• No results found

Fruitteelt en beleving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fruitteelt en beleving"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Burgers willen genieten van landbouw -landschap pen en de producten die de landbouw voort brengt. Dat is één van de toe komstbeelden die het project Toekomst verkenning van het Systeem -innovatie programma voor de open en geïnte greer de teelten heeft opgeleverd. Het innovatie project De Smaak van Morgen borduurt hierop verder door concrete, toekomst gerichte belevings strategieën en bedrijfs concepten te ont -wikkelen voor de akker bouw, sierteelt en vollegrondsgroenten én voor fruit. Want fruit is een belevings product bij uitstek. In alle concepten die worden ontwikkeld is duur zaamheid het leidende uitgangspunt, in ecolo gische én economische zin. Want een aanzien -lijke groep telers zoekt een nieuwe, rendabele invulling voor hun bedrijfsvoering. Belevings tuinbouw is een optie. Wat betreft het ecolo -gische aspect zoomt het project in op grote stappen in de vermindering van het be strijdings middelenverbruik. Dit is niet alleen een belang -rijke doelstelling van LNV, ook doen pesticiden afbreuk aan beleving.

Rien van der Maas: ‘Ondernemers in de bele -vings tuinbouw die we hebben gesproken, bevestigen dit. Spuiten kan eigenlijk niet op plek

-Innovatieve fruitteeltconcepten voor

belevingstuinbouw

Fruitteelt en beleving

Looptijd 2006-2009 Onderdeel van

project De Smaak van Morgen/onderdeel Fruit, dat weer hoort bij het Systeem inno vatie -programma Geïntegreerde Open Teelten, een beleidsondersteunend programma van het ministerie van LNV (BO-07-005)

Kern van het onderzoek

Burgers willen van het landelijk gebied – met zijn teelten en producten – genieten, agra ri ers zoeken nieuwe markten en de milieu -belasting van landbedrijven moet omlaag. Het project De Smaak van Morgen ontwikkelt hiervoor innovatieve bedrijfssystemen, waar -onder belevingslandbouw. Fruitteelt is belevings landbouw bij uitstek. Thema’s

Maatschappelijke wensen belevingslandbouw, vermindering milieubelasting, economisch duurzame bedrijfvoering, (systeem)innovatie Uitvoering

PPO Fruitteelt, Plant Research International, innovatienetwerk belevingstuinbouw KAN-gebied, Centrale Adviesdienst voor de Fruitteelt (CAF), gemeente Buren Financiers

Ministerie LNV Meer informatie

Rien van der Maas (projectleider) PPO Fruit

Lingewal 1, Randwijk t 0488 473728

e rien.vandermaas@wur.nl i www.syscope.nl

ken waar veel mensen komen. Maar telen zon -der middelen is een probleem. Vanuit zowel de bestrijdingsmiddelenkant als de algemene bele vingskant kwamen we uit op telen onder over -kap ping op een gedeelte van het bedrijf. Zo houd je teelten droog en ontstaat er minder kans op schimmels. Maar ook kunnen telers beter inspringen op de vraag naar een gevari eerd en continu aanbod en kunnen ze weers -onafhankelijk beleving aanbieden.’

Op PPO Fruitteelt wordt nu in een ‘proof of principles’ met peer, rode bes en binnenkort kers bestu deerd of middelvrij telen wel kan. ‘Met peer zitten we na 3 jaar al op 90% van waar we willen zijn. Bij bes hebben we dit jaar voor het eerst goede resultaten geboekt door nieuwe experi men tele natuurlijke vijanden te gebruiken.’ Voor de input van onderzoeksideeën is naast een brainstormgroep van ondernemers in belevingstuinbouw ook een innovatiewerkgroep in het Knooppunt Arnhem-Nijmegen opgericht. In dit KAN-gebied geeft provincie Gelder land onder nemers planologische ruimte om naast agra rische productie een deel van het bedrijf in te richten met andere functies als recreatie en horeca. ‘Als er ergens op grotere schaal belevings tuinbouw valt te ontwikkelen, dan is het hier.’ Over deze en andere belevings thema’s leest u meer op de volgende pagina’s.

