aspekt vallen het preses van sosialisatie, waarin vrouwen een belangrijke plaats innemen, alsmede de instituties van onder-wijs, de media, de religie en de kultuur. Het derde en laatste aspekt is de materiële reproduktie, datgene dat meestal onder de term 1huishoudeli,jke arbeid 1 verstaan wordt. Daarbij moeten we heel

presies kijken wat vrouwen doen en in hoeverre dat analyties van andere vormen van reproduktie onden>cheiden kan worden.

Bij de bespreking van de biologiese of menselijke reproduktie, de voortplanting dus, stellen de auteurs dat het baren en zogen van kinderen in de geschiedenis weinig veranderd is. Wat histories gezien veranderlijk is, is de voortplantingsfrekwentie: bevolkingsgroei is geen konstant of natuurlijk proses, maar wordt beïnvloed door bewuste en onbewuste mechanismen. Voorbeelden van deze mechanismen zijn, de toepassing van infanitiside op meisjesbabies en de

(19)

ver-

-18-hoging van de huwelijksleeftijd van vrouwen. Het is te simplisties om te veronderstellen dat de sosiale behoefte aan menselijke

reproduktie onveranderli,jk is. Juist doordat de sosiale behoeften in de loop der tijd verschillen, is het nodig dat het voortplantings-vermogen van vrouwen op verschillende manieren beheerst kan worden. De manier waarop de voortplantingsfrekwentie geregeld wordt heeft invloed op de machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen. Op makro-nivo kan de beheersing van het voortplantingsvermogen van vrouwen plaatsvinden door bijvoorbeeld een verbod op voorbehoedmiddelen en/of abortus. Individuele mannen kunnen het voortplantingsvermogen van hun vrouwen beheersen door middel van hun beheersing van haar seksuele aktiviteiten. Hierop komen we later nog terug.

Onze kritiek

De manier waarop het begrip 'reproduktie' door Edholm, Harris

&

Young ontleed is, is een belangrijke stap bij ons denken over vrouwenonder-drukking. Het onderscheid tussen de verschillende vormen van reproduktie en de aspekten daarbinnen laat ons zien in welk een kompleks web van relaties vrouwenonderdrukking verankerd ligt. Ook haar stelling dat de reproduktie niet zonder meer vanuit de produktieverhoudingen begrepen kan worden is heel belangrijk. Over het verband tussen de verschillende vormen van reproduktie zijn zij echter niet altijd even duidelijk, en evenmin geven zij uitsluitsel over de relatie tussen reproduktie en produk.tieverhoudingen. Hoewel er duidelijk relaties bestaan tussen de verschillende vormen van reproduktie en tussen reprod.uktie en produktie, waarschuwen zij in haar artikelen voor het aanwijzen van een hiërarchie van oorzaken. Wij hebben de indruk dat haar voorzichtigheid bij het leggen van oorzakelijke ver-banden voortkomt uit de angst voor het maken van een funktionalis-tiese analyse. Hoewel wij deze angst met Edholm, Harris

&

Young delen, denken we dat het misschien nog te vroeg is om aan te geven in hoeverre en op welke manier de verschillende vormen van repro-dukt ie een autonoom proses zijn. Volgens ons het weinig zinvol om een verband te leggen tussen reproduktie en produktie, waarin implisiet wordt aangenomen dat de produktieverhoudingen uiteinde-lijk bepalend zijn, en deze implisiete aaname te verhullen met de opmerking dat er geen oorzakelijk verband is. Beter is het om deze aanname als vooronderstelling eksplisiet te maken.

(20)

-19-Bij ons onderzoek zijn wij ervan uitgegaan dat de produktiever-houdingen en de produktiewijze bepalend zijn voor de plaats van vrouwen in de biologiese en de dagelijkse reproduktie. Wel proberen we in deze skriptie om aan te geven op welke manier met name de

ideologie van het moederschap een autonoom moment vormt. In het betoog van Edholm, Harrie.:; & Young komt de teoretiese uitwerking van de ideologiese mechanismen nauwelijks uit de verf. Doordat haar betoog voornamelijk is geplaatst in marksistiese termen, zou je gemakkelijk uit het oog kunnen verliezen dat vrouwen onderdrukt worden door mannen en dat het uiteindelijk individuele mannen ziJn, die profiteren van de zeggenschap over de arbeidskracht en de

seksualiteit van vrouwen.

Wij vinden het heel belangrijk om te zoeken naar de individuele beheersmechanismen en de ideologiese rechtvaardigingen daarvan.

