AFZETTINGEN WTKG 33(1),2012 15
A
partial
skeleton ofCetorhinusparvusLeriche,
1910(Chondrichthyes,
Cetorhinidae)
from theOligocene
ofGermany
Sylvia
VerschuerenMet dankaan
Eddy Spijkerman
diemeop het artikel heeftgewezen.
Sylvia Verschueren
1,Valkenkamp
407,3607 LXMaarssen,e-mail:
verschueren.sylvia@xs4all.
nlHoverstadt,
Dirk C. enMariaHoverstadt-Euler,
2011.Paleontologische Zeitschrift,
Onlinefirst,
http;//www.sprin-gerlink.com/content/506020u76x2581t5/
In deze rubriek is al eerdereen
publicatie
van vondstenvande Frauweiler
kleiput besproken.
Ditkeereenartikel datgaatovereengedeeltelijk
skeletvan Cetorhinuspar-vus
(juveniel exemplaar).
Hiervanzijn
eentand, wervels,
huidtandjes
en eengrootdeelvanhetfilterapparaat
gevon-den.Op
zich albijzonder
ende moeite waardom hetar-tikel telezen.
Maarerisnogeenreden. Voor tanden iseral heel
lang
ter-minologie
beschikbaarom zetekunnenbeschrijven.
De auteursintroducerenin ditartikelterminologie
omdekiew-aanhangsels
(‘gill rakers’)
van Cetorhinustekunnenbe-schrijven.
Metbehulp
vandezeterminologie
en afbeeldin-genvankiewaanhangsels
vanverschillendeposities
wordt het verschil tussendekiewaanhangsels
van C. parvusen C. maximus beschreven. Ook verschillentussende andere‘onderdelen’komenaande orde.
De