• No results found

Inductio

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inductio"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inductio

Citation for published version (APA):

Niesten, J. G. (1985). Inductio. Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1985 Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

(2)

lnductio

0 1 2rs 1 N.65-03 (j x-j

Prof.dr.ir. J.G. Niesten

1 iS

(3)

lnductio

Afscheidscollege op 20 december 1985

prof.dr.ir. J.G. Niesten

gewoon hoogleraar in de elektrotechniek van de Technische Hogeschool Eindhoven

(4)

Voor zijn kritiek ten aanzien van mijn taalgebruik ben ik mijn oud-collega prof.dr. J.J.M. Bakker bijzonder erkentelijk.

CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag

Niesten, J.G.

lnductio/J.G. Niesten - Eindhoven: Technische Hogeschool Eindho-ven. - Fig. - Afscheidscollege Technische Hogeschool Eindhoven.

Met lit.opg.

ISBN 90-6144-997-9

SISO 660.4, UDC 621.313.3:621.3(091 ), UGI 650 Trefw.: draaiveldmachines/elektrotechniek; geschiedenis.

(5)

Dames en heren

,

Als tekstwoord van deze overdenking heb ik gekozen lnductio. Mijn naam werd binnengeleid in het bevolkingsregister van de stad Haarlem in een tijdperk, hetwelk voor deze stad en zijn omstreken in electroenergetisch opzicht gekenmerkt is door krachtige ontwik-kelingen van:

het elektrisch openbaar vervoer, de openbare elektriciteitsvoorziening.

Oat deze co"incidentie uiteindelijk heeft bijgedragen tot de stellig bij velen Uwer bekende affecties in de beroepsuitoefening van Uw spreker, daaromtrent bestaat bij hem geen twijfel!

Teneinde deze uitspraak enigermate plausibel te maken wil ik in het volgende enkele mijlpalen belichten langs de wegen van de

(6)

1

.

Het elektrisch openbaar vervoer in het Haarlemse

In zijn lezenswaardig wer~je 'De blauwe tram' (1] vertelt L.J.P. Albers over de oprichting - medio 1898 - van de Eerste Nederlandse

Electrische Tramwegmaatschappij, welke aanvankelijk een enkelspo-rige elektrische tramlijn met bovenleiding van Haarlem naar de badplaats Zandvoort exploiteerde; de lijn was in Haarlem getraceerd

Afb. 1 Eerste ENET-wagen

(7)

langs de Leidsevaart op slechts enkele passen afstand van mijn ouderlijk huis. Reeds in het eerste exploitatiehalfjaar durfden -aldus Albers - bijna 200.000 moedige lieden zich te laten vervoeren met de elektrische tram (afb.1) over het 'hoge' viaduct (afb.2), waarmede de in 1927 geelektrificeerde 'oude lijn' van N.S. werd gekruist. Het kon natuurlijk niet uitblijven zo verhaalt Albers verder -dat oak Amsterdam een elektrische verbinding met Zandvoort wilde hebben! De in 1902 met Amerikaans kapitaal opgerichte elektrische spoorwegmaatschappij (E.S.M.) kocht met vooruitziende blik ter weerszijden van de geprojecteerde trambaan tussen

Sloterdijk en de grens van de gemeente Amsterdam flinke

grondstroken aan, die later door de E.S.M. als bouwgrond zouden warden uitgegeven; wel moest de E.S.M. de daarop gebouwde Admiraal De Ruyterbuurt aanvankelijk zelf voorzien van gas. water en 'elektra' alsook de politiebeveiliging in eigen hand nemen (Voorwaar een fraai staaltje van ondernemerschap!) De resultaten bleven niet uit. Zo werden gedurende het eerste voile exploitatiejaar 1905 ruim 1,5.106 mensen vervoerd; dit was uiteraard slechts efficient mogelijk door het gebruik van relatief grate, gekoppelde vervoerseenheden, de z.g. 'schakeltrams'. Voor liefhebbers nag een plaatje van de fameuze Budapesters met zelfdragende carosserieen in trek-duw-formatie (afb.3) ter voorkoming van rangeren aan de uiteinden van het traject. Zij dateren uit 1924 en werden gebouwd door Ganz-Danubius te Budapest. A propos. herinnert U zich nog het plaatje van dat 'hoge' spoorwegviaduct?! Toch is er bij mijn weten nooit echt iets mis gegaanl

