• No results found

Kernbestanden LNV; overzicht ruimtelijke gegevensbestanden geodentificeerd voor het LNV netwerk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kernbestanden LNV; overzicht ruimtelijke gegevensbestanden geodentificeerd voor het LNV netwerk"

Copied!
90
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Kernbestanden LNV.

(2) DWK (LNV).

(3) Kernbestanden LNV Overzicht ruimtelijke gegevensbestanden geïdentificeerd voor het LNV netwerk.. J.P.M.Willemen A.M.Schmidt J.Onderstal. Alterra-rapport 689.doc / CGI rapport 02-022 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Wageningen, 2003.

(4) REFERAAT Willemen, J.P.M., Schmidt, A.M., Onderstal, J., 2003. Kernbestanden LNV, Overzicht ruimtelijke gegevensbestanden geïdentificeerd voor het LNV netwerk. Wageningen, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte. Alterra-rapport 689 intro.doc. 89 blz. 44 fig.. In het kader van het project ‘Identificatie Kernbestanden LNV’ als onderdeel van het deelprogramma “Geo-informatie Infrastructuur LNV” is een inventarisatie uitgevoerd van ruimtelijke gegevensbestanden, die van belang zijn voor de uitvoering van primaire bedrijfsprocessen van het ministerie van Landbouw, natuurbeheer en visserij, te weten beleid, uitvoering, onderwijs en onderzoek. De volgende categorieën zijn onderscheiden: 1. Basisbestanden: dit betreft administratieve gebiedsindelingen, topografie, aardobservatie, hoogte en infrastructuur. 2. Beleidsthema's: gegevensbestanden die gerelateerd zijn aan specifieke beleidthema's en sectoren. 3. Onderzoeksthema's: gegevensbestanden die gerelateerd zijn aan specifieke onderzoeksthema's. Binnen het natuurwetenschappelijk onderzoek betreft dit de volgende thema's: geomorfologie, bodem, hydrologie, ecologie(flora en fauna), grondgebruik en landbouw (bedrijfsgegevens). Ook statistische gegevens afkomstig van het Centraal Bureau van Statistiek zijn opgenomen in deze categorie. TTrefwoorden:. LNV, Beleid, Geo-informatie, Geodatasets, Ruimtelijke informatie, Metadata, Kernbestanden.. CGI-rapport 02-22 ISSN 1568-1874 Alterra-rapport 689 ISSN 1566-7197 Opdrachtgever :. Directie Wetenschap en Kennisoverdracht (DWK) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.. Dit rapport kunt u bestellen door € 23,- over te maken op banknummer 36 70 54 612 ten name van Alterra, Wageningen, onder vermelding van Alterra-rapport 689 intro.doc. Dit bedrag is inclusief BTW en verzendkosten.. © 2003 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Postbus 47, NL-6700 AA Wageningen. Tel.: (0317) 474700; fax: (0317) 419000; e-mail: info@alterra.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.. Projectnummer 10970.04 (2002). [Alterra-rapport 689 intro.doc/JW/03-2003].

(5) Inhoud. Inhoud. 5. Kaartoverzicht. 9. Samenvatting. 11. 1. Inleiding 1.1 Achtergrond 1.2 Doel 1.3 Aanpak 1.4 Voortgang 1.5 Opbouw rapport. 13 13 13 13 14 15. 2. Authentieke Registraties 2.1 Wat is een Authentieke Registratie 2.2 Zes Basisregistraties 2.3 Andere potentiële authentieke registraties. 17 17 17 17. 3. Basisbestanden 3.1 Administratieve gebiedsindelingen 3.1.1 Gemeentegrenzen 2002 3.1.2 Postcodegebieden 4-posities 3.1.3 Landbouwgebieden (indeling in 14 gebieden) 3.1.4 Landbouwgebieden (indeling in 66 gebieden) 3.1.5 Administratieve Kadastrale Registratie 3.1.6 Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesysteem 3.1.7 Grenzen Wijken en Buurten (CBS/TOP grenzen) 3.1.8 TOPgrenzen (gemeente-, provincie- en rijksgrens) 3.1.9 Waterschapsgrenzen 3.2 Topografie 3.2.1 Topografische kaart 1: 50.000 3.2.2 Topografische kaart 1: 250.000 3.3 Aardobservatie 3.3.1 Luchtfoto's (digitale kleurenluchtfoto's) 3.3.2 Historische luchtfoto's RAF 3.4 Hoogte 3.4.1 AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland) 3.5 Infrastructuur 3.5.1 NWB: Nationaal Wegenbestand 3.5.2 NWB: Nationaal Vaarwegenbestand 3.5.3 NWB: Spoorwegen 3.5.4 NWB: Weggegevens 3.5.5 NWB: Ongevallen en netwerk. 19 19 19 20 20 22 22 23 23 24 26 26 27 28 28 28 29 30 30 31 32 33 34 34 35.

(6) 4. Beleidsthema's 36 4.1 Sector Landbouw 36 4.1.1 Basisregistratie Percelen 36 4.1.2 Relatiebestand Rebus 36 4.2 Sector Groene Ruimte en Recreatie 38 4.2.1 Structuurschema Groene Ruimte 38 4.2.1.1 Achtergrond 38 4.2.1.2 Hoofddoelstelling van het Structuurschema Groene Ruimte.38 4.2.1.3 Structuurschema Groene Ruimte en Ecologische hoofdstructuur 38 4.2.1.4 Bestanden Structuurschema Groene Ruimte 1 38 4.2.1.5 Metadata bestanden SGR1 40 4.2.1.6 Structuurschema Groene Ruimte 2 40 4.2.2 Compensatiebeginsel Recreatiegebied 41 4.2.3 Belvedere gebieden (en Unesco gebieden) 42 4.3 Sector Natuur 43 4.3.1 Natuurschoonwet Landgoederen 43 4.3.2 Nationale Parken 2002 43 4.3.3 Natuurbeschermingswetgebieden 2001 44 4.3.4 Natuurdoelenkaart 2000 46 4.3.5 EU-Habitatrichtlijngebieden 2001 46 4.3.6 EU-Vogelrichtlijngebieden 2001 47 4.3.7 RAMSAR-gebieden 48 4.3.8 EHS Bruto, zoekgebieden (1990) 48 4.3.9 EHS, verbindingszones (1990) 50 Kaart 6 49 Afrondingenkaart 2001 51 4.3.10 Invloedssferen 2001 52 4.3.11 GEBIS 2002 (Gebiedsplannen Informatie Systeem) 53 4.3.12 Relatienotagebieden 2002 53 4.4 Sector Ruimtelijke Ordening 54 4.4.1 Vierde en Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening 54 4.4.1.1 Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) 54 4.4.1.2 Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 54 4.4.1.3 Verschil Vierde en Vijfde nota 56 4.4.1.4 Beschikbare en beschreven geodatasets van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (EXtra), VINEX (1990 – 1993). 56 4.4.1.5 Beschikbare en beschreven kaarten van de Vijfde Nota (VIJNO) 56. 5. Updates VINEX bestanden 5.1.1 Restrictief Beleidsgebied Rijk 5.1.2 Restrictief Beleidsgebied Provincie 5.1.3 Groene Hart 1998 5.1.4 Bufferzones 2000 5.1.5 Landinrichting in Nederland 2002 5.1.6 Nieuwe kaart van Nederland 2002 5.1.7 Nederland in Plannen 2000. 58 58 58 59 60 60 61 63.

(7) 5.1.8 Bestemmingsplannen en Streekplannen 6. Onderzoeksthema's 6.1 Bodemkunde 6.1.1 Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000 6.1.2 Bodemkaart van Nederland 1 : 250 000 6.1.3 Bodemkundig Informatie Systeem (BIS) 6.2 Geomorfologie 6.2.1 Geomorfologische kaart 6.3 Hydrologie 6.3.1 Waterstaatkundig Informatie Systeem 6.4 Grondgebruik 6.4.1 LGN4 (Landelijke Grondgebruikskartering 4) 6.4.2 LGN4 gewassenbestand 6.4.3 LGN4 Monitoringsbestand 6.5 Ecologie 6.5.1 Landelijke Vegetatie Databank 6.6 Landbouwkunde 6.6.1 GIAB 2001 Nederland 6.7 Statistiek 6.7.1 CBS statistieken. Aanhangsel A. 63 64 64 64 65 66 67 67 68 68 70 70 70 71 72 72 72 72 74 74 75.

(8)

(9) Kaartoverzicht. Basisbestanden. pagina. 1. Administratieve gebiedsindelingen Fig. 1 Gemeentegrenzen 2002 Fig. 2 Vier Positie Postcodegebieden 2002 Fig. 3 Grenzen Landbouwgebieden: indeling in 66 gebieden Fig. 4 Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesysteem. 21. 2. Administratieve gebiedsindelingen/Topografie Fig. 5 Gemeentegrenzen Topografische Dienst Fig. 6 Topografische kaart 1: 10.000 Fig. 7 Topografische kaart 1: 50.000 Fig. 8 Topografische kaart 1:250.000. 25. 3. Aardobservatie/Hoogte/Infrastructuur Fig. 9 Digitale kleurenluchtfoto’s Fig. 10 Actueel Hoogtebestand Nederland Fig. 11 Nationaal Wegen en Vaarwegenbestand Fig. 12 Nationaal Spoorwegenbestand. 31. Beleidsthema's 4. Sector Groene Ruimte en Recreatie Fig. 13 Nationale parken 2001 uit SGR2 Fig. 14 Nationale en Provinciale Landschappen uit SGR2 Fig. 15 Veenweidegebieden uit SGR2 Fig. 16 Groen in en om de stad uit SGR2. 39. 5. Sector Groene Ruimte en Recreatie/Sector Natuur Fig. 17 Belvedere gebieden en gebieden op de Unesco werelderfgoedlijst Fig. 18 Habitat- en Vogelrichtlijngebieden uit SGR2 Fig. 19 Natuurschoonwet Landgoederen Fig. 20 Ramsar gebieden. 45. 6. Sector Natuur Fig. 21 Natuur 2002 (bestaand en begrensd) Fig. 22 Afrondingenkaart 2001 Fig. 23 Natuurbeschermingswetterreinen 2001 Fig. 24 Invloedssferen 2001. 49. Alterra-rapport 689.doc. 9.

(10) 7. Sector Natuur Fig. 25 Gebiedsplannen Informatie Systeem: beheersgebieden 2002 Fig. 26 Gebiedsplannen Informatie Systeem: landschap 2002 Fig. 27 Gebiedsplannen Informatie Systeem: natuur 2002 Fig. 28 Relatienotagebieden 2002. 55. 8. Sector Ruimtelijke Ordening Fig. 29 Landinrichting in Nederland 2002 Fig. 30 Nieuwe kaart van Nederland 2002 Fig. 31 Restrictief beleidsgebied Provincie/Rijk Fig. 32 Nederland in Plannen 2000. 61. Onderzoeksthema's 9. Bodemkunde/Geomorfologie Fig. 33 Bodemkaart van Nederland 1: 50.000 Fig. 34 Bodemkaart van Nederland 1: 250.000 Fig. 35 Geomorfologische kaart 1: 50.000 Fig. 36 Grondsoortenkaart. 65. 10. Grondgebruik/Ecologie Fig. 37 LGN4 (Landelijke Grondgebruikskartering Nederland 4) Fig. 38 LGN4 Gewassenbestand Fig. 39 LGN4 Monitoringsbestand Fig. 40 Landelijke Vegetatie Databank. 69. 11. Landbouwkunde/Statistiek Fig. 41 GIAB 2001 Fig. 42 Perceelsgrenzen DBR Fig. 43 Bodemstatistiek 1996 Fig. 44 Kerncijfers Gemeenten (CBS/TDN). 73. (Geo-) informatiekaart LNV. 77. 10. Alterra-rapport 689.doc.

