• No results found

Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Welke maatregelen moet bureau bestuursondersteuning van de gemeente Strijen nemen om de Wet dwangsom en beroep te implementeren?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Welke maatregelen moet bureau bestuursondersteuning van de gemeente Strijen nemen om de Wet dwangsom en beroep te implementeren?"

Copied!
82
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

Welke maatregelen moet bureau bestuursondersteuning van de gemeente Strijen

nemen om de Wet dwangsom en beroep te implementeren?

Naam : Tinja Kloosterboer Studentnummer : 1503933

(2)

Titelpagina

Namen van de auteur:

Tinja Kloosterboer

Studentnummer auteur:

1503933

E-mailadres:

tinja.kloosterboer@student.hu.nl

Titel van het rapport:

Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

Ondertitel van het rapport:

Welke maatregelen moet bureau

bestuursondersteuning van de gemeente Strijen

nemen om de Wet dwangsom en beroep te

implementeren?

Naam school:

Hogeschool Utrecht

Naam faculteit:

Maatschappij & Recht

Opleiding:

Hbo Rechten

Studiejaar:

4 (vier)

Begeleider:

Charlotte van Mourik

Naam opdrachtgever:

Gemeente Strijen

Waleplein 2

3291 CZ Strijen

(3)

Voorwoord

Begin maart 2009 kwam ik voor het eerst in contact met de gemeente Strijen omdat

er een afstudeeropdracht beschikbaar was. Vanaf april ben ik fulltime in dienst

getreden bij de gemeente. Elke dag heb ik met veel plezier 11 kilometer van

Mijnsheerenland naar Strijen toe gefietst.

Ik heb bijna 2 maanden op de afdeling bureau bestuursondersteuning gewerkt waar

ik hartelijk ben ontvangen. Net aan 3 weken in dienst en gewoon vlaggen en

cadeaus op mijn verjaardag. Ik heb me erg welkom gevoeld op de afdeling.

Ik wil de volgende mensen bedanken voor alle hulp die ze mij hebben geboden;

Johan de Pee voor het vertrouwen en het geven van de opdracht. Bart van Aalst

bedankt voor de begeleiding tijdens het uitvoeren van mijn onderzoek. Liesbeth Bos

voor het nalezen van mijn stukken. Arjan Plekkenpol bedankt voor je hulp bij het

uitzoeken van de vergunningen en tot slot Saskia Duimelaar voor al mijn problemen

met Microsoft Word!

In het bijzonder bedank ik Charlotte Mourik, mijn afstudeerbegeleider, voor alle

begeleiding en steun die je mij geboden hebt.

(4)

Inhoudsopgave

Belangrijkste begrippen...6 Samenvatting...8 1. Inleiding... 9 1.1 Probleemstelling...9 1.2 Werkwijze...10

1.3 Verantwoording van het onderzoek...11

1.4 Leeswijzer...12

2. Huidige wetgeving omtrent de termijnen...12

2.1 Bestaande mogelijkheden binnen de huidige wetgeving...12

2.2 Waarom wordt de Algemene wet bestuursrecht aangepast...14

3. Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen...14

3.1 Hoofdlijnen van de Wet dwangsom en beroep...14

3.2 Toelichting dwangsom bij niet tijdig beslissen...15

3.3 Toelichting direct beroep...18

3.4 Overgangsrecht...19

4. Wetswijzigingen na invoering van het Wetsvoorstel...19

4.1 Verandering in de wetten...20

5. Termijn overschrijding bij bureau bestuursondersteuning...21

5.1 Procedure bureau bestuursondersteuning...21

5.2 Welke aanvragen behandelt bureau bestuursondersteuning...22

5.3 Risico’s Wet dwangsom en beroep...23

5.4 Uitkomsten dossieronderzoek...24

6. Mogelijke maatregelen voor bureau bestuursondersteuning...25

6.1 Procedures bij andere gemeenten...25

6.1.1 Aanvraag...25

6.1.2 Afhandeling ingebrekestelling en dwangsom...26

6.2 Maatregelen uit de praktijk...28

6.2.1 Termijnbewaking...28

6.2.2 Werknemers informeren...29

6.2.3 Administratieve aanpassingen...29

6.2.4 Mandaatverruiming...30

6.2.5 Informeren van de bewoners van de gemeente...31

6.3 Andere problemen na invoering van de verordening...31

7. Conclusie... 32

8. Aanbeveling... 34

8.1 uitvoering van de maatregelen...34

8.2 Dwangsommen voorkomen...37

Literatuurlijst... 39

Bijlage 1 Lijst met afkortingen...42

Bijlage 2 Wetsvoorstel dwangsom en beroep...43

Bijlage 3a Schema 1a, procedure aanvraag...51

Bijlage 3b Schema 1b procedure bezwaarschrift...52

Bijlage 4 Schema 2, procedure direct beroep...53

Bijlage 5 Termijnveranderingen...54

Bijlage 6 Aanvragen en ontheffingen...56

Bijlage 7 Dossieronderzoek...59

Bijlage 8 Contactpersonen gemeenten...69

Bijlage 9 Advies Squit XO College...70

(5)
(6)

Belangrijkste begrippen

Aanvraag: een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen1.

Algemene wet bestuursrecht (Awb): Algemene wet met betrekking tot het bestuursrecht. Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken2.

Beroep: het instellen van administratief beroep, dan wel een beroep bij een administratieve rechter3.

Besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling4.

Bestuursorgaan: in dit onderzoek wordt onder bestuursorgaan verstaan: een orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld5.

Bureau Bestuursondersteuning: dit bureau is verantwoordelijk voor de ondersteuning bestuur en bestuursorganen, bestuurlijke samenwerking waaronder coördinatie regionale samenwerking, openbare orde en veiligheid (politie, brandweer en rampenbestrijding), algemene juridische zaken en coördinatie beroep, bezwaar en handhaving, Algemeen plaatselijke verordening (APV), bijzondere wetgeving en secretariaat ombudscommissie Hoeksche Waard.

Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent6.

Dwangsom: bedrag dat een veroordeelde moet betalen zo vaak of zolang hij niet aan de veroordeling voldoet7.

Gemeente: kleinste eenheid van openbaar bestuur dat door een gemeenteraad en het college van burgermeester en wethouders wordt bestuurd.

Ingebrekestelling: schriftelijke mededeling van een aanvrager waarbij de gemeente wordt aangemaand om een besluit te nemen.

Opschorten (van de termijn): het (meestal tijdelijk) opheffen van de wettelijk gestelde termijn waarbinnen een bestuursorgaan een besluit op een aanvraag of bezwaarschrift moet nemen. Lex silencio positivo: een vergunning wordt automatisch verleend zodra de gemeente de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit overschrijdt8.

Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen9. 1 Artikel 1:3 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht

2 Artikel 1:2 Algemene Wet Bestuursrecht 3 Artikel 1:5 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht 4 Artikel 1:3 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht 5 Artikel 1:1 lid 1 sub a Algemene Wet Bestuursrecht 6 Artikel 10:13 Algemene Wet Bestuursrecht

7 Van Dale online woordenboek http://www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=Dwangsom 8 Wetsvoorstel aanpassingswet

http://www.europadecentraal.nl/documents/dossiers/Dienstenrichtlijn/Infoenservice/mvt%20wetsvoorstel %20aanpassingswet.pdfKamerstukken II 2008-2009, 31859 nr. 3

(7)

Sector Wonen en werken: deze sector is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid op de volgende terreinen/beleidsvelden; ruimtelijke ordening, wonen, beheer openbare ruimte, milieu en bestuursondersteuning.

Termijn: hoeveelheid tijd, een bepaalde periode10.

Vergunning: een vergunning is de beschikking op een aanvraag, die toestaat voorgenomen activiteiten te verrichten die in de wet- of regelgeving verboden zijn.

Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen: een wetsvoorstel met betrekking tot dwangsommen die het desbetreffende bestuursorgaan verbeurt aan een burger indien zij niet binnen de wettelijk gestelde termijn heeft beslist op een aanvraag of bezwaar. Deze wet wordt in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen. De wet treedt op 1 januari 2010 in werking11.

10 P.J.J. van Buuren, T.C. Borman Algemene wet bestuursrecht vierde druk. Deventer 2003: Uitgeverij Kluwer. P.139

11 Bijlage 2 Wetsvoorstel: Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Kamerstukken II 2008-2009, 31844, nr. 2

(8)

Samenvatting

Onder de huidige wetgeving blijkt dat burgers te weinig mogelijkheden hebben om trage besluitvorming van een bestuursorgaan te bespoedigen. Om de burger meer handvatten te geven treedt de Wet dwangsom en beroep op 1 januari 2010 in werking. Deze wet zorgt ervoor dat bestuursorganen een dwangsom moeten betalen als ze niet binnen de wettelijk gestelde termijn een besluit op een aanvraag nemen. Om het onderzoek in te perken richt het onderzoek zich specifiek op bureau bestuursondersteuning van de gemeente Strijen. Het doel van het onderzoek is de gemeente Strijen te informeren ten aanzien van de huidige situatie en de veranderingen in deze situatie met de komst van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. De gemeente had vóór het onderzoek geen volledig zicht op het aantal aanvragen dat niet binnen de wettelijk gestelde termijn werd behandeld. De centrale vraag die bij deze probleem- en doelstelling past is:

“Welke maatregelen moet bureau bestuursondersteuning nemen om het

Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen te implementeren?”