(8)

2. De openbare elektriciteitsvoorziening in de

regio Haarlem

Uit een ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Vereniging van Directeuren van Elektriciteitsbedrijven in Nederland (VDEN) uitgegeven gedenkboek [2] citeer ik:

'Voor de elektriciteitsvoorziening van de gemeente Haarlem was in 1913 een nieuwe periode aangebroken. De nieuwe draaistroomcen-trale, gebouwd ter vervanging van de gelijkstroomcendraaistroomcen-trale, was in 1912 gereedgekomen. In 1913 en in 1915 bleek reeds uitbreiding nodig, zodat einde 1915 een vermogen van 8,5 MW beschikbaar was; ook te Haarlem werd de elektrificatie van de woonhuizen bevorderd, door de aanleg van muntmeter- en huur-installaties.' Einde van dit citaat.

Zo kon het dan ook gebeuren dat ik in mijn kleuterjaren - volgens mijn ouders - in het te elektrificeren ouderlijk huis al kruipend op verkenning uitging en daarbij belandde in een warnet van draden, welke nog door de elektricien in de -toen uiteraard - stalen buizen

Afb. 4 v. Dotivo Dobrowolsky 6

(9)

(in zicht gemonteerd!) moesten warden getrokken.

Nu wil ik graag wat nader ingaan op de achtergronden van de ombouw van de gelijkstroom- in de draaistroom-centrale. Jongeren onder mijn gehoor zullen zich ongetwijfeld afvragen: Waarom began men weleer met een gelijkstroom-systeem voor elektrische energievoorziening, terwijl in een heteropolaire genera-tor toch 'van nature' een wisselspanning wordt ge"induceerd? Zeer zeker! Maar de toenmalige Europese Edison-maatschappijen boden het immers grondig beproefde 'Menlo-park-concept' aan en Edison voedde zijn eerste verlichtingsinstallatie ook met een gelijkstroom-dynamo! Bedenk voorts dat:

de eerste technisch bruikbare transformator met gesloten ijzer-circuit pas in 1885 werd geoctrooieerd [3] door Zipernowski, Deri en Blathy, alien ingenieurs in dienst van de eerder genoemde firma Ganz & Co. te Budapest, en dat rond die tijd een praktisch

bruikbare wisselstroom-motor nog moest warden uitgevonden! Eerst vanaf maart 1889 is het door een jonge ingenieur (later de 'Chef-Elektriker') van A.E.G., Michael von Dolivo Dobrowolsky (afb.4), ontwikkelde 'Anker flir Wechselstrommotoren' door het patent Nr. 51083 [4] beschermd. lk citeer uit de aanhef van deze octrooiaanvrage: 'Die vorliegende Erfindung ist eine Verbesserung der zuniichst von Prof. Ferraris in Turin vorgeschlagen Anordnung zur Erzielung kreisender Bewegung mittels Wechselstrdme s.u.A. Industries 1888 v. 18. Mai'[5].

Wie was die Ferraris? Het genoemde tijdschrift Industries leert ons -zie afb.5- dat Ferraris (afb.6) in didactisch opzicht zijn tijd ver vooruit was toen hij zijn studenten in een collegezaal van de Turijnse universiteit confronteerde met een prototype van een semi-vierfasen inductiemachine. Afb.7 toont U dit prototype zonder de vang van Prony, waarmede Ferraris zijn machine kon belasten.*) Ferraris discussieerde over deze innovatie met zijn studenten, zonder bescherming van een octrooiaanvrage: zijn beroepstrots stelde maatschappelijk belang boven materieel gewin! Ferraris beperkte zich tot een aanmelding van zijn vinding bij de Koninklijke Academie voor Wetenschappen in Turijn op 18 maart 1888 [6]. Zelf achtte hij het praktisch belang ervan minimaal. Zo toonde hij in zijn nota [7] aan dat zijn 'luchtige' inductiemachine (met eenzuiver Ohms veronderstelde rotor) zoveel mogelijk mechanische energie omzet bij een slip van 50%, waarbij dan evenzoveel energie in de rotor wordt gedissipeerd, hetgeen bij verwaarlozing van de

weerstanden der statorspoelen een rendement van 50% impliceert!

*) De foto's 6 en 7 werden mij welwillend toegezonden door Datt. C. Manscorda van het lnstitutio E/ectrotecnico Galileo Ferraris te Torino.