(11) Samenvatting. In het kader van het project ‘Identificatie Kernbestanden LNV’ (DWK programma 358) is een inventarisatie uitgevoerd van ruimtelijke gegevensbestanden, die van belang zijn voor de uitvoering van primaire bedrijfsprocessen van LNV te weten beleid, uitvoering, onderwijs en onderzoek. De volgende categorieën zijn onderscheiden: 1. Basisbestanden: gegevensbestanden, die door LNV gebruikt worden als 'basis' voor a) de ontwikkeling van andere typen gegevensbestanden (categorie 2 en 3) en/of b) de analyse, presentatie en visualisatie van onderzoeksgegevens. Dit betreft administratieve gebiedsindelingen, topografie, aardobservatie, hoogte en infrastructuur. 2. Beleidsthema's: gegevensbestanden die gerelateerd zijn aan specifieke beleidthema's en -sectoren. Binnen LNV betreft dit de beleidssectoren landbouw (DL), natuur (DN), groene ruimte en recreatie (DGRR) en buiten LNV de beleidsectoren ruimtelijke ordening, milieu (Ministerie VROM), verkeer en water (Ministerie V&W). 3. Onderzoeksthema's: gegevensbestanden die gerelateerd zijn aan specifieke onderzoeksthema's. Binnen het natuurwetenschappelijk onderzoek betreft dit de volgende thema's: geomorfologie, bodem, hydrologie, ecologie(flora en fauna), grondgebruik en landbouw (bedrijfsgegevens). Ook statistische gegevens afkomstig van het Centraal Bureau van Statistiek (CBS) zijn opgenomen in deze categorie. Tot op heden heeft de GeoDesk van Wageningen UR in samenwerking met het GeoPlatform LNV een belangrijke rol gespeeld bij de identificatie, de (centrale) aanschaf, het beheer en de ontsluiting van de kernbestanden LNV. Dit wordt momenteel op ad hoc basis - in het kader van DWK programma's (programma 358 en programma 394) uitgevoerd. Ook de expertise centra (KIC Stichting Recreatie en EC LNV) en enkele uitvoerende diensten (Dienst Basisregistraties en Dienst Landelijk Gebied) spelen een belangrijke rol in de geo-informatievoorziening van LNV. Door deze versnippering van taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van beheer en ontsluiting van kernbestanden is een strakke regie gewenst. Binnen het Ministerie van LNV dienen daarom maatregelen getroffen worden om de uitvoerende taken duurzaam en structureel te beleggen en liefst ook centraal te coördineren.. Alterra-rapport 689.doc. 11.

(12) 12. Alterra-rapport 689.doc.

(13) 1. Inleiding. 1.1. Achtergrond. 1.2. Doel. 1.3. Aanpak. Ruimtelijke gegevens, ofwel geo-informatie spelen een steeds grote rol binnen de primaire bedrijfsprocessen van LNV. In het kader van het project ‘Identificatie Kernbestanden LNV’ (DWK programma 358) is daarom een inventarisatie uitgevoerd van ruimtelijke gegevensbestanden, die van belang zijn voor beleid, uitvoering, onderwijs en onderzoek. De beleidscyclus stond hierbij centraal (zie Geo-Informatiekaart LNV, Bijlage 1). Onderzocht is welke ruimtelijke gegevens van nut zijn voor beleidsvorming (doel- en taakstelling, instrumenten), -uitvoering (doorwerking, prestaties) en -evaluatie (effecten). Het uiteindelijke doel is dat vraag en aanbod van geo-informatie van diverse partijen binnen het LNV-netwerk (beleidsdirecties, uitvoerende diensten, expertise centra, onderzoek- en onderwijsinstellingen) beter op elkaar wordt afgestemd. Standaardisatie speelt hierbij een belangrijke een rol. In de projecten 'Groene Ruimte Informatie Model' en 'Meta-informatie infrastructuur LNV' (DWK programma 358) worden daarom inhoudelijke en technische standaarden ontwikkeld voor de ontwikkeling, het beheer, de beschrijving en de ontsluiting van ruimtelijke gegevensbestanden. Door de realisatie van een geo-informatie infrastructuur LNV-breed (deelprogramma 358) waarbinnen deze standaarden worden geïmplementeerd, valt een grote winst te boeken wat betreft effectiviteit en efficiëntie van de primaire bedrijfsprocessen van LNV. Ook de Nederlandse planbureaus (Milieu- en Natuurplanbureau en Ruimtelijke Planbureau) die een adviserende rol hebben richting het Rijksoverheidsbeleid zijn hierbij gebaat.. Het doel van het project ‘Identificatie Kernbestanden LNV’ is het identificeren van ruimtelijke gegevensbestanden die van belang zijn voor de uitvoering van de primaire bedrijfsprocessen van LNV. Aan de hand van de huidige lijst met kernbestanden kunnen acties ondernomen worden om de aanschaf of ontwikkeling, het beheer en de ontsluiting van kernbestanden a)te organiseren (het coördineren en beleggen van uitvoerende taken) en b) te ondersteunen met behulp van technische voorzieningen. (zie als voorbeeld www. geodata.alterra.nl /gisweblnv). Op basis van de expertise van de GeoDesk (WUR) is een lijst met ‘kernbestanden’ samengesteld die ter beoordeling (via een enquête) is voorgelegd aan het GeoPlatform LNV. In het GeoPlatform LNV zijn organisaties verenigd, die actief zijn op het gebied van Geo-Informatie. Dit betreft met name uitvoerende diensten, expertise centra en onderzoek- en onderwijsinstellingen. De beleidsdirecties van LNV zijn hierin niet vertegenwoordigd.. Alterra-rapport 689.doc. 13.

(14) De volgende categorieën zijn onderscheiden: 1. Basisbestanden: gegevensbestanden, die door LNV gebruikt worden als 'basis' voor a) de ontwikkeling van andere typen gegevensbestanden (categorie 2 en 3) en/of b) de analyse, presentatie en visualisatie van onderzoeksgegevens. Dit betreft administratieve gebiedsindelingen, topografie, aardobservatie, hoogte en infrastructuur. 2. Beleidsthema's: gegevensbestanden die gerelateerd zijn aan specifieke beleidsthema's en -sectoren. Binnen LNV betreft dit de beleidssectoren landbouw (DL), natuur (DN), groene ruimte en recreatie (DGRR) en buiten LNV de beleidsectoren ruimtelijke ordening, milieu (Ministerie VROM), verkeer en water (Ministerie V&W). 3. Onderzoeksthema's: gegevensbestanden die gerelateerd zijn aan specifieke onderzoeksthema's. Binnen het natuurwetenschappelijk onderzoek betreft dit de volgende thema's: geomorfologie, bodem, hydrologie, ecologie(flora en fauna), grondgebruik en landbouw (bedrijfsgegevens). Ook statistische gegevens afkomstig van het Centraal Bureau van Statistiek (CBS) zijn opgenomen in deze categorie. Een groot deel van de geïdentificeerde ‘kernbestanden’ is ook geïnventariseerd (aangeschaft/ingewonnen) en beschreven conform de 'Voornorm NVN-ENV 12160' gebaseerd op de Europese CEN standaard. Dit is een inhoudelijke standaard voor het beschrijven van geo-informatie. Van de basisbestanden (categorie 1) is bovendien een begroting gemaakt van de kosten en de benodigde personele capaciteit voor aanschaf, beheer en ontsluiting (Bijlage 2).. 1.4. Voortgang. De huidige lijst met kernbestanden betreft een 'momentopname'. De lijst zou regelmatig geactualiseerd moeten worden mede gezien de dynamiek van het beleid en het daaraan gerelateerde onderzoek (nieuwe beleids- en onderzoeksthema's), maar ook vanwege de actualisatie dan wel kwalitatieve verbetering van de ruimtelijke gegevensbestanden. Tijdens een workshop georganiseerd voor het GeoPlatform LNV op 23 mei 2002 is door de aanwezigen echter aangegeven dat het niet nodig was om de aanwezige lijst aan te vullen of te actualiseren in 2002. Wel zijn van de bestanden die jaarlijks worden geactualiseerd de versies van 2002 opgenomen voor zover ze beschikbaar waren. Het beheer en de ontsluiting van Top10-vector en de digitale luchtfoto's (versie 2000) wordt tot 2004 nog gefinancierd vanuit het project 'Technisch beheer kernbestanden' (DWK programma 358). Wat de overige kernbestanden betreft is voor het merendeel de aanschaf c.q. ontwikkeling, het beheer en de ontsluiting t.b.v. het LNV-netwerk nog niet belegd. Op ad hoc basis, onder andere - in het kader van DWK programma's (programma 358 en programma 394) vervult de GeoDesk (WUR) i.s.m. het Geoplatform deze taak voor het LNV-netwerk. Ook de expertise centra (KIC Stichting Recreatie en EC LNV) en enkele uitvoerende diensten (Dienst Landelijk Gebied en Dienst Basisregistraties) spelen een belangrijke rol in de geo-informatievoorziening van LNV. Door deze versnippering van taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van beheer en ontsluiting van kernbestanden is een strakke regie gewenst. Binnen het Ministerie van LNV zullen. 14. Alterra-rapport 689.doc.

(15) daarom maatregelen getroffen moeten worden om de uitvoerende taken duurzaam en structureel te beleggen en liefst ook centraal te coördineren.. 1.5. Opbouw rapport. In hoofdstuk 2 wordt een korte introductie gegeven van de status van bepaalde ruimtelijke gegevensbestanden, namelijk de authentieke registraties en basisregistraties. In hoofdstuk 3, 4 en 5 worden respectievelijk de door GeoDesk (WUR) i.s.m. het Geoplatform LNV geïdentificeerde kernbestanden behorend tot categorie 1 (basisbestanden), categorie 2 (beleidsthema's) en categorie 3 (onderzoeksthema's) beschreven. In de metadata databank zijn de ruimtelijke gegevensbestanden beschreven volgens de Europese CEN standaard. Slechts een gedeelte van de velden wordt in deze catalogus afgedrukt. De volledige beschrijving van de datasets is te vinden op http://geodesk.girs.wau.nl/geokey/select.htm Enkele groepen ruimtelijke gegevens zoals de bestanden van het Structuurschema Groene Ruimte SGR1 en SGR2 en de VINEX/VIJNO bestanden van VROM worden als geheel beschreven.. Alterra-rapport 689.doc. 15.

(16) 16. Alterra-rapport 689.doc.