Door middel van een dossieronderzoek heb ik onderzocht in hoeverre het bureau bestuursondersteuning zich aan de wettelijk gestelde termijnen houdt en welke maatregelen het bureau moet nemen om de Wet dwangsom en beroep te implementeren12. Uit het dossieronderzoek blijkt dat bureau bestuursondersteuning een aantal steken laat vallen waaronder het niet melden van termijnoverschrijving en termijnverdaging. Ongeveer 12% van de besluiten is niet binnen de wettelijk gestelde termijn genomen. De oorzaken zijn; geen termijnbewaking en het niet verdagen van de termijnen. De oorzaken van termijnoverschrijding werken de implementatie van de Wet dwangsom en beroep tegen. De volgende maatregelen moet bureau bestuursondersteuning nemen om de Wet dwangsom en beroep te implementeren;

 interne communicatie naar de medewerkers;  het maken van een procesbeschrijving;  termijnbewaking;

 verplicht melden aan de aanvrager van termijnoverschrijding en termijnverdaging;  datum van binnenkomst in de ontvangstbevestiging en het besluit opnemen;  mandatering van de bevoegdheden.

Uit onderzoek bij andere gemeenten is gebleken dat bovenstaande maatregelen leiden tot implementatie van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.

Het college van burgermeester en wethouders beslist uiteindelijk wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van bovenstaande maatregelen.

12Boetes bij te laat beslissen. http://extranet.doxis.nl/client/doxis/upload/Internet%20en

%20extranet/Vakinformatie/Info%20Management/Info%20Management%20september%202008/Wet %20dwangsom%20vraagt%20om%20tijdige%20voorbereiding.pdfLaatste wijziging in maart 2008.

(9)

1. Inleiding

1.1 Probleemstelling

Op 1 januari 2010 treedt een nieuwe wet in werking namelijk de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (hierna ‘Wet(voorstel) dwangsom en beroep’ of ‘wet(voorstel)’). Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat burgers een geldbedrag kunnen eisen, indien een bestuursorgaan niet binnen de wettelijk gestelde termijn over een ingediende aanvraag beslist. Elk bestuursorgaan is verplicht ervoor te zorgen dat zij in januari 2010 klaar is voor de uitvoering van deze nieuwe wetgeving. Voor de burger betekent het wetsvoorstel dat er sneller beslist zal worden en dat er meer mogelijkheden zijn om een besluit af te dwingen. Voor bestuursorganen kunnen er problemen ontstaan bij het invoeren van de nieuwe wetgeving. Het kan zijn dat bestuursorganen op dit moment veel langere termijnen hanteren voor het nemen van een besluit op een aanvraag dan wettelijk is toegestaan.

Het onderzoek richt zich in de eerste plaats op het Wetsvoorstel dwangsom en beroep. De gemeente Strijen wil inzicht in de gevolgen van de wetgeving waarbij het van belang is welke gevolgen de wet heeft.

Om mijn onderzoek af te bakenen heeft de gemeente Strijen ervoor gekozen een specifiek bureau aan te wijzen. Het bureau dat ik onderzoek is het bureau bestuursondersteuning. Hier komen aanvragen binnen voor vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen met betrekking tot de Algemeen plaatselijke verordening gemeente Strijen (hierna APV), Drank-en Horecawet, MarktverordDrank-ening gemeDrank-ente StrijDrank-en (hierna MarktverordDrank-ening), Wet op de Kansspelen en de Wegenverkeerswet. Op dit moment is er geen overzicht op het aantal aanvragen dat niet binnen de wettelijk gestelde termijn wordt behandeld. Tot slot vraagt de gemeente zich af wat zij moet doen om de wet te implementeren bij bureau bestuursondersteuning.

Het doel van mijn afstudeeropdracht is de gemeente Strijen voorbereiden op de komst van de Wet dwangsom en beroep. Na het onderzoek is duidelijk welke maatregelen de gemeente Strijen moet treffen om in 2010 de Wet dwangsom en beroep te implementeren.

Ik vind de bovenstaande opdracht erg interessant omdat het Wetsvoorstel dwangsom en beroep grote veranderingen met zich mee brengt. Burgers krijgen meer mogelijkheden om tegen trage besluitvorming op te treden. Onder de huidige wetgeving zijn er verschillende mogelijkheden om de besluitvorming te bespoedigen, dat zal ik in paragraaf 2.1 laten zien. De mogelijkheden die vanuit de huidige wetgeving worden geboden zijn echter niet voldoende. Daarbij komt dat een burger zijn bezwaar geen dag te laat in mag dienen omdat hij dan niet-ontvankelijk wordt verklaard, terwijl een gemeente de termijnen zonder gevolgen kan overschrijden. Door het Wetsvoorstel dwangsom en beroep wordt de gemeente gedwongen om sneller een besluit te nemen. Ik ben een grote voorstander van de nieuwe wetgeving omdat de positie van de burger ten opzichte van de gemeente verbetert. Wat mij echter tegenstaat is dat er meerdere termijnen worden verruimd, zoals besluiten op bezwaar, omdat deze als ‘te krap’ worden ervaren. Het is naar mijn mening tegenstrijdig om de burger meer handvatten te geven om trage besluitvorming te bespoedigen en tegelijkertijd de termijnen te verruimen zodat men er zeker van is dat die termijnen gehaald kunnen worden. Uiteindelijk is de burger hier de dupe van aangezien ze nu nog langer op een besluit moet wachten.

(10)

1.2 Werkwijze

De centrale vraag vloeit voort uit de probleemstelling en de doelstelling:

“Welke maatregelen moet bureau bestuursondersteuning nemen om het

Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen te implementeren?”

Toelichting van de begrippen uit de vraagstelling:

Maatregelen: handeling of ingreep met een bepaald doel13

.

Bureau bestuursondersteuning: Dit bureau is binnen de gemeente Strijen verantwoordelijk

voor de ondersteuning van het bestuur en de bestuursorganen, bestuurlijke samenwerking waaronder coördinatie regionale samenwerking, openbare orde en veiligheid (politie, brandweer en rampenbestrijding), algemene juridische zaken en coördinatie beroep, bezwaar en handhaving, APV, bijzondere wetgeving en secretariaat ombudscommissie Hoeksche Waard.

Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen: nieuwe wetgeving in de

Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) die in januari 2010 in werking zal treden. Deze wetgeving zorgt ervoor dat gemeenten een boete aan de aanvrager moeten betalen als ze de wettelijk gestelde termijn overschrijden.

Implementeren: in werking stellen, uitvoeren.

Om antwoord te kunnen geven op de centrale vraag moeten eerst de volgende deelvragen beantwoord worden:

Wat houdt het Wetsvoorstel dwangsom en beroep in?14

Welke termijnveranderingen in andere wetgeving brengt het Wetsvoorstel dwangsom en beroep met zich mee?15

Neemt bureau bestuursondersteuning de APV-, Drank en Horecawet-, Wet op de Kansspelen-, Marktverordening- en Wegenverkeerswet- besluiten binnen de wettelijk gestelde termijn?

Welke maatregelen die andere gemeentes hebben genomen om het Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen te implementeren zijn toepasbaar op bureau bestuursondersteuning?

De verschillende deelvragen zijn terug te vinden in de opbouw van het verslag. Dataverzameling methode

De manier waarop ik informatie voor mijn afstudeerproject heb gezocht is een combinatie van een literatuuronderzoek, dossieronderzoek en het houden van interviews.

13 Van Dale online woordenboek http://www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=maatregel 14 Bijlage 2 Wetsvoorstel: Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Kamerstukken II 2008-2009, 31844, nr. 2

15 Persbericht ministerraad Aanpassing wettelijke beslistermijnen op:

http://www.regering.nl/Actueel/Persberichten_ministerraad/2008/oktober/24/Aanpassing_wettelijke_beslistermijne n laatste wijziging 24 oktober 2008

(11)

Literatuuronderzoek

Bij het literatuuronderzoek heb ik mij voornamelijk in het Wetsvoorstel dwangsom en beroep, de daarbij horende memorie van toelichting en circulaire verdiept. Er zijn nog geen boeken geschreven omtrent dit onderwerp, er zijn echter wel een aantal tijdschriften die aandacht aan dit onderwerp hebben besteed. Bij het zoeken naar informatie heb Ik me vooral gericht op de website van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Na het onderzoek naar de gevolgen van het wetsvoorstel bestudeer ik de wetten die van toepassing zijn op bureau bestuursondersteuning.