(10)

' ' ' ' ' '

'

o'l

Afb. 5 lnductie machine Ferraris

{schematisch)

Afb. 6 Galileo Ferraris

Afb. 7 lnductie machine Ferraris {prototype)

(11)

Experimentele verificatie van de door Ferraris ontwikkelde theorie werd bemoeilijkt door de relatief primitieve meetopstelling. Bij toerentallen in het gebied van circa 50% slip vertoonde zij heftige trillingen [5]. Maar geen nood, want Ferraris was toch al van oordeel dat het reeds a priori duidelijk was dat een apparaat gebaseerd op het onderhavige principe geen enkele industriele betekenis als motor zou kunnen hebben.

Het is uitermate boeiend te ervaren in hoeverre hij de rol van ijzer in de rotor heeft onderzocht en welke zijn bevindingen daarmee waren.

Allereerst verving hij het koper van de bekervormige rotor door ijzer met als resultaat: 'quasi completamente negativo'.

Ook heeft hij geexperimenteerd met een puur rotorblikpakket (zonder wikkelingen), waarbij hij rotorblikken onderling isoleerde met papierfolieen, met als resultaat: 'absolutamente negativo'!!. Ferraris zag het nut van zijn vinding dan oak beperkt tot de

didactiek, namelijk als college-demonstratietoestel, en hoogstens in de praktijk toegepast als kWh-meter.

Trouwens, ook de boodschapper in Industries [5] sprak zich

uitermate twijfelachtig uit terzake:

'Whether the Ferraris apparatus will lead to the discovery of a new AC motor is a question we do not pretend to prophesy.'

Er blijve hier niet onvermeld dat ongeveer gelijktijdig met Ferraris ook Tesla, Hasenwandler, Bradley, Borel en Schallenberger zeer waarschijnlijk onafhankelijk van elkaar met succes aan draaistroom-systemen hebben gewerkt (8].

Vervolgen wij nu de lezing van de tekst van het patentschrift Nr. 51083, dan zien we dat de 'Patentanspruch' als volgt luidt: 'Ein Anker fur Elektromotoren, welche durch Wechselstrome betrieben werden, bestehend aus einem beliebig geformten Ei-senkdrper, welcher entweder von Kupferadern irgend welcher Form (Draht, Band, u.s.w.), deren Ende alle unter einander in leitender Verbindung stehen, durchgezogen ist, oder der solchen Kupfera-dern in Vertiefungen (Nuthen) seiner Oberfliiche enthalt, die ebenfalls an lhren Enden unter einander leitend verbunden sind, oder dessen Oberfliiche teilweise oder ganz mit einer elektrisch zusammenhiingende Schicht bedeckt ist.' (afb.8).

In 1889 bracht Thomas Alva Edison een bezoek aan de A.E.G. Deze vennootschap, die onder de stuwende leiding van Emil Rathenau (afb.9) begonnen was als Deutsche Edisongesellschaft fur ange-wandte Elektrizitiit von Dolivo Dobrowolsky nodigde 'the grand old man' uit om hetprototype van zijn draaistroommotor (afb.10) te komen bekijken.

(12)

Hg. i.

Fig. 2.

Fig.3.

Afb. 8 KA-Patent v. Doi. Dobrowolsky

(13)

Maar Edison zou vol afkeer zou hebben gereageerd: Neen, neen, wisselstroom is een onding; heeft geen toekomst; ik wil niets van wisselstroom weten, noch zien!! [6)

Kort nadien kreeg een zekere Oskar von Miller (gewezen directielid van de A.E.G., vervolgens raadgevend ingenieur) de opdracht van de stad Frankurt/Main om de in 1891 aldaar te houden electrotech-nische expositie te organiseren. Het was in de jaren dat

Frankfurt/Main nog geelektrificeerd moest worden, maar omtrent het te gebruiken systeem (gelijkstroom of wisselstroom) was nog geen beslissing genomen. Nu had von Miller juist de stad Heilbronn geelektrificeerd met behulp van waterkracht, die werd ontleend aan de Neckar bij Lauffen. In gedachten projecteerde hij een

draaistroomtransmissie van Lauffen naar het 170 km verre Frankfurt met als klapstuk op het expo-terrein een kunstmatige waterval, waarvan de pompen zouden moeten worden aangedreven door de nog in het ontwikkelingsstadium verkerende inductiemotoren conform het patent nr. 51083. Von Miller vond voor zijn plannen slechts een willig oor bij zijn 'oude' firma: A.E.G./Berlin en bij de