(17) 2. Authentieke Registraties. Enkele van de bestanden, die voor LNV zijn gedefinieerd als kernbestanden, zoals Top10-vector, GBKN en Kadaster, zijn door de overheid aangewezen als authentieke registratie. Op de financiële implementatie wordt nog gestudeerd.. 2.1. Wat is een Authentieke Registratie. Authentieke registraties zijn officieel door de overheid erkende registers die alle overheidsinstanties hanteren voor het vastleggen van veelvuldig door hen benodigde gegevens. Ze fungeren overheidsbreed als een unieke informatiebron. De ontwikkeling van authentieke registraties is een centraal onderdeel van het Programma Stroomlijning Basisgegevens van het Kabinet. Het is gericht op het op orde brengen van de belangrijkste en meeste gebruikte gegevens binnen het openbaar bestuur.. 2.2. Zes Basisregistraties. 2.3. Andere potentiële authentieke registraties. Zes authentieke registraties zijn van zo een vitaal belang, dat zij door het kabinet in een samenhangend stelsel zijn ondergebracht. Deze registraties worden de basisregistraties genoemd. • Geografisch Kernbestand: Het Top10-Vector-bestand is beoogd als authentieke registratie Geografisch Kernbestand. • Kadastrale registratie: Het Kadaster. • Basisregistratie Personen (GBA): De Gemeentelijke Basisadministratie voor persoonsgegevens. • Basisbedrijvenregister (BBR): registratie van alle niet-natuurlijke rechtspersonen in Nederland. • Basis Gebouwen Register (BGR): registratie van alle gebouwen in Nederland. • Basisregistratie Adressen (BRA): registratie adressen.. Naast de zes basisregistraties wordt van een aantal andere potentiële authentieke registraties de haalbaarheid onderzocht. • Nationaal Wegen Bestand (NWB) • Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) • Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) • Relatiebestand Rebus. Per 1 juli 2001 heeft het ministerie van LNV de Dienst Basis Registraties opgericht. Deze dienst heeft als taak het registreren en beheren van gegevens van basisregistraties voor percelen, dieren en relaties. • Data & Informatie Nederlandse Ondergrond (DINO) • Vennoot. De relaties tussen preventief toezicht op vennootschappen en de ontwikkeling van een basisbedrijvenregister. • Uitwisseling tussen Zorg- en SOFI-domein.. Alterra-rapport 689.doc. 17.

(18) •. Verzekerdenadministratie (VZA polisadministratie).. Bronnen: • http://www.basisregistratieadressen.nl • http://www.gbkn.nl • GBKN op weg naar Authentieke Registratie: Landelijk Samenwerkingsverband GBKN, Apeldoorn 3 juni 2002. Documentnummer: 02.05/053. 18. Alterra-rapport 689.doc.

(19) 3. Basisbestanden. In dit hoofdstuk worden de basisbestanden beschreven. Dit zijn gegevensbestanden, die door LNV gebruikt worden als 'basis' voor a) de ontwikkeling van andere typen gegevensbestanden (categorie 2 en 3) en/of b) de analyse, presentatie en visualisatie van onderzoeksgegevens. Dit betreft administratieve gebiedsindelingen, topografie, aardobservatie, hoogte en infrastructuur. Aangezien deze bestanden vaak de basis vormen voor de ontwikkeling van andere typen gegevensbestanden (categorie 1 en 2) en ook gebruikt worden voor de analyse, presentatie en visualisatie van onderzoeksgegevens is het voor het LNV-netwerk van belang om identieke bestanden en versies te gebruiken (versiebeheer).. 3.1. Administratieve gebiedsindelingen. 3.1.1 Gemeentegrenzen 2002 (fig. 1) Bronhouder: Bridgis B.V. Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting Gemeentegrenzen bestand Nederland. In 1997 is door BRIDGIS een eerste gemeentebestand gemaakt op basis van de Top10-vector van TDN. De wijzigingen die daarna zijn gedaan zijn niet meer op basis van Top10-vector gedaan. Peildatum van de gemeentegrenzen: 01-01-2002. Peildatum van de plaats-, gemeente- en provincienamen: 01-01-2002 Doel vervaardiging Ter beschikking stellen van administratieve grenzen (Mogelijk) gebruik Te combineren met onder andere bevolking-, woning- en bedrijfsgegevens Analyse/presentatie/visualisatie onderzoeksgegevens Beoogde toepassingsschaal: tot 1:10.000 Documentatie www.bridgis.nl Gerelateerde beschikbare geodatasets Provinciegrenzen 2002 (afgeleid van de gemeentegrenzen) Nederlands buitengrens 2002 (afgeleid van de gemeentegrenzen). Alterra-rapport 689.doc. 19.

(20) 3.1.2 Postcodegebieden 4-posities ( fig. 2) Bronhouder: Bridgis BV Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting De punten stellen centroïden van de 4-positie postcode gebieden voor. Coördinaten zijn in meters nauwkeurig en genoteerd in het Rijksdriehoekstelsel. Het bestand is een samenvoeging van de vlakken van de 6-positie postcodes waarvan de eerste 4 posities identiek zijn. Het 6PPC bestand is ontwikkeld uit een combinatie van de adrescoördinaten (ACN) van het Kadaster en de geometrie van wegen en straten (lijnsegmenten) van Navigation Technologies. De randen van de postcodes komen nu overeen met wegen en straten. Peildatum van de postcodes en de coördinaten (=adreslocaties): 01-8-2002 Peildatum van de plaats-, gemeente- en provincienamen: 01-01-2002 Doel vervaardiging Ter beschikking stellen van 4positie postcode bestand (Mogelijk) gebruik Te combineren met bevolking-, woning- en bedrijfsgegevens Analyse / presentatie /visualisatie onderzoeksgegevens Beoogde toepassingsschaal: vanaf 1: 10.000 Documentatie www.bridgis.nl Gerelateerde beschikbare geodatasets 6ppc 3.1.3. Landbouwgebieden (indeling in 14 gebieden). Bronhouder: LEI-DLO Jaar/Versie: 2001 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting Indeling van Nederland in 14 landbouwgebieden. De grenzen van de landbouwgebieden zijn aangepast aan de gemeentelijke herindelingen van 2001. Doel vervaardiging Om thematisch naar 14 landbouwgebieden geaggregeerde gegevens uit de Bedrijven Database van het LEI in kaart te kunnen brengen. (Mogelijk) gebruik Ruimtelijke analyses op landbouwgebieds-niveau, structuuronderzoek, regionaal onderzoek. Ook met CBS gegevens te gebruiken met behulp van conversietabel CBS gemeentecodes-lbgebieden. Beoogde toepassingsschaal: 1: 50.000 Documentatie Handleiding gebruik landbouwtelling Bedrijven Databank LEI-DLO (BDL) Databank.. 20. Alterra-rapport 689.doc.

(21) 1 Administratieve gebiedsindelingen. Fig 1 Gemeentegrenzen 2002 (Provinciegrenzen en Landsgrens) Bronhouder: Bridgis BV. Fig 2 Vier positie postcodegebieden 2002 Bronhouder: Bridgis BV. LAN D B O U W G E B I E D E N 2 0 0 1 Indeling in 66 gebieden. Fig 3 Grenzen landbouwgebieden: indeling in 66 gebieden Bronhouder: LEI-DLO. Fig 4 Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesysteem Bronhouder: Kadaster.

(22) Gerelateerde beschikbare geodatasets landbouwgebieden in 14 gebieden verdeeld 1995-2000 landbouwgebieden in 66 gebieden verdeeld 1995-2001 Oudere versies landbouwgebieden beschikbaar bij LEI-DLO Gebruikersvoorwaarden Bronvermelding 3.1.4 Landbouwgebieden (indeling in 66 gebieden) ( fig. 3) Bronhouder: LEI-DLO Jaar/Versie: 2001 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting Indeling van Nederland in 66 landbouwgebieden op basis van gemeentegrenzen. Deze gebiedsindeling is in 1992 ingevoerd. Doel vervaardiging Om thematisch naar 66 landbouwgebieden geaggregeerde gegevens uit het Bedrijven Informatie Net in kaart te kunnen weergeven. (Mogelijk) gebruik Ruimtelijke analyses op landbouwgebiedsniveau, structuuronderzoek, regionaal onderzoek. Ook met CBS gegevens te gebruiken met behulp van de conversietabel CBS gemeentecodes-lbgebieden. Beoogde toepassingsschaal: 1:50.000 Documentatie Handleiding gebruik landbouwtelling Bedrijven Databank LEI-DLO (BDL) Databank.Landbouwgegevens Gerelateerde beschikbare geodatasets Landbouwgebieden in 14 gebieden verdeeld 1995-2001 Landbouwgebieden in 66 gebieden verdeeld 1995-2000 Oudere versies landbouwgebieden beschikbaar bij LEI-DLO Gebruikersvoorwaarden Bronvermelding 3.1.5. Administratieve Kadastrale Registratie. Bronhouder: Kadaster Jaar/Versie: 1.0 Frequentie van actualisatie: Bijhouding: maandelijks. Samenvatting De Administratieve Kadastrale Registratie omvat administratieve gegevens van alle kadastrale percelen in het landelijke gebied. De data is aangeschaft ten behoeve van het IMKAD-project, waarbij Kadastrale gegevens, zowel administratief als geografisch, ontsloten worden via de intranet applicatie KADOS Doel vervaardiging Administratieve registratie van kadastrale percelen in het landelijk gebied.. 22. Alterra-rapport 689.doc.

(23) (Mogelijk) gebruik. KADOS: Het bestand wordt gebruikt door de DLG-intranet applicatie KADOS, die vervolgens weer voor allerlei projecten binnen DLG geraadpleegd wordt, o.a. voor ruilverkavelings- en landinrichtingsprojecten. Beoogde toepassingsschaal: 0 tot 1: 100.000 Documentatie Bij DLG en DBR Gerelateerde beschikbare geodatasets LKI Gebruikersvoorwaarden Alleen door DLG en DBR te gebruiken, onder speciale voorwaarden. 3.1.6 Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesysteem ( fig. 4) Bronhouder: Kadaster Jaar/Versie: 1.0 Frequentie van actualisatie: Bijhouding: maandelijks. Samenvatting Het Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesysteem omvat de geografische gegevens van alle kadastrale percelen in het landelijk gebied. De data is aangeschaft ten behoeve van het IMKAD-project, waarbij Kadastrale gegevens, zowel administratief als geografisch, ontsloten worden via de intranet applicatie KADOS. Doel vervaardiging Geografische locatie van kadastrale percelen in het landelijk gebied (Mogelijk) gebruik KADOS: Het bestand wordt gebruikt door de DLG-intranetapplicatie KADOS, die vervolgens weer voor allerlei projecten binnen DLG geraadpleegd wordt, o.a. voor ruilverkavelings- en landinrichtingsprojecten. Beoogde toepassingsschaal: 1:1.000 tot 1:5.000 Documentatie Bij DLG en DBR Gerelateerde beschikbare geodatasets AKR Gebruikersvoorwaarden Alleen door DLG en DBR te gebruiken, onder speciale voorwaarden. 3.1.7. Grenzen Wijken en Buurten (CBS/TOP grenzen). Bronhouder: CBS Jaar/versie: 1997 Frequentie van actualisatie: onregelmatig Samenvatting Het digitale bestand CBS/TOPgrenzen bevat de grenzen van alle gemeenten in Nederland en de grenzen van de wijken en buurten binnen deze gemeenten en. Alterra-rapport 689.doc. 23.