9

Hiervoor is het nodig dat wij onze aandacht richten op de psychiese strukturen, waarbinnen vrouwen zich met haar eigen onderdrukking identifiseren. Een waardevolle poging om de ontwikkeling van deze psychiese prosessen wel in de analyse op te nemen, is te vinden

in een artikel van Gayle Rubin ( 1980). In dit artikel richt zij zich eksplisiet op een analyse van seksualiteit en ideologie, en pleit zij voor een ontwikkeling van een politieke ekonomie van

10 seksuele sy~>temen. Hiertoe introduseert zi,j het 'sex-gender system 1 ,

waaronder zij het volgende verstaat:

"Het geheel van regelingen, waardoor een samenleving biologiese seksualiteit omzet in produkten van menseli,jke aktiviteit, en waarbinnen de seksuele behoeften die daar het resultaat van zijn worden bevredigd." ( 1980: 198)

Het 'sex-gender system' is niet simpelweg het reproduktieve moment van een produktiewijze, maar een systeem,

De grote kracht van Hubin 's betoog ligt het feit dat ziJ wijst op het belang van de beheersing van vrouweli,jke seksualiteit door mannen. Wij hebben echter bezwaar tegen haar opvatting van het 1 sex-gender system' als een autonoom systeem. Fien dergelijke

opvatting maakt het ons niet mogelijk om verband te leggen tussen d.e individuele beheersmechanismen en de produktieverhoudingen en is derhalve a-histories. In ons onde:rzoek waren wij juist geïnter-esseerd in de relatie tussen de onderdrukking van vrouwen en de materiële voorwaarden waaronder deze onderdrukking plaatsvindt.

(21)

-20-Alleen door dit verband te leggen kunnen we een histories spesifieke analyse maken van de situatie van vrouwen in een bepaalde tijd en in een bepaalde sosi.ale formatie. Het is niet voldoende te stellen dat mannen de seksualiteit van vrouwen beheersen en dat biologiese sekse wordt omgevormd tot een maatschappeli,jk 1 gender'. We moeten kijken hoe en waarom deze beheersing plaatsvindt en welke invulling het begrip 'gender' in een bepaalde situatie krijgt.

In deze skriptie proberen we aan te geven dat ideeën over vrouwe-lijke seksualiteit samenhangen met haar plaats in de sosiale produktie en hoe veranderingen in de produktiewi,j ze ook veranderingen in die ideeën en in de verhoudingen tussen vrouwen en mannen teweeg brengen.

~ni~atie van seksualiteit en biolo~se___I.s:.Prod~tie

Vanaf het allereerste begin van de tweede feministiese golf ZlJn zeggenschap over ons eigen lijf, het recht op een eigen seksualiteit, en macht over ons vermogen om kinderen te baren belangrijke

strijd-11

punten geweest. 'rot op de dag van vandaag is de abortusstrijd het punt waarop in de Nederlandse feministiese beweging de meeste overeen-stemming bestaat, en ook de strijd van Vrouwen tegen Verkrachting en de beweging rond het punt "Wij willen de nacht terug" hebben een enorme aanhang. Het recht van vrouwen op een eigen seksualiteit, een belangri,jk issue in de dagen van Millett

~n

Firestone, 12 is tot voor kort helaas in sosialisties-feministiese kringen nauwelijks teoreties ontwikkeld .. Onder invloed van de feministiese literatuur-wetenschap en psychoanalyse, daarbij vooral geïnspireerd door bepaalde

liter at uur uit Frankrijk, 13 komt de belangstelling hiervoor nu weer sterk op.

Het voert te ver om dit Hoofdstuk in te gaan op de interessante ideeën, die in deze kringen ontwikkeld worden, maar we wi1len wel

proberen om het van deze voor de

tatie van ons onderzoeksmateriaal aan te geven. Daarvoor gaan we weer even terug naar het al eerder genoemde artikel van Hubin. Rubin introduseert in haar artikel het begrip 'gedwongen heteroseksualiteit 1 als de basis van de manier waarop seksualiteit en de verhoudingen tussen de seksen in een samenleving georganiseerd zijn. Volgens Rubin is het de dwang van heteroseksuele verbintenissen, waarin meisjes en jongetjes vanaf hun geboorte opgevoed worden, die ten grondslag ligt aan het hele 1 sex--gender system' . Door mid6.el van

(22)

-21~

van deze dwang kunnen mannen, hetzij als groep hetzij individueel, toegang krijgen tot de voortplanting.