Dossieronderzoek

Het dossieronderzoek is noodzakelijk geweest omdat het bureau bestuursondersteuning geen volledig zicht heeft op het aantal aanvragen waarop niet binnen de wettelijk gestelde termijn wordt beslist. Onder het kopje ‘literatuuronderzoek’ heb ik aangegeven dat ik allereerst onderzocht heb welke gevolgen het Wetsvoorstel dwangsom en beroep met zich mee brengt. Vervolgens heb ik onderzocht welke termijnen er op bureau bestuursondersteuning van toepassing zijn. De wetten die aan bod komen zijn de APV, de Drank- en Horecawet, Wet op de Kansspelen, Marktverordening en de Wegenverkeerswet. Nadat ik een overzicht had gemaakt van de termijnen waarbinnen besloten moet zijn heb ik door middel van een dossieronderzoek uitgezocht of bureau bestuursondersteuning werkelijk binnen deze termijn blijft. Vervolgens heb ik de uitkomsten geanalyseerd en tot slot in de conclusie aangegeven welke maatregelen getroffen kunnen worden om het Wetsvoorstel dwangsom en beroep te implementeren.

Interviews

Tot slot heb ik interviews afgenomen bij andere gemeenten om uit te zoeken welke maatregelen zij hebben genomen om het Wetsvoorstel dwangsom en beroep vroegtijdig in te voeren door middel van een verordening. Deze gemeenten zijn op de hoogte van de risico’s en problemen die het wetsvoorstel met zich mee brengt. De gemeente Strijen kan op die manier, voor zover mogelijk, onvoorziene problemen voor zijn.

1.3 Verantwoording van het onderzoek

Afstudeervorm:

Mijn afstudeeropdracht kan het beste als een evaluerend onderzoek worden omschreven.

Evaluerend onderzoek: een onderzoek waarbij feiten en gebeurtenissen worden

geanalyseerd, waar uiteindelijk een conclusie aan wordt verbonden.

In mijn project analyseer ik het Wetsvoorstel dwangsom en beroep en de bestaande wetgeving van de Algemene wet bestuursrecht. Ik beschrijf welke veranderingen het Wetsvoorstel dwangsom en beroep met zich meebrengt. Vervolgens onderzoek ik de aanvragen die binnen bureau bestuursondersteuning worden behandeld. Allereerst bekijk ik welke termijnen er gelden voor de verschillende aanvragen, vervolgens of de besluiten binnen de termijnen worden genomen. Door middel van een dossieronderzoek heb ik onderzocht of het bureau bestuursondersteuning de besluiten binnen de wettelijk gestelde termijn neemt. Na het onderzoek maak ik een analyse; wat zijn de oorzaken van de

(12)

termijnoverschrijding en hoe kan het in de toekomst worden voorkomen. Tot slot volgt een conclusie met aanbevelingen waarmee bureau bestuursondersteuning wordt voorbereid op de Wet dwangsom en beroep.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 behandel ik de huidige wetgeving en de huidige mogelijkheden voor burgers om trage besluitvorming van een bestuursorgaan tegen te gaan. In hoofdstuk 3 geef ik aan wat het Wetsvoorstel dwangsom en beroep inhoudt. Vervolgens in hoofdstuk 4 welke veranderingen het Wetsvoorstel dwangsom en beroep met zich mee brengt. In hoofdstuk 5 bespreek ik de procedure van aanvragen binnen het bureau bestuursondersteuning en binnen welke termijn een besluit wordt genomen. In hoofdstuk 6 bespreek ik de maatregelen die andere gemeenten hebben genomen om het Wetsvoorstel dwangsom en beroep voortijdig in te voeren door middel van een verordening en wat de huidige werkwijze van bureau bestuursondersteuning op die bepaalde onderwerpen is. In hoofdstuk 7 de conclusie van het onderzoek waarin ik antwoord geef op de centrale vraag. In hoofdstuk 8 bespreek ik de aanbevelingen voor het uitvoeren van de maatregelen uit hoofdstuk 7 en een aantal maatregelen om dwangsommen te voorkomen.

2.

Huidige wetgeving omtrent de termijnen

De huidige wetgeving biedt onvoldoende mogelijkheden om trage besluitvorming van een bestuursorgaan te bespoedigen16. In dit hoofdstuk leg ik uit waarom de huidige wetgeving onvoldoende mogelijkheden biedt.

2.1 Bestaande mogelijkheden binnen de huidige wetgeving

Het Wetsvoorstel dwangsom en beroep is met een reden ingevoerd. De bestaande wetgeving schiet te kort als het gaat om de positie van de burger tegenover een bestuursorgaan17. Een burger kan zijn bezwaarschrift geen dag te laat indienen omdat hij dan niet-ontvankelijk wordt verklaard18, terwijl een bestuursorgaan de termijnen op dit moment bijna straffeloos kan overtreden.

16Bestuursrechtelijk tijdschrift: De gemeententem, Gst 2008, 7292 zaterdag 22 maart 2008. Nummer 7292 p. 143 17 Bestuursrechtelijk tijdschrift: De gemeententem, Gst 2008, 7292 zaterdag 22 maart 2008. Nummer 7292 p. 141 18 Artikel 6.6 Algemene Wet Bestuursrecht sub a geeft aan dat het bezwaar niet- ontvankelijk is wanneer ‘niet is voldaan aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep’. In artikel 6:7 Algemene Wet Bestuursrecht staat dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift 6 weken bedraagt, wanneer een bezwaarmaker 1 dag te laat is treedt artikel 6.6 sub b Algemene Wet Bestuursrecht in werking.

(13)

De burger heeft enkele mogelijkheden om trage besluitvorming van een bestuursorgaan te bespoedigen;

1. indien een bestuursorgaan te laat beslist kan een burger bezwaar instellen wegens het niet tijdig nemen van een besluit19;

2. een bezwaar- of beroepschrift kan ondersteund worden door een verzoek om voorlopige voorziening20;

3. rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter21;

a.

bij rechtstreeks beroep kan de aanvrager een verzoek doen aan de bestuursrechter om een termijn in te stellen waarbinnen het bestuursorgaan een besluit moet nemen22;

b.

bij rechtstreeks beroep kan de rechter besluiten een dwangsom op te leggen indien een bestuursorgaan niet voldoet aan de in de uitspraak gestelde termijn23;

4. het indienen van een klacht bij het desbetreffende bestuursorgaan24.

Het probleem bij bovenstaande mogelijkheden is dat deze ‘instrumenten’ in de praktijk vaak niet leiden tot snellere besluitvorming. Voor de afdoening van een bezwaarschrift gelden immers de gewone termijnen; zes weken zonder commissie of tien met instelling van een commissie25. De termijnen voor het nemen van het besluit kunnen vervolgens met nog eens 4 weken worden verdaagd26. Bovendien leidt gegrond verklaring van bezwaar (of beroep) niet tot een inhoudelijk besluit. De procesregeling bestuursrecht27, een regeling binnen de Awb die de processen met betrekking tot besluiten op aanvragen, bezwaarschriften en beroep geeft een aparte regeling voor de afhandeling van beroepschriften met betrekking tot trage besluitvorming. Een verplicht criterium is dat de aanvrager een spoedeisend belang heeft en dat het bestuursorgaan te traag heeft gehandeld. De procesregeling zorgt ervoor dat beroepschriften kunnen worden vereenvoudigd28 of versneld afgedaan worden29. De termijn voor een uitspraak op grond van de procesregeling bedraagt negen tot veertien weken, nadat het aanvullend beroepsschrift is ingediend.

Tot slot leidt het indienen van een klacht niet tot snellere besluitvorming, voordat een klacht wordt ingediend is het probleem al ontstaan. Uit onderzoek blijkt dat het indienen van een klacht vaak niet leidt tot tevredenheid bij de klager. Ruim 54% is ontevreden over de klachtprocedure bij bestuursorganen30.

19 P.J.J. van Buuren, T.C. Borman Algemene wet bestuursrecht vierde druk. Deventer 2003: Uitgeverij Kluwer. P.271 artikel 6:2 onder b Algemene Wet Bestuursrecht

20 Artikel 8:81 Algemene Wet Bestuursrecht 21 Artikel 7:1a Algemene Wet Bestuursrecht

22 Zie voetnoot 16, pagina 443, artikel 8:72 lid 4 Algemene Wet Bestuursrecht 23Artikel 8:72 Algemene Wet Bestuursrecht

24Artikel 9:1 Algemene Wet Bestuursrecht 25Artikel 7:13 Algemene Wet Bestuursrecht

26 A.H.C.M. Spapens, J.P.A.F. Vriens, Werkboek Algemene wet bestuursrecht. ’s-Gravenhage: Elsevier bedrijfsinformatie 2000. P. 174, artikel 7:10 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht

27 Rechtspraak, procesregeling bestuursrecht 2008

http://www.rechtspraak.nl/NR/rdonlyres/FF78A801-7172-4903-9087-DD8D28F301B6/0/41732_Procesreglement_binnenwerk.pdf laatste wijziging op 19 juni 2008. 28Artikel 8:54 Algemene Wet Bestuursrecht

29 Artikel 8:52 Algemene Wet Bestuursrecht 30 Klagen bij bestuursorganen.

http://rechten.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/Algemeen/Recht1/2007/klagbibe/1326e_volledige_tekst_tcm11-145179.pdf p. 125 Laatste wijziging 22 januari 2007

(14)

Onder de huidige wetgeving is het meest effectieve instrument om op te komen tegen het uitblijven van een besluit tot nu toe het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening (wat samen gaat met een bezwaar- of een beroepsschrift). Wanneer positief op het verzoek wordt beslist, wordt in de uitspraak een termijn vermeld waarbinnen de overheid alsnog de gelegenheid krijgt om een besluit te nemen. In sommige gevallen wordt in de uitspraak voorzien van een dwangsom.