(24) unieke codes voor de betrokken gebieden. Het bestand heeft betrekking op de situatie per 1 jan.1997. Het bestand is via de wijk en buurtcodes gecombineerd met het postcode register. Dat resulteert in het bestand Kerncijfers wijken en buurten, waarin dan demografische - en sociaal-economische kerncijfers zitten. Doel vervaardiging Statistische kerncijfers met als doel verschillende onderdelen van gemeenten te typeren en te vergelijken. Hulpmiddel ter visuele ondersteuning van wijk- en buurtcijfers. (Mogelijk) gebruik Hulpmiddel visuele ondersteuning Beoogde toepassingsschaal: 1:10.000/1:25.000 Documentatie www.cbs.nl Gerelateerde beschikbare geodatasets TOPgrenzen, CBS statistische data Gebruikersvoorwaarden Overeenkomst voor gebruik binnen LNV via BORIS 3.1.8 TOPgrenzen (gemeente-, provincie- en rijksgrens) ( fig. 5) Bronhouder: TDN Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: update elk jaar Samenvatting Het TOPgrenzen bestand van de Topografische Dienst bevat alle gemeente-, provincie-, en rijksgrenzen. De namen en nummers van de gemeenten zijn als attributen opgenomen. Het bevat geen grenzen tussen water en land, zodat de kust van Zeeland, Zuid-Holland, de eilanden, etc. niet te herkennen zijn. Het kan gemakkelijk worden gebruikt als overlay kaart met ARC/INFO om de gemeentegrenzen te tonen. Ieder jaar wordt het TOPgrenzen bestand geactualiseerd middels informatie uit staatsbladen volgens de wet Arhi (Algemene regels herindeling, staatsblad 317, 1991) en provinciale bladen met eventuele beschrijving, dan wel nader ingewonnen gegevens en informatieverstrekking op gemeentelijk niveau. TOPgrenzen is deels gebaseerd op kadastrale gegevens en topografische elementen. Het bestand geeft de situatie per 1 januari van het kalenderjaar weer. TOPgrenzen is jaarlijks vanaf 1 april leverbaar. Het TOPgrenzen bestand van de Topografische Dienst is een vlakkenbestand met daarin alle Nederlandse gemeenten. Doel vervaardiging Het onderhouden van een basisregistratie voor gemeentegrenzen. (Mogelijk) gebruik Algemene GIS-toepassingen: bijvoorbeeld als overlay op andere coverages. Beoogde toepassingsschaal: 1:10.000 Documentatie. 24. Alterra-rapport 689.doc.

(25) 2 Administratieve gebiedsindelingen/Topografie. Fig 5 Gemeentegrenzen TDN (Topgrenzen) 2002 Bronhouder: Topografische Dienst. Fig 6 Topografische kaart (1 : 10.000) Bronhouder: Topografische Dienst. Fig 7 Topografische kaart (1 : 50.000) Bronhouder: Topografische Dienst. Fig 8 Topografische kaart (1 : 250.000) Bronhouder: Topografische Dienst.

(26) http://www.tdn.nl/digindex.htm Gerelateerde beschikbare geodatasets Provinciegrenzen en buitengrens Nederland Gebruikersvoorwaarden Gebruik alleen voor partners LNV Convenant 3.1.9. Waterschapsgrenzen. Bronhouder: RWS/MD Jaar/Versie: 1998 Frequentie van actualisatie: onbekend Samenvatting In BORIS staan 5 bestanden ws_keer, ws_kwal, ws_kwan, ws_vaar, ws_weg (afhankelijk van de functie van het waterschap). Opmerkingen: De laatste versie van de grenzen is van ’98. Er is sindsdien veel veranderd maar dat is nog niet in kaart gebracht.. 3.2 Topografie Topografische kaart 1: 10.000 ( fig. 6) Bronhouder: Topografische Dienst Nederland Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: update om de 4 jaar Samenvatting Top10-vector is een uniform bestand van geheel Nederland, schaal 1:10.000, waarin alle topografische punt-, lijn- en vlakinformatie is opgenomen. De verschillende topografische elementen binnen het bestand kunnen afzonderlijk of gecombineerd worden geselecteerd (bijv. wegen, water of bebouwing).Het is een vectorbestand met een gesloten vlakken structuur, opgebouwd uit gecodeerde en onderling verbonden lijnelementen. Objecttypen en attributen zijn middels elementcodering opgeslagen. De verschillende topografische elementen binnen het bestand kunnen afzonderlijk of gecombineerd worden geselecteerd, waarbij de structuur van de data intact blijft. Door het onderling verbinden van alle lijnelementen zijn in Top10-vector deelobjecten gevormd. Dit geeft gebruikers de mogelijkheid om voor specifieke applicaties zelf een objectgericht bestand samen te stellen. Bovendien maakt de nagenoeg onvertekende weergave een groot detailniveau mogelijk. De volgende thema's zijn o.a. weergegeven: Secundaire weg, onverharde weg, straat, contour autoweg, doorgaande weg, afrit, spoorweg, station, waterlopen, kanalen, oeverlijn, kustlijn, terreinbegrenzing, vliegveld, provinciegrens, rijksgrens, hoogspanningsleidingen, hoogtelijnen, dieptelijnen, bruggen, etc. Het aantal bladen is 675. Het Top10-Vector-bestand is beoogd als één van de zes authentieke basisregistraties. Op den duur zou Top10-Vector (als authentieke registratie Geografisch Kernbestand) overheidsbreed moeten fungeren als unieke bron voor. 26. Alterra-rapport 689.doc.

(27) topografische basiskaarten met een schaal van 1:10.000. Er is nog onvoldoende duidelijkheid over de precieze eisen die de status van authentieke registratie aan het Top10-Vector-bestand stelt. Doel vervaardiging Het onderhouden van een basisregistratie topografie op schaal 1:10.000. (Mogelijk) gebruik Beleid, Beheer, Ontwerp, Milieu, Verkeer, Marketing, Regelingen, Monitoring. Beoogde toepassingsschaal: 1: 10.000 Documentatie http://www.tdn.nl/digindex.htm Gerelateerde beschikbare geodatasets Andere TDN producten Gebruikersvoorwaarden Gebruik alleen voor partners LNV Convenant. 3.2.1 Topografische kaart 1: 50.000 ( fig. 7) Bronhouder: TDN Jaar/Versie: 2001 Frequentie van actualisatie: afhankelijk van gebied 4 of 8 jaar. Samenvatting De TOP50 is een uniform bestand van geheel Nederland, schaal 1:50.000, waarin alle topografische punt-, lijn- en vlakinformatie is opgenomen. De verschillende topografische elementen binnen het bestand kunnen afzonderlijk of gecombineerd worden geselecteerd (bijv. wegen, water of bebouwing). Dit bestand wordt vervaardigd via interactieve, uniforme generalisatie uit Top10-vector. TDN heeft daarbij gekozen voor een detailniveau dat uitstekend geschikt is voor midden- en kleinschalige toepassingen. De bestandsstructuur is gelijk aan die van Top10-vector, met het verschil dat de wegen in TOP50vector worden weergegeven d.m.v. hartlijnen. Het bestaat uit 101 bladen. Doel vervaardiging Weergeven topografie Nederland (Mogelijk) gebruik De TOP50 heeft een detailniveau dat uitstekend geschikt is voor midden- en kleinschalige toepassingen Beoogde toepassingsschaal: 1: 50.000 Documentatie http://www.tdn.nl/digindex.htm Gerelateerde beschikbare geodatasets Andere TDN producten Gebruikersvoorwaarden Gebruik alleen voor partners LNV Convenant. Alterra-rapport 689.doc. 27.

(28) 3.2.2 Topografische kaart 1: 250.000 ( fig. 8) Bronhouder: TDN Jaar/Versie: 2001 Frequentie van actualisatie: update om de 4 jaar Samenvatting De digitale topografische kaart van Nederland (1:250.000) van de Topografische Dienst is een lijnen bestand en wordt voornamelijk gebruikt als cartografische achtergrond. Dit bestand geeft een sterk gegeneraliseerd overzicht van de topografie van Nederland. Het bestand is een weergave van alle belangrijke plaatsen, wegen, waterlopen en grondgebruik. De structuur van het bestand is vergelijkbaar met die van TOP50vector. Aantal bladen 25 Doel vervaardiging Weergeven topografie Nederland (Mogelijk) gebruik Het is vooral geschikt als overzichtsbestand voor visualisatie van landsdekkende gegevens. Daarnaast is het geschikt als index-bestand om te kunnen inzoomen naar een ander schaalniveau. Beoogde toepassingsschaal: 1: 250.000 Documentatie http://www.tdn.nl/digindex.htm Gerelateerde beschikbare geodatasets Andere TDN producten Gebruikersvoorwaarden Gebruik alleen voor partners LNV Convenant. 3.3. Aardobservatie. 3.3.1 Luchtfoto's (digitale kleurenluchtfoto's) ( fig. 9) Bronhouder: Eurosense B.V. Jaar/Versie: 2000 Frequentie van actualisatie: op aanvraag. Samenvatting Digitale kleurenluchtfoto's van heel Nederland in de resoluties 0,5 x 0,5 meter, 1 x 1 meter en 4 x 4 meter. De 0,5 m foto's hebben een overlap van 25 meter, de 1 m resolutie foto's een overlap van 1 meter en de 4 m resolutie foto's een overlap van 4 meter. Het gaat om 2500 beelden voor elk van de 3 resoluties. De beelden van alle 3 de resoluties zijn beschikbaar in TIFF formaat. De 0,5 x 0,5 m en de 1 x 1 meter beelden zijn ook beschikbaar in MrSID formaat. De bestandsgrootte van een beeld in 0,5 meter resolutie is 187 MB in TIFF formaat en ca. 19 Mb in MrSID formaat. Voor een beeld in 1 m resolutie is de grootte 46 MB in TIFF en 4,6 MB in MrSID formaat en voor 4 m resolutie is dat 3 MB in TIFF formaat. De bestandsnaam is. 28. Alterra-rapport 689.doc.

(29) opgebouwd uit de Y en X coördinaat van het centrum van het beeld in km (bijvoorbeeld: X204Y531_05m.sid). Er is een image catalog opgebouwd, voor opslag en beheer van de kleurenfoto's 2000. Daarbij gaat het zowel om de originele tiff’s als de met MrSid gecomprimeerde beelden. De foto's zijn geometrisch(RD) en radiometrisch gecorrigeerd. Op last van de Militaire Inlichtingendienst zijn militaire objecten op de foto's onzichtbaar gemaakt. Doel vervaardiging Ter beschikking stellen van de luchtfoto's (Mogelijk) gebruik Informatief of achtergrond bij GIS en/of CAD/CAM toepassingen Beoogde toepassingsschaal: 1: 5.000 Documentatie: meegeleverde gebruikersvoorwaarden Gerelateerde beschikbare geodatasets DKLN1996 (waren alleen voor DBR beschikbaar) Gebruikersvoorwaarden De LNV diensten die meebetaald hebben aan DKLN2000 mogen de luchtfoto’s gebruiken onder de meegeleverde voorwaarden. Dit zijn: DBR, Bureau Heffingen, Laser, AID, Wageningen UR (incl. DLO), DLG, SBB, NPB en LNV gelieerde onderwijsprogramma's. Andere directies en diensten van LNV kunnen van de DKLN2000 luchtfoto’s gebruik maken, als zij een gebruikersovereenkomst met DBR ondertekenen. Er zal dan geen verrekening plaatsvinden, maar van de nieuwe gebruikers wordt verwacht ermee akkoord te gaan dat ze bij een update van de foto’s (b.v. in 2003) als meebetalende partij zullen worden beschouwd.. 3.3.2. Historische luchtfoto's RAF. Bronhouder: Agralin bibliotheek Jaar/Versie: Historisch Samenvatting Er is een speciale collectie op de Agralin bibliotheek Wageningen UR. 100.000 foto’s. 1 picrostat (afdruk foto) kost 30,- euro. Er liggen plannen om de foto’s te digitaliseren en via internet beschikbaar te maken. Documentatie: http://www.agralin.nl/speccol/. Alterra-rapport 689.doc. 29.

