39 AFZETTINGEN WTKG 26 (3), 2005
Een
drietal
opmerkelijke
fossielen
in ‘Zwinstenen’
Henk+Janvan Vliet*
We zochten in destenen vooralnaar haaientanden.Een
hoogst
enkele keer vondenwe eenzee-egel
vanvuursteen. Deze isvermoedelijk
vanKrijtouderdom
enin het Eoceen ofVroeg
Kwartair hierheengetransporteerd
door rivieren of dezee.Erliggen
tussende zandstenentrouwensopmer-kelijk
veelafgerolde
vuurstenen.Hoewel destenenop het strand
bij
deZwingeul
vaak sterk verweerdzijn, zijn
zewel interessant. Het bindmiddelvansommige
zandstenen iskwarts, waarschijnlijk opaal.
Deschelpen zijn
omgezetin chalcedoonofvuursteen(ontstaan
uit ontwaterdopaal?).
Eenenander maakt destenen hardgenoeg,omze, netalsagaat,tetrommelen.Alsze
glanzend
zijn gepolijst,
is degroenekleurvanhet
glauconiet
fraaitezien,
metdaarinbruinige
ofzwarte, verkiezeldeschelpres-ten.
Ouderdomvan de stenen
De Zwinstenen
zijn
vanEocene ouderdom. Zezijn
vermoe-delijk verspoeld
uit debasislagen
vanhetKwartair;
hierin komt lokaal veelgeremanieerd
Eoceenvoor,vanoorsprongafkomstig
uit het Vlaamse achterland(pers. mededeling
van D.Nolf, 2005).
In deomgeving
vanCadzand betreftdit,
afgaand
op devisfossielen, geremanieerd
Eoceen uit de For-matievanVlierzele,
van LaatYpresien
ouderdom(Nolf,
1972).
In
sommige
stenen komen veelrestenvoor vanMegacar-dita
planicosta
enTurritellasolanderi;
dit doet denkenaan de ZandenvanAalter(Lutetien) (Jagt, 1990),
maarderge-lijke
verkiezeldestenenzijn
niet uitdezelagen
bekend.Losse,
aragonietschalige exemplaren
vandezeschelpen
die eveneensop het strandteCadzand wordengevonden, zijn
echterwaarschijnlijk
wel uit de ZandenvanAalterafkom-stig.
Er worden verschillendetypenzandstenengevonden
die uit diverse horizontenafkomstig
kunnenzijn.
Heteerstetypeiszwaarverkiezeldenbevat veel
schelpfragmenten
metsomshaaien-en
roggentanden.
De kleur isaandeop-pervlakte cementachtig-grijs,
opeenversebreukechterdonkergroen.
Destructuurisvrij grof.
Het tweedetypeisfijner
vanstructuurennietzohard. De kleur isoverwegend
lichtgeel
totgrijzig;
de kleuropeenbreuk verschilt nietvan de
oppervlakte. Schelpen
enandere fossielen komen hierin veel mindervoor.Een derdetypekomt slechts zeldenvoor: het iseenzachte, lichtgroen gekleurde
zandsteenmetveelDitrupa-
resten.De hieronder
genoemde
fossielen( Tudicula,
Helicodromi-tes,
Ophiozona)
komen uit het tweedetypezandsteen,
defijnkorrelige, bruingele
soort. Tudicula iseensoortdietyperend
isvoorhetYpresien,
dat wil zeggenVroeg
Eoceen. Eengedeelte
derstenenkomt dus uit hetVroeg
Eoceen.Suggestief
hiervoor is ook dat Helicodromites voorkomt in de LondonClay
dieeveneensvanYpresien
ouderdom is.Het Eoceen komt in situ vanafeen
dertigtal
meterdiepte
voor.Het is
mij
niet bekend of Eocenelagen
voorde kust inzeezijn
ontsloten. Ineenboring
teKnokke werd onder Kwartaireafzettingen (0
tot-30meter)
de MiddentotLaat Eocene FormatievanMaldegem aangetroffen
metals basis de KleienvanAsse(-71.95 meter).
Tussen -71.95en-104.6meterkomen
fijne
siltenenzanden voor metglauconiet, schelpen
ensteenlagen.
Van -71.95tot-74metergaathet hierom de Zandenvan
Wemmel,en van-74tot -79meteromde Formatievan Brussel.
Van -79tot-104.6meterkomt de FormatievanAaltervoor
(Oedelem facies), Vroeg
Lutetien. In dit intervalzijn
arago-nietschalige
fossielen bewaard(pers.mededeling
vanD.Nolf, 2005).
