• No results found

Ingrepen bij kippen in de ban : dier en welzijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ingrepen bij kippen in de ban : dier en welzijn"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V-focus+ april 2008

26

W E L Z I J N

&

D I E R

V-focus+ april 2008

27

D I E R

&

W E L Z I J N

ir. Thea Fiks - Van Niekerk

telefoon 0320-293 549 thea.fiks@wur.nl

C o n t a c t

ir. Thea Fiks – van Niekerk

I

ngrepen zijn maatregelen ter voorkoming van verwondingen aan dieren als gevolg van bescha-digend gedrag van hun soort-genoten. Maar ingrepen op zichzelf zijn ook beschadigingen aan dieren, die gepaard kunnen gaan met pijn en stress. In enkele gevallen kan een ingreep bij een individueel dier leiden tot blijvend leed. Om deze reden, en omdat ingrepen de integriteit van het dier aantasten, heeft de overheid besloten ingrepen te verbieden. Nu moet de sector op zoek naar alternatieven voor het verwijderen van snavels, sporen en tenen. Ingrepen bij pluimvee

De meest bekende ingreep bij pluimvee is het snavelbehandelen, voorheen ook wel snavel-kappen genoemd, bij onder andere leghennen, vleeskuikenouderdieren en kalkoenen. Dit gebeurt om verenpikkerij te voorkomen en dus beschadigde hennen en uitval te voorkomen. Bij vleeskuikenouderdieren worden bij de hanen de sporen verwijderd en de binnenste teen van elke poot. Dat is om te voorkomen dat hennen tijdens het paren beschadigingen oplopen. Bij hanen werden voorheen ook wel de kammen verwijderd (dubben) en bij kalkoenen de neus-lellen. Deze laatste twee ingrepen worden bij deze diersoorten niet meer toegepast en zijn daarom ook verboden. Legouderdieren worden nog wel gedubd.

Het naderende verbod op ingrepen kan alleen voordeel voor het dier opleveren als beschadi-gend gedrag op een andere wijze voorkomen wordt. Dit kan bereikt worden door aanpassingen van de houderij (systeem, voer, licht), het management en misschien het dier zelf. Om de knelpunten rondom ingrepen te inventariseren

en mogelijke oplossingsrichtingen te vinden, heeft het bedrijfsleven de Task Force Ingrepen in het leven geroepen. De Task Force heeft ASG gevraagd om de oplossingsrichtingen uit te werken tot onderzoeksvoorstellen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het Plan van Aanpak Ingrepen.

Verenpikkerij

Een veel gehoorde vraag is: Waarom kunnen biologische pluimveehouders zonder ingrepen toe? Het antwoord is meerledig. Allereerst lukt het daar ook niet altijd om verenpikken te voor-komen. Wel is de biologische houderij intensiever bezig om oplossingen te vinden. Dat resulteert erin dat problemen steeds vaker succesvol worden verholpen. Hoewel deze bedrijven vaak klein-schaliger zijn, een lagere dierbezetting hebben en een ruimere opbrengst per ei om extra arbeid te kunnen vergoeden, is het toch de moeite waard om te leren van de ervaringen van de biologische sector.

Twee onderzoeksprojecten richten zich op dit onderwerp. Allereerst is een inventarisatie gemaakt van maatregelen die de biologische houderij zoal tegen pikkerij toepast. In een vervolgproject zullen pluimveehouders in studie-clubs ervaring opdoen met een aantal maatregelen om te kijken of deze in de praktijk werken. In een klein project wat vanuit de biologische hoek is opgestart, zal gekeken worden of cellen-betonblokken in de stallen de schade door veren-pikkerij kunnen verminderen. Het idee is dat de dieren naar de blokken pikken en dat de snavels hierdoor een bottere punt krijgen.

Een derde project, genaamd Opfokcondities, zal een vergelijking maken tussen dieren die de eerste drie weken op kuikengaas, op kuiken-papier en op strooisel opgefokt worden.

Ingrepen bij kippen

in de ban

De overheid geeft de pluimveesector tot 2012 de gelegenheid zelf houderijsystemen te ontwikkelen die

ingrepen overbodig maken. Dat kan echter alleen doorgaan als er andere afdoende maatregelen zijn die

de dieren beschermen tegen het beschadigend gedrag van hun soortgenoten. Onderzoek moet dergelijke

alternatieven helpen ontwikkelen.

