Beleidsinformatie Veilig Thuis 2e halfjaar 2018

(1)

å

Beleidsinformatie

Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018

Veilig Thuis

V

eili

g Th

ui

s

st

an

d v

an zak

en i

n 2018

(2)

Beleidsinformatie

Veilig Thuis

(3)

Inhoud 3

Verklaring van tekens

Colofon

Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen

. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * Voorlopige cijfers

** Nader voorlopige cijfers 2018–2019 2018 tot en met 2019

2018/2019 Het gemiddelde over de jaren 2018 tot en met 2019

2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2018 en eindigend in 2019 2016/’17–2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2016/’17 tot en met 2018/’19

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Inhoud

1. Inleiding 4

2. Beschrijving van geleverde gegevens 6

3. Kwaliteit van de geleverde gegevens 9

4. Totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken 12

5. Adviezen naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact 18

6. Adviezen naar aard van het geweld 24

7. Meldingen naar hoedanigheid melder en aanleiding contact 28

8. Meldingen naar aanleiding contact en vervolg op de melding 36

9. Meldingen naar direct overgedragen aan derden 40

10. Meldingen naar aard van het geweld 44

11. Onderzoeken naar aard van het geweld 48

12. Onderzoeken per uitkomst van het onderzoek 52

13. Onderzoeken per vervolg na het onderzoek 56

14. Slotbeschouwing 60

Uitgever

Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag www.cbs.nl

Prepress

Centraal Bureau voor de Statistiek

Ontwerp

Edenspiekermann

Inlichtingen

Tel. 088 570 70 70

Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice

(4)

Inleiding 5

1. Inleiding

Sinds 2015 verzamelt het CBS elk halfjaar gegevens voor de Beleidsinformatie Veilig Thuis. Dit wordt bekostigd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Veilig Thuis-organisaties (VT’s) zijn op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015) wettelijk verplicht om de gegevens voor de Beleidsinformatie Veilig Thuis aan het CBS te leveren. De ministeries hebben in een informatieprotocol1)_{(IP) vastgelegd welke}

gegevens aangeleverd moeten worden.

Ondanks dit informatieprotocol, zijn de gegevensleveringen van de VT’s onderling niet goed vergelijkbaar gebleken. De ministeries van VWS en JenV, de VNG en het Landelijk Netwerk Veilig Thuis2)_{(LNVT) voeren een verbetertraject uit om tegemoet te komen aan}

de behoefte aan vergelijkbare cijfers3)_{. Het CBS draagt hieraan bij, onder andere door de}

aangeleverde gegevens in deze rapportage inzichtelijk te maken.

Deze rapportage schetst een beeld van de stand van zaken van de Beleidsinformatie Veilig Thuis, aan de hand van de resultaten per Veilig Thuis-regio over het 2e halfjaar van 2018. Er is in deze rapportage bewust geen landelijk totaalcijfer opgenomen, omdat de cijfers tussen de VT’s onderling niet goed vergelijkbaar zijn. Een landelijk totaalcijfer kan op zichzelf niet op waarde geschat worden.

Het CBS wil met deze rapportage het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, de ministeries van VWS en JenV en de VNG ondersteunen bij het gezamenlijke verbetertraject. Deze rapportage richt zich qua doelgroep dan ook primair op deze partijen. De rapportage dient altijd gezien te worden binnen de context van dit verbetertraject. Het wordt sterk afgeraden om de cijfers in deze rapportage buiten de context van dit verbetertraject te gebruiken.

1) _{Informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK / Veilig Thuis – versie 1.1 – april 2017, op 30 mei 2017 gepubliceerd}

in de Staatscourant.

2) _{Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis is het samenwerkingsverband van de 26 Veilig Thuis-organisaties in}

Nederland.

(5)

Beschrijving van geleverde gegevens 7

Beschrijving

2. van geleverde

gegevens

Elke VT levert elk halfjaar aan het CBS gegevens over de afgegeven adviezen, de afgesloten meldingen en de uitgevoerde onderzoeken. Deze set van gegevens is door de ministeries van VWS en JenV gespecificeerd in het ‘Informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK / Veilig Thuis’. Al snel na het ontstaan van de VT’s op 1 januari 2015, werd duidelijk dat de toen geldende versie van dit informatieprotocol, versie 1.0, niet goed aansloot op de dagelijkse praktijk bij de VT’s. Dit leidde tot een slechte onderlinge vergelijkbaarheid van de aangeleverde gegevens van de VT’s. In een werkgroep onder leiding van VWS is eind 2016 / begin 2017 een verbeterde versie van het informatieprotocol ontwikkeld. Deze versie 1.1, welke op 1 juli 2017 is ingegaan, is bewust ontwikkeld als een tussenversie, waarin beoogd werd alleen relatief eenvoudige verbeteringen door te voeren. Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, VWS, JenV en VNG zijn toen gestart met het werken aan een compleet nieuwe versie 2.0, die aansluit op de doorontwikkeling en uniformering van producten, diensten en werkprocessen van Veilig Thuis. Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis heeft het initiatief genomen bij de uitwerking van versie 2.0 van het informatieprotocol, in nauwe afstemming met VWS, JenV, VNG en CBS. Met ingang van de verslagperiode 1e halfjaar van 2019 gaan de VT’s de gegevens aanleveren volgens versie 2.0 van het informatieprotocol. Het 2e halfjaar van 2018 is dus de laatste periode waarin de gegevens volgens 1.1 zijn aangeleverd.

In onderstaande tabel is te zien welke kenmerken van de adviezen, meldingen en onderzoeken worden meegeleverd aan het CBS.

Deze rapportage is gebaseerd op de leveringen die de VT’s in de maanden januari en februari 2019 hebben gedaan, over het 2e halfjaar van 2018 volgens IP 1.1.

2.1 Definitie van afgesloten melding en onderzoek

In het informatieprotocol staat beschreven dat de VT’s elk halfjaar de volgende zaken moeten aanleveren bij het CBS:

— Alle in de betreffende periode afgesloten adviezen; — Alle in de betreffende periode ‘afgesloten’ meldingen; — Alle in de betreffende periode ‘afgesloten’ onderzoeken.

Een melding is afgesloten als Veilig Thuis een triagebesluit heeft genomen én alle handelingen die voortkomen uit dit triagebesluit heeft afgerond.

Een onderzoek is afgesloten als Veilig Thuis een oordeel heeft gevormd naar aanleiding van het onderzoek en een besluit heeft genomen over wie de verantwoordelijkheid gaat nemen voor het vervolg.

Informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK/Veilig Thuis, versie 1.1

Adviezen Meldingen Onderzoeken

— Aanleiding om contact op te nemen met Veilig Thuis

— De aard van het geweld en/of mishandeling

— De hoedanigheid van degene die advies heeft gevraagd

— Aanleiding om een melding te doen bij Veilig Thuis

— Aard van het geweld en/of de mishandeling

— De hoedanigheid van degene die de melding heeft gedaan

— Datum van de melding — Datum van het triagebesluit — Vervolg op melding/triagebesluit — Onderzoeksnummer

— De aard van de derde partij aan wie (direct) is overgedragen/doorverwezen — Gegevens over de personen waarop de

melding betrekking heeft

— Datum start onderzoek — Datum afronding onderzoek — Uitkomst van het onderzoek — Aard van het geweld en/of de

mishandeling

— Vervolg naar aanleiding van het onderzoek

— Gegevens over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft

(6)

3. Kwaliteit

van de

geleverde

gegevens

Bij zowel meldingen als onderzoeken geldt in de praktijk dat de VT-organisatie na de besluitvorming activiteiten uitvoert, zowel in de praktische uitvoering van het genomen besluit als in de administratie daarvan1)_{. Afgesproken is om meldingen en onderzoeken pas}

aan het CBS te leveren als deze handelingen ook volledig afgerond zijn. In de leveringen over het 2e halfjaar van 2018 zitten dan ook meldingen en onderzoeken waarbij het besluit al vóór dit halfjaar is genomen. Nader onderzoek wijst uit dat in ongeveer 15 procent van de records over het 2e halfjaar van 2018 de datum van het besluit voor 1 juli 2018 ligt.