2.2 Waarom wordt de Algemene wet bestuursrecht aangepast

Paragraaf 2.1 laat zien dat burgers en bedrijven onder de huidige wetgeving onvoldoende mogelijkheden hebben om op te treden tegen trage besluitvorming van bestuursorganen. Het probleem is dat veel van deze wettelijke mogelijkheden er niet toe leiden dat bestuursorganen sneller beslissen, daarbij volgt er niet meteen een inhoudelijk besluit. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een formele procedure wordt gevolgd, wat de nodige tijd kost. Met de komst van de Wet dwangsom en beroep worden de bestuursorganen op een negatieve manier gestimuleerd om sneller een besluit af te geven. Bij niet tijdig beslissen moet het bestuursorgaan immers een dwangsom verbeuren. Het Wetsvoorstel dwangsom en beroep biedt de aanvrager meerdere en snellere mogelijkheden om tegen trage besluitvorming van een bestuurorgaan op te treden. In paragraaf 3.1 en 3.2 volgt een verdere uitleg over het de Wet dwangsom en beroep.

3. Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

In hoofdstuk 2 heb ik aangegeven welke mogelijkheden de huidige wetgeving biedt om trage besluitvorming te bespoedigen. De huidige mogelijkheden blijken onvoldoende waardoor de positie van de burger ten opzichte van bestuursorganen ongelijk is. Kamerleden Wolfsen en Luchtenveld hebben daarom op 20 november 2006 het initiatiefwetsvoorstel Dwangsom bij niet tijdig beslissen ingediend31.

3.1 Hoofdlijnen van de Wet dwangsom en beroep

Met de Wet dwangsom en beroep wordt in hoofdstuk 4 van de Awb een nieuwe afdeling ‘dwangsom bij niet tijdig beslissen’ geplaatst (afdeling 4.1.3.2 Awb) en in hoofdstuk 8 van de Awb een nieuwe afdeling ‘Beroep bij niet tijdig beslissen’ (afdeling 8.2.4A32). De wet dwangsom en beroep voorziet het bestuursprocesrecht van een tweetal nieuwe instrumenten om trage besluitvorming tegen te gaan33. In de eerste plaats dienen bestuursorganen dwangsommen te betalen als zij niet tijdig beslissen op aanvragen of bezwaarschriften, dit wordt in hoofdstuk 3.2 toegelicht. In de tweede plaats voorziet deze wet in de mogelijkheid om direct beroep (zonder eerst een bezwaarschrift in te dienen) in bij de rechtbank te stellen indien niet tijdig wordt beslist, dit wordt in hoofdstuk 3.3 verder toegelicht. Alvorens deze twee instrumenten in werking treden dient een aanvrager het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke te stellen waarna het bestuursorgaan 2 weken heeft om alsnog een besluit op de aanvraag te nemen, bij termijnoverschrijding treden de gevolgen van de Wet dwangsom en beroep in werking.

31Bijlage 2 Wetsvoorstel: Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Kamerstukken II 2008-2009, 31844, nr. 2

32Zie noot 31

33Zie voetnoot 29, artikel4.17 lid 2 Algemene Wet Bestuursrecht (dwangsom) en artikel 6:12 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht (direct beroep)

(15)

Een zeer korte samenvatting van de Wet dwangsom en beroep:

Figuur 134

De Wet dwangsom en beroep is van toepassing op alle beschikkingen op aanvraag en op alle beslissingen in bezwaar en in administratief beroep35. De enige uitzonderingen die daarop zijn gemaakt, zijn beschikkingen, genomen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 of het Soeverein Besluit van 12 december 1813, en beslissingen op bezwaar, gemaakt tegen zodanige beschikkingen. De Wet dwangsom en beroep blijft voor deze wetten facultatief voor de komende drie jaar.

3.2 Toelichting dwangsom bij niet tijdig beslissen

In paragraaf 3.1 heb ik aangegeven dat er met de komst van de Wet dwangsom en beroep een dwangsom kan worden opgelegd. In bijlage 3a is de procedure van een aanvraag na invoering van de Wet dwangsom en beroep schematisch in beeld gebracht, in bijlage 3b is de procedure van een bezwaarschrift na invoering van de Wet dwangsom en beroep in beeld gebracht. De procedure van de aanvraag en het bezwaarschrift zijn grotendeels hetzelfde. De artikelen met betrekking tot de aanvraag gelden ook voor het bezwaar, tenzij anders is vermeld36.

Met ingang van de Wet dwangsom en beroep veranderen de termijnen voor het nemen van een besluit op een bezwaarschrift. De termijnen worden met 2 weken verlengd. In deze paragraaf en in paragraaf 3.3 worden de artikelen en termijnen na invoering van de Wet dwangsom en beroep genoemd. In paragraaf 4.1 worden de termijnveranderingen in de Awb en andere wetgeving nader toegelicht.

Toelichting op de procedure van een aanvraag en bezwaar na invoering van de Wet dwangsom en beroep37: Er komt een aanvraag of bezwaarschrift binnen. Voor 34 Boetes bij te laat beslissen http://extranet.doxis.nl/client/doxis/upload/Internet%20en

%20extranet/Vakinformatie/Info%20Management/Info%20Management%20september%202008/Wet %20dwangsom%20vraagt%20om%20tijdige%20voorbereiding.pdf Laatste wijziging in maart 2008.

35 Bekrachtiging initiatief-wetsvoorstel Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen http://www.minbzk.nl/actueel?

ActItmIdt=110948 Laatste wijziging op 7 maart 2008

36Door een schakelbepaling in artikel 7:14 Algemene Wet Bestuursrecht (‘hoofdstuk 4’ wordt vervangen door ‘hoofdstuk 4, met uitzondering van artikel 4:14 eerste lid, artikel 4:15 en paragraaf 4.1.3.2.’) gelden grotendeels dezelfde artikelen voor een aanvraag als voor bezwaar.

37 Bestuursrechtelijk tijdschrift: De gemeententem, Gst 2008, 7292 zaterdag 22 maart 2008. Nummer 7292 p. 141

(16)

beantwoording van de aanvraag/ bezwaar geldt een bepaalde termijn, de termijn begint na ontvangst van een aanvraag38. Bij bezwaar begint de termijn na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is afgelopen39. Wanneer de aanvraag/ bezwaar niet compleet is wordt de termijn opgeschort40 totdat de aanvrager/ bezwaarmaker de benodigde informatie aan heeft geleverd. Specifieke opschortmogelijkheden voor een aanvraag zijn de volgende41, wanneer;

er noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie opgevraagd moet worden;

de vertraging aan de aanvrager is te verwijten;

er sprake is van overmacht van het bestuursorgaan;

de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd.

Voor een bezwaarschrift gelden andere opschortmogelijkheden, uitstel is mogelijk voor zover42;

alle belanghebbende daarmee instemmen;

de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbende daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad, of;

dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.

De laatste opschortmogelijkheid van de aanvraag en de eerste twee opschortmogelijkheden bij bezwaar geven aan dat een bestuursorgaan met instemming van de aanvrager de termijn voor het nemen van een beslissing uit kan stellen. Het bestuursorgaan moet wel aangeven wanneer het besluit wel afgegeven zal worden en de termijn voor het besluit moet binnen een redelijke termijn43.

De gemeente heeft ook nog de mogelijkheid om de termijn binnen de kaders van de wet te verdagen44, mits daarvan melding wordt gedaan aan de aanvrager. Als het bestuursorgaan binnen de wettelijk gestelde termijn een besluit neemt, al dan niet met bovenstaande mogelijkheden, is er niets aan de hand.

Wanneer de beslistermijn waarbinnen een aanvraag had behandeld moeten worden is overschreden is de gemeente in overtreding. Er zijn nu twee mogelijkheden: op bepaalde

38Artikel 4:13 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht.

39Artikel 7:10 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht. Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Kamerstukken II 2008-2009, 31 751 nr. 2.

40 Opschorting termijn bij aanvraag: 4:15 lid 1 sub a Algemene Wet Bestuursrecht. Opschorting termijn bij bezwaar: 7:10 lid 2 Algemene Wet Bestuursrecht

41Artikel 4:15 lid 1sub b – 3 Algemene Wet Bestuursrecht. 42Artikel 7:10 lid 4 Algemene Wet Bestuursrecht

43Artikel 4:13 lid 1, 2 Algemene Wet Bestuursrecht. Lid 1 en 2. In het geval van de Algemeen Plaatselijke Verordening en de Algemene Wet Bestuursrecht geldt een redelijke termijn van 8 weken, voor andere aanvragen kan een andere redelijke termijn gelden. LJN: BD2958, College van Beroep voor het bedrijfsleven , AWB 07/498

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=BD2958&u_ljn=BD2958 “Nu in de Wet geen termijn is opgenomen waarbinnen het bestuursorgaan een besluit op de aanvraag dient te nemen, geldt ingevolge artikel 4:13 Algemene Wet Bestuursrecht dat een beschikking dient te worden gegeven binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag. Deze redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer het bestuursorgaan binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag geen beschikking heeft gegeven, noch een kennisgeving van een nieuwe termijn heeft gedaan.”