Uitgave van Systeeminnovatieprogramma Geïntegreerde open teelten

Fruitteelt en beleving 1

(2)

NFO-voorzitter Midden Nederland Frans van Brandenburg doet met zijn Pluk-het-zelf boerderij in het Betuwse Heteren al 25 jaar aan belevings tuinbouw. ‘Maar nu het als thema is neergezet, moeten we het verder uitdiepen en er econo mische dragers bij vinden. Doen we dat niet, dan waait het over en missen we kansen.’ En dat zou hij erg jammer vinden; voor hemzelf, andere fruittelers in dichtbevolkte gebieden én de maatschappij. ‘Want landbouwbedrijven langs de stadsrand hebben een hartstikke belangrijke maatschappelijke functie voor de leefbaarheid van hun gebied. Maar om dat te bieden, moeten we kunnen blijven bestaan. We hebben nieuwe economische dragers nodig, waaronder belevings landbouw. Het is een trend die aansluit bij wat mensen willen. Ze zoeken beleving, rust en ruimte. Biedt mensen uit verstedelijkte gebie -den, zoals hier in het KAN-gebied (Knooppunt ArnhemNijmegen), dat dan ook. Verzin activitei ten, zoals een smulbos, waarvoor mensen moe ten betalen. Voor een dagje Floriade of Open -lucht Museum betaal je toch ook, voordat je gaat genieten? Mensen vinden dat heel gewoon.’ Voor Van Brandenburg is de economische pijler Florian de Clercq van landgoed De

Olmen horst in Lisserbroek wil een eerlijke en goede boterham aan belevings land -bouw verdienen. Maar hij ziet er ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid in. ‘Je moet belevingslandbouw op een luch -tige manier mixen met educatie en je daarbij primair richten op de jeugd. Jonge ren moeten weer snappen hoe de wereld, hoe de natuur echt in elkaar zit.’ ‘Wij doen heel nadrukkelijk aan belevings land -bouw door mensen te verleiden’, vindt De Clercq. Dat verleiden begint al aan de poort van het landgoed midden in een zwaar verstedelijkt gebied met drukke wegen en Schiphol om de hoek. Je wordt het landgoed ingezogen en komt er terecht in een oase van landelijke rust. Dat is wat de familie de burgers in eerste instan -tie biedt: een cultuurhistorisch erfgoed met landschappelijke waarde. ‘Het wordt pas erkend als het meeste in de omgeving verdwe nen is. Beleving is daarom een volstrekt econo mische activiteit voor onszelf en het behoud van het landschap. De samenleving geeft ook aan dat ze het landschap belangrijk vindt en nodig heeft.’ Al vijf generaties lang teelt de familie fruit. Het is de kern van het bedrijf en de huidige commer

-Van productieteler naar belevingstuinder

de winkel met eigen en andere regionale pro duc -ten, daarna het zelfplukken van appels, peren en pruimen. Aanverwante activiteiten waarvoor mensen terugkomen, zijn extraatjes. Op zijn fruitteeltbedrijf kunnen mensen vrij bewegen, picknicken en langs het deel met laanbomen wandelen. ‘Het zou mooi zijn als ook de laanboomkweker mee gaat doen met belevings -landbouw. Bijvoorbeeld door hier rond lopende mensen bomen te laten uitkiezen, die ze later in hun tuin willen planten.’

Als initiatiefnemer van de LTO-studie ‘Kansen plukken als ze rijp zijn’ naar de toekomst van de Gelderse fruitteelt, weet Van Brandenburg dat veel fruittelers toekomst zien in belevings land -bouw en erin willen investeren, zowel in kennis als in geld. Volgens de studie heeft 35% interes se in landschapsonderhoud, recreatie en huis -verkoop. ‘Maar belevingslandbouw wordt alleen iets blijvends als de sector gezamenlijk optrekt en er goede concepten voor komen’, vindt Van Brandenburg. Vandaar dat hij deelneemt in het ondernemersnetwerk belevingstuinbouw KAN-gebied en creatief meedenkt. ‘Met onderzoeker Van der Maas zoek ik thema’s die bij mijn bedrijf aansluiten. Ik denk aan iets in de recreatiesfeer.’ Het is dringen bij de kook en proef de

mon straties. Een bakker en een restau -rant laten zien wat voor lekkers je kunt maken met vers fruit van Fruittuin Verbeek in het Veluwse Oldebroek. Je kunt proeven van fruitwijnen en likeuren. Mensen relaxen in de met fruit -bomen omzoomde tuin of gaan mee op excursie door de kersenboomgaard. De beleving spat tijdens het zomerfruit -festival in juni ervan af.