In deze rapportage is de volgende afbakening gehanteerd: alle meldingen en onderzoeken die opgenomen zijn in het bestand over het 2e halfjaar van 2018, worden in dat halfjaar meegeteld; ongeacht de feitelijke datum waarop het (triage- respectievelijk onderzoeks-) besluit is genomen. In de rapportage worden dus het aantal meldingen en onderzoeken getoond die in het betreffende halfjaar volledig zijn afgerond. Voor het merendeel zullen dit meldingen en onderzoeken zijn, die ook daadwerkelijk in het 2e halfjaar van 2018 tot een besluit hebben geleid. Maar er zullen ook meldingen en onderzoeken bij zijn, waar het (triage- respectievelijk onderzoeks-)besluit al in een eerdere periode is vastgesteld, maar nu pas volledig is afgehandeld en geadministreerd.

Een gevolg van de gehanteerde afbakening is dat de aantallen afgesloten meldingen en onderzoeken in deze rapportage een benadering zijn van het aantal meldingen en onderzoeken die in het betreffende halfjaar tot een triage- respectievelijk onderzoeksbesluit hebben geleid.

Om beter zicht te krijgen op de hoeveelheid meldingen die in het betreffende halfjaar behandeld zijn, hebben de VT’s ook het totale aantal binnengekomen meldingen in het 2e halfjaar van 2018 aan het CBS geleverd. Dit is dus een aanvulling op de voorgeschreven set gegevens uit het informatieprotocol. Ook dit aantal is opgenomen in deze

rapportage, maar wordt verder niet uitgesplitst naar kenmerken van deze meldingen (zoals hoedanigheid melder, aard van het geweld, et cetera). Waar in deze rapportage van meldingen gesproken wordt, zijn afgesloten meldingen bedoeld, tenzij expliciet is aangegeven dat het de binnengekomen meldingen betreft.

In de rest van deze rapportage worden de uitkomsten over het 2e halfjaar 2018 per VT-regio getoond in tabellen en grafieken. Bij duiding van de uitkomsten van de VT-regio’s dienen de lokale werkprocessen en administraties bij de VT’s in ogenschouw genomen te worden.

Het is niet gezegd dat opvallende zaken in deze tabellen per definitie ‘fout’ zijn. Die beoordeling én de eventuele oorzaken of verklaringen kunnen alleen gegeven worden door de betreffende VT zelf.

Vanwege de verschillen tussen de VT-regio’s is er bewust geen landelijk totaalcijfer opgenomen in rapportage. Een landelijk cijfer kan op zichzelf niet op waarde geschat worden.

Conform de vooraf vastgestelde publicatiestrategie zijn de cijfers over het 2e halfjaar van 2018 in deze rapportage voorlopig.

1) _{Een melding/onderzoek is in de praktijk pas afgesloten als de gehele bemoeienis van VT in de betreffende casus}

is afgesloten, met uitzondering van eventuele monitoring.

3.

(7)

10 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Kwaliteit van de geleverde gegevens 11

In algemene zin zijn er enkele redenen te noemen waardoor de aangeleverde gegevens van de VT’s onderling niet goed vergelijkbaar zijn in het 2e halfjaar van 2018:

— De werkprocessen en administraties van de VT’s wijken op onderdelen van elkaar af. VT’s werken volgens het uniforme Handelingsprotocol Veilig Thuis, maar in de praktische uitwerking van dit handelingsprotocol maken VT’s verschillende keuzes, veelal

ingegeven door afspraken die de VT’s maken met hun opdrachtgevers (de gemeenten in de regio).

— Het informatieprotocol versie 1.1, en de daarin gehanteerde concepten en definities sluiten onvoldoende aan bij de continu veranderende werkprocessen en ontwikkelingen binnen de VT’s. De VT’s geven daardoor eigen invulling aan de gehanteerde begrippen in het informatieprotocol.

— De werkprocessen binnen elke VT zijn in ontwikkeling en hierdoor zijn leveringen over één VT in de tijd niet altijd goed vergelijkbaar.

In gesprekken over het informatieprotocol 1.1 zijn door VT’s de volgende situaties genoemd die kunnen leiden tot verschillen in registratie en aanlevering van meldingen1)_:

— Dubbele meldingen van hetzelfde incident.

Bijvoorbeeld als de politie én de ambulance binnen 1 uur allebei een melding doen van hetzelfde incident. Volgens het informatieprotocol moeten beide meldingen aan het CBS worden geleverd, maar in de praktijk wordt dat wellicht niet altijd gedaan. — Tweede meldingen/hermeldingen op eenzelfde casus.

Eerst is er bijvoorbeeld een melding door de buurvrouw en een week later een andere melding over hetzelfde gezin door de leerkracht. Ook hier zouden beide meldingen aan het CBS moeten worden geleverd.

— (Zorg)meldingen van de politie.

Deze (zorg)meldingen kunnen op verschillende manieren bij de VT binnen komen (via CORV, via query/mutaties). Deze meldingen worden niet door elke VT op dezelfde wijze geadministreerd. De mate waarin alle politiemeldingen zijn meegeleverd aan het CBS, kan dan ook verschillen tussen de VT’s2)_.

In het informatieprotocol versie 1.1 wordt het volgende gezegd over de variatie in de registratie van onderzoeken door de VT-organisaties3)_:

‘Uit de manier waarop VT-organisaties hun inspanningen registreren blijkt een (grote) variatie. Bij een aantal VT-organisaties worden activiteiten die volgens het VNG-model Handelingsprotocol niet onder de definitie van het product onderzoek vallen daar wel onder geregistreerd. Ook registreren een aantal Veilig Thuis-organisaties activiteiten onder het product triage die door andere Veilig Thuis-organisaties onder het product onderzoek worden geregistreerd, maar die volgens het VNG-model Handelingsprotocol noch onder triage noch onder onderzoek vallen. Een aantal Veilig Thuis-organisaties heeft hiervoor een gescheiden ‘product’ gedefinieerd, bv. outreachende interventie, ondersteuningsdienst lokaal veld, activerend onderzoek, uitgebreide triage, etc.’

1) _{Zie ook bladzijde 12 en 13 van het informatieprotocol versie 1.1.}

2) _{Er is in de afgelopen periode al door justitiepartners, politie, VT’s en verschillende ministeries geïnvesteerd in het}

verbeteren van de meldingen door de politie bij Veilig Thuis. Zo wordt onder andere een uniform meldingenformulier gebruikt.

3) _{Zie bladzijde 5 van het informatieprotocol versie 1.1.}

Ook kan meespelen dat in het informatieprotocol wordt uitgegaan van de situatie dat er na een melding ófwel een vervolgtraject ófwel een onderzoek wordt gestart door de VT (ofwel dat de bemoeienis van de VT meteen ophoudt). In de praktijk komt het echter regelmatig voor dat er eerst gestart wordt met een vervolgtraject, maar gaandeweg blijkt dat het complexer ligt en er eerst onderzoek nodig is. Dat onderzoek wordt dan uitgevoerd en met de resultaten van het onderzoek wordt het vervolgtraject weer voortgezet. Ook als er wel direct met een onderzoek wordt gestart, volgt er vaak nog een vervolgtraject waarin de resultaten van het onderzoek met betrokkenen worden besproken en betrokkenen gemotiveerd worden om hulp te accepteren. In de aanlevering aan het CBS kunnen de VT’s deze combinatie van vervolgtraject en onderzoek niet goed kwijt.

(8)

Totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken 13

Totaal aantal

adviezen,

meldingen

en onderzoeken

Als eerste worden het totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken per VT-regio bekeken (zie tabel 4.0.1). Van de meldingen is zowel het aantal binnengekomen meldingen als het aantal afgesloten meldingen bekend, behalve in de regio Utrecht.

In deze tabel is te zien dat in de meeste regio’s het aantal afgesloten meldingen lager is dan het aantal binnengekomen meldingen; in Noord- en Oost-Gelderland is het aantal afgesloten meldingen de helft van het aantal binnengekomen meldingen. Alleen in de regio’s Gooi en Vechtstreek, Zeeland, Noord- en Midden Limburg en Haaglanden is het aantal afgesloten meldingen hoger dan het aantal binnengekomen meldingen. In vergelijking met de rapportage over het 1e halfjaar van 2018 is het aantal binnen-gekomen meldingen in het 2e halfjaar van 2018 fors hoger in Amsterdam-Amstelland (4 340 binnengekomen meldingen in 1e halfjaar) en Rotterdam-Rijnmond (1 940); voor de overige VT’s zijn de verschillen tussen het aantal binnengekomen meldingen in de beide halve jaren van 2018 veel minder groot.