(17)

gemeentelijke verordeningen is de Lex silencio positivo van toepassing45, of de Wet dwangsom en beroep treedt in werking. Lex silencio positivo betekent dat het besluit automatisch positief uitvalt wanneer een gemeente geen besluit neemt, voor de aanvrager betekent het dat de gevraagde vergunning aan hem wordt verleend. De tweede mogelijkheid; de gevolgen van de Wet dwangsom en beroep treden in werking. De gevolgen treden niet van rechtswege in. De aanvrager moet de gemeente eerst een schriftelijke (elektronisch of per post) ingebrekestelling46 sturen voordat de gevolgen van de wet inwerkingtreden. De ingebrekestelling is vormvrij. Wanneer de aanvrager een klacht indient omdat er nog steeds geen besluit op zijn aanvraag is genomen, wordt dit ook opgevat als een ingebrekestelling47. Als de aanvrager geen ingebrekestelling stuurt zijn er vooralsnog geen gevolgen voor de gemeente. Er is een uitzondering waarin de aanvrager geen ingebrekestelling hoeft te sturen, als er sprake is van een ingediend bezwaar tegen een niet tijdig genomen besluit48 en de aanvrager ‘uitzonderlijke spoed’ heeft49. De regering heeft nog geen opsomming van situaties gegeven die onder dit artikel vallen.

Als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijk gestelde termijn beslist kan een ingebrekestelling worden gestuurd. Om het recht op dwangsom te verkrijgen moet een van de volgende situaties moet aan de orde zijn50;

de wettelijke beslistermijn op een aanvraag is overschreden en het bestuursorgaan heeft hiervan geen mededeling aan de aanvrager gedaan;

de beslistermijn ontbreekt en de redelijke termijn van 8 weken is verstreken, hiervan is geen mededeling gedaan door het bestuursorgaan aan de aanvrager;

het bestuursorgaan heeft niet tijdig beslist op een bezwaar of in administratief beroep, het bestuursorgaan heeft hiervan geen mededeling gedaan aan de aanvrager.

Als de gemeente de ingebrekestelling heeft ontvangen gaat er een termijn van 2 weken51 lopen waarbinnen de gemeente alsnog een besluit moet nemen. Wanneer de gemeente niet binnen deze termijn beslist treden de gevolgen van de Wet dwangsom en beroep in werking. Op dit moment zijn er voor de aanvrager twee mogelijkheden: 1. de aanvrager wacht tot het bestuursorgaan het besluit alsnog neemt of 2. de aanvrager kan zonder een bezwaarschriftprocedure direct in beroep bij de rechtbank (nadat de 2 weken zijn verlopen waarin het bestuursorgaan alsnog een besluit had kunnen nemen, verder besproken in paragraaf 3.3).

Indien de aanvrager niet in beroep gaat is er een termijn van ten hoogste 42 dagen waarover een bestuursorgaan dwangsommen verbeurd.

45Lex silencio positivo geldt alleen voor een aanvraag. Invoering Lex silencio

http://www.europadecentraal.nl/documents/dossiers/Dienstenrichtlijn/Infoenservice/invoering%20lex %20silencio.pdf Laatste wijziging op 3 december 2007

46 Aanvraag: Artikel 4.17 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht. Voor een bezwaar gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit als in artikel 6:20 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht geldt artikel 6:12 lid 3 sub b Algemene Wet Bestuursrecht.

47 Circulaire Wet dwangsom en beroep paragraaf 1.1 pagina 3 48Artikel 6:12 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht

49 Artikel 6:12 lid 4 Algemene Wet Bestuursrecht ‘indien redelijkerwijs niet van de belanghebbende kan worden gevergd dat hij het bestuursorgaan in gebreke stelt’.

50Artikel 4:14 lid 1, 3 en 4:13 Algemene Wet Bestuursrecht.

51 Art 4:17 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht. Voor een bezwaar gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit als in artikel 6:20 lid 1 geldt artikel 6:12 lid 3 Algemene Wet Bestuursrecht.

(18)

De betaalregeling houdt in dat een bestuursorgaan gedurende maximaal 42 dagen52 een dwangsom kan verbeuren. In totaal kan een bestuursorgaan een bedrag van maximaal €1260 verschuldigd zijn. Deze dwangsom loopt dagelijks op van €20 (de eerste veertien dagen) tot €30 (de daarop volgende twee weken) en ten slotte €40 voor de resterende dagen53. Het bestuursorgaan is verplicht binnen twee weken een beschikking af te geven waarin de hoogte van de te betalen dwangsom staat54. De betaling van de dwangsom geschiedt binnen 6 weken na bekendmaking van de beschikking55. De aanvrager kan tegen deze beschikking in beroep als hij het niet eens is met de hoogte van het bedrag dat in de beschikking wordt genoemd. Indien de dwangsom onverschuldigd is betaald kan de gemeente het bedrag binnen vijf jaar na datum terugvorderen56.

3.3 Toelichting direct beroep

In paragraaf 3.1 heb ik aangegeven dat er met de komst van de Wet dwangsom en beroep direct beroep bij de rechter mogelijk is zonder eerst een bezwaarprocedure in te stellen. Vervolgens heb ik in paragraaf 3.2 uitgelegd welke procedure een aanvraag volgt na invoering van de Wet dwangsom en beroep. Als blijkt dat er niet binnen de wettelijk gestelde termijn is besloten op een aanvraag dient de aanvrager een ingebrekestelling in, als de twee weken termijn vervolgens is overschreden kan direct beroep bij de rechter worden ingesteld. In bijlage 4 is de procedure van direct beroep na invoering van de Wet dwangsom en beroep57 schematisch in beeld gebracht. Hieronder een toelichting met betrekking tot de

nieuwe regeling.

Als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de aanvrager of bezwaarmaker vanaf de eerste dag dat dit het geval is het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke stellen. Indien het bestuursorgaan twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling nog geen besluit op de aanvraag of het bezwaarschrift heeft genomen, kan de aanvrager of bezwaarmaker direct beroep instellen bij de rechtbank.

Om direct beroep in te kunnen stellen moet een van de volgens situaties aan de orde zijn58;

de wettelijke beslistermijn is overschreden en het bestuursorgaan heeft hiervan geen mededeling aan de aanvrager gedaan;

de beslistermijn ontbreekt en de redelijke termijn van 8 weken is verstreken, hiervan is door het bestuursorgaan geen mededeling aan de aanvrager gedaan;

het bestuursorgaan heeft niet tijdig beslist op een bezwaar of in administratief beroep, het bestuursorgaan heeft hiervan geen mededeling gedaan aan de aanvrager.

Als aan een van de bovenstaande eisen is voldaan en direct beroep succesvol is ingesteld geldt vervolgens een snelle procedure bij de rechtbank die het beroep in beginsel zonder de gebruikelijke zitting behandelt en binnen acht weken uitspraak doet59. Als het beroep gegrond wordt verklaard bepaalt de rechtbank dat het bestuursorgaan binnen twee weken 52 Art. 4:17 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht.

53 Art. 4.17 lid 2 Algemene Wet Bestuursrecht. 54 Art. 4:18 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht. 55 Art. 4:18 lid 2 Algemene Wet Bestuursrecht.

56 Art. 4:20 Algemene Wet Bestuursrecht. Voor een bezwaar gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit als in artikel 6:20 lid 1 geldt artikel 6:12 lid 5 Algemene Wet Bestuursrecht.

57 Bijlage 3, schema 2, Procedure van direct beroep 58 Artikel 8:55a Algemene Wet Bestuursrecht 59 Artikel 8:55b Algemene Wet Bestuursrecht

(19)

alsnog beslist60. Daarbij kan de rechter in het besluit een (nieuwe) dwangsom opleggen die het bestuursorgaan verbeurt indien ze niet binnen de door de rechter opgelegde termijn van twee weken61 beslist. Het bestuursorgaan is vervolgens verplicht om binnen twee weken een beschikking aan de aanvrager af te geven met daarin de hoogte van de dwangsom62. Het bedrag moet binnen 6 weken uit worden betaald. De aanvrager heeft het recht in bezwaar te gaan tegen de hoogte van het bedrag63.

3.4 Overgangsrecht

Tot 1 januari 2010 geldt het zogenaamde overgangsrecht met overgangsbepalingen64. In een overgangsbepaling wordt bepaald welke regels gelden voor en na inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep.