Het is jammer dat binnen de feministiese antropologie het begrip 'gedwongen heteroseksualiteit' nog nauwelijks opgepakt is. Feminis-tiese studies konsentreren zich over het algemeen op de konsekwenties van heteroseksualiteit voor de machtsverhoudingen tussen de seksen in een bepaalde samenleving. Toch kan in antropologies perspektief de vraag naar de betekenis van de dwang tot heteroseksualiteit voor de ontwikkeling, of afwezigheid, van een eigen seksualiteit van vrouwen interessant materiaal opleveren. Ook in ons eigen onderzoek komen we niet veel verder dan de k.onstatering dat heteroseksualiteit

de algemeen geldende norm is en dat er een enorm taboe rust op homoseksualiteit. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de onmis-kenbare problemen, die een onderzoek naar seksualiteit zeker in een

andere samenleving, met zich meebrengt.

Bij het zoeken naar het presiese hoe en waarom van de onderdruk-king van vrouwen kunnen we niet zonder materiaal met betrekonderdruk-king tot het, in de wetenschap tot nu toe vrijwel onbekende, gebied van seksualiteit en liefde. Zo is bijvoorbeeld een antwoord in de trant van "het is de schuld van de ideologie" op de vraag waarom vrouwen in hemelsnaam relaties met mannen aangaan, wanneer dit binnen een bepaalde struktuur eigenlijk heel ongunstig voor haar uitpakt, beslist onvoldoende en al te simpel. Studie van de psychologiese en maatschappelijke betekenis van gedwongen heteroseksualiteit zou op

d ergeliJke vragen meer licht kunnen werpen. . . . 1 l+

Het is mogelijk om een relatie te leggen tussen de dwang tot heteroseksualiteit en de pogingen van mannen om macht uit te oefenen over de biologiese reprodüktie. Het zou echter onjuist zijn om het eerste te reduseren tot een logiese uitwerking van het tweede: seksualiteit is meer dan alleen bio1ogiese reproduktie

en de organisatie ervan betreft ook. meer en andere aspekten van de verhoudingen tussen de seksen dan de beheersing van de biologiese reproduktie alleen. Veeleer het, zoals cîe sosiologe Ilàr.rett het uitdrukt, " ( t )he idea that sex or should be,

restricted only to activity which can give rise to biological

reproduction reflects the imposition of socially constructed gender responsibilities onto a wide variety of sexual practices of men

(23)

-22-and women." ( 1980: 67). Hoewel seksualiteit op zich nooit beperkt was tot alleen de voortplanting, is het idee dat het dit wel zou moeten zijn in de meeste maatschappijen in meerdere of' mindere mate aanwezig. In onze strijd voor het (her)krijgen van zeggenschap over ons eigen lijf' en ons voortplantingsvermogen en in de teorievorming hieromtrent wordt wel eens vergeten dat ook het leggen van de

relatie tussen seksualiteit en voortplanting, behalve een biologies, ook een sosiaal gegeven De nadruk op voortplanting, het idee dat seksuele akti vitei ten gelijk zi,jn aan het verwekken van kinderen, f'unktioneert dikwijls als een ontkenning van seksuele gevoelens en seksueel plezier bij vrouwen en drukt haar met haar neus op haar

verantwoordelijkheden voor de eventuele kinderen (Barrett 1980: 67-78). Zoals we al zeiden kan de dwang tot heteroseksualiteit gezien

worden in het licht van de pogingen van mannen om toegang te krijgen tot het voortplantingsvermogen van vrouwen en dit te beheersen.

Voor een werkelijk effektieve beheersing is echter meer nodig dan alleen het in die richting sturen van seksuele gevoelens en behoeften. Wil een individuele man ervoor zorgen dat 1zi,jn1 vrouw haar

seksua-liteit niet bui ten hem om verwerkelijkt, dan zal hij haar in haar bewegingsvrijheid moeten beperken, zowel in leterlijke zin als ook

door middel van allerlei ideologiese mechanismen. In deze kontekst moeten naar onze mening de eisen van maagdelijkheid en kuisheid van vrouwen, die bijna universeel geldig zijn, ·beschouwd worden. Daarbij zijn zowel ekonomiese, als ideologiese faktoren van belang.

Binnen de marksistiese teorievorming werd, in navolging van Engels, gesteld dat de vereiste monogamie van vrouwen nodig was om mannen zekerheid te verschaffen over hun vaderschap in verband met de vererving van hun be en om de onderlinge konkurrentie tussen mannen te regelen. Deze stelling geeft duidelijk aan welk een grote rol de beheersing van het voortplant ingsverrnogen speelt bij de beheersing van de seksualiteit van vrouwen.