Ook is uit de tabel af te leiden dat de verhouding tussen het aantal meldingen en het aantal onderzoeken uiteenloopt tussen de VT-regio’s. In Gelderland-Zuid leidt bijna de helft van de meldingen tot een onderzoek, in Gooi en Vechtstreek leidt slechts 1 op de bijna 150 meldingen tot een onderzoek.

Ook de verhouding tussen het aantal adviezen en het aantal meldingen varieert tussen de VT-regio’s. In Gelderland-Zuid zijn er ongeveer 3 keer zoveel adviezen dan meldingen, in Amsterdam-Amstelland, Zaanstreek-Waterland en West-Brabant is het aantal adviezen ongeveer de helft van het aantal meldingen. Bij het aantal adviezen valt in vergelijking 4.0.1 Kerncijfers Veilig Thuis, 2e halfjaar van 2018*

Adviezen

Meldingen

Onderzoeken

Veilig Thuis-regio binnengekomen afgesloten

Amsterdam-Amstelland 2 627 5 413 4 995 759 Brabant-Noordoost 1 098 1 661 1 328 213 Drenthe 982 969 855 207 Flevoland 1 872 2 020 1 953 295 Friesland 1 594 1 807 1 642 361 Gelderland-Midden 2 066 1 534 1 481 64 Gelderland-Zuid 2 173 706 615 281 Gooi en Vechtstreek 697 625 731 5 Groningen 1 708 1 505 1 395 136 Haaglanden 4 137 3 905 4 003 596 Hollands-Midden 1 691 2 809 2 775 313 IJsselland 881 991 845 314 Kennemerland 1 163 1 489 1 036 70 Midden-Brabant 1 364 2 017 1 823 105

Noord- en Midden Limburg 1 151 1 595 1 796 123

Noord- en Oost Gelderland 1 930 1 366 601 104

Noord-Holland Noord 1 853 1 585 1 563 350

Overijssel regio Twente 1 310 1 103 1 092 33

Rotterdam-Rijnmond 2 776 3 188 2 485 266 Utrecht 2 242 4 505 310 West-Brabant 1 614 3 056 2 819 94 Zaanstreek-Waterland 520 1 025 642 101 Zeeland 1 207 693 780 184 Zuid-Holland Zuid 1 240 1 341 1 307 160 Zuid-Limburg 1 638 2 095 1 635 317 Zuidoost-Brabant 1 836 2 574 2 163 154 Bron: CBS.

4.

(9)

14 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken 15

met het 1e halfjaar van 2018 met name Zaanstreek-Waterland op, in het 1e halfjaar waren er 1 105 afgesloten adviezen, in het 2e halfjaar 520.

Om te beoordelen of de aantallen in bovenstaande tabel duiden op een correcte bestandslevering, worden de aantallen per VT-regio omgerekend naar aantallen per 10 000 inwoners in het werkgebied van de VT. De aanname is dat de aantallen per 10 000 inwoners geen al te grote verschillen tussen de regio’s laten zien. Maar zoals in hoofdstuk 3 al is beschreven, zijn er situaties die leiden tot verschillen in de wijze waarop VT’s zaken registreren en aanleveren bij het CBS. De aantallen per 10 000 inwoners van een VT-regio zijn pas goed te duiden met gedetailleerde kennis van het (administratieve) werkproces bij de betreffende VT.

4.1 Adviezen per 10 000 inwoners

Het aantal adviezen per 10 000 inwoners ligt tussen 16 en 45, bijna een factor 3 tussen de hoogste en de laagste.

Bron: CBS.

4.1.1 Aantal adviezen per 10 000 inwoners, per Veilig Thuis

regio, 2e halfjaar van 2018*

Amsterdam-Amstelland Brabant-Noordoost Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Gooi en Vechtstreek Groningen Haaglanden Hollands-Midden Ĳsselland Kennemerland Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelderland Noord-Holland Noord Overĳssel regio Twente Rotterdam-Rĳnmond Utrecht West-Brabant Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Holland Zuid Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

4.2 Meldingen per 10 000 inwoners

Bij meldingen is het verschil tussen de VT-regio’s groter dan bij de adviezen. Het aantal binnengekomen meldingen per 10 000 inwoners ligt tussen 13 en 52 (zie figuur 4.2.1), de hoogste regio heeft vier keer zo veel meldingen per 10 000 inwoners dan de laagste regio. Voor afgesloten meldingen (figuur 4.2.2) is het beeld grotendeels gelijk aan dat voor binnengekomen meldingen; de hoogste regio heeft wel bijna zeven keer zo veel meldingen per 10 000 inwoners dan de laagste regio, maar dat komt vooral door het relatief lage aantal in de laagste regio.

Bron: CBS.

4.2.1 Aantal binnengekomen meldingen per 10 000 inwoners,

per Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2018*

Amsterdam-Amstelland Brabant-Noordoost Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Gooi en Vechtstreek Groningen Haaglanden Hollands-Midden Ĳsselland Kennemerland Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelderland Noord-Holland Noord Overĳssel regio Twente Rotterdam-Rĳnmond Utrecht West-Brabant Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Holland Zuid Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55

(10)

16 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken 17

4.3 Onderzoeken per 10 000 inwoners

Bij onderzoeken is het verschil tussen de VT-regio’s groter dan bij de meldingen, en dus ook groter dan bij de adviezen. Als de regio Gooi en Vechtstreek buiten beschouwing wordt gelaten (vanwege het heel lage aantal onderzoeken in deze regio), dan heeft de hoogste regio bijna veertien keer zoveel onderzoeken per 10 000 inwoners dan de laagste regio.

Bron: CBS.

4.2.2 Aantal afgesloten meldingen per 10 000 inwoners, per

Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2018*

Amsterdam-Amstelland Brabant-Noordoost Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Gooi en Vechtstreek Groningen Haaglanden Hollands-Midden Ĳsselland Kennemerland Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelderland Noord-Holland Noord Overĳssel regio Twente Rotterdam-Rĳnmond Utrecht West-Brabant Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Holland Zuid Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Bron: CBS.

4.3.1 Aantal onderzoeken per 10 000 inwoners, per Veilig

Thuis regio, 2e halfjaar van 2018*

Amsterdam-Amstelland Brabant-Noordoost Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Gooi en Vechtstreek Groningen Haaglanden Hollands-Midden Ĳsselland Kennemerland Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelderland Noord-Holland Noord Overĳssel regio Twente Rotterdam-Rĳnmond Utrecht West-Brabant Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Holland Zuid Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant 0 1 2 3 4 5 6 7 8

(11)

Adviezen naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact 19

Adviezen naar

5. hoedanigheid

adviesvrager en

aanleiding contact

Van elk gegeven advies registreert de VT de hoedanigheid van de adviesvrager en de aanleiding om contact met VT op te nemen. In tabel 5.0.1 wordt het totaal aantal adviezen uitgesplitst naar deze twee kenmerken. In deze tabel valt vooral op dat in de regio Noord- en Midden-Limburg, en in mindere mate ook in de regio Zeeland, de hoedanigheid van de adviesvrager en de aanleiding van het contact relatief vaak onbekend was in het

2e halfjaar (wat in het 1e halfjaar niet zo was).

De aantallen adviezen naar hoedanigheid van de adviesvrager uit tabel 5.0.1 zijn in tabel 5.0.2 als percentages weergegeven.

(12)

20 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Adviezen naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact 21

5.0.1 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

5.0.1 per Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2018*

Amster- dam- Amstel-land Brabant-

Noord-oost Drenthe Flevo-land Fries-land Gelder- land-Midden Gelder- land-Zuid Gooi en

Vecht-streek Gronin-gen landen

Haag- Hol-

lands-Midden IJssel-landmerlandKenne- Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rotter- dam-

Rijn-mond Utrecht Brabant West- Zaan- streek- Water-land ZeeWater-land Zuid-Holland

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant Hoedanigheid

adviesvrager Aanleiding om contact op te nemen

Aantal adviezen

Totaal Totaal 2 625 1 100 980 1 870 1 595 2 065 2 175 695 1 710 4 135 1 690 880 1 165 1 365 1 150 1 930 1 855 1 310 2 775 2 240 1 615 520 1 205 1 240 1 640 1 835

Alleen kindermishandeling 1 070 425 430 665 730 810 920 245 720 1 470 850 325 510 525 205 820 830 595 1 175 970 605 235 475 695 830 660

Alleen huiselijk geweld 540 260 220 270 285 395 575 185 350 1 180 315 200 265 270 200 350 345 285 780 540 380 130 195 225 380 390

Zowel kindermishandeling als huiselijk

geweld 380 85 55 300 85 220 200 50 220 580 170 65 90 180 65 395 320 110 235 215 125 60 85 90 170 190