(14)

Maschinenfabrik Oerlikon (M.F.O.)/Zurich. Het is uitermate boeiend om de gang van zaken rand de realisering van het voor die tijd -gewaagde plan op de voet te volgen, maar ik moet U

nu

wel kortheidshalve naar [9] verwijzen: Toch kan ik U moeilijk enkele kostelijke prentjes onthouden, zoals dat van een als hoogspannings-mast fungerende telefoonpaal (afb.11) en dat van dit groepje dames en heren (afb.12) in overwinningsroes, poserend voor de

waterkrachtcentrale te Lauffen, evenmin als een passage uit de feestrede welke 'der Rathenau' afstak ter gelegenheid van het arriveren van de elektrische energie ex-Lauffen op het expo-terrein te Frankfurt/Main. lk citeer:

'Wir haben es heute gezeigt, dass auf einer Entfernung von uber 170 kM mit mathematischer Gewissheit Elektrizitat die ihr von einem Wasserfall zugefUhrte Kraft ubertragt, und was heute auf 170 kM und mit 16 kV Spannung gelingt, wird gewiss in wenigen Jahren mit 100 kV auf weit riesigeren Entfernungen eine Leichte sein.' Deze profetie van Rathenau wilde ik U uiteraard niet onthouden, evenmin als de thans volgende anecdote, zoals die werd

opgete-·• 'i 00 l'T1'1

°"'

Afb. 11 H.S-Mast Lauffen-Frankturt 12

(15)

kend door zijn tijdgenoten naar aanleiding van de feestelijke in bedrijfstelling van de door A.E.G. geleverde elektrische verlichtings-installatie in een Berlijnse club voor de toenmalige Berliner 'haute volee', genaamd Ressource von 1794. Rathenau - als eregast bij dit feest aanwezig - werd plotseling hoogstpersoonlijk getuige van een storing. lk citeer:

'Er ware nicht der Rathenau gewesen, wenn er nicht kurzentschlos-sen die Gesellschaft beim Dunklerwerden des Lichtes in ihrer Feststimmung sofort verlassen hatte! Im Gehrock eilte der Chef hdchstselbst an die Maschine, deren heissgelaufenes Lager er mit Eis kuhlte, das eigentlich fur den Sekt bestimmt war. Die

Einweihungsfeier wurde nun doch noch ein Erfolg.' Einde van dit citaat.

Typerend voor de visie en de ruime blik van Rathenau zijn ook de resultaten van een discussie welke hij met een vooraanstaand vakgenoot in de door een conventionele stoomlocomotief getrokken sneltrein naar Milaan voerde. De heren kwamen toen tot de

conclusie dat, teneinde een Berlijner de mogelijkheid te kunnen bieden om binnen een etmaal uit en thuis zijn zaken in Hamburg af te wikkelen, een reissnelheid van tenminste 200 km/h is vereist; zulks was echter met conventionele stoomtractie, mede als gevolg

(16)

van de rukkende massakrachten op de heen en weergaande delen van de loc, problematisch [10]. Rathenau schreef direkt na

thuiskomst een 'Denkschrift', wat in 1899 tot de oprichting van de Studiengesell- schaft fUr Elektrische Schnellbahnen leidde. In deze StES werkten Siemens en A.E.G. samen aan de conceptie van een tweetal motorrijtuigen. Afb.13 toont het A.E.G.-motorrijtuig (aange-dreven door kortsluitanker-motoren met een totaal vermogen van 3.000 pk), waarmee op het baanvak Marienfelde-Zossen (vrijwel zonder bogent) reeds in 1903 een topsnelheid van 210 km/h werd behaald. De loopeigenschappen worden als volgt beschreven: 'Der Lauf des Wagens war dabei so ruhig, dass man in seinem lnnern ein vollgeschenktes Glas Wasser in der ausgestreckten Hand halten konnte, ohne etwas zu verschutten.'[11]

Met de toepassing van de kortsluitanker-motor als tractiemotor is de cirkel meervoudig rond [7] (afb.14). Waar aan dit cirkeldiagram de namen Heyland [12] en Osanna [13] verbonden zijn, deed dit mijn oud-leermeester aan de THD, Nolen, verzuchten: Hemelser dan dit is toch nauweljks denkbaar! Wat heeft onze onvolprezen Stafgroep Reproduktie en Fotografie zulks voortreffelijk aangevoeld, gelet op de kleur van de achtergrond van het diapositief van dit polaire statorstroom diagram, wat ik meestal noem: 'het elektromechanisch portret' van de inductiemachine. Het behoeft, dunkt me, geen betoog dat het gebruik van de in constructief opzicht zo relatief eenvoudige, robuuste, beknopt van afmetingen, inductiemachine eerst in ruimere mate een goede kans kreeg na het binnengeleiden van de halfgeleider-schakelelementen in de tractiepraktijk.