(30) 3.4. Hoogte. 3.4.1 AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland) ( fig. 10) Bronhouder: Rijkswaterstaat Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: de opbouw van het bestand zal in 2003 zijn voltooid. Daarna zal het AHN bestand iedere 5 tot 10 jaar wordt geactualiseerd. Welke gebieden als eerste zullen worden geactualiseerd is afhankelijk. van de behoefte van de verschillende organisatie. Samenvatting Hoogtepunten via laser altimetrie verkregen in een resolutie van 1 punt per 16 m2. Laseraltimetrie is een Remote Sensing techniek voor hoogtebepaling van het landschap vanuit een vliegtuig of helikopter. Achtergrond: Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is een gezamenlijk initiatief van Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen voor de bouw van een nieuw, landsdekkend, digitaal hoogtebestand. Het AHN heeft een puntdichtheid van 1 punt per 16 m2 die de vorm van Nederland driedimensionaal (3D) beschrijft. Het oude hoogtebestand (TOPhoogteMD), is twintig tot vijftig jaar oud en is met een puntdichtheid van 1 punt per hectare niet gedetailleerd genoeg om aan de huidige eisen te voldoen. In 1996 is begonnen met de opbouw van het AHN bestand. Doel vervaardiging Doelstellingen bij aanvang in 1996; 1. Opbouw van een uniform landsdekkend bestand 2. Kostenbesparing door optimaal gebruik van de kennis binnen de overheid. 3. Stimulering kennis bedrijfsleven. (Mogelijk) gebruik Hoogte-informatie is onmisbaar voor een goed waterbeheer. Niet alleen bij wateroverlast, maar ook om de gevolgen van verdroging van het land (door grondwaterdaling) goed aan te kunnen pakken. Enkele andere toepassingen zijn: o bij bepaling van geluidshinder bij de bouw van (snel)wegen; o bij geomorfologisch en archeologisch onderzoek; o bij de berekening van grondverzet bij natuurontwikkeling; o bij voorstudies van tracés, waterlopen en stedelijke inrichting (3D-visualisaties en 'vlieganimaties'); o in hydrologische modellen, bij inundatieberekeningen of projecten op het gebied van verdrogingbestrijding. Beoogde toepassingsschaal: 1: 10.000 tot 1: 400.000 Documentatie http://www.minvenw.nl/ahn R.M. van Heerd en R.J. van 't Zand, Productspecificatie AHN, Rijkswaterstaat MD. Gerelateerde beschikbare geodatasets TOPhoogteMD Gebruikersvoorwaarden Met RWS/MD is door DLG een overeenkomst getekend voor levering van de gegevens en gebruik daarvan binnen LNV.. 30. Alterra-rapport 689.doc.

(31) 3 Aardobservatie/Hoogte/Infrastructuur. Fig 9 Digitale Kleurenluchtfoto 2000 (0,5x0,5m) Bronhouder: Eurosense B.V.. Fig 10 Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Bronhouder: Rijkswaterstaat MD. Adviesdienst Voor Verkeer. Fig 11 Nationaal Wegen en Vaarwegenbestand Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Fig 12 Nationaal Spoorwegenbestand Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer.

(32) 3.5. Infrastructuur. 3.5.1 NWB: Nationaal Wegenbestand ( fig. 11) Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: update max. 4x per jaar, hoofdwegen min. 1xper jaar. Samenvatting Het NWB wegenbestand is een digitaal geografisch bestand van alle openbare, voor het verkeer opengestelde wegen in Nederland voor zover deze zijn voorzien van een straatnaam of –nummer en in het beheer zijn bij rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Dus ook losliggende voet- en fietspaden en onverharde wegen zijn, indien voorzien van een straatnaam, in het NWB opgenomen. Indien een weg gescheiden rijbanen heeft, wat vooral het geval is bij rijkswegen, worden deze als aparte wegvakken in het bestand verwerkt. In het totaal beslaat het NWB-wegen ongeveer 145.000 kilometer gedigitaliseerde wegvakken. Het NWB-wegen wordt samengesteld uit de meest actuele en nauwkeurige bronbestanden, zoals het Top10-vector bestand van de Topografische Dienst Nederland. Binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat geldt het NWB als standaard netwerk. Aan het NWB-wegen kan in principe elk (extern) gegevensbestand met enig geografisch aspect – zoals een straatnaam of een XYCoördinaat – worden gekoppeld. Beoogde toepassingsschaal: 1:10.000 Doel vervaardiging Ruimtelijke analyses waarbij ligging van infrastructuur van belang is en bereikbaarheidsberekeningen (Mogelijk) gebruik Basis verkeerskundige modellen, ruimtelijke analyses als routeplanning, afstand-reis berekening, bereikbaarheidsprofielen etc. Toepasbaar op nationaal- en provinciaaltot gemeentelijk- en waterschapsniveau. Documentatie http://www.minvenw.nl/rws/perspectief Adviesdienst Verkeer en Vervoer/ producten Handleiding NWB, Productcatalogus Basisinformatie 2002. Gerelateerde beschikbare geodatasets Top10-vector, NWB-vaarwegen, NWB- spoorwegen, Weggeg. Gebruikersvoorwaarden Binnen LNV onder tegenprestatie van het recht op teruglevering van gegevens. 32. Alterra-rapport 689.doc.

(33) 3.5.2 NWB: Nationaal Vaarwegenbestand ( fig. 11) Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: Sinds 1999. Ieder kwartaal verschijnt een update. Samenvatting Het NWB vaarwegenbestand is een digitaal geografisch bestand van alle bevaarbare waterwegen voor de beroeps- en recreatievaart in Nederland, samengesteld uit actuele en nauwkeurige bronbestanden (waaronder het Top10-vectorbestand van de Topografische Dienst Nederland). Binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat geldt het NWB als standaard netwerk. Opgenomen zijn alle vaarwegen met tenminste een vrije doorvaarthoogte van 2,45 m en een diepte van 1,10 m (CEMTklasse 0). Tevens zijn opgenomen alle vaarwegen die deel uitmaken van de Beleidsvisie Recreatie0toervaart Nederland (BRTN). Om de koppeling met andere bestanden en netwerken zo eenvoudig mogelijk te maken, bevat het NWBvaarwegen – naast geografische kenmerken – een aantal algemene ‘koppelgegevens’, te weten: vaarwegvaknummer, vaarweg(deel)naam en – nummer, havennaam en – nummer, kilometrering. Doel vervaardiging Ruimtelijke analyses waarbij ligging van infrastructuur van belang is en bereikbaarheidsberekeningen (Mogelijk) gebruik Het NWB-vaarwegen is breed toepasbaar; van nationaal en provinciaal niveau tot gemeentelijk en waterschapsniveau. Het is, gekoppeld met andere data, onder meer een hulpmiddel voor afstandsberekening, onderzoek (ruimtelijke ordening, milieu, beleidseffecten, vervoersmodellen, modelontwikkeling en –toetsing toekomstscenario’s) en het overzichtelijk lokaliseren en traceren van vaartuigen op het vaarwegennet. Documentatie http://www.minvenw.nl/rws/perspectief Adviesdienst Verkeer-Vervoer /producten Handleiding NWB, Productcatalogus Basisinformatie 2002. Gerelateerde beschikbare geodatasets Top10-vector, NWB-wegen, NWB- spoorwegen. Gebruikersvoorwaarden Binnen LNV onder tegenprestatie van het recht op teruglevering van gegevens.. Alterra-rapport 689.doc. 33.

(34) 3.5.3 NWB: Spoorwegen ( fig. 12) Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Jaar/Versie: 2001 Frequentie van actualisatie: eerste versie beschikbaar vanaf eind 2001, ieder jaar Samenvatting Het NWB-Spoorwegen is een digitaal geografisch bestand van het Nederlandse spoorwegennet. Opgenomen zijn alle spoorverbindingen in beheer bij NS-infra die in gebruik zijn voor goederen en personentransport. Het spoorwegennet is als enkellijns netwerk opgenomen, dwz dat daar waar meer dan een evenwijdig spoor (= een stel van twee metalen staven ) aanwezig is die geaggregeerd zijn tot een lijn die de spoorverbinding representeert. Analoog aan wegvakken en juncties uit NWB-wegen , zijn de in het NWB-Spoorwegen ‘spoorvak’ en ‘spoorjunctie’ opgenomen als geografische basisobjecten die aan de hand van X- en Y-coördinaten een geografische locatie in het netwerk hebben gekregen. Doel vervaardiging Hulpmiddel voor de uitwisseling van verkeers- en vervoersgegevens. Doelgroep: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, andere ministeries, provincies, waterschappen, gemeenten en onderwijsinstellingen. (Mogelijk) gebruik NWB-spoorwegen is breed toepasbaar. Gekoppeld met andere data is het uitermate geschikt voor analyses en beleidsondersteuning. Daarnaast te gebruiken voor lokaliseren gebeurtenissen, modelleren verkeersstromen en ruimtelijk weergeven van spoorweg gerelateerde gegevens. Beoogde toepassingsschaal: 1: 10.000 Documentatie http://www.minvenw.nl/rws/perspectief AdviesdienstVerkeer Vervoer/producten Handleiding NWB, Productcatalogus Basisinformatie 2002. Gerelateerde beschikbare geodatasets NS Geodesie en Infradata, Bestanden Topografische Dienst, NWB wegen en vaarwegen. Gebruikersvoorwaarden Binnen LNV onder tegenprestatie van het recht op teruglevering van gegevens. 3.5.4. NWB: Weggegevens. Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: update max. 4x per jaar Samenvatting WEGGEG is de belangrijkste database van Rijkswaterstaat aangaande kenmerken van alle rijkswegen in Nederland. Het bestand bevat informatie over rijkswegnummers en hectometrering. Daarnaast worden diverse visuele kenmerken vastgelegd, zoals langdurige werkzaamheden, wegcategorie, verharding, aantal rijstroken, verkeer signaleringssystemen, verlichting, kunstwerken, bermen en. 34. Alterra-rapport 689.doc.