Eer en schande

De tweede belangrijke vraagstelling in ons onderzoek was dan ook de vraag hoe sterk de eis van maagdelijkheid en kuisheid voor

vrouwen in Galicië was en in hoeverre deze samenhing met haar belang-rijke bijdrage in de sosiale produktie. We veronderstelden dat de

(24)
(25)
(26)

-23-ekonomiese onafhankelijkheid van vrouwen in het gebied het mannen moeilijker maakte om hun macht over vrouwen uit te oefenen en dat dit onder andere tot uiting zou komen in een geringe nadruk op maagdelijkheid en kuisheid van ongetrouwde vrouwen en een minder sterke koppeling van seksualiteit en huwelijk. 15

Over de stringente normen van maagdelijkheid en monogamie van vrouwen is binnen de antropologiese literatuur over Zuid-Europa veel geschreven onder de noemer van het zogenaamde 'eer en schande'

16

konsept. Het waren de ideeën, die over dit konsept ontwikkeld waren, waaraan we dachten bij de formulering van onze tweede

vraag-stelling. In het merendeel van deze literatuur komen vrouwen niet voor of worden zij voorgesteld als passieve pionnen in het gevecht om eer tussen mannen. Eer wordt gezien als een kade, die vooral betrekking heeft op het gedrag van vrouwen en op de beheersing van haar seksualiteit: van haar wordt verwacht dat zij zich kuis en

bescheiden gedraagt, haar maagdelijkheid bewaart tot aan haar huwelijk en een monogame echtgenote is, die geen schande brengt over haar

familie. Het verlies van eer doordat vrouwen zich misdragen veroor-zaakt niet alleen een enorme schande voor de vrc'u:w zelf, maar ook voor alle mannen in haar familie, die immers klaarblijkelijk niet in staat geweest zijn om hun gezag over haar te laten gelden. Mannen zijn de bewakers van hun moeders 1

, zusters', dochters' en echtgenotes'

kuisheid en zij voeren die opdracht onder meer uit door vrouwen in haar bewegingsvrijheid te beperken en haar te verhinderen kontakt

b . b' . . .

17

te heb en met andere mannen dan die J.nnen haar eigen familie, '.I'egelijkertijd proberen zij de zuster/dochter van hun buurman te verleiden.

Hoewel het konsept van eer en schande zeker wel ingangen biedt voor een analyse van de positie van vrouwen, bijvoorbeeld door de duidelijke aanknopingspunten met de heersende opvattingen van

vrouwelijkheid en mannelijkheid, denken wij dat het dan wel ontdaan zal moeten worden van zijn puur ideologiese ·betekenis: in de li tera-tuur tot nog toe is teveel sprake van eer en schande als kulturele kode, 1os van spesifieke materiële voorwaarden. De kade bestaat niet alleen uit of slechts als onderdeel van een ideologie, maar is gebaseerd op een bepaalde organisatie van de seksualiteit van

(27)

-24-ziJn beurt weer. Eer en schande moet gezien worden als een uitdruk-king van de onderdrukuitdruk-king van vrouwen en het is daarbij belangrijk te bedenken dat de materiële voorwaarden en de ideeën, die bepalend zijn voor de organisatie van de biologiese reproduktie, niet los gezien kunnen worden van de wijze waarop de produktie georganiseerd is.

Wanneer wij voorstellen om de eis van maagdelijk.heid en kuisheid van vrouwen te zien als een uitdrukking van de verhoudingen waaronder seksualiteit en voortplanting georganiseerd zijn, en deze te koppelen aan de pogingen van mannen om de seksualiteit en het voortplantings--vermogen van vrouwen te beheersen, dan proberen we daarmee om de ideologie aan de materiële voorwaarden te koppelen. Wij zijn ervan overtuigd dat de ideologie met betrekking tot vrouwelijkheid en mannelijkheid en de ideeën met betrekking tot voortplanting en

seksualiteit geplaatst moeten worden binnen de ideologiese reproduktie, het totaal van de vorming van vrouwelijke en mannelijke mensen in

een maatschappij. Over de mam.eren waarop deze vorming plaatsvindt en over het belang van maatschappelijke instituties, zoals het moederschap en het gezin, hierbij gaat het laatste deel van dit Hoofdstllk .