(17)

Als actualiteit lijkt me in dit verband vermeldenswaard dat de Deutsche Bundesbahn de ontwikkeling bevordert van een door inductiemotoren aangedreven tractiemiddel met topsnelheden tot 350 km/h, de z.g. Intercity Experimental (ICE) (afb.15), om dienst te doen op een nieuw te traceren spoorweg tussen (dit maal)

Munchen en (wederom) Hamburg, met een reistijd van 4,5 uur. Zal dit project, als het operationeel wordt, zoveel verwondering baren als dat van de StES in 1903? Stellig niet! Wat toen gebeurde, was in technisch opzicht revolutionair. Bij het ICE-project is veeleer sprake van evolutie.

Terugblikkende op mijn prae-beroepsleven - in het kader van het tekstwoord - denk ik met grate dankbaarheid aan de waarlijk onovertroffen fysica-lessen, zoals die werden verzorgd aan de eertijdse 2e HBS-B m5jc te Haarlem door een begenadigd docent, H.M. Janett, terzijde gestaan door diens amanuensis Hassink met een paar gouden handen. Oat deze beide heren met uiterst beperkte middelen oak nag kans zagen om zelfs een bescheiden

,

a1

N.65-03 x-j Afb. 14 Cirkel-diagram

,

r.

(18)

practicum voor a/le leerlingen te realiseren, mag een wonder worden genoemd! De reeds in de kleutertijd ge"lnduceerde wens om ingenieur te worden werd bij de HBS-er Niesten alleen maar versterkt. Bij het binnengeleiden in de wereld van het elektrotech-nisch wetenschappelijk onderwijs speelden een viertal hoogleraren een bijzonder belangrijke rol. In alfabetische volgorde waren het: Bahler, Elias, Huydts en Nolen. Vooral Nolen heeft aan mijn levensloop in hoge mate richting gegeven. Na het afstuderen bij hem in juni 1942 werd ik een van zijn 'speurwerk'-assistenten om samen met hem het vakgebied transductoren (magnetische verster-kers) te onderzoeken. Toen evenwel de bezetter van ieder lid van de Hogeschoolgemeenschap een loyaliteitsverklaring ging verlangen, deed Nolen mij met bekwame spoed in de toenmalige N.V. Heemaf*) binnengeleiden. Mijn uiteindelijke functie, chef laborato-rium van dit bedrijf, gaf mij onder meer de kans een onderzoek te verrichten wat uiteindelijk tot mijn academische promotie heeft geleid (april 1949).

Kort daarop volgde mijn benoeming tot hoogleraar aan de TH-Bandung. Nu we toch in Bandung zijn, wil ik U graag de campus van de TH aldaar (thans lnstitut Teknologi Bandung: ITB) binnengeleiden. lk vraag daarbij Uw speciale aandacht voor

Afb. 15 ICE

*) Hengelose Electrische en Mechanische Apparaten Fabriek; thans opgegaan in het Holec-concern.

(19)

datgene wat wij het eerste zien (afb.16). Neen, niet de klok,

verstokte westerling. Kijk nu even verder dan Uw westerse neus lang is. Dan ziet U ongetwijfeld de beeltenis van de zoon van Shiva en Durga: de Hindu-godheid Ganesaya (afb.17), de god van het verstand [14] de olifantenkop van de vierarmige dwerg symboliseert zijn schranderheid. Hij is de god die alle obstakels opruimt, althans voor hen die hem als volgt aanbidden: Namo (=ere zij) Ganesaya. Met enige welwillendheid jegens de spreker ziet Ude dwerg een rat berijden; deze rat zou een door hem overwonnen reus symbolise-ren. Dit beeld passeerde ik enkele malen per etmaal gedurende mijn zevenjarige tropentijd. De conclusie laat ik graag aan U over.

waarde luisteraar c.q. lezer, maar over een ding zijn wij het

Afb. 16 ln-uitgang Campus TH-Bandung

(20)

waarschijnlijk roerend eens: dat het relativeren van de omvang van een obstakel op je levensweg van vitale importantie is!