(35) obstakels. In de loop van 2000 is de database qua beheer geïntegreerd in het Basisbestand Netwerken. Doel vervaardiging WEGGEG heeft tot doel ondersteuning te bieden bij wegbeheer en -onderhoud. Daarnaast worden gegevens uit het bestand gekoppeld aan andere gegevensverzamelingen ten behoeve van analyse en onderzoek op het gebied van verkeersveiligheid, bereikbaarheid, congestie en economie. Doelgroepen : Ministerie van V&W, andere ministeries, provincies en gemeenten. (Mogelijk) gebruik WEGGEG is belangrijk voor de volgende producten en gebruikers: filerapportage, verkeersongevallen-output, VERAS, d'Ongeval, RDS/TMC, TIC en KLPD Documentatie http://www.minvenw.nl/rws/perspectief Adviesdienst Verkeer Vervoer/product Productcatalogus Basisinformatie 2002 Gerelateerde beschikbare geodatasets Top10-vector, NWB wegen, NWB-vaarwegen, NWB- spoorwegen Gebruikersvoorwaarden Binnen LNV onder tegenprestatie van het recht op teruglevering van gegevens. 3.5.5. NWB: Ongevallen en netwerk. Bronhouder: Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: Sinds 1988 verschijnt ieder kwartaal een nieuw versie. Samenvatting Een bestand met gegevens over alle geregistreerde verkeersongevallen en slachtoffers. Het kan gekoppeld worden aan NWB-wegen. Op verzoek kan de informatie worden geleverd over een bepaalde periode. Het bestand kan worden gebruikt in samenhang met een op de markt verkrijgbaar ongevallenpakket. Doel vervaardiging Doelgroep: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Raad voor transportveiligheid, provincies, waterschappen, gemeenten en politie. (Mogelijk) gebruik Ten behoeve van onderzoek, analyses en beleidsevaluaties. Samen met de producten BLIK (Blackspots in Kaart) en VISIE (Verkeersveiligheid Informatie Systeem op Internet) ondersteunt het bestand "ongevallen en netwerk" beleidsmedewerkers op het gebied van verkeersveiligheid. Documentatie http://www.minvenw.nl/rws/perspectiefAdviesdienst Verkeer Vervoer/producten Productcatalogus Basisinformatie 2002 Gerelateerde beschikbare geodatasets Top10-vector., NWB-wegen, NWB vaarwegen, NWB weggegevens. Gebruikersvoorwaarden Gebruik binnen LNV onder tegenprestatie van het recht op teruglevering van gegevens.. Alterra-rapport 689.doc. 35.

(36) 4. Beleidsthema's. In dit hoofdstuk worden de kernbestanden beschreven, die gerelateerd zijn aan specifieke beleidthema's en -sectoren. Binnen LNV betreft dit de beleidssectoren landbouw, natuur, groene ruimte en recreatie en buiten LNV de beleidsectoren ruimtelijke ordening, milieu (Ministerie VROM), verkeer en water (Ministerie V&W).. 4.1. Sector Landbouw. Per 1 juli 2001 is de Dienst Basisregistraties opgericht. Deze dienst heeft als taak het registreren en beheren van gegevens van basisregistraties voor percelen, dieren en relaties.. 4.1.1 Basisregistratie Percelen De Basisregistratie Percelen (BRP) (fig.42) omvat de registratie van gewaspercelen in het landelijk gebied van Nederland. Alle geregistreerde percelen worden middels de BRPapplicatie bijgehouden in een BRP-database. Basisregistratie percelen is primair opgezet voor de uitvoering van de gewijzigde Meststoffenwet. Op basis van de gegevens uit Basisregistratie Percelen kunnen de mestplaatsingsruimte en/of de mestaanvoerruimte van een bedrijf worden berekend. Per perceel bevat Basisregistratie Percelen de volgende gegevens: De gebruiker, de gebruikstitel, het gewas, de oppervlakte, de geschatte zaai- of pootdatum, het mestnummer en de geografische ligging. Daarnaast bevat Basisregistratie Percelen informatie uit bestaande bronnen. Het gaat om kadastergegevens, de topografische kaart van Nederland, luchtfoto's en de bodem- en grondwatertrappenkaart. In eerste instantie zullen de gegevens gebruikt worden voor de uitvoering en handhaving van het mestbeleid en voor de regeling EGsteunverlening akkerbouwgewassen en de Regeling dierlijke EG-premies, ook wel aangeduid met Aanvraag oppervlakten. Voor wat betreft het mestbeleid wordt Basisregistratie Percelen met name gebruikt als informatiebron voor: • de verificatie van mestafzetovereenkomsten door Bureau Heffingen; • de terugmelding over de mestplaatsingsruimte en/of de mestaanvoerruimte bij ingediende mestafzetovereenkomsten door Bureau Heffingen. Voor de aangifte in het kader van het Mineralen aangiftesysteem (MINAS), wordt Basisregistratie Percelen gebruikt als extra toets. 4.1.2 Relatiebestand Rebus Een van de speerpunten van het ministerie van LNV is het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering voor de klanten door het verminderen van de administratieve lastendruk en het centraal stellen van de klant. Dit zal worden bereikt door het kantelen van de informatiestromen en gegevens van en naar de doelgroep, wat uiteindelijk resulteert in een nieuwe uitvoeringsorganisatie.. 36. Alterra-rapport 689.doc.

(37) Relatiebeheer is tot op heden georganiseerd per LNV-dienst. Relaties zijn bij meerdere uitvoerende diensten onder verschillende nummers geregistreerd. Het realiseren van een basisregistratie Relaties, waarin de eisen van de uitvoerende diensten zijn verwerkt, zal het vertrouwen van die uitvoerende dienst in het gebruik van de basisregistraties in het algemeen vergroten en een positief effect hebben op de betrokkenheid en het vertrouwen in de ontwikkeling en het gebruik van overige basisregistraties en de onderlinge verbanden. Door LNV is besloten de organisatie-onderdelen LNV-loket, de Dienst BasisRegistraties, LASER (uitvoering regelingen) en Bureau Heffingen (o.a. uitvoering Mestbeleid) de komende 4 jaar samen te voegen tot een nieuwe Dienst Regelingen LNV. In de basisregistratie Relaties worden in- en externe relaties geregistreerd. Er is een direct verband van deze registratie met het Basisbedrijvenregister dat door het ministerie van EZ wordt ontwikkeld. Hierin worden geregistreerd alle natuurlijke- en rechtspersonen die van belang zijn voor de taakuitoefening van de Nederlandse overheid. Hieronder vallen dus ook de relaties van het ministerie van LNV.. Bestandsnaam: Relatiegegevens Rebus en Connect Bronhouder: Dienst Basis Registratie Jaar/Versie: 2002 Frequentie van actualisatie: continue Samenvatting Relatiegegevens die voor het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij relevant zijn in vier hoofdgroepen: LNV-medewerkers en -organisatie. Relaties op het gebied van bedrijfsvoering Relaties op het gebied van de beleidsvorming Externe relaties (populair gesteld de boeren, burgers en buitenlui.) Doel vervaardiging Het betreft de basisregistratie van LNV op het gebied van relaties met als doel een éénmalige registratie die maximaal binnen LNV-organisatie onderdelen hergebruikt én voor organisatiespecifieke behoefte aangevuld kan worden. Authenticiteit LNVLoket. (Mogelijk) gebruik Koppeling naar de bedrijfssystemen van organisaties, hergebruik in diverse veelgebruikte informatiesystemen (denk aan Outlook, Intranet, ConnectZoek wat op iedere PC van LNV beschikbaar is, ConnectWAP, Overheidsadresgids) etc. Documentatie http://www.lnvweb.nl/info/ictagenda/documenten/Basisregistraties_Relatie_Artikelen Extranet (LNV-Loket) = http://www.minlnv.nl/loket/ (voor de externe relaties) LNV-Intranet =http://www.lnvweb.nl/infobalie/contact/contact.htm De RYXoverheidsadresgids=http://intra.ryx.nl/servlet/ DirXweb. Binnenkort ook op het Internet ("Staatsalmanak-online") Gebruikersvoorwaarden Moet een LNV-organisatie onderdeel zijn. - voor rebus worden de kosten doorberekend - voor Connect geldt dat een onderdeel zelf verantwoordelijk is voor het beheer van de gegevens. Dat beheer kan nog wel uitbesteed worden aan de productgroep.. Alterra-rapport 689.doc. 37.

(38) 4.2. Sector Groene Ruimte en Recreatie. 4.2.1. Structuurschema Groene Ruimte. 4.2.1.1 Achtergrond Het landelijk gebied verandert voortdurend onder druk van maatschappelijke ontwikkelingen. Ontwikkelingen die te maken hebben met de wijze waarop de ruimte wordt gebruikt voor bijvoorbeeld de landbouw, de verstedelijking, maar ook voor de aanleg van nieuwe natuur- en recreatiegebieden. Elke vorm van ruimtegebruik brengt veranderingen van die ruimte met zich mee. Vaak gaat dit vrijwel ongemerkt en zonder problemen. Maar er zijn ook veranderingen die minder vanzelf gaan. De combinatie van meer natuur en een betere bescherming daarvan, met de mogelijkheid er ook van te kunnen genieten, levert soms spanningen op. 4.2.1.2 Hoofddoelstelling van het Structuurschema Groene Ruimte. Met het oog op een duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig ruimtegebruik in het landelijk gebied worden concrete maatregelen getroffen en acties ondernomen op de korte en middellange termijn die tot doel hebben om: voldoende ruimte te bieden voor het voortbestaan dan wel het ontwikkelen van de verschillende groene functies in het landelijk gebied, en daarbij de identiteit en gebruikswaarde van het landelijk gebied in zijn geheel zo goed mogelijk te behouden of te ontwikkelen. In het Structuurschema Groene Ruimte gaat het om de belangrijkste vraagstukken voor de komende 10 jaar met een doorkijk tot 2010. Provincies en gemeenten wordt gevraagd het structuurschema te laten doorwerken in hun ruimtelijke plannen (streek- en bestemmingsplannen). 4.2.1.3 Structuurschema Groene Ruimte en Ecologische hoofdstructuur In het Structuurschema Groene Ruimte is de ruimtelijke doorwerking en de realisering van het beleid voor de ecologische hoofdstructuur uit het in 1990 vastgestelde Natuurbeleidsplan aangegeven. De hoofddoelstelling van het Natuurbeleidsplan luidt: duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden. Daarnaast is beleid geformuleerd voor natuurgebieden buiten de ecologische hoofdstructuur en voor leefgebieden van weidevogels, ganzen en zwanen. Belangrijk is de ecologische hoofdstructuur, die bestaat uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones. Het ruimtelijk beleid voor de ecologische hoofdstructuur is gericht op het instandhouden van de voor behoud, herstel en ontwikkeling wezenlijke kenmerken en waarden 4.2.1.4 Bestanden Structuurschema Groene Ruimte 1 In 1995 is het eerste Structuurschema Groene Ruimte gepubliceerd. Dit structuurschema blijft van kracht tot het SGR2 door het parlement is goedgekeurd. Hieronder staat de inhoud van het SGR uit 1995 Thema’s in het Landelijk gebied: • Veenweidegebieden • Randstadgroenstructuur • De Zandgebieden in Zuid- en Oost-Nederland • Nat Nederland • Waardevolle Cultuurlandschappen. 38. Alterra-rapport 689.doc.