.Eê;{_çhologiese~J2._ekten

In het voorafgaande hebben we al een paar keer gewezen op het feit dat het belangrijk is te onderzoeken hoe vrouwen zich door psychiese prosessen identifiseren met haar eigen onderdrukking. Bij de bespre-king van de literatuur over het produktie-reproduktie debat hebben we opgemerkt dat de psychiese aspekten niet of nauwelijks aan bod komen binnen dit analyse···kader. Verwonderlijk is dat niet. Een

;;;root gedeelte van de produktie-reproduktie diskussie richt zich op de ekonomiese verhoudingen, die de situatie van vrouwen bepalen, en er werd allereerst gezocht naar een materiële verklaring van de onderdrukking van vrouwen. Pas weer de laatste jaren wordt onder

sosialisties-feministen het besef sterker dat een materiële verklaring niet voldoende is.

Bij het doen van onderzoek onder vrouwen stuitten we steeds weer op het besef dat vrouwenonderdrukking heel diep zit. Je zou kunnen zeggen dat het onderdrukt zijn vrouwen 11

(28)

vroegen ons af hoe het mogelijk is dat je vrouwen, en laten we ons-zelf daarvan niet uitsluiten, 'zo gek kri;jgt' dat ze zich met haar onderdrukking identifiseren. Binnen de feministiese psychoanalyse zijn hierover interessante ideeën ontwikkeld. Deze stroming bouwt voort op het werk van Freud en Lacan, wiens vooronderstellingen

. . . . k . . . . 18

dikwiJls uitgesproken se sisties ziJn.

Ook Rub:i.n baseert haar analyse voor een deel op het werk van Freud en Lacan, die ondanks hun seks:i.stiese vooronderstellingen wel, maar krities, gebruikt kunnen worden. De uitkomsten van hun analyse,

zo stelt Rubin, mogen dan wel seksisties zijn, de vragen, die zij stellen, zi,jn de sentrale vragen voor de analyse van de onderdrukking van vrouwen. Bovendien stelt hun werk ons in staat om 'sex en gender' los te zien van de produktieverhoudingen. Rubin ziet het ontstaan van 'gender' als een organiserend prinsipe van het maatschappelijk leven. Aan de hand van de teorieën van I,acan laat zij zien hoe jonge, van oorsprong biseksuele en androgyne kinderen worden veranderd in jongetjes en meisjes, Via het Oedipus-kompleks moeten beiden

gedeelten van hun persoonlijkheid verdringen, en dit neemt bij meisjes dramatiese vormen aan. De lijn, die Rubin aangaf, is door sosialis-ties-feministen nog maar zeer kort geleden opgepakt.

Door feministiese psychoanalytisi is er ruime aandacht besteed aan de vorming van geslachts-identiteit. In deze teorieën staat het moederen van vrouwen sentraal in de verklaring van de manier waarop

19

vrouwen en mannen gevormd worden. Bij sommigen staat de driftmatige komponent sentraal, en wordt gesteld dat vrouwen, aan wie een autonome seksualiteit niet is toegestaan, in het verlangen om moeder te

worden een zekere kompensatie vinden voor het feit dat haar lust, en dus macht, onzegd wordt. Wij vinden het dubieus het verlangen om te moederen als driftmatig te zien, omdat dit al snel tot natuurlijke, sterk biologies deterministiese verklaringen van de onderdrukking van vrouwen zal leiden. Toch is het goed om de van moederschap als een manier van vrouwen om macht te krijgen in het achterhoofd te houden.

Het is een bijna universeel gegeven dat vrouwen uitgesloten zijn van bepaalde vormen van macht, en moederschap is vaak het enige

terrein waar vrouwen enige macht kunnen uitoefenen. Ook in de teorieën van de Amerikaanse psychoanalytika Chodorow staat het moederen van vrouwen sentraal. Zij gaat daarentegen niet uit van een driftmatig

(29)

verlangen, maar stelt de vraag waarom het

,i

vrouwen ziJn, die altijd en overal ter wereld moederen. ( 19'78). Chodorows konklusie dat het moederen van vrouwen zich via onbewuste prosessen reproduseert,

is een belangrijke stap de richting van een antwoord op de vraag hoe wij de ontwikkeling van vrouwelijkheid en mannelijkheid moeten

plaatsen binnen de van de , Haar

grote , dat ziet

a1s een konstante, maar deze, in verband brengt met een spesi

zij eksplisiet uit van het westerse kernge

tot wat Rtibin deed, gaat , waardoor we haar analyse niet zonder meer kunnen toepassen op andere sosiale systemen en andere historiese perioden,