Hoe anders zag het bedrijf van Ton Verbeek er tot halverwege de jaren negentig uit. Verbeek runde een traditioneel grootschalig fruitteelt -bedrijf in de Flevopolder. Het roer ging om. Behalve dat de fruitteelt het economisch zwaar had, kreeg hij steeds minder plezier in groot -schalige, anomieme productie en zag hij nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. ‘Het was een kwestie van ogen en oren open en smaak papillen gebruiken. Consumenten waren onte -vreden over de smaak. In de handel ontbrak vakkennis op dit terrein en niemand in de super -markt die een verhaal bij het product kon geven. Als je al die dingen in het vat giet, kom je tot een verdieping en een nieuwe visie. En dan ga je ervoor.’

Op het ‘oude land’ in Oldebroek begon Verbeek in 1997 met belevingstuinbouw met nostal -gische en moderne fruitrassen, waaronder appel, peer, pruim, kers en divers zomerfruit. ‘Beleving, dat is voor mij dat je een verhaal hebt bij je producten, een persoonlijke benadering en

deskundigheid.’ Bijna al het fruit van de 12 hectare in Oldebroek en de resterende 8 hectare in de polder verkoopt hij met smaak aan consumenten. Het meeste als vers product maar ook als jam, wijn of likeur.

Belevingstuinbouw is geen geitenwollensokken -gedoe, vindt Verbeek. ‘Je bent professioneel teler. Je moet technisch en organisatorisch alles goed op orde hebben en meer nog dan gewone telers constant in beweging blijven en vernieu -wend bezig zijn. Je moet immers wekelijks zo’n duizend mensen op je erf zien te krijgen!’

2 Fruitteelt en beleving

Fruitteelt en beleving 3

ciële belevingsactiviteiten. Ze maken hun pro duct ‘tastbaar’ door directe verkoop en het aan -bieden van horeca-faciliteiten. In de boom gaard is te zien dat het fruit ‘eerlijk’ wordt ge produ -ceerd. Diverse wandelroutes, waaronder een ANWB-route, lopen erdoor heen. Mensen kunnen rondleidingen krijgen en een band met de teelt en de seizoenen opbouwen door een appelboom te adopteren. In het najaar kunnen ze zelf appels en peren plukken. ‘Een goed moment om ook schoolklassen uit te nodigen en hen kennis te laten maken met de natuur.’

Aanvankelijk vond De Clercq het lastig om zich een voorstelling van belevingslandbouw te maken. Het was een zoektocht. ‘Belangrijk is om je open te stellen voor impulsen van buitenaf.’ Hoewel het bedrijf aan de buitenkant fantastisch lijkt te lopen, moet hem als pionierend onder ne -mer toch iets van het hart: ‘We lopen geregeld aan tegen onbegrip, belemmerende regelgeving en traagdraaiende ambtenarenmolens. Maar als je ons soort bedrijven beschouwt als laboratoria voor toekomstige ontwikkelingen, dan hebben we meer ruimte nodig en moet er zorgvuldiger met ons worden omgegaan. Als dat niet ge beurt, dan houdt het een keer op. Pioniers hou -den het voor gezien. Dan stokt de ontwikke ling van de landbouw.’

‘Snel economische dragers vinden

voor belevingstuinbouw’

‘Een commerciële activiteit met een

educatieve taak’

(3)

Doe je aan belevingsfruitteelt, dan moet je eigenlijk ook kersen hebben. Rondom deze vruchten hangen veel sfeer en verhalen. Kersenteler Theo Vernooy uit Cothen weet dat als geen ander uit te dragen. Bij hem beleef je hoe de teelt er tegenwoordig uitziet en hoe het vroeger in de Kromme Rijnstreek eraan toe ging. Hoewel er veel minder kersen zijn dan vroeger, laat Theo Vernooy mensen de feestelijke sfeer proeven door de verkoop van kersen in de hoogstam -boomgaard, het jaarlijkse kersen festival en de kersenbrunches. Met het boek ‘Tot in de kersentijd’ dat hij heeft laten schrijven, heeft hij nu ook de rijke cultuurhistorie rondom de kers vastgelegd.