(39) 4 Sector Groene Ruimte en Recreatie. Fig 13 Nationale Parken (uit SGR2) Bronhouder: Min. LNV. Fig 14 Nationale en Provinciale Landschappen (uit SGR2) Bronhouders: Min. VROM en Min. LNV. Fig 15 Veenweidegebieden (uit SGR2) Bronhouder: VISTA. Fig 16 Groen in en om de stad (uit SGR2) Bronhouders: Min. VROM, Min. LNV en Alterra.

(40) Ruimtelijk beleid per sector. • Land- en tuinbouw • Natuur • Openluchtrecreatie en toerisme • Bos • Landschap • Visserij Uitvoering van het beleid • Strategische Groenprojecten • Compensatiebeginsel • Taakverdeling Rijk-Provincies 4.2.1.5 Metadata bestanden SGR1 De volgende bestanden zijn in de metadata databank opgenomen en als bestand aanwezig: Structuurschema Groene Ruimte 1: • Veenweidegebieden • Projecten randstadgroenstructuur • Zoekgebied Groot groengebied • Waardevolle Cultuurlandschappen • Land- en Tuinbouwcentra • Centra van glastuinbouw en bollenteelt • Nationale Parken • Afstemming natuur en waterrecreatie • Recreatief Toeristische gebieden • Recreatief Water + oevers • Bosuitbreidingslokatie • Behoud en herstel bestaande landschapskwaliteit • Behoud karakteristieke openheid • Euregio. 4.2.1.6 Structuurschema Groene Ruimte 2 SGR2 geeft invulling aan de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid uit de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Daarnaast geeft SGR2 aan wat de ruimtelijke en programmatische consequenties zijn van het beleid uit andere nota's dan Voedsel en Groen, Natuur voor Mensen en Nationaal Milieubeleidsplan 4. Kaarten uit ontwerp-planologische kernbeslissing: PKB kaart 1: Groen om de stad: 10 km grens, Indicatief groen, Gelokaliseerd groen( fig. 16) PKB-kaart 2: Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland PKB-kaart 3: Projectlocaties glastuinbouw en bloembollen PKB-kaart 4: Netto EHS, natuurkernen en robuuste verbindingen PKB-kaart 5: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden( fig. 18) PKB-kaart 6: Nationale en Provinciale Landschappen ( fig. 14) PKB-kaart 7: Regionale Parken: regionale parken, zoekgebied regionale parken.. 40. Alterra-rapport 689.doc.

(41) PKB-kaart 8: Veenweidegebieden ( fig. 15) PKB-kaart 9: Rijksvoorkeursrechtgebieden Toelichtende kaarten Kaart 1: Tekorten groen om de stad: Recreatieve opvangcapaciteit Kaart 2: Negen Landschapstypen Kaart 3: Lange Afstandsnetwerken: Lange afstand fietsroutes en wandelpaden Kaart 4: 17 deelstroomgebieden Kaart 5: Zoekgebieden hydrologische beinvloedingsgebieden Kaart 6: Waterberging in de EHS Kaart 7: Agribusinessparken Kaart 8: Nationale parken ( fig. 13) Kaart 9: Natuurwaardekaart Noordzee Kaart 10: Gebieden voor verbetering en herstel Bron: http://www.minlnv.nl/. 4.2.2 Compensatiebeginsel Recreatiegebied Bronhouder: GRR Jaar/Versie: 1993 Frequentie van actualisatie: éénmalig Samenvatting Recreatiegebieden, waarop het compensatiebeginsel van toepassing is. Het Rijk hecht groot belang aan het duurzaam behoud en herstel van natuur-, bos- en recreatiewaarden en daarom is in het Structuurschema Groene Ruimte voor deze functies in bepaalde gebieden een zogenaamde zware planologische bescherming opgenomen. Dat houdt in, dat in deze gebieden in principe geen ruimtelijke ingrepen mogen plaatsvinden. Het gaat dan om nieuwe ingrepen die nog niet planologisch zijn afgewogen en vastgelegd. Soms is het echter zo, dat een zwaarwegend maatschappelijk belang er toch toe leidt dat een dergelijke ingreep noodzakelijk is. Dan moet wel aangetoond zijn, dat aan dit belang niet elders of op een andere wijze tegemoet kan worden gekomen. Als na afweging van belangen voor gebieden met de functie natuur en/of bos en/of recreatie wordt besloten, dat een van die genoemde functies moet wijken of anderszins aanwijsbare schade ondervindt van een zwaarwegend maatschappelijk belang (bijvoorbeeld de aanleg van een spoorlijn) dan zullen in elk geval mitigerende en indien deze niet voldoende zijn tevens compenserende maatregelen getroffen moeten worden. Uitgangspunt daarbij is, dat verlies aan oppervlakte en kwaliteit in de directe omgeving wordt gecompenseerd. Onder mitigerende maatregelen wordt verstaan het voorkomen of verminderen van nadelige effecten van de voorgenomen activiteit. Concreet betekent dat landschappelijke inpassing en vermindering van de effecten. Documentatie Structuurschema Groene Ruimte 1 Gerelateerde beschikbare geodatasets Andere bestanden Structuurschema Groene Ruimte 1. Alterra-rapport 689.doc. 41.

(42) 4.2.3 Belvedere gebieden (en Unesco gebieden) ( fig. 17) Bronhouder: RPD/LNV/Rijksdiensten monumentenzorg/ROB Jaar/Versie: gedigitaliseerd in 1999 Frequentie van actualisatie: onbekend Samenvatting Bestanden betreffende Cultuurhistorie en Ruimtelijke Ordening Hieronder vallen meerdere beleidskaarten van gebieden met hoge archeologische waarden, beschermde stads en dorpsgezichten, belangrijke cultuurhistorische landgoederen en buitenplaatsen. Heel Nederland kent cultuurhistorische waarden. Geen enkele plek of stad is ´waardenloos´. Soms is er spraken van een opeenstapeling of samenhang van waarden. Deze gebieden en steden verdienen vanuit de cultuurhistorie bijzondere aandacht. Daarom is de Belvedere-kaart ontwikkeld. De Belvedere-kaart is vooral een kansenkaart voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. De kaart is opgenomen in de Nota Belvedere. Selectie De Belvedere-gebieden en -steden zijn geselecteerd op basis van archeologische, historisch-(steden)bouwkundige en historisch-geografische kenmerken. Selectiecriteria waren: zeldzaamheid, gaafheid en representativiteit. De selectie vond plaats in nauwe afstemming tussen Rijk en provincies. Status De Belvedere-kaart heeft op zichzelf geen wettelijke status. Wel vormt de kaart het startpunt voor een beleidsmatige aanpak. Zoals voor de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening. Cultuurhistorisch waardevolle elementen, ensembles en deelgebieden in 17 Belvedere-gebieden zijn in deze nota voorzien van een groene contour. Deze contour biedt een hoge mate van bescherming voor de aanwezige cultuurhistorische waarden. Voor het landelijk gebied zonder groene contour worden provincies gevraagd ontwikkelingsgerichte landschapsstrategieën op te stellen. Met als doel de kernkwaliteiten van deze gebieden te benutten en te versterken. Tot deze kernkwaliteiten behoort ook de culturele diversiteit. InitiatiefnemersBelvedere: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Doel vervaardiging Het sterker richting geven van de cultuurhistorische identiteit voor de inrichting van de ruimte. (Mogelijk) gebruik Beleid Beoogde toepassingsschaal: 1: 1.000.000 Documentatie Nota Belvedere Bron: http://www.belvedere.nu/belvedere/. 42. Alterra-rapport 689.doc.

(43) 4.3. Sector Natuur. 4.3.1 Natuurschoonwet Landgoederen ( fig. 19) Bronhouder: LNV Jaar/Versie: 1999 Frequentie van actualisatie: onregelmatig Samenvatting Begrenzing van landgoederen vallend onder de Natuurschoonwet. Doel vervaardiging Aangeven landgoederen waarvan de begrenzing onder de Natuurschoonwet valt (Mogelijk) gebruik Beleid: Natuurschoonwet Beoogde toepassingsschaal: 1:10.000-1:50.000. 4.3.2 Nationale Parken 2002 Bronhouder: Directie Natuurbeheer Jaar/Versie: 2002 1.0 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting Nationale parken zijn aaneengesloten gebieden, bestaande uit natuurterreinen, wateren en/of bossen met een bijzondere landschappelijke gesteldheid en plantenen dierenleven. Het bestand geeft een landelijk overzicht van de in augustus 2002 functionerende Nationale parken in Nederland. Ten opzichte van het bestand nationale park 2000 is dit bestand uitgebreid met vijf nieuwe gebieden: Drentse AA, De Hoge Veluwe, Veluwezoom, Sallandse Heuvelrug en Zoom Kamphoutse Heide. De begrenzing van bovengenoemde gebieden is niet geheel correct. Doel vervaardiging natuurbeleid (Mogelijk) gebruik Het bestand is in opdracht van Directie Natuurbeheer (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) vervaardigd door DLG in het project 'Digitaliseren bestanden Natuurbeleid'. Doel van dit project is om voor de beleidscategorieën Afrondingen, Invloedssferen, EU-Vogel- en EU-Habitatrichtlijngebieden, Natuurbeschermingswet gebieden, Nationale Parken en Natuurschoonwet landgoederen te komen tot uniforme, landsdekkende bestanden met Top10-vector als geometrische referentie. De bestanden zijn bedoeld voor beleidsvorming, -monitoring, -evaluatie en -verantwoording door Directie Natuurbeheer en gebruik door andere bij Natuurbeleid betrokken organisaties. Documentatie www.minlnv.nl/thema/groen/park/intrtgp.htm Gerelateerde beschikbare geodatasets Andere bestanden Natuurbeleid, zie Samenvatting.. Alterra-rapport 689.doc. 43.

(44) Gebruikersvoorwaarden Nader te bepalen, dit is nog geen definitief bestand. Voor de juiste interpretatie van de gegevens wordt verwezen naar de materiedeskundige. Zonder uitdrukkelijke toestemming van Directie Natuur is het niet toegestaan dit bestand te publiceren of te verspreiden.. 4.3.3 Natuurbeschermingswetgebieden 2001 ( fig. 23) Bronhouder: Directie Natuurbeheer Jaar/Versie: 1.0 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting Natuurbeschermingswetgebieden (NB--wetgebieden) zijn gebieden die op grond van de Natuurbeschermingswet door LNV zijn aangewezen als Beschermd Natuurmonument (particulier eigendom) dan wel als Staats Natuurmonument. In het bestand zijn deze gebieden opgenomen in een landelijk overzicht. Doel vervaardiging Het bestand is in opdracht van Directie Natuurbeheer (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) vervaardigd door DLG in het project 'Digitaliseren bestanden Natuurbeleid'. Doel van dit project is om voor de beleidscategorieën Afrondingen, Invloedssferen, EU-Vogel- en EU-Habitatrichtlijngebieden, Natuurbeschermingswet gebieden, Nationale Parken en Natuurschoonwet landgoederen te komen tot uniforme, landsdekkende bestanden met Top10-vector als geometrische referentie. De bestanden zijn bedoeld voor beleidsvorming, -monitoring, -evaluatie en -verantwoording door Directie Natuurbeheer en gebruik door andere bij Natuurbeleid betrokken organisaties. (Mogelijk) gebruik Natuurbeleid: in dit bestand weergegeven gebieden wordt een vergunningenstelsel van kracht voor schadelijke handelingen. Documentatie Overzicht contactpersonen, brongegevens, oppervlaktegegevens en status controle NB-wetgebieden 2001, d.d. 30 oktober 2001 (digitaal document in excel). Gerelateerde beschikbare geodatasets Andere bestanden Natuurbeleid, zie Samenvatting. Gebruikersvoorwaarden Nader te bepalen, dit is nog geen definitief bestand. Voor de juiste interpretatie van de gegevens wordt verwezen naar de materiedeskundige. Zonder uitdrukkelijke toestemming van Directie Natuur is het niet toegestaan dit bestand te publiceren of te verspreiden.. 44. Alterra-rapport 689.doc.