In een artikel uit 1974 geeft ze aanzetten voor het leggen van een verband tussen vrouwelijke persoonlijkheid en f'amiliestruktuur in andere kulturen dan de onze. Op basis van sosiologies en antropo-logies materiaal over zogenaamde matrif'ok.ale maatschappijen stelt zij bijvoorbeeld dat in dergelijke maatschappijen de ontwikkeling van vrouwelijk.heid anders verloopt dan in de situatie van het westerse kerngezin. In de matrif'okale s:L hebben vrm1wen een belangrijke bijdrage in het onderhoud van het huishouden en hebben

vrouwen de zeggenschap over ekonomier>e hulpmiddelen. Deze f'aktoren dragen er volgens Chodorow toe bij dat vrouwen een gevoel van

eigenwaarde hebben dat los staat van haar tot haar kinderen en deze ontwikkelen ch dan ook anders dan in een sitnatie waarin vrouwen haar gevoel van eigenwaarde volledig moeten ontlenen aan haar moederscha-p.

:Een dergelijke vooralsnog meer dan een

eerste aanzet om te komen tot een teorie waarin ekonomiese strukturen en de psychologiese ontwikke

worden ge.bracht. Ook door ons

van vrouwen met elkaar in verband

deze nog echt doordacht.

We besteden in deze Bkriptie echter wel aandacht aan de manier waarop in Ribeira het moederschap van vrouwen gereproduseerd wordt, omdat voor ons de psychologiese ontwikkeling een zo belangrijk onderdeel is van de machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen" dat elke verklaring zonder aandacht voor de psychologiese aspekten onvolledig zou zijn.

(30)

DE SOSIAAL-EKONOMIESE ACHTERGROND VAN HET GEBIED

In dit hoofdstuk wi1len we de sos

"As miserias que pasamos os dolores que suj'r1imos

a emigrac'ÎÓn que nos mata . . " Cantar de Cego II

"De e Uende die we hebben doorn taan de p1:jn die we hebben geleden

de emigratie die ons einde betekent., 11

-ekonomiese achtergrond schet-sen waartegen ons onderzoek geplaatst moet worden, Allereerst geven we een beschrijving van Galicië en van de plaats van de parochie Ribeira daarin, Omdat de parochie de eenheid was die we onderzoch-ten, geven we kort aan op welke manier deze een eenheid vormt, Ver-volgens beschrijven we de ontwikkelingen die geleid hebben tot de huidige struktuur van de landbouw: de traditionele pachtverhoudingen en het erfs~steem. Daarna besteden we aandacht aan de migratiege-schiedenis van Galicië in het algemeen en van Ribeira in het bijzon-der, Er zijn voor ons twee redenen om in te gaan op de migratie. Ten eerste was de migratie een belangrijke faktor in het opheffen van de traditionele pachtverhoudingen. Ten tweede is migratie een dermate belangrijk onderdeel van het leven in Galicië en Ribeira, dat het beeld zonder migratie onvolledig zou zijn. Tenslotte gaan we in op de ontwikkeling van werkgelegenheid in Galicië en op de plaats die Galicië inneemt in de Spaanse ekonomie als geheel.

De Ribeira

Galicië ligt in het noord~westen van Spanje en verschilt sterk van de rest van het land, Het klimaat staat onder invloed van de Atlantiese Oceaan waardoor het vaker regent dan in andere delen van Spanje. Gali-cië heeft een eigen taal, het dat meer affiniteit met Portu-gees dan met Spaans heeft, Hoewel het tijdens de Franco-perio-de als offipiële taal verboFranco-perio-den was, zijn er in Franco-perio-de dorpen nog vrij veel, vooral oude, mensen die alleen

Q§-l~go

spreken.20

Galicië is iets kleiner dan Nederland en heeft ongeveer 2,5 miljoen inwoners. Van de vier provinsies in bet gebied zijn de westelijke kustprovinsies, La Coruna en Pontevedra, het dichtstbevolkt. De ooste-lijke provinsies, Lugo en Orense, liggen meer in het binnenland en zijn relatief dunbevolkt (Ettema 1980: 24). Het grootste deel van de

(31)

-·28-bevolking in Galici~ woont zeer verspreid,

73,8%

van de bevolking van het gebied woont in dorpen of gehuchten met een gemiddeld inwoners-aantal van tachtig mensen (Lis6n Tolosana 1971: 111-112). Een aantal dorpen of gehuchten samen vormt een parochie, waarvan het gemiddelde inwonersaantal 591 is (1971: 56). Een aantal parochies samen vormen op hun beurt weer een (gemeente), die vooral een juridiese en administratieve eenheid vormt.