Maar de teler maakt ook duidelijk dat de kersenteelt niet alleen kan drijven op nostalgie. Hij was een van de eersten die de laagstamteelt in de Nederlandse kersenteelt introduceerde en met overkappingen is gaan experimenteren. Met dit soort innovaties steekt hij zijn nek uit en draagt hij bij aan een comeback van de Nederlandse kers.

Tot in de kersentijd! – Verleden, heden en toekomst van de kersenteelt in de Kromme Rijnstreek, Ria Dubbeldam e.a. Uitgave: Stichting Kersenboek. ISBN 9090208062, fullcolor, 104 pg, prijs € 10,- excl. verzendkosten.

Bestellen: www.kersenfestival.nl Gemeente Buren zet in op recreatie en toerisme door de aanleg

van een net wandel en fietspaden. De grootste aantrekkings -kracht van het gebied is de fruitteelt. Maar een deel zit verstopt achter hagen. De beleving van het gebied neemt flink toe als fruittelers sommige hagen rooien. Maar wanneer doen ze dat? ‘Wanneer het voor fruittelers economisch interessant is, zodat niet alleen de horeca- en andere bedrijven profiteren van een groeiend toerisme’, zegt onderzoeker Rien van der Maas. ‘En door telers een milieuvriendelijk alter -natief te bieden, want de hagen staan er niet voor niets. Ze remmen de emissie van bestrijdingsmiddeen naar de sloot en de omgeving. De gemeente zou fruittelers financieel kunnen steunen door het rooien te koppelen aan een subsidie op de aanschaf van een miilieuvriendelijke speciale spuit met reflectieschermen en driftarme doppen.’ Anderzijds is deze spuit zelf ook bedrijfseconomisch interessant, zegt Van der Maas. De spuit beperkt de rijuren doordat hij twee bomenrijen tegelijk pakt. Telers kunnen toe met minder bestrijdingsmiddelen vanwege de opvang en het hergebruik, hebben niet langer werk aan de haag en ga zo maar door. Ondertussen wint het landschap aan visuele waarde.

De gemeente en de plaatselijke NFO-afdeling van fruittelers reageren positief op de handreiking van Van der Maas. Een ondernemersnetwerk van fruittelers is aan de beurt om het concept nader uit te werken.

Colofon

coördinatie Rien van der Maas (PPO Fruit) tekst Ria Dubbeldam (Grafisch Atelier Wageningen) fotografie Hans Dijkstra (bvBeeld) vormgeving Jelle de Gruyter (Grafisch Atelier Wageningen) druk Drukkerij Modern, Bennekom uitgave PPO Fruit, september 2006

Kersen: het feestelijkste

fruit dat er is

4 Fruitteelt en beleving

Fruit landschappen meer

beleven

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In this literature review, the following will be discussed: Background information on functional foods and the polyphenolic compounds found in functional foods, as well

where PO = the generators output power, the mechanical power extracted by the blades ρ= air density, kg/m3 A = swept area of the blades, m2 V = wind speed, m/s Cp = power coefficient

The CSMM consists of two components, namely, the internal application scorecard (built from information specific to the organisation) and the credit bureau or Empirica score

Previous studies (Greyvenstein & Rousseau (1999), Rousseau ef a1 (2000)) on heating demand and hot water system design in commercial buildings were conducted

The aim of this study was to determine the level of commitment and involvement of the City of Cape Town Municipality in providing sufficient public housing

The housing officials confirmed during the interviews that areas are identified for in-situ upgrade according to the City of Cape Town Municipality's Strategic

The primary objective of this study was to analyse the level of involvement and/or commitment of the City of Cape Town Municipality in delivering formal housing to the

Een materiaal dat zoveel mogelijk PAR-licht door- laat voor een optimale plantengroei, maar NIR- straling tegenhoudt, zou een stap in de goede richting zijn. Als een