Voor de inwerkingtreding:

Het Wetsvoorstel dwangsom en beroep is voor 1 januari 2010 volledig facultatief65. Dat wil zeggen dat een bestuursorgaan bevoegd is om het Wetsvoorstel voortijdig (voor januari 2010) in te voeren, maar hiertoe niet verplicht is. Het Wetsvoorstel kan bij wettelijk voorschrift of bij besluit door een bestuursorgaan van toepassing worden verklaard. De gemeente Leiden is een voorbeeld van een gemeente die door middel van een verordening het Wetsvoorstel dwangsom en beroep voortijdig heeft ingevoerd. Bewoners van de gemeente Leiden kunnen daardoor een beroep doen op de mogelijkheden die het wetsvoorstel biedt.

Na de inwerkingtreding:

Het overgangsrecht met betrekking tot aanvragen die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep zijn ingediend geldt dat de huidige wetgeving op die aanvragen van toepassing is. Dat betekent dat de wet niet van toepassing is op een aanvraag of bezwaarschrift die voor 1 januari 2010 is ingediend. Als een aanvraag bijvoorbeeld op 15 december 2009 is ingediend, waar vervolgens in 2010 niet tijdig op wordt beslist, is de Wet dwangsom en beroep niet van toepassing66.

4. Wetswijzigingen na invoering van het Wetsvoorstel

Om de Wet dwangsom en beroep in te kunnen voeren zijn er een aantal wetten aangepast. In dit hoofdstuk bespreek ik welke wetten zijn aangepast67.

60 Artikel 8:55d lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht 61 Artikel 8:55d lid 2 Algemene Wet Bestuursrecht

62 Artikel 7:14 schakelbepaling Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 4:18 Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.

63 Artikel 7:14 schakelbepaling Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 4:19 Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.

64 Bijlage 2 Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Kamerstukken II 2008-2009, 31844, nr. 2 65 Ministerie van binnenlandse zaken; Bekrachtiging initiatief-wetsvoorstel Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen http://www.minbzk.nl/actueel?ActItmIdt=110948 Laatste wijziging op 7 maart 2008

66 Zie noot 64, Artikel III

67 Persbericht ministerraad, aanpassing wettelijke beslistermijnen

http://www.regering.nl/Actueel/Persberichten_ministerraad/2008/oktober/24/Aanpassing_wettelijke_beslistermijne n laatste wijziging 24 oktober 2008

(20)

4.1 Verandering in de wetten

Het Wetsvoorstel dwangsom en beroep is alleen succesvol in te voeren als alle termijnen die voor bepaalde aanvragen staan ook daadwerkelijk kunnen worden gehaald. Het kabinet heeft onderzocht bij welke wetten het nemen van een besluit binnen de wettelijk gestelde termijn problemen oplevert. Een aantal wetten behoeven aanpassing alvorens het Wetsvoorstel dwangsom en beroep wordt ingevoerd.

De termijnen die te krap bleken zijn: de Wet Openbaar Bestuur (hierna WOB) en de termijn waarin beslist moet worden op een bezwaarschrift. Op een WOB verzoek moet op dit moment binnen 2 weken worden beslist68, maar na invoering van de Wet dwangsom en beroep wordt dat 4 weken. Vervolgens kan de termijn met 4 weken worden verdaagd in plaats van de huidige 2 weken69.

Op een bezwaarschrift moet op dit moment binnen 6 weken70 na ontvangst door het bestuursorgaan worden beslist, maar dat wordt na invoering van het wetsvoorstel 8 weken71. De termijn kan vervolgens worden verdaagd met 6 weken in plaats van de huidige 4 weken. Indien een commissie nodig is om een besluit op een bezwaarschrift te nemen is de termijn ook met 2 weken verlengd; van de huidige 10 weken72 naar 12 weken73. Vervolgens bestaat de mogelijkheid om de termijn met 12 weken74 te verdagen in plaats van de huidige 10 weken. De aanvang van de beslistermijn ten aanzien van het bezwaarschrift is ook aangepast. De termijn gaat lopen op de dag nadat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken75. Daarnaast zijn er een aantal kleinere wijzigingen in de Awb zelf76. Overige wetten die worden aangepast zijn77:

 de Gaswet;

 de Flora- en faunawet;

 de Natuurbeschermingswet 1988;

 de Natuurschoonwet;

 de Wet op de dierenbescherming;

 de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

 de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

 de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

 de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

 de Ziektewet;

 de Belemmeringswet Privaatrecht; 68 Artikel 6 Wet openbaarheid van bestuur

69 Bijlage 2 Wetsvoorstel: Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, memorie van toelichting. Kamerstukken II 2008-2009, 31844, nr. 3

70 Artikel 7:10 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht 71 Zie voetnoot 69

72 Artikel 7:10 lid 1 vóór de invoering van de Wet dwangsom en beroep 73 Zie voetnoot 66

74 Zie voetnoot 66

75 Artikel 7:10 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht

76 Bijlage 2 Wetsvoorstel: Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Kamerstukken II 2008-2009, 31844, nr. 2

(21)

Op deze wetgeving geeft bureau bestuursondersteuning geen vergunningen, vrijstellingen of ontheffingen af, daarom ga ik niet verder op deze wetgeving in.

5.

Termijn overschrijding bij bureau bestuursondersteuning

Het onderzoek richt zich op de maatregelen die bureau bestuursondersteuning moet nemen om het Wetsvoorstel dwangsom en beroep te implementeren. Allereerst bespreek ik de huidige procedure ten aanzien van de aanvragen die bij bureau bestuurondersteuning binnenkomen om uiteindelijk in hoofdstuk 8 Aanbevelingen te bepalen welke handelingen aangepast dienen te worden. Vervolgens welke aanvragen er worden behandeld binnen het bureau bestuursondersteuning, welke termijnen op die aanvragen van toepassing zijn en of deze termijnen worden gehaald. Dan volgt een beschrijving van een aantal risico’s die het wetsvoorstel met zich mee brengt, tot slot de conclusie van het dossieronderzoek.

5.1 Procedure bureau bestuursondersteuning

Procedure van een aanvraag

Bij het bureau bestuursondersteuning wordt elke aanvraag anders behandeld maar globaal komt de werkwijze overeen. Er komt een aanvraag binnen bij de afdeling post en archiefzaken. De aanvraag krijgt een sticker met een nummer en de datum van ontvangst, met dit nummer en deze datum wordt de aanvraag in de computer gezet.

Vervolgens gaat de aanvraag naar bureau bestuursondersteuning waar de aanvraag wordt beoordeeld. Bij sommige aanvragen is een advies van Bureau Beheer Openbare Ruimte (hierna B.O.R), Politie of Brandweer nodig. Na beoordeling van de aanvraag door bureau bestuursondersteuning en teruggekoppeld advies van de adviesinstanties wordt er een advies met een conceptbeschikking voor het college gemaakt. Het advies wordt eerst beoordeeld door de bureaucoördinator en daarna door het sectorhoofd. Als het advies is goedgekeurd wordt de conceptbrief tweemaal uitgeprint, het college van burgermeester en wethouders beslist vervolgens op de aanvraag. Daarna wordt de brief door het college ondertekend.

Als het college een besluit heeft genomen verstrekt de medewerker van bureau bestuursondersteuning eventueel kopieën aan B.O.R., Politie en Brandweer.

Een Kopie en twee originele brieven gaan naar de afdeling financiën. De afdeling maakt een acceptgirokaart (voor vergunningen moeten leges betaald worden door de aanvrager, door middel van een acceptgiro kan de aanvrager het bedrag aan de gemeente overmaken) aan en stuurt deze retour naar het bureau bestuursondersteuning.

Het bureau bestuursondersteuning stuurt de definitieve beschikking met de acceptgiro naar de aanvrager. Bij verlening van een vergunning wordt een publicatie opgesteld en gemaild naar de receptie. De receptie voegt alle bekendmakingen van de gemeente Strijen samen in een document waarna de afdeling communicatie er voor zorgt dat alle bekendmakingen worden gepubliceerd.

Een afschrift van de brief en een eventuele publicatie van de vergunning wordt bij de stukken gevoegd en naar de afdeling post en archiefzaken gestuurd. Een medewerker van de afdeling financiën houdt een Excel bestand bij waarin staat aan wie, op welke datum een bepaalde vergunning, ontheffing of vrijstelling is verleend.

(22)

5.2 Welke aanvragen behandelt bureau bestuursondersteuning

Binnen bureau bestuursondersteuning worden een aantal aanvragen behandeld. De aanvragen hebben betrekking op vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen. De volgende wetten en verordeningen zijn van toepassing; APV gemeente Strijen, Wegenverkeerswet, Wet op de kansspelen, de Drank- en horecawet en de Marktverordening gemeente Strijen. Op deze wetten en verordeningen is vanaf januari 2010 de Wet dwangsom en beroep van toepassing. De Wet dwangsom en beroep is uiteraard op alle aanvragen met betrekking tot vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen van toepassing maar in dit onderzoek beperk ik mij tot bovenstaande aanvragen. In dit onderzoek zijn alle aanvragen die binnengekomen zijn na januari 2007 en voor december 2008 onderzocht. Bureau bestuursondersteuning behandelt de volgende aanvragen:

Algemeen plaatselijke verordening Strijen

Art. 2.1.5.1. Voorwerpen of stoffen aan of op de weg

Art. 2.1.5.3. Maken, veranderen van een uitrit/ inritvergunning Art. 2.3.1.2. Exploitatievergunning horecabedrijf/ terras Art. 2.3.1.4. Vrijstelling sluitingstijden

Art. 2.3.3.2. Plaatsen van speelautomaten (Wet op de kansspelen) Art. 4.1.5. Ontheffing geluidshinder

Art. 4.3.2. Kapvergunning

Art. 5.2.1. Inzamelen van geld of goederen (collecte) Art. 5.2.3.2. Standplaatsvergunning

Art. 5.2.4. Snuffelmarkten e.d.