De parochie Ribeira ligt in de provinsie Lugo, in het zuid-oosten van Galic ~ aan de voet van het Caurelgebergte in het dal van de Rio Quiroga. De parochie bestaat uit enkele gehuchten die op een steenworp afstand van elkaar liggen, waar in 1979 in tötaal nog 156

d 21 ·1· R . "' . . . t . .

mensen woon en. ..n . ll)eira z1.Jn · wee inas dorpswinkeltJ es waar wat kruidenierswaren en vis uit de diepvries te koop zijn en die tevens dienst doen als dorpskafé. De parochie maakt deel uit van de gemeente Quiroga, waarvan het sentrumdorp Quiroga op ongeveer twee kilometer afstand van Ribeira ligt. De inwonèrs van Ribeira zijn voor de meeste openbare diensten aangewezen op Quiroga. Allereerst zijn daar een paar su:permarkten, slagers, bakkers en schoenen- en kleding-zaken. Verder z n er een aantal bank.en, drie artsen en is er een notaris. Ook vindt men J.n Quiroga het gemeentehuis en het kantoor van de landbouwvoorlichter en de verzekering. Bovendien is er een lagere school, waar kinderen de wijde omtrek in schoolbussen naar toe komen. Voor kinderen die te ver weg wonen om dagelijks heen en weer reizen is er een internaat aan de school verbonden. Op dertig kilo-meter afstand van Quiroga liggen twee grotere plaatsen: La R6a en Monforte. Hier ziekenhuizen, middelbare scholen en techniese scholen.

Hoewel de mensen zijn op Quiroga of de

Ribeira voor bijna aile diensten aangewezen ere steden, voelen ze zich in de eerste plaats lid van de parochie Ribeira. Men beschouwt beide gehuchten als een eenheid en noemt de inwoners van de twee gehuchten samen

(dorpsgenoten). Het sos leven de parochie is voor een groot gedeelte gekonsentreerd rond het religieuze leven. Beschermheilige van de parochie is de s (de Heilige Maagd van de Genezing), aan wie het jaarlijkse fi_'.:_§_~-~- (feest) is opgedragen. Dit

wordt gevierd op acht september, wat in heel Span;j e een belang-rijke kerkelijke feestdag is. Dit _fi~§..'1::!:1:. is verreweg de belangrijkste gebeurtenis van het jaar in Ribeira, Reeds lang van te voren worden

(32)

-29-voorbereidingen getroffen: men verbetert de parochiekerk en vervangt de kleding van het beeld van de Maagd. Ook de meer wereldlijke kan-ten van het fi~~~~~- worden door de 1iarochie georganiseerd. Alle inwo-ners van Ribeira zijn het er unaniem over eens dat hun 1J.:.<:ê_s_t,_c:1:_ verreweg het mooiste in de wijde omtrek is, met de beste muziek, op het mooiste terrein en met de meest bijzondere folklore.

De parochie vervult ook nog andere funkt behalve religieuze, bij-voorbeeld in geval van rampen. Men vertelde dat vroeger in de parochie

een soort onoffisiële verzekering bestond, waarb iedereen regelmatig geld stortte in een gemeenschappelijke pot. Wanneer iemand een ramp overkwam, zoals bijvoorbeeld een ongeluk met een os of ziekte, kreeg diegene het geld. Hoewel mensen regelmatig klagen dat men elkaar tegen-woordig niet meer helpt, vervult de parochie nog steeds deze funktie. Tijdens ons verblijf brandde het huis van een jong gezin tot de grond toe af. Alle inwoners van de parochie kwamen ijlings aansnellen om te proberen de brand te blussen, wat niet meer lukte. De daarop volgende dagen werd in de parochie huis aan huis gekollekteerd om het gedupeer-de gezin te helpen. Men vertelgedupeer-de ons dat dat in zulke gevallen nog steeds gebruikelijk is.

