H15. Chromatografische
technieken
PW6 week 5 les 2
swlom2b / swlov2a L. Fassotte
HW voor deze les: afmaken hoofdstuk 14 (t/m
31)
Chromatografie principes
(Hoofdstuk 14)
adsorptie
verdeling
ionenwisseling (lading)
molecuulgrootte (gelpermeatie)
Uitvoeringsvormen
(Hoofdstuk 15)
Papierchromatografie
Dunnelaag chromatografie
Kolom (vloeistof) chromatografie
Gaschromatografie
[1] Papierchromatografie
Scheiding op basis van:
oplosbaarheid in het eluens
aanhechtingsvermogen aan het papier (water in cellulose)
Principe: verdelingschromatografie
Alleen kwalitatief (identificatie)
Uitvoeringsvormen:
Stijgende papierchromatografie Dalende papierchromatografie Circulaire papierchromatografie
[1] Papierchromatografie
Retardatiefactor: Rf[2] Dunnelaag
chromatografie
In plaats van papier:
cellulosekorrels op drager van kunststof of
aluminiumfolie
aluminiumoxide of silicagel
Principe: verdelingschromatografie
Kwalitatief (identificatie) en kwantitatief (concentraties)
Snellere elutie en betere scheiding TLC: thin layer chromatography
HPTLC: high performance thin layer
[3] Kolomchromatografie
Vloeistofchromatografie: mobiele fase is
vloeistof
Verschillende technieken:
Gelfiltratie (molecuulgrootte) Ionenwisseling (lading)
[4]
Hogedruk-vloeistofchromatografie (HPLC)
Vloeistofchromatografie: mobiele fase is
vloeistof
Normale vloeistofchromatografie: deeltjes
van ± 100 μm
HPLC: zeer kleine korreltjes: 5-10 μm
Hoge druk nodig, bijv. 30 MPa (300 x
atmosferische druk)
High pressure / High performance Liquid
[4]
Hogedruk-vloeistofchromatografie (HPLC)
Detectoren:
Ultraviolet detector (emissie bij bijv. 254
nm)
Brekingsindex detector
Elektrochemische detector (geleiding /
potentiaal)
[5] Gaschromatografie (GC)
Gaschromatografie: mobiele fase is gas Te scheiden componenten in gasvorm vloeistofmonster dat onmiddellijk verdampt gasmonster (headspace)
[5] Gaschromatografie (GC)
Detectoren:
TCD: thermische geleidingsdetector FID: vlamionisatie detector
Theorie
Doel chromatografie:
Identificatie (kwalitatief) Concentratie (kwantitatief)
Chromatogram: afbeelding of grafische
weergave
Een goed chromatogram:
Scherpe pieken (smal)
Theorie: retentie
Retentietijd tM: dode tijd, retentietijd v.d. mobiele fase
(luchtpiek)
tR: bruto retentietijd component
Theorie: resolutie
Resolutie = oplossend vermogen
Hoe goed de pieken gescheiden zijn
R=
tR is het verschil tussen de retentietijden van
comp. 1 en 2
gem. w is de gemiddelde piekbreedte van
comp. 1 en 2
Opgave 9 en 10
Theorie: schoteltheorie
Uitwisseling van componenten tussen de
stationaire en de mobiele fase
Schotels: denkbeeldige plaatsen waar
evenwicht is tussen de concentraties in de mobiele fase en de stationaire fase
De term komt uit de industrie (destillatie
Theorie: schoteltheorie
Aantal theoretische schotels: N = 16 x
(tR/wb)2
tR is brutoretentietijd
wb is piekbreedte aan de basis
Schotelhoogte: H = L/N (mm)
L = lengte kolom (mm)
N = aantal theoretische schotels
Schotelhoogte klein → scheidend vermogen