Van de Ganesayaweg te Bandung naar de (voormalige) lnsulinde-weg te Eindhoven 'ii n'y a qu'un pas'. Toen de rector magnificus designatusvan de THE-in-voorbereiding, Prof.dr. H.B. Dorgelo, op zoek was naar een electro-energeticus in zijn THE-team, ontving ik tegen het einde van mijn tropendienstverband in Bandung van Dorgelo een brief met de vraag om zo snel mogelijk na repatriering mij te melden voor een gesprek met Jonker (de eerste decaan van onze afdeling E). Zo kon het gebeuren dat ik vrijwel onmiddellijk na het repatrieren uit Indonesia vanaf februari 1956 mocht meedenken aan de conceptie van de tweede TH in ons land.

Als conditio sine qua non voor het toetreden tot het Dorgelo-team stelde Dorgelo reeds tijdens ons eerste gesprek direct, dat je zonder meer zou onderschrijven de thans volgende passage uit de brief nr. 124 D/W d.d. 30 september 1955 van de commissie ter verdere uitwerking van de plannen voor een tweede TH in Nederland aan de Minister van 0 & W. lk citeer:

'Bij de opstelling van het studieprogramma hebben wij ons mede laten leiden door de gedachte dat overbelasting voorkomen moet worden, ja zelfs niet de grens van overbelastbaarheid, wat de verplichte vakken betreft, bereikt moet worden, opdat er voldoende tijd beschikbaar zij voor de algemene ontwikkeling van de

studenten. Ter bereiking van het gestelde doel zouden wij:

a. willen overgaan tot invoering van het semestersysteem, elk semester bestaande uit ea. 16 weken,

b. de examenstof beperkt willen zien tot 100 semesteruren (= 1600 collegeuren)

.w.g. Dorgelo/Holst.'

Of, om Dorgelo's eigen woorden te gebruiken: 'het moet toch mogelijk zijn om de studenten in 100 semesteruren naar het front van het hedendaagse technische denken en kunnen te voerenf' De denk-tank van de THE - in statu nascendi werd ondergebracht in een van de NV Philips' voor de duur van een jaar gehuurd gastenverblijf, Huize 'Voorbeek' (toen onder autochtonen beter bekendstaand onder de naam, 'Keienburcht'), gelegen aan de toenmalige Aalsterweg 391 (afb.18). Tot collega Doorschot zou ik naar aanleiding van een passage op pag. 20 van zijn intreerede [15] willen zeggen: In dit huis moest de kleine groep medewerkers-van-het-eerste-uur, waaronder Uw leermeester Veenstra, zich wel

(21)

beperken tot het aangeven van hoofdlijnen, welke uiteindelijk hebben geleid tot het 'Den Dolech gebeuren'. Als er toen uitvoerig zou zijn gediscussieerd over bijzaken, dan was de THE er echt niet gekomen!

Nu was de opdracht van 'Den Haag' aan de drie z.g. 'industriele'-afde- lingen {W, E, T): Ontwerp een drietal opleidingen, welke qua niveau gelijkwaardig dienen te zijn aan de desbetreffende Delftse opleidingen; ze behoeven echter niet conform te zijn. Wat een kans, welk een uitdaging!

De zo-even genoemde extra vrijheidsgraad rechtvaardigde een nadere studie van de curriculumhervorming binnen het befaamde Massachusets Institute of Technology, Cambridge (U.S.A.) en leidde tot een door het Eindhovens Hogeschool Fonds gefinancierde studiereis van een THE-troika, bestaande uit een lid van elk der z.g. industriele afdelingen (W, E, T). Uw spreker mocht als E-verkenner gaan, omdat blijkens de publicaties van M.l.T. [16] de hervorming van het E-curriculum, metals grote stimulator de toenmalige decaan van de afdeling E aldaar: Gordon S. Brown, met name zou hebben plaatsgevonden op het terrein van de energetica, onder het motto 'Back to the fundamentals'.