Tenslotte noemen we hier de ekonomiese funktie van de parochie. Een groot gedeelte van de grond in Galicië bestaat uit .f!'l.~.~. bergland begroeid met brem. De ~on.!_~ was en is gemeenschappleijk bezit van de parochie en was vooral belangrijk in v.erband met de veeteelt. Beesten werden geweid in de _!!1_2._nte en de brem die daar groeide werd als grond-bedekking in de stal gelegd, waardoor het later als mest op het land gebruikt kon worden. Op het belang van de veeteelt zullen we later nog terug komen. Het is hier voldoende om te vermelden dat de parochie een geografiese, rel euze en sosiale eenheid vormt en bovendien een ekonorniese funkt heeft.

landbezit

Grootgrondbezit komt Galicië, in tegenstelling tot andere gebie-den in Spanje, nauwelijks meer voor. Elk huishougebie-den bezit een aantal kleine stukjes land, waarop gemengd bedrijf wordt uitgeoefend. Het aan-tal stukjes land dat een huishouden bezit is gemiddeld ongeveer twintig. De grootte van het totale bezit aan landbouwgrond per huishouden is zeer klein. Volgens een schatting van de landbouwvoorlichter in Quiroga bezit een huishouden gemiddeld één hektare grond die gebruikt wordt voor de

(33)

wijnbouw, het belangrijkste landbouwprodukt van de ''l~reek. Het ver-· snipperde landbezit van de GaLiciese boeren Üi in de literatuur bijna spreekwoordelijk geworden. Vaak wordt niet eens meer van een m1n1-fundia maar van mie gesproken. Deze ekstreme versnippering is het gevolg van twee faktoren: het traditionele erfsysteem, de zogenaamde

De

en het erfsysteem.

is een eeuwenoud pachtsysteem, dat ter~ggaat tot in de Middeleeuwen. Het meeste land in Galicië behoorde toe aan de kerk, die het via een erfpacht, de _ _:LorC!_, uitbesteedde aan kleine boeren. Uit de literatuur wordt niet duidelijk of het alleen mannen betrof of dat vrouwen ook grond k.onden pachten, Hoewel het in prinsipe een een-voudig pachtsysteem was,waren er wel een paar kompliserende faktoren. De sosiaal-geograaf Ettema z over de foro:

"The foro was a form of long term leaE:e by which the farmer got effective ownership of the land against payment of a rent -mostly J.n kind- to the legal owner. '11he significant feature of the foro is this seperation bet ween juridical ownership ( d()_n:i_iD:_:b.2_ di_recto) and practical ownen;hip util . Another important

feature is that the was atta.ched to the land and not to the person of the "tenant", who could sell hifl land, or any way dispose of it, always giving ree ion of the

(1980: l+4-L~5)

Wat gebeurde was, dat boeren een gedeelte van hun land belastten met alle fo_E_S'._-verplichtingen die op het land ruf3tten, om het resterende gedeelte door te verkopen of te verdelen voor een erfenis, Ook ver-pachtte men grond onderhandfi door aan anderen, wat de loop van de tijd tot de s dat niemand meer pres wist welke ver-plichtingen op welk stuk grond rustten.

11

In de loop van de achtt van hun land over te

eeuw de kloosters de direkte

van het land van de ker}; door de staat 183"(' kochten de tussenpersonen de op. Ze een soort landadel vormen die datgene wat ze aan de boeren onttrokken niet op-nieuw investeerden in het land, maar besteedden aan luukse-konsumptie.

Pehalve door deze tussenpersonen werden de foro-rechten ook opgekocht door rijke kooplieden, advok.aten en politisi (1980: 45-46). De boeren raakten meer en meer in de greep van de nieuwe bezitters van de foro-kontrakten, die ook de touwtjes van het politieke leven stevig in

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Heeft God niet het recht, om als Hij zo verkiest, Zijn natie Israël te gebruiken om Zijn in- strument te zijn bij het oordelen van de verdorven naties die in het land waren in de

doorbrengen, kinderen met andere kinderen kunnen samen spelen en/ of ouders andere ouders kunnen ontmoeten in de. aanwezigheid van

Wanneer een organisatie mensen laat samen komen, betekent dit niet per definitie dat er een open plaats gecreëerd wordt waar iedereen zich welkom voelt en waar kinderen

[r]

Beoordeel of de spanning van de bekkenbodem slap, normaal of gespannen is (PM de bekkenbodem wordt reflexmatig aangespannen tijdens hoesten en ontspant reflexmatig bij persen). 

Voor deze behandeling kan worden gekozen als het zaad te slecht is (minder dan 1 miljoen beweeglijke zaadcellen per zaadlozing) of als reageerbuisbevruchting één of twee keer

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

In deze PBLQatie hanteren we een aanpak die is gebaseerd op de samen- hang tussen de burger en zijn digitale vaardigheden, het beleid dat de overheid voert bij het inrichten van