Als in de vroege opfok geen goed strooisel voor-handen is, zullen kuikens eerder tot verenpikkerij overgaan. De vraag is of gangbare bodemtypen, zoals kuikengaas en kuikenpapier, voldoen. Misschien kan het verstrekken van strooisel vanaf dag 0 problemen met verenpikkerij op latere leeftijd voorkomen.

Paargedrag vleeskuikenouderdieren Het paargedrag van vleeskuikenouderdieren blijkt nogal ruw te verlopen. Hanen vertonen nauwelijks baltsgedrag en hennen hurken meestal niet neer voor de haan, maar trachten te vluchten. In de natuur verlopen paringen rustiger, met een uitgebreid voorspel. De hen hurkt neer, zodat de haan kan treden met een minimum aan lichamelijk geweld. Waarom het er bij vleeskuikenouderdieren zo ruig aan toe gaat, is niet bekend. Het vinden van de oorzaak zou wel eens de sleutel kunnen zijn tot het oplossen van dit probleem en een houderij zonder ingrepen mogelijk kunnen maken. Daarom start in de tweede helft van 2008 een onderzoek naar de mogelijke oorzaak van dit verstoorde paargedrag bij vleeskuikenouder-dieren; de bezettingsdichtheid. Doordat de dieren dicht bij elkaar zitten is het wellicht niet goed mogelijk om baltsgedrag te vertonen en/of correct paargedrag aan te leren. Daarbij zullen baltsende hanen moeilijk duidelijk kunnen maken naar welke hen ze dit gedrag vertonen. De hennen zullen zich dus niet snel aangesproken voelen en zullen het gedrag niet beantwoorden. De uiteindelijke resultaten van deze proef zullen in de tweede helft van 2010 beschikbaar zijn.

Selectie op kleine kammen

Door selectie is het theoretisch mogelijk om kleinere sporen te krijgen of zelfs hanen zonder sporen te fokken. Ook kammen van legvader-dieren zouden op die manier kleiner kunnen worden, zodat ze niet meer afgeknipt hoeven te worden. De vraag is of dit zo gemakkelijk kan. Bij weinig variatie en een lage erfelijkheidsgraad zal het in de praktijk niet lukken om via deze weg vorderingen te maken. Een fokkerij-organisatie onderzoekt nu hoe de variatie en erfelijkheid bij spoorlengte en kamgrootte is en of er mogelijkheden zijn om deze via selectie te verkleinen.

Wordt vervolgd

Begin 2009 komt een tussenrapport uit over ingrepen bij leghennen en vleeskuikenouder-dieren, maar ook bij kalkoenen. Het Plan van Aanpak zal voor de periode tot 2011 nader worden ingevuld. De overheid beslist dan of ingrepen daadwerkelijk in de ban gaan. De minister heeft in haar nota geschreven dat wanneer de sector niet zelf met huisvestingsystemen komt die ingrepen overbodig maken, zij overweegt stappen te ondernemen op het vlak van regelgeving.

K A P P E N

Een kip met een onbehandelde snavel kan haar soortgenoten aanzienlijk meer verwondingen toebrengen dan een kip met een behandelde (gekapte) snavel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Psoriasis: Otezla is geïndiceerd voor de behandeling van matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis bij volwassen patiënten die geen respons hebben vertoond op of die

Gezien het veelvuldig voorkomen van glans- havervegetatie op de Leiebermen wordt nage- gaan in hoeverre deze vegetatie evolueert naar ecologisch goed ontwikkeld Arrhenaterion

Uit het antwoord moet blijken dat koolstofnegatief wil zeggen dat er meer koolstof wordt gebonden (in koolstofverbindingen) dan er wordt afgegeven (als CO 2 ) / er door de

Eindexamen havo biologie pilot 201 4-I - havovwo.nl - www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl Cosmetische ingrepen 1 C 2 maximumscore 1 R, iris/regenboogvlies Opmerking..

Wij adviseren u om een begeleider mee te brengen, u mag na de ingreep niet alleen naar huis rijden.. Uw begeleider mag niet mee naar binnen in

Deze brochure geeft u meer informatie over kleine chirurgische ingrepen onder lokale verdoving en probeert op een aantal veelgestelde vragen antwoord te geven.. Mocht u na

Drie tot vijf minuten voor het starten van een pijnlijke/ver- velende procedure, laten we uw kind het gasmengsel inademen via een masker.. Hierdoor is uw kind meer

In overleg met uw behandelend arts heeft u afgesproken dat u enkele uren wordt opgenomen op verpleegafdeling B2 van het Maasziekenhuis Pantein voor een behandeling of