Die studiereis heeft enkele speciale effecten gehad. lk doel op de bijzondere en blijvende aandacht voor een tweetal vakgebieden:

1. De elektromechanica

w.o. de door White en Woodson ontwikkelde field-analyzer en de generalized machine (17]. Beide genoemde heren waren van

(22)

mening dat: 'E/ectromechamcal energy conversion is an area of

electrical engineering important to all students. Electrical machinery is a major subdivision of this area, but still only a subdivision and other devices, including gross-linear-transducers, are also part of any treatment of electromechanics', hetgeen grosso modo nag kart geleden door de Raad van onze E-afdeling werd onderschreven bij het ontwerpen van een nieuw studieprogramma in het kader van de m ee rf asen-structu u r.

2. De magneto hydrodynamica

Tot de ontwikkeling van dit bij uitstek interdisciplinaire vakgebied levert collega Rietjens met zijn THE-achterban een internationaal erkende en hoopgevende bijdrage; een rijke bran tevens voor stage-, afstudeer- en promotie-onderwerpen.

Omdat het inductieverschijnsel in mijn !even een mijns inziens dominante rol heeft gespeeld, voel ik wellicht daarom een duidelijke affiniteit tot de inductiemachine. Die betrokkenheid werd gedurende de laatste jaren van mijn THE-loopbaan nag versterkt. Ter

adstructie moge ik U nu een demonstratie aanbieden, waarbij het verloop van het elektromagnetische koppel (V-as) als functie van de ashoeksnelheid (H-as) wordt geregistreerd tijdens de aanloop van een gesimuleerde, onbelaste, superslanke, magnetisch-veer-krachtige, wrijvingsarme inductiemachine (afb.19) [18].

Het zal velen Uwer bekend zijn dat ik na een calamiteit in november 1977 mijn activiteiten moest opschorten, waarna ik in 1978 zonder

bestuurlijke belasting de kans kreeg opnieuw aan te /open. Daarbij

mocht ik de heel bijzondere sensatie ervaren om aan het einde van

--~ w

m

Afb. 19 Nullast-aanloop inductie machine met grate 'Futfactor' 20

(23)

mijn 'her-aanloopbaan' in een onderwijs/onderzoek-limietcyclus te geraken, een sensatie, jazeker. Ongevaarlijk bovendien, want mijn achterban weet zich verzekerd tegen het blijven 'hangen' in deze

limietcyclus. lmmers op 22 juni 1983 besloot ons parlement om het

laatste lid van art. 66 van de WWO te doen vervallen [19). Dit besluit noopt H.M. de Koningin tot het bedienen van mijn

net-uitschakelaar!

Uitlopend kan ik U, alvorens tot ambtelijke stilstand te komen, nog

juist mijn elektromechanica-quo vadis-visie aanreiken: Met inductio

in optima forma gaat onze elektromechanica een hemelse toekomst tegemoet. Ten aanzien van de familie der elektrische machines, sprak De Jong nog in 1962 bij zijn inauguratie (20] van een renaissance van de gelijkstroom- machine. Maar inmiddels worden de draaiveldmachines herboren, dank zij de krachtige ontwikkeling

van de vermogenselektronica en de info-technieken. De nadere

ontwikkeling van dit herborelingske vraagt een niet aflatende zorg, onder het devies, hetwelk ik ontleen aan het wapen van de republiek Indonesia: Bhinneka tunggal ika, ofwel: Eenheid in verscheidenheid.

(24)

Literatuur

[1] Albers, L.J.P.

De 'Blauwe Tram' van 1924-1961.

Rotterdam: Wyt, 1971. Trams en tramlijnen, deel 8.

[2] De ontwikkeling onzer electriciteitsvoorziening 1880-1938. 2 delen.

Arnhem: Centraal Bureau V.D.E.N. 1948.

Uitgave naar aanleiding van het 25-jarig bestaan der Vereni-ging van Directeuren van Electriciteitsbedrijven in Nederland.

[3) Deri, M.

Neuerungen in der Vertheilung von Elektricitat.

Deutsches Reichspatent No. 33951 vom 18. Februar 1885.

[4) Dolivo-Dobrowolsky, M. v.

Anker fur Wechselstrommotoren.

Deutsches Reichspatent No. 51083 vom 8. Marz 1889.

[5] Electro-dynamic Rotation by Means of Alternating Currents. Industries, 18 May 1888, p. 505-506.

[6) Dibner, B. Ferraris, Galileo.

In: Dictionary of Scientific Biography. Ed. by Ch.C. Gillispie. New York: Scribner, 1971. Vol. 4, p. 588-589.

[7] Ferraris, G.

Rotazioni Elettrodinamiche Prodotte per Mezzo di Corrente Alternate.

Atti della Reale Accademia delle Scienze di Torino, Vol. 23 (1888), p. 360-375.

[8) Mobus,

w.

Michael von Dolivo-Dobrowolsky.

Elektrotechnische Zeitschrift (ETZ): B, Band 6 (1954), S. 76. [9) Schafer, W.

75 Jahre Energieubertragung mit Drehstrom. AEG-Mitteilungen, Band 56 (1966), S. 293. 22

(25)

[10) Westendorp, F.

Constructie van het spoorwegmaterieel.

Handleiding bij de colleges bewerkt door W.R.G. van den Broek.

Delft: Delftsche Uitgevers Maatschapopij, 1947.

Handleidingen bij het onderwijs aan de Technische Hoge-school te Delft, No. 77.

[11] Furst, A.

Emil Rathenau, der Mann und Sein Werk.

Berlin-Charlottenburg: Vita, Deutsches Verlagshaus, 1915.

[12) Heyland, A.

Ein Graphisches Verfahren zur Vorausberechnung von Transfor- Matoren und Mehrphasenmotoren;

Elektrotechnische Zeitschrift (ETZ), Band 15 (1894), S. 561-564.

[13) Ossanna, G.

Theorie der Drehstrommotoren.

Zeitschrift flir Elektrotechnik, Band 17 (1899), S. 223-255.

[14] Getty, A.

Ganesa: A monograph on the elephant-faced God.

New Delhi: Munshiram Manoharlal, 1936. [15] Doorschot, F.

Het bijzondere van het gewone.

lnaugurele rede. Technische Hogeschool Eindhoven, 18 jan.

1985.

[16) Brown, G.S.

Educating Electrical Engineers to Exploit Science.

Electrical Engineering, Vol. 7 4 (1955), p. 110-115.

[17] White, D.C. and Woodson, H.H.

A New Electromechanical Energy-Conversion Laboratory.

Power Apparatus amd Systems, Vol. 76, Pt 3 (1957), p. ·

656-664.

[18] Burg, F.A.W. van den

An Electrical Transmission Shaft and ltrs Stability Founded on a General Theory of Electrical Machines.

Proefschrift. Technische Hogeschool Delft, 1961.

Delft: Waltman, 1961.

(26)

[19] Wet van 22 juni 1983,

Houdende afschaffing van de bijzondere functionele leeftijds-grens van hoogleraren, lectoren en leden van de Colleges van Bestuur van de Universiteiten en Hogescholen en van de de Besturen van de Academische Ziekenhuizen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 1983, Nr. 323.

[20] De Jong, H.C.J.

De elektrische machine een 'evergreen' in de elektrotechniek.

(p.H) lnaugurele oratie THE, 62.02.2

Voor zijn effectieve steun bij mijn literatuurstudie ben ik onze afdelingsbibliothecaris ir. 1.V. Bruia veel dank verschuldigd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bespreek: wat gaan jullie hieruit nemen als jullie zelf bezig zijn met sociale media tijdens de

These methods are the so-called MSSD and MDSD where cause and effect are respectively substituted by independent and dependent variables to ascertain the existence of possible

Since permanent shade netting alters important environmental factors that affects the uptake of foliar applied substances (Bukovac, 1972), the efficacy of PGR

Niet alleen voor leerlingen was het dus even wennen, maar ook docenten waren er niet altijd op ingesteld.. Dat riep vragen op, want hoe breng je de leerlingen bijvoorbeeld de

Dat het gebied dat vroeger Mandatory Palestine was al vijftig jaar de facto, uiteindelijk onder Israëlische staats- macht valt, en dat er inmiddels meer dan 600 000 kolonis- ten

Weliswaar zegt Ladegast dat voor bepaalde momenten tijdens het kerstfeest een combinatie van Prestant 8', Octaaf 4', Gemshoorn 4', Trompet 8' en Bourdon 16' geschikt is, die

Uit de bestaande litcratuur blijkt dat C'en van de mechanismen waardoor.slachtoffers van geweld het gebeurde verwerken is, dat zij Cr eon zinvolle bctekenis aan geven. De

André Janssen heeft enig onderzoek gedaan naar publicaties over foramini- feren en ecologie..