(45) 5 Sector Groene Ruimte en Recreatie/Sector Natuur. Fig 17 Belvedere gebieden en gebieden op de Unesco werelderfgoedlijst Bronhouders: RPD, LNV, ROB en RD Monumentenzorg. Fig 18 Habitat- en Vogelrichtlijn gebieden (uit SGR2) Bronhouder: Min. LNV. Fig 19 Natuurschoonwet Landgoederen (uit BORIS) Bronhouder: Min. LNV. Fig 20 RAMSAR-gebieden Bronhouder: Vogelbescherming Nederland.

(46) 4.3.4 Natuurdoelenkaart 2000 Bronhouder: Directie Natuurbeheer Jaar/Versie: 1999/2000 Versies : De actualiteit van de aangeleverde gegevens is per provincie verschillend. Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting De voor het NPB in 2001 geleverde gegevens zijn GIS en databestanden voor de werkkaart Natuurdoelen. De data zijn per provincie opgeslagen. Per provincie zijn 1 of meer shapefiles, welke de door de provincie aangeleverde natuurdoeltypen bevatten. Deze natuurdoeltypen zijn zonodig door EC-LNV vertaald naar gedetailleerde "EC-LNV natuurdoeltypen" De legenda-eenheid van de kaart komt overeen met de 27 natuurdoelen uit "natuur voor mensen". Deze doelen zijn deels het resultaat van een aggregatie van de 132 natuurdoeltypen van het rijk uit het " handboek Natuurdoeltypen"(1995), aan de hand waarvan de provinciale natuurdoeltypekaarten zijn opgesteld. Deels bestaan de 27 natuurdoelen uit een opsplitsing van natuurdoeltypen, in aansluiting op de doelpaketten in de subsidieregeling Programma Beheer. Er zijn 3 hoofdcategorieën natuurdoelen: Grootschalige, gevoelige en multifunctionele natuur. Deze categorieën hebben betrekking op de beheersstrategie die nodig is voor de realisatie van het natuurdoel. Doel vervaardiging Beleidsdoel: Basismateriaal voor het aansturen en toetsen van het natuurbeleid. (Mogelijk) gebruik Concreet toe te passen binnen NEM(netwerk ecologische Monitoring), NVK (Natuurverkenningen), evaluatie Natuurbeleidsplan (NBP) en NatuurPlanbureau. Indicatoren: opp. per natuurdoeltype, ligging natuurdoeltypen, opp./ligging natuurdoeltype onderdeel van EHS, streefjaar voor de doelstelling. Documentatie Toelichting op natuurdoelenkaart LNV-IPO Gerelateerde beschikbare geodatasets Top10-vector Gebruikersvoorwaarden Toestemming van Directie Natuurbeheer nodig. 4.3.5 EU-Habitatrichtlijngebieden 2001 ( fig. 18) Bronhouder: Directie Natuurbeheer Jaar/Versie: 2001 versie 1.0 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting De habitatrichtlijn is een EU-richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, m.u.v. de avifauna. De begrenzing van de EUhabitatrichtlijn gebieden is in Nederland nog niet officieel vastgesteld. Het huidige bestand geeft dus niet de officiële begrenzing aan, maar is een voorlopig bestand. 46. Alterra-rapport 689.doc.

(47) (d.d. oktober 2001) dat dient als basis om het proces van vaststelling van de begrenzing in te gaan. Doel vervaardiging Het bestand is in opdracht van Directie Natuurbeheer vervaardigd door DLG in het project 'Digitaliseren bestanden Natuurbeleid'. Doel van dit project is om voor de beleidscategorieën Afrondingen, Invloedssferen, EU-Vogel- en EU-Habitatrichtlijngebieden, Natuurbeschermingswetgebieden, Nationale Parken en Natuurschoonwet landgoederen te komen tot uniforme, landsdekkende bestanden met Top10-vector als geometrische referentie. De bestanden zijn bedoeld voor beleidsvorming, monitoring, -evaluatie en -verantwoording door Directie Natuurbeheer en gebruik door andere bij Natuurbeleid betrokken organisaties. (Mogelijk) gebruik Ontwikkelen en handhaven van nationaal en Europees natuurbeleid. Gerelateerde beschikbare geodatasets Eu-vogelrichtlijngebieden 2001 Gebruikersvoorwaarden Nader te bepalen, dit is nog geen definitief bestand. Voor de juiste interpretatie van de gegevens wordt verwezen naar de materiedeskundige. Zonder uitdrukkelijke toestemming van Directie Natuur is het niet toegestaan dit bestand te publiceren of te verspreiden.. 4.3.6 EU-Vogelrichtlijngebieden 2001 ( fig. 18) Bronhouder: Directie Natuurbeheer Jaar/Versie: 2001 versie 1.0 Frequentie van actualisatie: jaarlijks Samenvatting De tot en met 24-3-2000 aangewezen speciale beschermingszones EU-vogelrichtlijn. Sommige gebieden zijn tevens aangewezen als Wetland. Doel vervaardiging Het bestand is in opdracht van Directie Natuurbeheer vervaardigd door DLG in het project 'Digitaliseren bestanden Natuurbeleid'. Doel van dit project is om voor de beleidscategorieën Afrondingen, Invloedssferen, EU-Vogel- en EU-Habitatrichtlijngebieden, Natuurbeschermingswet gebieden, Nationale Parken en Natuurschoonwet landgoederen te komen tot uniforme, landsdekkende bestanden met Top10-vector als geometrische referentie. De bestanden zijn bedoeld voor beleidsvorming, -monitoring, -evaluatie en -verantwoording door Directie Natuurbeheer en gebruik door andere bij Natuurbeleid betrokken organisaties. (Mogelijk) gebruik Ontwikkelen en handhaven van natuurbeleid. Beoogde toepassingsschaal: 1:10.000 tot 1:400.000 Documentatie Overzicht contactpersonen en oppervlaktegegevens EU-Vogelrichtlijngebieden 2001, Gerelateerde beschikbare geodatasets Vogelrichtlijngebieden_oud en Vogelrichtlijngebieden 2000. Alterra-rapport 689.doc. 47.

(48) 4.3.7 RAMSAR-gebieden ( fig. 20) Bronhouder: Vogelbescherming Nederland Jaar/Versie: 2000 Frequentie van actualisatie: éénmalig, valt nu onder de vogelrichtlijnen Samenvatting De coverage Ramsar bevat de tot nu toe 17 aangemelde wetlands en 26, in april 2000 aangewezen gebieden voor opname in de Lijst van Wetland van internationale betekenis. Alle aangemelde of aangewezen wetlands zijn tevens beschermd als Speciale Beschermingszone onder de vogelrichtlijn (behalve de Rottige Meenthe, dat is alleen wetland). Doel vervaardiging Aanduiding van wetlands van internationale betekenis in Nederland aangemeld onder de Ramsar Convention in 1980. (Mogelijk) gebruik Watergebieden(Wetlands) die aan de criteria voor Wetlands van internationale betekenis voldoen worden aangemeld voor de lijst van belangrijke wetlands onder de conventie. Beoogde toepassingsschaal: 1: 80.000 - 1:100.000, 1:10.000 Documentatie National inventory of Ramsar sites in the Netherlands. E.R.Osieck en C.A.Borggreve, Vogelbescherming Zeist 1999. Gerelateerde beschikbare geodatasets Vogelrichtlijngebieden Gebruikersvoorwaarden Toestemming Bronhouders. 4.3.8 EHS Bruto, zoekgebieden (1990) ( fig. 21) Bronhouder: Min.LNV Jaar/Versie: 1990 Frequentie van actualisatie: éénmalig Samenvatting In het kader van natuurbeleid is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). beschreven en in gebiedsgrenzen vastgelegd. De EHS is opgebouwd uit natuurgebieden, bos en Landschap (450.000 ha), relatienotagebieden uit de 1e fase (80.000 ha) en overige landbouwgronden (430.000 ha). De EHS is onderverdeeld in kern-, natuurontwikkelings- gebieden en verbindingszones. Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar de regeringsbeslissing. Doel vervaardiging In het kader van natuurbeleid van juni 1990. Structuurschema Groene Ruimte (SGR), PKB kaart 7. (Mogelijk) gebruik Landelijke studies ten behoeve van natuurbeleid. Regeringsbeslissing.. 48. Alterra-rapport 689.doc.

(49) 6 Sector Natuur. Fig 21 Natuur 2002 (bestaand en begrensd) (EHS Bruto, bestaande natuur 1990, EHS Netto) Bronhouders: Alterra en DLG. Fig 22 Afrondingenkaart 2001 Bronhouder: Directie Natuurbeheer. Fig 23 Natuurbeschermingswetterreinen 2001 Bronhouder: Directie Natuurbeheer. Fig 24 Invloedssferen 2001 Bronhouder: Directie Natuurbeheer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uw opmerkingen moeten voor 15 mei binnen zijn op het landelijk secretariaat ter attentie van de commissie ad hoe vierde nota. Met uw antwoorden kan dan een overzicht

Bij diezelfde gelegenheid, en ook in het algemeen overleg met de vaste kamercommissie voor VROM in oktober 1997, heeft de minister gesteld dat bij de handhaving van de

Volgens de Gemeenschapsminister van Openbare Werken en Verkeer mogen een aantal reservatiestro- ken voor nieuwe wegen op de gewestplannen worden geschrapt. Het betreft de nieuwe

Het bleek ons dat mevrouw Pieternel Hol met haar telefoongesprek met Jan Landsaat wilde verifiëren of de in de project-vergadering gemelde parkeerruimte-uitbreiding (met name

Het nadeel van deze gelegenheidsplanologie kwam naar voren in de choice rules: andere zonnepark initiatieven kunnen niet in behandeling worden genomen omdat hier geen algemeen

overwegende dat met de vaststelling van deze sectorale structuurvisie het cultuurhistorisch erfgoed een onderscheidende plek en rol krijgt, en meegewogen wordt bij ruimtelijke

Het vakblad Geografie is een vakblad gericht op ruimtelijke vraagstukken en geomorfologie en verschijnt maandelijks. In de zoektocht naar relevante onderwerpen over adaptatie

Duivestijn merkt het problem van de aandacht voor korte termijn op in een publicatie van het RPB; “Bij investeringen in wat als ‘rendabele belevingswaarde’ wordt beschouwd