Artikel 3 en 4 Drank- en horecawet vergunning Artikel 35 Drank en Horecawet ontheffing

Artikel 5 Marktverordening gemeente Strijen 2008

Artikel 148 Wegenverkeerswet, vergunningplicht voor evenement Artikel 3 Wet op de kansspelen, verlotingen

De termijnen die van toepassing zijn op de aanvragen zijn de volgende78;

Figuur 2 Overzicht van de aanvragen met de wettelijke gestelde termijnen

Aanvraag Termijn Bijzonderheden

Art. 2.1.5.1. Voorwerpen of stoffen aan of op de weg

8 weken Mogelijkheid om de termijn met 8 weken te verdagen

Art. 2.1.5.3. Maken, veranderen van een uitrit/ inritvergunning

8 weken “

78 Grondslag voor de termijn van 8 weken is artikel 1:2 lid 2 APV. Artikel 4:13 lid 1 en 2 Algemene Wet

Bestuursrecht zorgt ervoor dat de termijn gesteld in de Algemeen Plaatselijke Verordening een redelijke termijn is.

(23)

Art. 2.3.1.2. Exploitatievergunning horecabedrijf/ terras 8 weken “ Art. 2.3.1.4. Ontheffing Sluitingstijden 8 weken “

Art. 2.3.3.1. Plaatsen van speelautomaten

8 weken “

Art. 2.6.3. Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaar 8 weken “ Art. 4.1.5. Overige geluidshinder 8 weken “

Art. 4.3.2. Kapvergunning 8 weken Lex silencio positivo van toepassing

Art. 4.4.3. Vergunning-plicht lichtreclame

8 weken Mogelijkheid om de termijn met 8 weken te verdagen.

Art. 5.2.1. Inzamelen van geld of goederen

8 weken “

Art. 5.2.3.2.

Standplaatsvergunning

8 weken “

Art. 5.2.4. Snuffelmarkten e.d. 8 weken “

Art. 3 en 4 Drank- en Horecawet vergunning

12 weken

Art. 35 Drank- en Horecawet ontheffing

8 weken

Art. 5 Marktverordening gemeente Strijen

8 weken Mogelijkheid om de termijn met 8 weken te verdagen.

Art. 148 WVW

Vergunningplichtig evenement

8 weken

Art. 3 Wet op de Kansspelen, verlotingen

8 weken

De bovenstaande APV termijnen kunnen met 8 weken worden verdaagd. De Drank- en horecawet, de Wegenverkeerswet en de Wet op de Kansspelen bieden geen mogelijkheden tot verdagen.

De artikelen uit figuur 2 worden toegelicht in bijlage 6.

5.3 Risico’s Wet dwangsom en beroep

Een deel van de risico’s die kunnen ontstaan bij invoering van de Wet dwangsom en beroep zijn niet te voorkomen (denk aan calamiteiten), een deel is echter door middel van een aantal maatregelen eenvoudig te beperken dan wel te voorkomen. In paragraaf 5.4 staan een

(24)

aantal situaties die voor onderstaande risico’s kunnen gaan zorgen. Eventuele risico’s die kunnen ontstaan bij het nalaten van het sturen van een ontvangstbevestiging/ melding termijnoverschrijding/ melding opschorten termijn/ melding van termijnverdaging, zijn79;

 het betalen van dwangsommen;

 het eventueel moeten voeren van tijdrovende en kostbare juridische procedures;

 inzet van (extra) personeel om de juridische gevolgen van het Wetsvoorstel te beperken (als een ingebrekestelling is toegestuurd geldt er een zeer korte termijn van 2 weken waarin alsnog besloten moet worden, uitbetaling van een dwangsom vergt net als het behandelen van een ingebrekestelling extra inzet van personeel);

 beleidsdoelstellingen, termijnen of financiële taakstellingen die niet of alleen met vertraging kunnen worden gerealiseerd;

 Verlies van gezag, aanzien en vertrouwen bij burgers (en niet alleen bij degenen die de nadelige gevolgen van het handelen of het nalatig zijn van de gemeente hebben ondervonden)

In hoofdstuk 7 Conclusie bespreek ik de maatregelen die gemeente Strijen kan nemen om de Wet dwangsom en beroep te implementeren en daarmee bovenstaande risico’s te voorkomen.

5.4 Uitkomsten dossieronderzoek

Uit het dossieronderzoek is gebleken dat er in de periode 2007 / 2008 totaal 268 aanvragen binnengekomen zijn bij bureau bestuursondersteuning80. Er zijn 20 aanvragen geweigerd en 2 door de aanvrager ingetrokken. Bureau bestuursondersteuning heeft in totaal 31 keer de termijn overschreden. Uit het onderzoek bleek ook dat er geen enkele melding van termijnoverschrijding en termijnverdaging naar de aanvragers is verstuurd. Dat betekent dat 12% van de aanvragen niet binnen de wettelijk gestelde termijn afgehandeld is. Daarbij is gebleken dat de datum van binnenkomst niet in de ontvangstbevestiging en in het besluit genoteerd worden. Tot slot is er geen termijnbewaking.

De uitkomsten van het dossieronderzoek betekenen na ingang van de Wet dwangsom en beroep het volgende;

1. het niet melden van termijnoverschrijding en termijnverdaging heeft tot gevolg dat een aanvrager een ingebrekestelling toe kan sturen;

2. de datum van ontvangst wordt niet in de ontvangstbevestiging en in het besluit genoemd. Voor de aanvrager lijkt het alsof de termijn voor het nemen van een besluit eerder is begonnen dan in werkelijkheid het geval is, hij stuurt zijn ingebrekestelling te vroeg in;

3. de termijn wordt niet bewaakt wat betekent dat bureau bestuursondersteuning niet precies weet wanneer de termijn wordt overschreden. Na invoering van de Wet dwangsom en beroep wordt termijnbewaking erg belangrijk in verband met het tijdig verdagen van de termijn en uiteindelijk het risico dwangsommen te moeten betalen.

79 E.C.M. Smits Juridische kwaliteitszorg bij Gemeente een handreiking. Den Haag VNG uitgeverij 2002. P.11, 12 80 Bijlage 7 het dossieronderzoek.

(25)

6. Mogelijke maatregelen voor bureau bestuursondersteuning.

Onder het mom van; “Beter goed gejat dan slecht verzonnen” heb ik onderzocht welke maatregelen anderen gemeenten hebben getroffen om voortijdige invoering van het Wetsvoorstel dwangsom en beroep mogelijk te maken.

Het Wetsvoorstel dwangsom en beroep is tot 1 januari 2010 volledig facultatief. Toch zijn er meerdere gemeenten die het wetsvoorstel door middel van een verordening voortijdig hebben ingevoerd. Op dit moment zijn er 13 gemeenten die het Wetsvoorstel dwangsom en beroep door middel van een verordening voortijdig hebben ingevoerd81. Over het algemeen geven de gemeenten als reden dat ze de dienstverlening en klantvriendelijkheid naar de burger toe willen verbeteren.

Deze gemeenten verwachten geen problemen wat betreft de invoering van de Wetsvoorstel dwangsom en beroep aangezien ze enkele jaren82 ervaring hebben met deze wetgeving. De procedures lopen goed genoeg om vrijwel elke aanvraag binnen de wettelijk gestelde termijn te behandelen. Aangezien de gemeente Strijen nog geen enkele ervaring heeft met de implementatie van de Wet dwangsom en beroep heb ik een aantal telefonische interviews gehouden met verschillende gemeenten. Door middel van interviews bij 8 van de 13 gemeenten wordt duidelijk welke problemen en risico’s het wetsvoorstel met zich mee kan brengen. Ik heb enkele werknemers van de volgende gemeenten geïnterviewd; Rotterdam, Wijchen, Hellevoetsluis, Leiden, Capelle aan den IJssel, Heuvelrug, Nieuwegein en Tilburg83. In de volgende paragrafen bespreek ik de werkwijze of maatregelen van de geïnterviewde gemeenten om implementatie van het Wetsvoorstel dwangsom en beroep mogelijk te maken.

6.1 Procedures bij andere gemeenten

De gemeenten in Nederland lijken globaal gezien op elkaar. Door te inventariseren hoe de meest optimale procedure met betrekking tot een aanvraag eruit ziet kan de gemeente Strijen besluiten aanpassingen te maken om snelle besluitvorming te bevorderen. Bepaalde handelingen blijken zeer belangrijk in de procedure na invoering van de zogenaamde Verordening dwangsom en beroep (bij niet tijdig beslissen). Ik bespreek de procedures die door andere gemeenten worden gebruikt om aanvragen, ingebrekestellingen en dwangsommen te behandelen. Vervolgens bespreek ik welke maatregelen bij andere gemeentes hebben geleid tot probleemloos implementeren van de Verordening dwangsom en beroep. Na elke maatregel bespreek ik de huidige procedure van de gemeente Strijen op datzelfde gebied. In hoofdstuk 7 Conclusie bespreek ik hoe de procedures er uit moeten gaan zien om de Wet dwangsom en beroep uit te voeren.

6.1.1 Aanvraag

Bij alle gemeenten komen de aanvragen op een centraal punt binnen. De ene gemeente noemt deze afdeling postzaken, de ander documentair informatie voorziening (DIV) of team documenten. Ik gebruik de naam ‘post- en archiefzaken’ omdat de gemeente Strijen deze naam hanteert. De afdeling post- en archiefzaken geeft de aanvraag een stempel met de 81 Voor zover op internet te vinden is.

82 Vanaf 2007 Bestaat de mogelijkheid om het wetsvoorstel voortijdig in te voeren

http://www.justitie.nl/onderwerpen/wetgeving/awb/wetsvoorstellen/ Laatste wijziging niet duidelijk. 83Bijlage 8overzicht contactpersonen gemeenten.

(26)

datum van binnenkomst, waarna de aanvraag een nummer krijgt. Onder dit nummer wordt de aanvraag ingeboekt in een postregistratiesysteem samen met de datum van binnenkomst. Tot slot wordt de aanvraag bij sommige gemeenten ingescand. Het is van groot belang dat de datum van binnenkomt op de aanvraag staat. Op deze datum begint de termijn te lopen. In alle gemeenten bleek dit goed te gaan, behalve in de gemeente Nieuwegein. De aanvragen bleken geen stempel te krijgen, dat is snel aangepast om problemen te voorkomen.

De registratie van de aanvragen is ook zeer belangrijk, op die manier ontstaat er een overzicht met alle uiterste data waarop besluiten genomen moeten zijn. Dit is de termijnbewaking van de aanvragen.

Als de bovenstaande handelingen verricht zijn stuurt de afdeling post- en archiefzaken de aanvraag door naar de verantwoordelijke afdeling. De afdeling die de aanvraag ontvangt stuurt de aanvrager een ontvangstbevestiging waarin wordt aangegeven op welke datum de aanvraag binnen is gekomen. Een aantal gemeenten zet in deze brief ook de termijn waarbinnen het besluit genomen moet zijn.

Bij vrijwel alle gemeenten is de bevoegdheid voor het nemen van een besluit aan de afdelingshoofden gedelegeerd84 of gemandateerd85, in een aantal gevallen is ook de behandelend ambtenaar bevoegd om een besluit op een aanvraag te nemen. Bij delegatie van de bevoegdheid om een besluit op een aanvraag te nemen wordt een die bevoegdheid overgedragen. De verantwoording voor het nemen van een besluit gaat ook over met de delegatie van de bevoegdheid. Daarbij kan de raad of het college deze bevoegdheid zelf niet meer uitvoeren. Bij mandatering van een bevoegdheid blijft de mandataris (de gene die een bepaalde bevoegdheid mandateert) verantwoordelijk voor het nemen van een besluit, hij kan instructies voor het uitvoeren van de bevoegdheid meegeven aan de gene aan wie de bevoegdheden worden gemandateerd. Daarbij kan de mandataris de bevoegdheid zelf ook nog uitvoeren.

De aanvraag kan door delegatie of mandatering sneller worden behandeld. De aanvraag hoeft niet meer in de raad of het college besproken worden, behalve als het een gevoelige zaak betreft. De uitzonderingen zijn de gemeente Nieuwegein en de gemeente Capelle aan den IJssel. De gemeente Nieuwegein heeft de bevoegdheid om een besluit te nemen van de raad naar het college gedelegeerd maar niet aan de afdelingshoofden of behandelend ambtenaren. De gemeente Capelle aan den IJssel heeft de bevoegdheid om te beslissen op bezwaar van de raad naar het college gedelegeerd voordat de Verordening dwangsom en beroep werd ingevoerd

6.1.2 Afhandeling ingebrekestelling en dwangsom

Wanneer de procedure met betrekking tot de aanvraag goed in elkaar zit en de aanvragen op tijd worden behandeld is er geen probleem. Als een aanvraag niet binnen de termijn is behandeld, kan de aanvrager een ingebrekestelling sturen, waarna een bestuursorgaan nog 2 weken de tijd heeft om alsnog een besluit te nemen. De gemeenten hebben een verschillende procedure wat betreft de afhandeling van de ingebrekestellingen die 84Art. 10:13 Algemene Wet Bestuursrecht. Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.

85Artikel 10:1 Algemene Wet Bestuursrecht. De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

(27)

binnenkomen. Hieronder een opsomming van de geïnterviewde gemeenten en hun werkwijze ten aanzien van de ingebrekestelling en dwangsom.

Rotterdam

De ingebrekestelling komt binnen bij de afdeling post- en archiefzaken waar de aanvraag een nummer en een stempel met de datum van binnenkomst krijgt waarna de aanvraag in de computer wordt ingevoerd. De ingebrekestelling wordt vervolgens naar de afdeling juridische zaken toegestuurd. Juridische zaken controleert of de ingebrekestelling terecht is. Als de aanvraag voor een dwangsom terecht is handelt de afdeling juridische zaken de aanvraag verder af. De uitbetaling van een eventuele dwangsom regelt de afdeling financiële zaken.

Wijchen

De ambtenaar van de verantwoordelijke afdeling ontvangt de ingebrekestellingen. Hij registreert, beoordeelt en behandelt de aanvraag vervolgens. Als blijkt dat de ingebrekestelling terecht is ingediend regelt de afdeling financiële zaken de betaling.

Hellevoetsluis

Er staat een ingebrekestelling- formulier op de website van de gemeente. Als een burger dit invult komt de ingebrekestelling bij de afdeling post- en archiefzaken terecht. Daar krijgt het formulier een nummer. Vervolgens stuurt de afdeling de ingebrekestelling door naar bureau bestuursondersteuning. Het bureau zoekt contact met de desbetreffende afdeling. De behandelend ambtenaar handelt de ingebrekestelling af. Als er een dwangsom betaalt moet worden dan regelt de afdeling financiële zaken dit.

Leiden

Alle ingebrekestellingen komen binnen bij ‘bureau dwangsom’. Bureau dwangsom is geen bureau op zich. De medewerkers van bureau bestuursondersteuning doen het werk met betrekking tot de ingebrekestellingen naast hun gewone werkzaamheden. De ingebrekestelling worden door de werknemers van bureau bestuursondersteuning beoordeeld en behandeld.

Capelle aan den IJssel

De ingebrekestellingen komen bij de afdeling post- en archiefzaken binnen waarna ze naar de behandelend ambtenaar worden doorgestuurd. De ambtenaar beoordeelt de ingebrekestelling en handelt het administratieve deel af, waarna het college uitspraak doet. De eventuele uitbetaling van de dwangsom geschiedt door de afdeling financiën.

Heuvelrug

De afdeling post- en archiefzaken ontvangt de ingebrekestellingen. De afdeling registreert de ingebrekestelling en stuurt hem door naar de centrale coördinator. De coördinator bewaakt de termijn van de verschillende ingebrekestellingen. Vervolgens wordt de ingebrekestelling doorgestuurd naar de desbetreffende sectordirecteur, die de aanvraag tot slot doorstuurt naar de behandelende afdeling. De afdeling handelt de ingebrekestelling af. Als de termijn niet wordt gehaald, regelt de afdeling financiële zaken uiteindelijk de betaling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Nationale ombudsman geeft in zijn rapport Burgerbrieven 2007 aan ongerust te zijn over de invoering van de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen, omdat deze mogelijk leidt

In het onderzoekprogramma vanaf 2009 is aangegeven dat de Rekenkamercommissie in april 2009 een kort onderzoek start naar de mate waarin de gemeente Voorst is voorbereid op deze

U heeft een aanvraag of een bezwaarschrift of een verzoek om een besluit ingediend bij onze gemeente.Natuurlijk doen wij er alles aan om uw aanvraag of bezwaarschrift of verzoek om

5. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Het college stemt een op te leggen maatregel of een opgelegde maatregel af

Volgens de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen kan de indiener de gemeente in gebreke stellen als deze niet binnen de maximale wettelijke beslistermijn een besluit

Met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is burgers een (extra) instmment in handen gegeven om overheidsorganen op te late beshssingen aan te spreken.. Zij kunnen

Het voorstel betreft een het nemen van een besluit door uw raad over de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom vanwege het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift, dat

Ook zonder de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (verder: Wet dwangsom) is de gemeente Tynaarlo alert op de tijdige afhandeling van aanvragen van burgers en