De FormatievanVlierzele
(Ypresien, Vroeg Eoceen)
hier-onder(-104.6
tot-124meter)
bevat zandsteenbankenwaar-vanhet bindmiddel
opaal is,
zoals in deverspoelde
stenen. Hetis, gezien
dediepte, duidelijk
dat dezestenenniet recht-streeks uiteenin situvindplaats
voor dekustafkomstig
kunnen
zijn (pers. mededeling
vanD.Nolf, 2005).
Hierondertot-133meterkomen
afzettingen
voordie over-eenkomenmethet Pittem lidvande Vlierzele Formatie. De zandsteenbanken in dezelagen
hebbeneveneensals bind-middelopaal.
Tussen -133en-135meterligt
het Merelbeke lidenvanaf-135meterwordenafzettingen
vanhetEgem
lidvan deTielt
Groep (Ypresien) gevonden (Fobe,
1997).
Ineentweetal
publicaties
in debladenvan onzevereniging
is de laatstetijd
aandachtgegevenaansponsenin Eocene zandstenenvanhet strand
bij
Cadzand(Van Nieulande,
2002,2005).
Mijn
broer Maartenenik hebben vroegerveelgezocht
in de zandstenen diebij
het Zwin op het strandliggen.
We noem-denze‘Zwinstenen’. Intweeduinpannen
aandeBelgische
zijde lagen eindjaren zestig
vele duizendenvandezestenen(zie
ookNolf, 1969).
Hetwas onstoeneenraadselwaar dezestenenvandaan kwamen:zekonden immers niet zo-maarbij
eenof andere stormvloedoverdeeersterij
duinen heenzijn geslagen
-danzouhet duinweggeslagen
moetenzijn.
De desbetreffendeduinenenduinpannen zijn
in-middelsdoor erosieverdwenen,maartegenwoordig
kunje
aande Nederlandse
zijde
vandeZwingeul
in de duineneenlaag
metdaarin Zwinstenen zien. Ik denknudat het deresten vanoude strandenwaren,uit de
tijd
dat deZwingeul
brederwasdannu.Ookzuid-westelijker,
aandeBelgische
kust,komen
dergelijke
stenen voor; vroegerzou ditmetnametussen
Blankenberge
enden Haan hetgeval zijn
ge-weest(Leriche,
1932).
AFZETTINGEN WTKG 26(3), 2005 40
Tudicula
dejaeri
Al direct wistenwedat het fossiel dat
mijn
broer in 1970vond,
iets zeldzaamswas.Hetwas een ‘horenmetstekels’ ineen zandsteen. Pas later kon ik denaamachterhalen: Tudiculadejaeri (Vincent
&Rutot,1893).
In diezelfde
tijd
vond ikeenstuk vuursteenofchalcedoon,
dat ookduidelijk
een fossiel uit de zandsteenmoestzijn.
Maar het bleefme
lang
eenraadselwathetwas.Aanvan-kelijk hoopte
ik dat hetom eenfragmentje
van eennautilusging. Uiteindelijk hielp
RobertMarquet
meuit de droom. Zondereen momentteaarzelen,
zeihij
dat dit ook eenTudiculamoest
zijn
enhij plaatste
het stukschelp
in dejuiste
stand. Zo werdzichtbaar,
dat het deenehelftvande bolle bovenkantvandeschelp is;
de columella is in dezestandin het midden dan
goed
tezien.Helicodromites mobilis
Mijn
vader vond in 1969een zandsteenmeteenuiterstmerkwaardige spiraal
erin die in chalcedoonwasomgezet.
Al
vrij
snel ontdektenwedat hetom eengraafspoor ging.
Onlangs
kon ik via internet denaamachterhalen. In de Eocene LondonClay
op
Sheppey, Engeland
worden in de bankenvan‘cementzandsteen’,netalsoverigens
inonzeZwinstenen, regelmatig graafgangen
enwormsporen gevon-den(www.sheppeyfossils.com/pages/trace_fossils.htm).
Eenzelfdespiraalvormig
spoorstaaterbeschreven onder denaamHelicodromites mobilisenwordt
‘tamelijk
zeld-zaam’genoemd.
Ophiozona?
eocaenaDe derdesteen is een
onlangs
gedane
vondst; ik raaptehem in
januari
2005 midden in deZwingeul
op.Slechts enkeleurentevorenhad ik het artikelvanJohn
Jagt
in de‘Gidsvoor Strandfossielenvan Cadzand en Nieuwvliet-bad’
nogeens
gelezen.