Andere problematiek 1) ₄₈₀ ₂₆₅ ₂₆₅ ₄₀₀ ₄₃₀ ₅₃₀ ₃₆₀ ₂₀₅ ₃₅₅ ₇₄₀ ₃₀₅ ₂₅₅ ₂₃₀ ₃₀₅ ₂₀₀ ₂₅₀ ₃₂₀ ₂₅₅ ₅₀₅ ₃₇₅ ₄₃₀ ₈₅ ₂₅₀ ₁₉₀ ₂₃₅ ₄₅₅

Combinaties hierboven niet genoemd 155 65 10 200 65 110 120 10 65 160 55 35 30 85 40 110 40 70 80 95 70 15 20 30 20 140

Onbekend 5 0 0 35 0 0 0 5 0 5 0 0 40 0 445 0 0 0 0 50 0 0 185 10 0 0

Gezondheidszorg Totaal 480 290 115 225 160 365 315 110 190 460 285 110 230 170 110 290 185 140 545 375 375 45 120 170 350 320

Alleen kindermishandeling 230 95 45 130 70 110 155 40 80 235 120 40 115 65 50 160 85 60 275 225 210 20 55 85 200 105

Alleen huiselijk geweld 85 80 40 30 35 65 80 45 40 100 65 20 45 30 25 60 40 35 130 75 75 15 30 35 85 75

geweld 70 15 5 15 5 100 25 5 25 55 25 10 20 20 15 45 30 15 40 25 20 5 10 10 30 20

Andere problematiek 1) ₇₀ ₈₅ ₂₅ ₃₀ ₄₅ ₈₀ ₄₀ ₂₀ ₄₀ ₅₅ ₆₅ ₃₀ ₄₅ ₄₀ ₂₀ ₂₀ ₂₅ ₂₅ ₈₅ ₃₅ ₆₅ ₅ ₂₅ ₃₀ ₃₅ ₉₅

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Onderwijs Totaal 245 80 55 135 100 150 110 65 95 320 150 65 105 135 35 130 160 80 265 155 95 30 90 70 90 115

geweld 20 5 0 10 5 0 10 5 10 15 10 0 5 5 5 25 20 5 15 15 5 0 10 5 5 10

Andere problematiek 1) ₄₀ ₁₀ ₁₅ ₂₅ ₃₀ ₄₅ ₂₅ ₂₀ ₁₅ ₄₀ ₂₀ ₂₀ ₂₀ ₂₅ ₁₀ ₁₅ ₁₅ ₁₅ ₄₅ ₃₅ ₃₀ ₅ ₁₅ ₅ ₁₅ ₃₅

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Jeugdzorg Totaal 410 135 150 235 375 370 445 125 365 710 275 120 110 305 165 430 320 290 610 440 230 100 250 325 335 400

geweld 60 15 15 30 30 25 60 10 45 85 30 5 10 55 5 90 55 30 55 40 15 15 30 30 50 35

Andere problematiek 1) ₇₀ ₃₅ ₃₀ ₆₀ ₁₁₅ ₁₀₅ ₈₀ ₃₅ ₇₅ ₁₀₀ ₆₀ ₄₅ ₃₀ ₅₅ ₈₀ ₅₅ ₇₅ ₅₅ ₁₃₀ ₈₅ ₉₀ ₂₅ ₆₀ ₃₅ ₅₀ ₈₅

Onbekend 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 5 0 0 0 0 10 0 0 5 0 0 0

Politie Totaal 90 20 25 65 60 30 35 20 30 345 25 30 45 35 10 45 70 45 30 55 15 25 15 30 30 130

geweld 15 0 0 15 0 5 5 0 5 10 0 0 5 0 0 10 10 5 5 5 0 0 0 5 0 10

Andere problematiek 1) ₁₅ ₅ ₁₀ ₁₀ ₂₀ ₅ ₁₀ ₅ ₁₅ ₂₆₅ ₁₀ ₁₀ ₁₀ ₁₅ ₅ ₁₀ ₂₀ ₁₀ ₁₀ ₁₅ ₅ ₅ ₅ ₀ ₅ ₅₀

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Overig

beroepsmatig Totaal 355 135 110 305 130 245 550 90 135 1 065 185 95 135 145 110 145 140 85 180 140 175 50 125 110 250 135

geweld 45 10 5 55 10 15 20 5 10 255 10 10 5 20 5 25 15 5 5 10 10 5 10 5 30 15

Andere problematiek 1) ₁₀₀ ₄₀ ₃₅ ₇₅ ₄₀ ₇₀ ₁₀₀ ₅₀ ₃₀ ₁₂₀ ₃₀ ₂₅ ₃₀ ₅₀ ₂₀ ₃₅ ₃₅ ₁₅ ₃₅ ₁₅ ₅₀ ₁₀ ₅₀ ₂₀ ₅₅ ₃₅

(13)

22 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Adviezen naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact 23

5.0.1 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

Amster- dam- Amstel-land Brabant-

Noord-oost Drenthe Flevo-land Fries-land Gelder- land-Midden Gelder- land-Zuid Gooi en

Haag- Hol-

lands-Midden IJssel-landmerlandKenne- Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rotter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant Hoedanigheid

adviesvrager Aanleiding om contact op te nemen

Aantal adviezen

Niet-beroepsmatig Totaal 990 410 505 800 725 825 665 260 845 1 170 735 435 440 530 230 850 915 625 1.120 1.030 705 260 400 410 555 695

geweld 165 35 25 155 35 65 75 20 120 165 90 30 45 85 30 195 175 50 115 115 70 30 30 35 55 100

Andere problematiek 1) ₁₇₅ ₈₀ ₁₄₀ ₁₇₀ ₁₆₅ ₁₉₅ ₉₅ ₆₅ ₁₇₀ ₁₅₀ ₁₁₀ ₁₁₅ ₇₅ ₁₀₅ ₅₀ ₁₁₀ ₁₄₀ ₁₂₀ ₁₉₀ ₁₈₀ ₁₈₅ ₃₀ ₈₀ ₇₅ ₇₅ ₁₅₀

Onbekend 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 5 0 0 0 0 20 0 0 5 0 0 0

Anders dan

voorgaande Totaal 40 10 20 80 45 80 55 15 45 65 30 35 25 35 30 35 70 45 30 45 20 10 30 35 25 40

geweld 5 0 0 15 5 5 5 0 5 5 0 0 0 0 5 5 10 5 0 5 0 0 0 0 0 5

Andere problematiek 1) ₁₀ ₀ ₁₀ ₂₀ ₁₅ ₃₀ ₁₅ ₅ ₁₅ ₁₀ ₅ ₁₀ ₁₀ ₁₀ ₅ ₅ ₁₅ ₁₀ ₁₀ ₅ ₁₀ ₅ ₁₀ ₅ ₅ ₁₀

Onbekend 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Onbekend Totaal 20 15 0 30 0 0 0 15 0 0 0 0 70 0 455 0 0 0 0 5 0 0 185 90 0 0

geweld 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0

Andere problematiek 1) ₅ ₅ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₁₀ ₀ ₁₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₁₅ ₀ ₀

Onbekend 0 0 0 10 0 0 0 5 0 0 0 0 10 0 430 0 0 0 0 0 0 0 170 10 0 0

Bron: CBS.

1)_{Andere problematiek dan huiselijk geweld en kindermishandeling.}

5.0.2 Adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager, per Veilig Thuis regio,

5.0.2 2e halfjaar van 2018*

Amster-

dam-Amstelland Noord oostBrabant- Drenthe Flevoland Fries land

Gelder-land- Midden Gelder-land- Zuid Gooi en

Vecht-streek Groningen landen

Haag- Hol- lands-Midden IJssel-land

Kenne- mer-landMidden-Brabant

Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rotter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant % van adviezen Gezondheidszorg 18 26 12 12 10 18 14 16 11 11 17 13 20 12 10 15 10 11 20 17 23 9 10 14 21 17 Onderwijs 9 7 6 7 6 7 5 9 6 8 9 7 9 10 3 7 9 6 10 7 6 6 7 6 5 6 Jeugdzorg 16 12 15 13 24 18 20 18 21 17 16 14 9 22 14 22 17 22 22 20 14 19 21 26 20 22 Politie 3 2 3 3 4 1 2 3 2 8 1 3 4 3 1 2 4 3 1 2 1 5 1 2 2 7 Overig beroepsmatig 14 12 11 16 8 12 25 13 8 26 11 11 12 11 10 8 8 6 6 6 11 10 10 9 15 7 Niet beroepsmatig 38 37 52 43 45 40 31 37 49 28 43 49 38 39 20 44 49 48 40 46 44 50 33 33 34 38 Anders dan voorgaande 2 1 2 4 3 4 3 2 3 2 2 4 2 3 3 2 4 3 1 2 1 2 2 3 2 2 Onbekend 1 1 – 2 – – – 2 – – – – 6 – 40 – – – – 0 – – 15 7 – – Bron: CBS. (slot)

(14)

Adviezen naar aard van het geweld 25

Adviezen

6. naar aard

van het geweld

In tabel 6.0.1 is te zien wat de aard van het geweld was, zoals de VT’s dat hebben geregistreerd bij de adviezen. Ook hier is het aantal onbekenden relatief hoog in de regio Noord- en Midden-Limburg en in mindere mate in de regio Zeeland. In de regio Utrecht is het aantal adviezen met onbekende aard fors gedaald ten opzichte van het 1e halfjaar 2018, toen de aard van het geweld bij ongeveer eenderde van de adviezen werd meegeleverd aan het CBS.

Bij elk advies kan meer dan één optie voor de aard van het geweld worden geregistreerd. De som van de aantallen per aard van het geweld hoeft daardoor niet op te tellen tot het totaal aantal adviezen.

(15)

26 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Adviezen naar aard van het geweld 27

6.0.1 Aantal adviezen per aard van het geweld en/of mishandeling, per Veilig Thuis regio,

6.0.1 2e halfjaar van 2018* Am ster-dam- Am stel-land Bra bantNoord

-oost Drenthe Flevo land Fries land

Gel der-land- Mid den Gel der-land- Zuid Gooi en

Vecht-streek Gro nin-gen landen

Haag- Hol- lands-Mid den IJs sel -land

Ken-

nemer-landMid den-Bra bant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gel der-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rot ter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant Aantal adviezen Totaal 2 625 1 100 980 1 870 1 595 2 065 2 175 695 1 710 4 135 1 690 880 1 165 1 365 1 150 1 930 1 855 1 310 2 775 2 240 1 615 520 1 205 1 240 1 640 1 835 Lichamelijke mishandeling 645 225 165 415 165 305 505 140 340 1 165 385 185 205 260 155 515 395 310 695 370 385 95 225 235 445 465 Lichamelijke verwaarlozing 130 80 55 100 70 55 90 25 105 210 130 35 55 35 20 135 145 60 165 65 165 10 45 85 75 75 Psychisch geweld 1 080 320 285 845 295 420 775 235 720 1 475 755 210 355 385 210 1 060 755 545 910 925 545 210 215 420 635 625 Affectieve verwaarlozing 240 115 50 200 80 305 165 25 160 430 515 100 55 100 65 470 160 90 330 90 80 30 75 385 135 105 Pedagogische verwaarlozing 920 265 150 540 315 550 470 75 515 1 805 745 165 275 510 100 845 635 285 655 610 235 225 255 625 405 205 Seksueel misbruik 135 55 35 70 55 75 70 10 80 110 80 30 50 60 35 100 90 65 145 100 50 20 35 50 80 75 Financiële uitbuiting 40 25 25 10 20 25 40 15 25 90 30 10 30 25 10 30 35 25 60 35 40 10 20 20 35 25

Getuige van geweld in gezin 345 95 80 320 125 105 200 70 180 800 255 65 95 70 40 295 285 85 235 275 75 35 80 150 170 170

Münchhausen-by-proxy 5 5 0 5 0 5 5 5 5 10 10 0 5 0 0 10 10 0 10 5 5 0 0 0 0 0

Vrouwelijke genitale verminking 5 0 0 0 0 0 5 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Anders (onveilig) 510 310 235 635 525 685 625 125 175 1 085 310 295 240 280 240 250 300 330 625 450 350 125 200 195 390 295

Anders (niet onveilig) 260 150 180 120 530 440 200 190 360 330 170 200 175 230 205 200 150 155 370 260 305 55 215 90 90 520

Onbekend 15 0 0 75 0 105 0 10 0 5 0 0 65 0 500 0 0 0 0 55 0 0 185 15 0 0

(16)

Meldingen naar hoedanigheid melder en aanleiding contact 29

Meldingen naar

7. hoedanigheid melder

en aanleiding

contact

Ook bij meldingen leggen de VT’s vast wat de hoedanigheid van de melder is en wat de aanleiding is om contact op te nemen met VT. In tabel 7.0.1 wordt het totaal aantal meldingen uitgesplitst naar deze twee kenmerken. In de regio Zuid-Holland Zuid is de aanleiding bij ongeveer driekwart van de meldingen alleen kindermishandeling, net zoals in voorgaande perioden; in de andere regio’s ligt dat aandeel doorgaans tussen 10 en 30%. Verder valt weer op dat er in de regio Noord- en Midden-Limburg, en in mindere mate in de regio’s Flevoland en Zeeland, meldingen zijn met onbekende hoedanigheid melder en/of onbekende aanleiding contact.

De aantallen meldingen naar hoedanigheid van de melder uit tabel 7.0.1 zijn in

tabel 7.0.2 als percentages weergegeven. In de tabel is te zien dat de meeste meldingen van de politie komen.

In figuur 7.0.3 is het percentage politiemeldingen per VT-regio weergeven. In deze figuur is te zien dat het percentage politiemeldingen uiteenloopt van 41% tot 87%.

(17)

30 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Meldingen naar hoedanigheid melder en aanleiding contact 31

7.0.1 Aantal meldingen uitgesplitst naar hoedanigheid melder en aanleiding contact,

7.0.1 per Veilig Thuis regio,2e halfjaar van 2018*

Am ster- dam-Am stel-land Bra - bantNoord

-oost Drenthe Flevo-land Fries -land Gel der- land-Mid den Gel der- land-Zuid Gooi en

Ken- nemer-land Mid- den-Bra bant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gel der-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rot ter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant

Hoedanigheid

melder Aanleiding om contact op te nemen

Aantal meldingen

Totaal Totaal 4 995 1 330 855 1 955 1 640 1 480 615 730 1 395 4 005 2 775 845 1 035 1 825 1 795 600 1 565 1 090 2 485 4 505 2 820 640 780 1 305 1 635 2 165

Alleen kindermishandeling 995 295 295 495 510 290 175 155 580 1 445 575 250 170 205 135 215 430 305 450 825 610 140 185 1 000 410 330

Alleen huiselijk geweld 2 160 385 245 385 630 545 145 260 285 1 180 640 260 550 930 640 95 310 375 1 075 1 295 975 130 200 235 510 695

geweld 1 010 215 90 415 105 245 180 100 420 960 545 145 60 100 100 180 510 140 375 650 680 170 95 45 460 230

Andere problematiek 1) ₅₆₅ ₂₆₀ ₁₉₅ ₃₇₅ ₃₁₅ ₂₉₀ ₅₅ ₁₇₅ ₅₅ ₃₁₀ ₇₇₅ ₁₅₅ ₂₃₅ ₅₁₅ ₄₁₅ ₅₅ ₂₀₅ ₂₂₀ ₃₉₅ _{1 140} ₄₄₅ ₁₀₀ ₁₆₀ ₁₀ ₁₆₅ ₇₅₅

Onbekend 5 55 10 200 0 0 0 20 0 0 0 5 5 5 440 0 0 0 0 230 0 0 65 0 15 0

Gezondheidszorg Totaal 160 125 70 160 195 60 85 65 85 320 140 65 45 130 100 45 125 80 395 185 195 35 80 145 75 255

geweld 25 5 0 20 5 5 20 5 15 40 20 15 5 15 5 5 30 5 25 25 25 5 5 0 15 15

Andere problematiek 1) ₂₀ ₄₅ ₂₀ ₃₀ ₆₀ ₁₅ ₁₀ ₁₀ ₅ ₃₅ ₂₅ ₅ ₁₅ ₄₅ ₅₀ ₀ ₂₀ ₂₀ ₁₀₀ ₃₅ ₂₅ ₀ ₂₅ ₅ ₅ ₁₂₀

Onbekend 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0

Onderwijs Totaal 85 50 15 60 45 20 25 30 20 70 35 15 10 45 25 10 40 25 75 90 45 20 10 15 15 40

geweld 10 5 0 5 0 0 10 0 0 5 5 5 0 5 0 5 10 5 5 5 10 5 0 0 0 5

Andere problematiek 1) ₁₀ ₁₀ ₀ ₁₀ ₁₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₅ ₅ ₀ ₁₀ ₁₅ ₀ ₀ ₀ ₁₅ ₁₀ ₁₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₁₀

Onbekend 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Jeugdzorg Totaal 80 30 30 145 90 20 55 25 50 340 85 20 10 35 35 25 65 40 200 210 90 25 15 65 40 80

geweld 15 5 5 30 10 5 20 5 15 70 20 5 0 5 0 5 30 0 30 35 20 5 5 5 10 5

Andere problematiek 1) ₅ ₅ ₅ ₂₀ ₁₀ ₀ ₅ ₅ ₀ ₄₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₂₀ ₀ ₀ ₅ ₃₀ ₃₅ ₁₀ ₅ ₀ ₀ ₅ ₂₀

Onbekend 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0

Politie Totaal 4 340 850 580 1 325 1 060 1 275 255 470 925 2 930 2 130 550 820 1 340 970 420 1 100 735 1 325 3 550 2 150 465 415 930 1 285 1 640

Alleen huiselijk geweld 2 060 325 195 310 550 525 90 185 230 960 550 215 465 835 525 70 275 315 610 1 155 820 110 150 170 475 620

geweld 885 150 60 310 55 215 75 75 305 785 415 85 40 25 50 145 380 105 255 510 560 145 75 20 390 185

Andere problematiek 1) ₅₂₀ ₁₄₅ ₁₆₀ ₂₈₅ ₂₁₀ ₂₆₅ ₂₅ ₁₃₀ ₄₀ ₂₂₀ ₇₁₅ ₁₃₅ ₂₀₀ ₄₀₅ ₃₀₅ ₅₀ ₁₇₅ ₁₆₅ ₂₂₀ _{1 005} ₃₈₅ ₇₅ ₈₀ ₅ ₁₅₀ ₅₉₀

Onbekend 5 40 5 145 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 135 0 0 0 0 15 0

Overig

beroepsmatig Totaal 150 85 30 115 50 30 30 15 45 95 165 35 35 130 40 15 55 15 190 210 50 30 100 30 45 30

geweld 40 5 0 15 5 5 10 0 10 20 35 10 0 10 0 5 20 0 25 30 10 0 5 5 10 0

Andere problematiek 1) ₁₅ ₄₀ ₅ ₂₅ ₁₅ ₅ ₅ ₅ ₅ ₅ ₂₀ ₅ ₅ ₅₀ ₁₅ ₀ ₅ ₅ ₁₀ ₃₅ ₅ ₁₀ ₄₅ ₀ ₀ ₅

(18)

7.0.1 Aantal meldingen uitgesplitst naar hoedanigheid melder en aanleiding contact,

7.0.1 per Veilig Thuis regio,2e halfjaar van 2018*

Am ster- dam-Am stel-land Bra - bantNoord

-oost Drenthe Flevo-land Fries -land Gel der- land-Mid den Gel der- land-Zuid Gooi en

Ken- nemer-land Mid- den-Bra bant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gel der-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rot ter- dam-

Rijn-mond UtrechtBrabant West- Zaan- streek- Water-land ZeeWater-land Zuid-Holland

Hoedanigheid

melder Aanleiding om contact op te nemen

Aantal meldingen

Niet-beroepsmatig Totaal 160 135 110 80 80 50 105 95 205 190 205 115 60 125 145 45 110 125 270 135 260 60 80 95 100 100

geweld 30 30 15 10 10 10 35 10 65 30 45 20 10 35 35 15 30 15 30 25 55 10 10 10 20 15

Andere problematiek 1) ₀ ₁₀ ₅ ₅ ₅ ₅ ₅ ₁₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₅ ₁₀ ₀ ₅ ₁₅ ₁₅ ₁₀ ₁₀ ₀ ₀ ₅ ₅ ₅

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Anders dan

voorgaande Totaal 20 15 25 65 120 20 55 10 60 65 15 35 15 15 30 40 70 80 35 80 25 10 15 35 70 15

geweld 5 5 0 20 15 5 15 0 10 15 0 5 5 5 5 5 20 15 5 15 5 0 0 0 15 0

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₁₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend Totaal 0 40 0 0 0 0 0 20 0 0 0 5 40 5 445 0 0 0 0 50 0 0 65 0 0 0

geweld 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀

Onbekend 0 5 0 0 0 0 0 20 0 0 0 5 0 5 435 0 0 0 0 45 0 0 65 0 0 0

Bron: CBS.

1)_{Andere problematiek dan huiselijk geweld en kindermishandeling.}

(19)

% Bron: CBS.

7.0.3 Aandeel politiemeldingen van het totaal aantal

meldingen, per Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2018*

Amsterdam-Amstelland Brabant-Noordoost Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Gooi en Vechtstreek Groningen Haaglanden Hollands-Midden Ĳsselland Kennemerland Midden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelderland Noord-Holland Noord Overĳssel regio Twente Rotterdam-Rĳnmond Utrecht West-Brabant Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Holland Zuid Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

7.0.2 Meldingen uitgesplitst naar hoedanigheid melder, per Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2018*

Amster- dam-

Amstel-land Noord oostBrabant- Drenthe Flevoland Fries land

Gelder- land-Mid-den Gelder-land- Zuid Gooi en

Vecht-streek Groningen landen

Kenne- mer-land Mid- den-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rotter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant % van meldingen Gezondheidszorg 3 9 8 8 12 4 14 9 6 8 5 8 4 7 6 8 8 7 16 4 7 5 10 11 5 12 Onderwijs 2 4 2 3 3 1 4 4 1 2 1 2 1 2 1 2 3 2 3 2 2 3 1 1 1 2 Jeugdzorg 2 2 4 7 5 1 9 3 4 8 3 2 1 2 2 4 4 4 8 5 3 4 2 5 2 4 Politie 87 64 68 68 65 86 41 64 66 73 77 65 79 73 54 70 70 67 53 79 76 73 53 71 79 76 Overig beroepsmatig 3 6 4 6 3 2 5 2 3 2 6 4 3 7 2 3 4 1 8 5 2 5 13 2 3 1 Niet beroepsmatig 3 10 13 4 5 3 17 13 15 5 7 14 6 7 8 8 7 11 11 3 9 9 10 7 6 5

Anders dan voorgaande 0 1 3 3 7 1 9 1 4 2 1 4 1 1 2 7 4 7 1 2 1 2 2 3 4 1

Onbekend – 3 – – – – – 3 – – – 1 4 0 25 – – – – 1 – – 8 – – –

(20)

Meldingen naar aanleiding contact en vervolg op de melding 37

Meldingen

8. naar aanleiding

contact

en vervolg

op

de

melding

Van een melding wordt ook geregistreerd wat het vervolg op de melding is. Komt er een onderzoek door VT, wordt de melding overgedragen aan derden of omgezet in een advies of afgesloten zonder vervolg?

In tabel 8.0.1 wordt het totaal aantal meldingen uitgesplitst naar dit vervolg (en wederom naar de aanleiding om contact op te nemen). Het aandeel meldingen dat tot een

onderzoek leidt, loopt uiteen tussen de VT-regio’s van 0% procent (in regio West-Brabant, waar in het 2e halfjaar veel meldingen met onbekend vervolg zijn) tot bijna de helft. In de meeste VT-regio’s wordt de helft tot driekwart van de meldingen overgedragen aan derden. Het valt op dat de regio’s Gooi en Vechtstreek, Noord- en Midden Limburg en Haaglanden relatief veel meldingen hebben die tot ‘geen vervolg door VT’ leiden. In de regio Gooi en Vechtstreek valt verder op dat er bijna 400 afgeronde meldingen in het 2e halfjaar van 2018 zijn die tot een onderzoek leiden, maar er slechts 5 onderzoeken in het 2e halfjaar van 2018 zijn afgerond (zie tabel 4.0.1).

(21)

38 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Meldingen naar aanleiding contact en vervolg op de melding 39

8.0.1 Aantal meldingen uitgesplitst naar aanleiding contact en vervolg op de melding,

Amster- dam- Amstel-land Bra bantNoord

-oost Drenthe Flevo-land Fries-land Gelder- land-Midden Gelder- land-Zuid Gooi en

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant Aanleiding om contact

op te nemen Vervolg op de melding

Aantal meldingen

Totaal Totaal 4 995 1 330 855 1 955 1 640 1 480 615 730 1 395 4 005 2 775 845 1 035 1 825 1 795 600 1 565 1 090 2 485 4 505 2 820 640 780 1 305 1 635 2 165

Onderzoek Veilig Thuis 935 285 255 400 460 220 320 370 385 595 580 360 95 155 155 160 435 40 335 315 0 120 200 160 330 270

Overdragen aan derden 3 815 890 550 1 355 1 040 1 075 235 85 1 005 2 425 2 130 460 830 1 555 1 005 415 1 045 960 1 780 3 910 1 725 375 440 925 1 210 1 690

Melding omgezet in advies 25 25 15 10 0 5 15 5 0 10 5 0 15 0 5 15 5 5 5 0 15 5 5 45 0 60

Geen vervolg door Veilig Thuis 220 120 35 165 140 185 45 250 5 965 60 25 95 105 565 15 75 90 365 280 175 130 55 175 100 145

Onbekend 0 15 0 25 0 0 0 20 0 5 5 0 5 10 60 0 0 0 0 0 900 5 85 0 0 0

Alleen

kindermishandeling Totaal 995 295 295 495 510 290 175 155 580 1 445 575 250 170 205 135 215 430 305 450 825 610 140 185 1 000 410 330

Overdragen aan derden 640 170 150 325 255 180 50 15 375 890 305 110 135 150 95 135 285 275 250 665 275 65 85 725 245 195

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 300 0 5 0 0 0

Alleen huiselijk geweld Totaal 2 160 385 245 385 630 545 145 260 285 1 180 640 260 550 930 640 95 310 375 1 075 1 295 975 130 200 235 510 695

Overdragen aan derden 1 845 305 170 300 510 420 65 25 240 730 540 125 455 825 485 75 225 330 815 1 190 660 70 145 150 430 550

Onbekend 0 10 0 5 0 0 0 0 0 0 5 0 5 5 5 0 0 0 0 0 255 0 10 0 0 0

Zowel

kindermishandeling als

huiselijk geweld Totaal 1 010 215 90 415 105 245 180 100 420 960 545 145 60 100 100 180 510 140 375 650 680 170 95 45 460 230

Onbekend 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 245 0 5 0 0 0

Andere problematiek 1) _Totaal ₅₆₅ ₂₆₀ ₁₉₅ ₃₇₅ ₃₁₅ ₂₉₀ ₅₅ ₁₇₅ ₅₅ ₃₁₀ ₇₇₅ ₁₅₅ ₂₃₅ ₅₁₅ ₄₁₅ ₅₅ ₂₀₅ ₂₂₀ ₃₉₅ _{1 140} ₄₄₅ ₁₀₀ ₁₆₀ ₁₀ ₁₆₅ ₇₅₅

Overdragen aan derden 440 165 160 270 190 205 35 30 45 175 715 130 170 450 295 50 160 185 300 1 050 325 60 90 5 110 640

Onbekend 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 65 0 5 0 0 0

Combinaties hierboven

niet genoemd Totaal 265 115 20 85 80 110 65 15 55 110 240 35 15 70 60 60 105 50 190 365 105 105 75 15 70 150

Onbekend 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 35 0 0 0 0 0

Onbekend Totaal 5 55 10 200 0 0 0 20 0 0 0 5 5 5 440 0 0 0 0 230 0 0 65 0 15 0

Onbekend 0 0 0 10 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0 50 0 0 0 0 0 0 0 65 0 0 0

Bron: CBS.

(22)

Meldingen naar direct overgedagen aan derden 41

Meldingen naar

9. direct overgedragen

aan derden

Als een VT een melding direct overdraagt aan derden, wordt er ook vastgelegd aan welke partij ze de casus overdragen. Bijvoorbeeld aan het lokale veld, of een jeugdhulpaanbieder of de Raad voor de Kinderbescherming. In tabel 9.0.1 wordt getoond aan wie deze

meldingen worden overdragen. In deze tabel zijn alleen meldingen meegeteld met als vervolg op de melding de optie ‘overgedragen aan derden’.

Uit tabel 9.0.1 blijkt dat in 5 VT-regio’s dit item niet of nauwelijks is meegeleverd, wat ook het geval was in het over het 1e halfjaar van 2018. Dit betreft de regio’s Gooi en Vechtstreek, Hollands Midden, Noord- en Oost Gelderland, Rotterdam-Rijnmond en Zaanstreek-Waterland.

Uit tabel 9.0.1 blijkt verder dat in de meeste VT-regio’s relatief weinig meldingen leiden tot een overdracht aan het cliëntsysteem, met slechts enkele regio’s waar dit wel in grotere mate voorkomt (met name Amsterdam-Amstelland, Kennemerland en Noord- en Midden Limburg).

Het aandeel meldingen dat leidt tot een overdracht aan het lokale veld loopt uiteen tussen de VT-regio’s, van drie op de tien tot acht op de tien.

In de regio Twente worden ten opzichte van de andere regio’s relatief veel meldingen, bijna de helft, overgedragen aan partijen in de categorie ‘anders’.

In de regio Zeeland valt de overdracht relatief vaak in de categorie ‘hulp al aanwezig’, wederom ten opzichte van de andere regio’s.

(23)

42 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Meldingen naar direct overgedagen aan derden 43

9.0.1 Aantal meldingen per type directe overdracht aan derden 1)2)_{, per Veilig Thuis regio,}

9.0.1 2e halfjaar van 2018* Amster- dam- Amstel-land Brabant-

Noord-oost Drenthe Flevoland Fries land

Gelder- land-Midden Gelder-land- Zuid Gooi en

Aantal meldingen

Totaal 3 815 890 550 1 355 1 040 1 075 235 85 1 005 2 425 2 130 460 830 1 555 1 005 415 1 055 960 1 780 3 910 1 725 375 440 925 1 210 1 690

Overdracht aan lokale veld 1 090 495 365 415 600 860 135 0 630 835 20 365 245 1 100 360 0 465 500 0 2 300 1 110 45 185 705 965 1 270

Overdracht aan cliëntsysteem 1 195 95 60 135 0 5 5 0 165 530 5 0 245 15 315 0 245 0 0 0 185 0 30 0 20 135

Overdracht aan de Raad voor de

Kinderbescherming 25 50 5 15 10 15 10 0 5 30 5 5 20 15 15 0 45 5 0 0 15 0 5 5 25 20

Overdracht aan politie of Openbaar

Ministerie 25 10 0 0 0 5 5 0 10 35 0 5 0 20 55 0 10 0 0 0 10 0 5 5 0 5

Overdracht aan jeugdhulpaanbieder 35 25 10 215 25 50 5 0 5 140 5 5 75 60 10 0 30 5 0 0 65 5 15 15 10 15

Overdracht aan Gecertificeerde

Instelling 715 100 60 85 135 145 30 0 100 410 5 55 70 40 85 0 130 55 0 1 050 105 10 35 95 160 145

Overdracht aan vrouwenopvang 240 5 5 20 0 10 0 0 5 25 0 0 10 50 0 0 25 0 0 0 35 0 5 35 0 0

Overdracht aan maatschappelijke

opvang 20 0 0 0 0 5 0 0 5 25 0 0 0 35 5 0 5 0 0 0 0 0 0 55 0 5

Overdracht aan Jeugd GGZ 15 10 15 20 15 5 5 0 10 35 0 5 20 5 15 0 20 0 0 0 15 0 0 10 0 5

Overdracht aan volwassen GGZ 55 25 10 15 55 20 10 0 10 70 5 0 15 55 30 0 35 5 0 0 55 5 10 40 5 15

Overdracht aan thuiszorg 0 0 0 0 0 5 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0

Overdracht aan verslavingszorg 10 5 0 5 75 5 0 0 0 10 0 0 5 20 5 0 15 5 0 0 15 0 5 50 0 0

Overdracht aan POH/huisarts 25 20 5 75 15 35 30 0 15 55 5 0 10 30 10 0 35 5 0 0 20 5 5 10 5 5

Overdracht aan ambulante hulp

volwassen 30 10 5 130 5 20 5 0 5 45 0 0 10 15 15 0 50 5 0 0 50 5 5 0 5 5 Hulp al aanwezig 95 240 5 40 5 50 15 0 40 190 5 5 95 70 55 0 130 40 0 30 205 10 160 5 30 245 Bovenwettelijke taak (WTH) 55 5 20 0 0 10 0 0 60 5 0 0 0 0 15 0 0 5 0 565 0 0 0 0 20 0 Anders 215 45 15 115 180 95 25 0 15 130 15 10 20 95 60 0 25 445 0 25 130 0 25 10 40 20 Onbekend 230 80 0 125 0 0 0 80 0 110 2 080 30 110 90 115 415 0 0 1 780 15 15 300 15 0 5 55 Bron: CBS.

1)_{Per melding kan de directe overdracht aan 1 of meer instanties zijn. Daardoor worden meldingen 1 of meer keer in deze tabel geteld.}

De som der delen is daardoor hoger dan het totaal.

(24)

Meldingen naar aard van het geweld 45

Meldingen

10. naar aard

van het geweld

Van de meldingen wordt vastgelegd wat de aard van het geweld en/of de mishandeling is. Per melding kunnen er meerdere aarden worden vastgelegd; de som van de onderdelen kan daarmee hoger zijn dan het totaal aantal meldingen. Tabel 10.0.1 toont het aantal malen dat elke aard van het geweld voorkomt bij een melding.

Uit de tabel blijkt dat er veel verschil is tussen de VT-regio’s in de aard van het geweld. De verschillen zijn het grootst bij psychisch geweld (van één achtste tot tweederde van de meldingen) en pedagogische verwaarlozing (van bijna 5% tot ruim 50% van de meldingen).

In de tabellen is ook te zien dat de aantallen meldingen naar aanleiding van Münchhausen-by-proxy en vrouwelijke genitale verminking zodanig laag zijn dat ze in combinatie met de afronding op vijftallen weinig informatiewaarde hebben, anders dan de constatering dat deze aard van het geweld niet vaak voorkomt bij meldingen aan de VT’s.

Verder valt op dat in de regio Noord- en Midden Limburg, en in mindere mate in de regio’s Kennemerland, Midden-Brabant en Zuidoost-Brabant bij relatief veel meldingen de optie ‘anders, niet onveilig’ is vastgelegd (al dan niet in combinatie met andere aarden). In de andere regio’s wordt deze optie beduidend minder vaak vastgelegd.

(25)

46 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Meldingen naar aard van het geweld 47

10.0.1 Aantal meldingen, per aard van het geweld en/of mishandeling 1)_{, per Veilig Thuis regio,}

Kenne-

mer-landMidden-Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rotter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant Aantal meldingen Totaal 4 995 1 330 855 1 955 1 640 1 480 615 730 1 395 4 005 2 775 845 1 035 1 825 1 795 600 1 565 1 090 2 485 4 505 2 820 640 780 1 305 1 635 2 165 Lichamelijke mishandeling 1 665 405 175 490 270 450 260 195 480 1 015 710 255 205 440 210 195 545 345 1 125 1 075 795 250 250 205 580 610 Lichamelijke verwaarlozing 170 60 55 60 80 35 45 25 100 145 145 35 20 35 30 40 135 55 100 145 135 30 35 75 75 100 Psychisch geweld 3 060 620 300 875 365 755 345 285 785 1 200 1 180 295 135 675 315 365 835 560 1 340 1 955 1 770 380 215 260 1 050 770 Affectieve verwaarlozing 215 115 30 245 70 105 50 20 90 220 440 85 15 50 55 120 125 60 130 110 205 45 20 105 90 120 Pedagogische verwaarlozing 1 265 260 155 765 275 205 220 85 745 2 090 955 155 45 245 120 310 625 185 425 975 710 170 170 645 425 190 Seksueel misbruik 80 30 15 35 40 40 25 10 40 60 55 20 15 55 20 25 40 25 75 90 110 15 25 20 30 45 Financiële uitbuiting 40 10 15 15 5 15 10 5 10 25 20 5 10 5 5 5 5 5 30 30 20 0 5 10 10 10

Getuige van geweld in gezin 1 040 290 145 335 300 255 145 155 430 1 430 725 120 40 105 70 155 470 130 455 820 505 175 105 455 435 265

Anders, onveilig 910 445 210 535 650 600 180 150 135 715 1 105 225 345 180 905 125 300 280 610 1 255 440 240 320 40 400 355

Anders, niet onveilig 210 75 95 60 360 100 40 165 45 350 140 160 400 630 770 30 45 90 120 400 260 55 110 5 45 700

Onbekend 5 55 10 185 0 0 0 0 0 0 0 5 5 5 460 0 0 0 0 270 0 0 65 0 15 0

Bron: CBS.

1)_{Per melding kan er 1 of meer aarden van het geweld en/of mishandeling zijn. Daardoor worden meldingen 1 of meer keer in deze tabel geteld.}

(26)

Onderzoeken naar aard van het geweld 49

Onderzoeken

11. naar aard

van het geweld

Ook van de onderzoeken wordt vastgelegd wat de aard van het geweld en/of de mishandeling is. Per onderzoek kunnen er meerdere aarden worden vastgelegd; de som van de onderdelen kan daarmee hoger zijn dan het totaal aantal onderzoeken. Tabel 11.0.1 toont het aantal malen dat elke aard van het geweld is ingevuld bij een onderzoek. In zes regio’s is het aantal onderzoeken met onbekende aard van het geweld relatief groot.

(27)

50 Veilig Thuis: Stand van zaken in het 2e halfjaar van 2018 Onderzoeken naar aard van het geweld 51

11.0.1 Aantal onderzoeken, per aard van het geweld en/of mishandeling 1)_{, per Veilig Thuis regio,}

Kenne- mer-landMidden-Brabant

Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord-Holland Noord Over-ijssel regio Twente Rotter- dam-

ZuidLimburg Zuid- oost-Brabant Aantal onderzoeken Totaal 760 215 205 295 360 65 280 5 135 595 315 315 70 105 125 105 350 35 265 310 95 100 185 160 315 155 Lichamelijke mishandeling 245 55 30 75 45 20 60 0 30 115 55 105 15 25 20 40 100 10 70 40 20 25 30 35 90 50 Lichamelijke verwaarlozing 40 5 10 15 20 5 5 0 5 35 15 15 5 0 5 10 30 0 25 10 5 5 10 15 15 10 Psychisch geweld 325 70 50 95 65 30 95 5 25 120 65 95 30 10 30 55 170 10 65 75 20 35 35 45 140 50 Affectieve verwaarlozing 50 15 10 45 40 5 20 0 5 65 50 15 5 5 5 15 40 0 20 20 5 5 10 35 20 10 Pedagogische verwaarlozing 275 40 30 105 80 15 110 0 35 340 115 65 10 30 20 45 110 5 70 85 40 40 40 80 75 25 Seksueel misbruik 25 5 0 10 5 5 5 0 0 15 5 5 0 5 5 5 5 5 5 5 5 10 5 5 10 5 Financiële uitbuiting 5 0 10 5 5 5 5 0 5 15 5 10 5 0 0 0 0 0 10 5 0 0 0 0 5 0

Getuige van geweld in gezin 235 55 25 50 60 15 85 0 10 225 50 45 15 15 20 30 110 5 45 50 30 25 45 45 60 25

Anders, onveilig 135 85 60 125 95 20 30 0 30 85 50 95 20 20 25 20 25 10 35 35 20 10 60 25 55 55

Anders, niet onveilig 35 20 40 30 100 5 75 0 40 35 50 35 5 10 35 5 50 5 25 40 10 10 10 15 60 10

Onbekend 5 15 5 5 5 0 0 0 0 0 60 10 5 30 15 0 0 0 35 70 0 10 10 0 0 5

Bron: CBS.

1)_{Per onderzoek kan er 1 of meer aarden van het geweld en/of mishandeling zijn. Daardoor worden onderzoeken 1 of meer keer in deze tabel geteld.}

(28)

Onderzoeken per uitkomst van het onderzoek 53

Onderzoeken

12. per uitkomst

van het onderzoek

Van elk afgerond onderzoek wordt de uitkomst vastgelegd: is kindermishandeling of huiselijk geweld bevestigd, niet bevestigd of was het er niet. Bij elke onderzoek kunnen meerdere uitkomsten worden vastgelegd. Tabel 12.0.1 toont de uitkomsten van alle afgeronde onderzoeken.

Uit de tabellen blijkt dat het aandeel onderzoeken waarbij het geweld is bevestigd, uiteenloopt tussen de VT-regio’s; bij huiselijk geweld loopt het uiteen van ongeveer 10% tot 50% en bij kindermishandeling van ongeveer 15% tot 60%.

In de regio’s Hollands-Midden en Midden-Brabant is de uitkomst in relatief veel onderzoeken onbekend, dit is meer dan in de andere regio’s.