Hierin beschreefhij
drie vondsten vanslangsterren
in Zwinstenen. De eerste vondst werdgedaan
in 1929enbetrofeensteen metvierexemplaren.
Later werden nogeen steen met twee individuen en een
steen metéén individu
gevonden.
Natuurlijk
wilde ik ook eenslangster
vindenenik hader al vaaknaargezocht.
Nadat ik dezedag
vele stenen hadopgeraapt,
omgedraaid
en weerweggegooid,
gaf
ik de moedopenbeslootnaarde
overzijde
vandegeul
tegaan. En zie:bij
het oversteken zag ik onder zo’n 15cmwater,mijn slangster
schitteren!Slangsterren
worden niet vaak als fossielgevonden,
omdat de armen na de dood snel afbreken. Ze heten nietvoor nietsookwel ‘brokkelsterren’. De vier individuen in éénzandsteen,
gevonden
inZeebrugge (1929),
werden door Leriche beschreven als een nieuwe soort,Ophiurites
eo-caenus.De heerJagt
hernoemdein 1990 desoort totOphi-ozona (?)eocaena
(Leriche
1931).
Het hier
getoonde exemplaar
toontdeonderzijde
vandeschijf
metdaaruit vierarmen; vandevijfde
is niets over. Eén arm isgeheel gaaf
enmeet ongeveer 5 cm.Volgens
de heer
Jagt, afgaande
op defoto’s,
gaathethoogstwaar-schijnlijk
om dezelfdesoort.Tudiculadejaeri
Helicodromites mobilis
AFZETTINGEN WTKG26(3), 2005 41
Oproep
1Ieder die ook
slangsterren
in Zwinstenen heeftgevonden,
kancontactopnemenmetde heerJagt
vanhet Natuurhisto-risch Museum Maastricht(email: john.jagt@maastricht.nl;
telefoon043-3505490);
wellicht komen ook andere,nog onbekendesoorten in de zandstenenvoor.Oproep
2Zou nieteens eeninventarisatie kunnen worden
gemaakt
van de fossielen uit de Zwinstenen?
Alseerste aanzetkan
bijvoorbeeld
dieneneenartikeltje
inAfzettingen
met deafbeeldingen
ensoorten vanhaaien-en
roggemanden
in destenen.Ik wil de heer
Jagt,
de heer Nolfende heerWesselingh
bedankenvoorhun waardevolleaanvullingen, suggesties
enkritische
opmerkingen
betreffende ditstukje.
Literatuur
Fobe,
B., 1997. Review of theLithostratigraphy
of the Middle Eocene in NorthernBelgium.-
Contributionsto
Tertiary
andQuatemary Geology,
34(3-4),
53-67.Jagt,
J.W.M., 1990.Ophiurites
eocaenus Leriche 1931(Ophiuroidea,
Eocene,NWBelgium)
revisited.- Bulle-tin de 1’Institutroyal
des Sciences naturelles deBel-gique,
Sciences delaTerre,
60, 151-160.Jagt,
J.W.M. 1998. 45miljoen jaar
oudeslangsterren
op het strandvanCadzand. GidsvoorStrandfossielenvan Cadzanden Nieuwvliet-Bad.-Geode,76-79. Neder-landseGeologische Vereniging Afdeling
Amsterdam.Leriche, M., 1932. Les
vestiges
du ‘Paniselien’rejetes
sur la cóte flamande.Leprolongement
souslamerdu Nord des assises tertiaires de la Flandre.- Annales de la So-ciétégéologique
duNord,56(1931),
254-262. VanNieulande,
F.A.D., 2002. Eocene sponges from theNorth Sea Basin.- CainozoicResearch, 1
(1-2) (2001),
133-136.Van
Nieulande,
F.A.D., 2005.Opmerkelijke
vondst van Cadzand.-Afzettingen
26(2),
9.Nolf,
D., 1969. Over de visfauna uit deglauconietzand-stenen vande formatievan
Aalter, geremanieerd langs
de
Belgische
kust enteCadzand.-Biologisch
JaarboekDodonaea,
37,
262-265.Nolf, D., 1972. Sur la faune
ichthyologique
des formations du Paniseletde Den Hoorn(Eocène beige).-
Bulletin de la Sociétébeige
deGéologie,
dePaléontologie
etd’Hydrologie,
81(1-2):
111-138,pis
1-3.*Henk Jan
van Vliet,A.Tasmanstraat41, 3531 GSUtrecht, tel. 030- 294 4218. email: