• No results found

Metalen driekant roosters in vleesvarkenshokken met bolle vloeruitvoering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Metalen driekant roosters in vleesvarkenshokken met bolle vloeruitvoering"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

INHOUDSOPGAVE

p%J

l 3 6 1 2 21* 2 2. 2 3. 2 4l 2 5* 2 6* 3 3 1 3’1 1. 3’1 2* . 3 2 3’2 1* 3’2 2. 3’2 3. 3’2 4. . 3 3. 4 41* 4 2 4:3 4 4l 4 5l 4 6* 4 7. SAMENVATTING SUMMARY INLEIDING INTRODUCTION OPZET EN UITVOERING EXPERIMENTAL DESIGN Proefdieren en proefomvang Proefbehandelingen Proefindeling Huisvesting Voeding- en drinkwatervoorziening

Verzameling en verwerking van de gegevens

RESULTATEN RESULTS Hokbevuiling

Toestand tijdens mestronde Reiniging hokken

Gezondheid dieren Uitval

Veterinaire behandelingen Visuele diarree waarnemingen Long- en leveronderzoek

Mesterijresultaten en slachtkwaliteitskenmerken

DISCUSSIE EN CONCLUSIES DISCUSSION AND CONCLUSIONS Hokbevuiling

Reiniging hokken

Hygiëne en gezondheid dieren

Mesterijresultaten en slachtkwaliteitskenmerken Ammoniakemissie, stankuitstoot en luchtkwaliteit Economische evaluatie Conclusies 14 14 14 14 14 15 15 15 15 BIJLAGEN 16 APPENDIX 16

REEDS EERDER VERSCHENEN PROEFVERSLAGEN 18 PUBLISHED RESEARCH REPORTS 18

(3)

Het betonnen rooster is, vooral om prijstech-nische redenen, de meest gangbare rooster-soort in vleesvarkenshokken. Bij betonnen roosters bedragen de investeringskosten (excl. B.T.W.) ongeveer f 35,- per m2. Bij metalen driekant roosters zijn deze kosten ongeveer f iOO,- per m2. Er zijn echter ont-wikkelingen die de vraag rechtvaardigen of andere roostersoorten mogelijk beter zijn. Deze ontwikkelingen zijn:

- uit de voorstellen rond de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren blijkt, dat een ver-bod om varkens op volledig roostervloer te huisvesten in de nabije toekomst verwacht mag worden. In vleesvarkenshokken met gedeeltelijk roostervloer behoeven aan het rooster minder eisen te worden gesteld ten aanzien van geschiktheid als ligruimte dan bij volledig roostervloer. Dit kan de mest-doorlaatbaarheid ten goede komen. - beperking van de ammoniak-emissie en

stankuitstoot vanuit varkensstallen is in het kader van de milieuproblematiek vereist. Ook vanuit de mest en urine op het rooster en dichte vloer komt ammoniak vrij. Hokbe-vuiling met mest en urine dient dan ook zoveel mogelijk voorkomen te worden. De mestdoorlaatbaarheid van het toegepaste rooster is medebepalend voor de mate van hokbevuiling;

- de verwachting is, dat in de toekomst de gezondheidstoestand van de varkensstapel nog meer dan nu een voorwaarde zal wor-den voor goede technische resultaten en een bloeiende export. De hygiëne in het hok (infectiedruk) en de luchtkwaliteit in de afdeling kunnen medebepalend zijn voor de gezondheidstoestand van de dieren. Hokbevuiling met mest en urine verslechtert de hygiëne en de luchtkwaliteit in de

afde-, ling .

Onderzoek

In dit onderzoek is de toepassing van meta-len driekant roosters in vleesvarkenshokken met gedeeltelijk roostervloer (dichte vloer bol uitgevoerd) vergeleken met betonnen

roos-ters bij dezelfde vloeruitvoering. Het onder-zoek is uitgevoerd op het Varkensproefbedrijf “Zuid- en West-Nederland” te Sterksel in de periode van april 1984 tot en met juli 1987 en omvat 336 dieren per behandeling.

De betonnen en de metalen driekant roosters zijn binnen een afdeling met elkaar vergele-ken De hokvergele-ken waren 3,5 m diep, waarvan achtereenvolgens 1,4 m rooster, 1,5 m dichte betonnen vloer met afschot aan weerszijden van ongeveer 5% en 0,6 m roostervloer tegen de muur. Alle hokken hadden een breedte van 1,7 m.

Boven de ligplaats was, op een hoogte van 1,2 m, een plaat van isolerend materiaal aan-gebracht. De stal werd natuurlijk geventileerd en niet bijverwarmd. Voer en drinkwater ston-den onbeperkt ter beschikking.

Bij de betonnen rooster bedroeg de balk-breedte 10 cm en de spleetbalk-breedte 2 cm. Bij de metalen driekant roosters bedroegen deze maten respectievelijk 2 cm en 1 cm. De rich-ting van de roosterbalken was in de lengte-richting van het hok.

De belangrijkste onderzoekspunten waren: - de mate van hokbevuiling;

- de te behalen technische resultaten; - het voorkomen van

gezondheidsproble-men;

- benodigde tijd voor het schoonspuiten van de hokken.

Hokbevuiling

Gedurende drie ronden is, tweemaal per week, per hok de mate van hokbevuiling met mest en urine geregistreerd. Door middel van een puntensysteem (van 1 = uitermate ernsti-ge bevuiling tot 10 = ernsti-geen bevuiling) is de mate van bevuiling op rooster en liggedeelte en de reinheid van de dieren vastgelegd. De resultaten van deze waarnemingen zijn vast-gelegd in tabel 1.

In de hokken met metalen roosters trad beduidend minder hokbevuiling op dan in de hokken met betonnen roosters. Zowel het rooster als het dichte vloergedeelte bleven in alle jaargetijden schoner. Hierdoor bleven

(4)

ook de varkens schoner. De verklaring hier-voor is de betere mestdoorlaatbaarheid van metalen driekant roosters.

Minder mest en urine op rooster en dichte vloer leidt tot:

- een kortere reinigingstijd van de hokken. De reinigingstijd van de hokken met de metalen driekant roosters was 19,2% korter dan van de hokken met betonnen roosters; - een betere hygiëne in de hokken. Een

bete-re hygiëne in de hokken kan leiden tot een betere gezondheid van de dieren en een betere luchtkwaliteit;

- vermoedelijk leidt minder mest en urine op rooster en dichte vloer ook tot een verlaging van de ammoniak emissie en stankuitstoot vanuit de afdeling.

In dit onderzoek zijn beide roostersoorten binnen een afdeling met elkaar vergeleken. Hierdoor was het niet mogelijk de invloed van de toegepaste roosters op ammoniak-emis-sie, stankuitstoot en luchtkwaliteit te meten.

Gezondheid

De betere hygiëne in de hokken met metalen driekant roosters heeft bij deze proefopzet niet geleid tot wezenlijke verschillen in het aantal dieren dat vanwege gezondheidspro-blemen veterinair behandeld moest worden of dat is uitgevallen. Wel is er iets minder diarree bij de dieren geconstateerd en was de diarree minder ernstig van aard in deze hokken,

Beide roosters zijn binnen een afdeling met

Tabel 1:

Visuele waarnemingen hokbevuiling

elkaar vergeleken. De hokken met de ver-schillende roosters lagen direct langs elkaar. Het optreden van besmetting van hokken met betonnen roosters naar hokken met metalen driekant roosters is mogelijk de verklaring voor het gelijke aantal veterinair behandelde dieren.

Ten aanzien van beenwerkproblemen bij die-ren is tussen beide roosters geen verschil geconstateerd.

Technische resultaten

De behaalde technische resultaten en slacht-kwaliteitskenmerken van de dieren, gehuis-vest op metalen driekant roosters, zijn niet wezenlijk verschillend van de technische resultaten van dieren, gehuisvest op beton-nen roosters. Ook hier geldt dat besmetting van hok naar hok met verschillende proefbe-handeling van invloed kan zijn geweest.

Levensduur

Met betrekking tot de levensduur van beide roostersoorten kan aan de hand van dit onderzoek geen indicatie gegeven worden. De verwachting is dat metalen driekantroos-ters een levensduur hebben van circa 10 jaar en betonnen roosters van circa 15 jaar.

Conclusie

In vleesvarkenshokken met halfroostervloer kunnen metalen driekant roosters worden

toe-Oplegdatum reinheid rooster reinheid dichte vloer reinheid dieren mestbiggen

betonnen metalen betonnen metalen betonnen metalen rooster driekant rooster driekant rooster driekant rooster rooster rooster

1 O-

12-86

65

!

76

9

65

9

78 f

7,s

717

0 1-04-87

61

9

7 4

712

64

1

8 0

718

60

1 72

28-07-87

63

#

65

f 61 1 6 8f

Score 1 = uitermate ernstige bevuiling Score

10 =

geen hokbevuiling

(5)

gepast. Ten opzichte van de onderzochte betonnen roosters hebben metalen driekant roosters een duidelijk betere mestdoorlaat-baarheid. Hierdoor treedt er in alle jaargetij-den minder hokbevuiling met mest en urine op. Mogelijk dat dit voordeel in de nabije toe-komst zwaarder zal gaan wegen dan het nadeel van de hogere investeringskosten.

Vervolgonderzoek

Inmiddels is op het Varkensproefbedrijf te Sterksel een vervolgonderzoek gestart. In dit onderzoek worden betonnen en metalen drie-kant roosters onderzocht in combinatie met een mestspoelsysteem. In dit onderzoek wordt de ammoniak-emissie vanuit de afde-lingen continue gemeten.

(6)

SUMMARY

Concrete slats are most commonly used type of slats in pens of fatteners. Developments in the field of welfare (prohibition on fully perfo-rated floors), environment (ammonia- and smell expulsion emission) and health of the animals have increased the interest for other perforated floor types. The purpose of this research was to find out the prospects of the metal triangle slats in fattener pens.

The research has been carried out at the Experimental Pig Farm at Sterksel. Concrete slats have been compared with metal triangle slats. There were 336 fatteners (barrows and sows) per treatment. They were housed in partly slatted pens. Feed and water were ad lib available. Slat width of the concrete slats was 10 cm and the split width 2 cm. The dimensions for the metal triangle slats were respectively 2 cm and 1 cm. The treatments were compared for pen dirtying, the overall performance of the fatteners, veterinary treat-ments and the time required to clean the pens.

Pen dirtying in the pens with the metal triang-le slats was considerabtriang-le triang-less then in the pens with the concrete slats. The slats as wel1 as the concrete floor were cleaner through all the year, so the fatteners remained cleaner. This is caused by the better dung throughput of the metal triangle slats. The cleaning time of the pen with the partly metal triangle slats is 19.2% less than the time needed for clea-ning the pen with the partly concrete slats. At the same time it probably means a decline in ammonia emission and smell emission. Nevertheless, because of the pens with the different floortypes were in the same com-partment the influence on the ammonia emis-sion and smell expulemis-sion is unknown.

The better dung throughput also means a better hygiene, which can lead to healthier animals. However that there was no differen-ces in number of veterinary treatments or cul-ling of animals between the two floortypes. There is a tendency towards less diarrhoea (frequency and intensity) in the pens with the metal triangle. Because of the two treatments were in one compartment, there might have

been contamination of the fatteners in the pens with the metal triangle slats by the fat-teners of the other treatment. There was no differente in leg injuries between the two tre-atments.

The overall performance and the slaughter quality of the fatteners, housed on the metal triangle slats, is not significantly different from the fatteners, housed on the concrete slats. The contamination may have had an impor-tant influence.

Metal triangle slats can be used in fattener pens with partly slatted floors. The dung throughput is, compared with concrete slats, better. It means that there is less dirtying of the pen with dung and urine. Maybe in future this benefit is of more importante than the higher investment costs (compared with con-crete slats).

(7)

INTRODUCTION

Roosters in varkenshokken moeten in het algemeen aan verschillende eisen voldoen, Belangrijk zijn: geschiktheid als lig- en loop-oppervlak, thermische eigenschappen, slijt-vastheid, mestdoorlaatbaarheid en reinig-baarheid.

De mate van belangrijkheid van elke afzon-derlijke eis, wordt vooral bepaald door de diercategorie en door de vloeruitvoering (ha of gedeeltelijk roostervloer.)

Het betonnen rooster is in vleesvarkenshok-ken de meest gangbare roostersoort. Dit vooral om prijstechnische redenen. Er zijn echter ontwikkelingen, die de vraag recht-vaardigen of andere roosters beter zijn. Dez ontwikkelingen zijn: 1, 2 3 .If-e

Uit de voorstellen uit de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren blijkt, dat een ver-bod om varkens op volledig roostervloer te huisvesten in de nabije toekomst verwacht mag worden.

In vleesvarkenshokken met halfroostervloer behoeven aan het rooster minder eisen te worden gesteld als geschiktheid voor lig-ruimte dan bij volledig roostervloer. Dit kan de mestdoorlaatbaarheid van het rooster ten goede komen.

De verwachting is, dat in de toekomst de gezondheidstoestand van de varkenssta-pel nog meer dan nu een voorwaarde zal worden voor goede technische resultaten en een bloeiende export. De hygiëne in het hok (infectiedruk) en de luchtkwaliteit in de afdeling kunnen medebepalend zijn voor de gezondheidstoestand van de dieren. Beperking van ammoniak-emissie en stankuitstoot vanuit varkenstallen is in het kader van de milieuproblematiek vereist. Ammoniak en stank komen niet alleen vrij uit de mest en urine in de mestput, maar ook uit de mest en urine op roosters en dichte vloer. Hoe groot dit percentage van het totaal is, is nog niet bekend. Omdat de mest en urine op de vloer door de dieren uitgesmeerd wordt (vergroting emissie oppervlak), kan de ammoniak-emissie vanaf de roosters en dichte vloer vooral bij

ernstige hokbevuiling hoog zijn. Hokbevui-ling dient dus niet alleen uit oogpunt van hygiëne, maar vooral ook uit oogpunt van ammoniak-emissie en vermoedelijk ook stankuitstoot zoveel mogelijk voorkomen te worden. De mate van hokbevuiling is van meerdere factoren afhankelijk. Eén van deze factoren is de mestdoorlaatbaarheid van het toegepaste rooster.

De eerste twee geschetste ontwikkelingen zijn de hoofdredenen geweest voor het opstarten van dit onderzoek in 1984. Het beperken van de ammoniak-emissie is in de loop der jaren daarna steeds belangrijker geworden.

In dit onderzoek is nagegaan wat de per-spectieven zijn van toepassing van metalen driekant roosters in vleesvarkenshokken met gedeeltelijk roostervloer, waarbij de dichte vloer bol uitgevoerd is.

(8)

2

OPZET EN UITVOERING

EXPERIMENTAL DESIGN

21l

Proefbehandelingen

In dit onderzoek is de toepassing van beton-nen roosters in vleesvarkenshokken met gedeeltelijk roostervloer (dicht gedeelte bol uitgevoerd) vergeleken met metalen driekant roosters.

Bij de betonnen roosters bedroeg de balk-breedte 10 cm en de spleetbalk-breedte 2 cm. Bij de metalen driekant roosters bedroegen deze maten respectievelijk 2 cm en 1 cm. De rich-ting van de roosters was in de lengterichrich-ting van het hok.

2.2

Proefomvang en proefdieren

Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van april 1984 tot en met juli 1987 en omvat 9 ronden. In totaal bestaat iedere proefgroep uit 336 opgelegde dieren. De dieren zijn krui-singsbiggen uit de combinatie GY-beer met (DU x NL)-zeug.

2.3

Proefindeling

De betonnen en metalen roosters zijn binnen één afdeling met elkaar vergeleken. Voor de vergelijking is bij opleg van de dieren een blokkenindeling toegepast. Eén blok bestaat uit twee hokken, één hok met betonnen roos-ter en één hok met metalen roosroos-ter. Binnen één blok is de inrichting van beide hokken identiek geweest. De biggen zijn per hok ingedeeld op basis van kruisingstype, sexe, leeftijd en gewicht. In 6 ronden zijn borgen en zeugen gescheiden gemest, in twee ronden alleen zeugen en in 1 ronde alleen borgen. Het all in-all out systeem is bij elke ronde toe-gepast

2.4

Huisvesting

Het onderzoek is uitgevoerd in een kistenstal met 12 hokken van 8 dieren. De hokken zijn 1,7 m en 3,5 m diep, waarvan achtereenvol-gens 1,4 m rooster, 1,5 m dichte betonnen vloer met afschot aan weerszijden van $_ 5%

en 0,6 m roostervloer tegen de muur. Boven het lignest is op 1,2 m hoogte een plaat van isolerend materiaal aangebracht.

De stal werd natuurlijk geventileerd en niet bijverwarmd. De verse lucht kwam binnen via een opening van 0,25 m en werd langs 0,6 m lange kleppen geleid. De afvoer vond plaats via een regelbare open nok.

In bijlage 1 is een plattegrond weergegeven van de kistenstal.

2.5

Voeding en drinkwaterverstrekking

De dieren zijn gedurende de gehele mestpe-riode onbeperkt gevoerd via een droogvoer-bak met vier vreetplaatsen. Het drinkwater heeft onbeperkt ter beschikking gestaan via drinknippels op lage druk.

2.6

Verzameling en verwerking van de

gegevens

Aan de hand van het opleggewicht, het bere-kend eindgewicht, de voeropname en het aantal mestdagen zijn de produktiekenmer-ken groeisnelheid, voederconversie en voer-opname per dier per dag berekend als hok-gemiddelden. Het berekend eindgewicht is het koud geslacht gewicht, vermenigvuldigd met de factor 1,3. Bij de berekening van de kengetallen is gecorrigeerd op eindgewicht.

De slachtgegevens van de dieren, die vol-gens het “oude” classificatiesysteem zijn geclassificeerd, betreffen het percentage EAA + 1 A, de gemiddelde classificatie en de gemiddelde kwaliteitskorting (zie voor bere-kening bijlage 2). De slachtgegevens van de dieren, die volgens het “nieuwe” classificatie-systeem zijn geclassificeerd betreffen het gemiddelde vleespercentage en het percen-tage type AA en type A.

Bij uitval zijn datum, oorzaak, gewicht en leef-tijd genoteerd. Dieren, die met een levend gewicht van minder dan 60 kg zijn uitgeval-len, zijn steeds uit de proef resultaten gere-kend. De gegevens van uitgevallen dieren

(9)

met een levend gewicht van 60 kg of meer, zijn meegenomen in de berekeningen, even-als de voortijdig en de te licht afgeleverde dieren.

De verschillen tussen de proefgroepen voor wat betreft de kenmerken groei, voeropname, voederconversie, de gemiddelde kwaliteits-korting bij het “oude” classificatiesysteem en het gemiddelde vleespercentage bij het “nieuwe” classificatiesysteem zijn statistisch geanalyseerd met behulp van de variantie-analyse.

Met behulp van de X2-toets is nagegaan of er tussen de proefgroepen, niet op toeval berus-tende verschillen bestaan in het aantal uitge-vallen dieren, het aantal dieren met long-en/of leveraandoeningen, het percentage EAA + 1A en het aantal behandelde dieren wegens gezondheidsstoornissen.

Bij ronde 7,8 en 9 zijn visuele waarnemingen verricht ten aanzien van het voorkomen van diarree, de reinheid van de dieren en de mate van bevuiling van zowel de rooster- als dichte vloer.

Ook zijn tijdwaarnemingen verricht met betrekking tot de benodigde tijd voor reini-ging van de hokken met respectievelijk meta-len- en betonnen roosters.

(10)

3

31l 3.1 l l

RESULTATEN

RESULTS

Hokbevuiling

Toestand tijdens mestronde Gedurende drie ronden is, tweemaal per week, per hok de mate van hokbevuiling met mest en urine geregistreerd. Door middel van een puntensysteem (van 1 = uitermate ernsti-ge bevuiling tot 10 = ernsti-geen bevuiling) is de mate van bevuiling op roosters (zowel voor-als achter in het hok) en liggedeelte en de zuiverheid van de dieren vastgelegd. De resultaten van deze waarnemingen zijn weer-gegeven in tabel 1.

In de hokken met metalen driekant roosters is minder hokbevuiling geconstateerd dan in de hokken met betonnen roosters. Zowel het

Tabel 1:

Visuele waarnemingen hokbevuiling

Table 1: Visual observations of dirtying of pens

rooster en het dichte vloergedeelte als de dieren zijn gedurende alle jaargetijden scho-ner De verschillen in hokbevuiling zijn het grootst in de zomermaanden.

3.1.2 Reiniging hokken

Vijf keer zijn tijdwaarnemingen verricht met betrekking tot de benodigde tijdsduur voor reiniging van hokken met betonnen roosters en van hokken met metalen driekant roosters nadat de dieren geleverd zijn. Binnen een vergelijking is door dezelfde persoon gerei-nigd en is de methodiek van reinigen gelijk. De waargenomen tijden zijn exclusief de beno-digde tijd voor het bezemschoon maken van de hokken voor reiniging (mestafscheppen).

Uit tabel 2 blijkt dat de reinigingstijd van de hokken met metalen roosters 19,2% korter is geweest, dan bij betonnen roosters.

Oplegdatum reinheid roosters reinheid dichte vloer reinheid dieren mestbiggen betonnen rooster metalen driekant rooster betonnen rooster metalen driekant rooster betonnen rooster metalen driekant rooster 10-12 -86 65 i 796 65 f 78 75 9 77 9 01 -04 -87 61 9 74 64 ! 8 0 60 9 7 2T 28-07 -87 63 9 72 65 9 718 61 ! 6 8f

Score 1 = uitermate ernstige bevuiling Score 10 = geen hokbevuiling

Tabel 2:

Tijdswaarneming reiniging hokken

Table 2: Time registration for cleaning of pens

betonnen roosters

metalen driekant roosters

Reinigingstijd per hok (min.) 26 21 Tijdsbesparing metaal t.o.v. beton (%) 19,2%

(11)

3.2

Gezondheid dieren

Op basis van deze beperkte aantallen kun-nen geen duidelijke verschillen in uitval en 3.2.1 Uitval uitvalsoorzaak tussen de proefgroepen vast-Van de totaal 672 opgelegde dieren zijn 10 gesteld worden.

dieren voortijdig uit de proef genomen of

gestorven. In tabel 3 zijn voor de proefgroep- 3.2.2 Veterinaire behandelingen

en de uitvalscijfers vermeld. Deze zijn uitge- In tabel 4 staat het aantal dieren vermeld, dat splitst naar oorzaak van uitval. individueel behandeld is wegens

gezond-Tabel 3:

Uitval

Table 3: n/lortaMy rooster betonnen rooster metalen

aantal opgelegde dieren aantal uitgevallen dieren oorzaak van de uitval: - longaandoening - vermageren - hersenaandoening - verlamd - diversen/onbekend 336 336 6 4 1 0 1 0 1 0 0 1 3 3

Tabel 4: Behandelingen vanwege gezondheidsstoornissen Table 4: Veterinary treatments

betonnen roosters metalen driekant roosters significantie

Aantal opgelegde dieren Behandelde dieren (%) Aantal dieren behandeld voor: - diarree (%)

- beenwerkaandoeningen (%) - longaandoeningen (%) - vermageren (%) - diversen (%)

Aantal behand. per behand. dier: - diarree - beenwerkaandoeningen - longaandoeningen - vermageren - diversen 336 336 28,9 34,2 17,9 3 39 5 0 1~2 1 5I 1 3 113 X6 1 29 1 0* 9 1 03 16,i 3 99 3 6? 3 8! 6 8 112 XO 195 131 1 59 1 0! NS NS NS NS NS NS NS ** NS NS ** NS

1 NS : niet significant, geen verschil

i ** : significant, duidelijk verschil (p c 0,05)

(12)

heidsstoornissen. Ook is de reden van behandeling en het aantal behandelingen per dier aangegeven. Het betreft hier steeds indi-vidueel met medicijnen behandelde dieren. Koppelbehandelingen zijn buiten de vergelij-king gelaten.

Er blijken geen verschillen te bestaan in het aantal behandelde dieren en in de reden van de behandeling. Het aantal behandelingen per behandeld dier is voor beide proefgroe-pen vrijwel gelijk. Wel is het aantal behande-lingen per behandeld dier wegens diarree bij de betonnen rooster significant hoger dan bij de metalen driekant rooster. Daar tegenover staat dat het aantal behandelingen per

Tabel 5:

Visuele diarree waarnemingen

Table 5: Visual observations diarrhoea

behandeld dier wegens vermageren bij de metalen driekant rooster hoger is dan bij de betonnen rooster.

3.2.3 Visuele diarree waarnemingen Gedurende 3 ronden zijn, tweemaal per week, per hok visuele waarnemingen verricht met betrekking tot het voorkomen en de mate van diarree bij de dieren,

In tabel 5 zijn de resultaten van deze waarne-mingen weergegeven.

Bij de metalen driekant rooster is minder vaak diarree geconstateerd en was de diarree min-der ernstig van aard dan bij de betonnen rooster. Dit geldt voor alle jaargetijden.

Aantal waarnemingen Geen diarree (%) diarree (%) ernstige diarree (%) B = betonnen rooster M = metalen rooster Ronde 1 Ronde 2 opleg opleg 1 O- 12-86 0 1-04-87 B M B M 126 126 162 162 82 93 86 99 13 6 8 1 5 1 6 0 Ronde 3 Totaal opleg ronde 28-07-87 1 t/m 3 B M B M 174 174 462 462 87 94 85 95 12 5 11 4, 1 1 4 1

Tabel 6:

Resultaten long- en leveronderzoek

Table 6: Results lung and liver investigatiois

betonnen roosters metalen driekant roosters significantie

Aantal onderzochte dieren % niet aangetast

% dieren met: - aangetaste longen

- aangetaste of afgekeurde lever - pleuritis

* NS: niet significant, geen verschil

279 281

83,3 81,8 NS

11,l 13,9 NS

5 09 3 6! NS 0 09 0 7!

(13)

3.2.4 Long- en leveronderzoek

Vrijwel alle geslachte dieren zijn onderzocht op het voorkomen van long- en/of Ieveraan-doeningen. In tabel 6 zijn de resultaten van dit onderzoek vermeld,

Er bestaan tussen de proefgroepen geen ver-schillen in het aantal dieren met aangetaste longen enlof levers.

3.3

Mesterijresulaten en

slachtkwaliteits-kenmerken

De mesterijresultaten en de slachtkwaliteits-kenmerken over de gehele proefperiode zijn

Tabel 7:

Mesterij resultaten

Table 7: Performance of growing pigs

weergegeven in tabel 7 en 8.

Er bestaan tussen de twee proefgroepen geen significante verschillen in voeropname, groei en voederconversie.

Het percentage EAA + 1A en de gemiddelde kwaliteitskorting is bepaald bij 471 geslachte dieren. Van 179 dieren is het vleespercenta-ge bepaald. Ook ten aanzien van de slacht-kwaliteitskenmerken zijn tussen de twee proefgroepen geen statistische verschillen geconstateerd. Er is ook nagegaan of er voor één of meerdere kenmerken een significante interactie bestaat tussen seizoen en behan-deling. Dit bleek niet zo te zijn.

betonnen metalen roosters roosters significantie aantal dieren begingewicht (kg) eindgewicht (kg) mestdagen groeisnelheid (g/dag) voederconversie (kg voer/dag) voeropname (kg voer/dag) 336 336 22,5 22,8 103,o 103,o 106,4 106,9 NS 757 753 NS 2,13 2,09 NS 2,81 2,78 NS NS: niet significant Tabel 8:

Slachtkwaliteitskenmerken

Table 8: Slaughter quality characteristics

betonnen roosters metalen roosters significantie “oud”classificatiesysteem - aantal dieren - percentage (EAA+ 1 A) - gem. kwaliteitskorting* 235 236 77,9 75,0 NS 15,8 16,7 NS “nieuw” classificatiesysteem - aantal dieren - gem. vleespercentage (HGP) - percentage (AA+A) 88 91 52,2 52,2 NS 78,4 84,6 NS

* voor berekening zie bijlage 2 NS: niet significant

(14)

4

DISCUSSIE E

CONCLUSIES

DISCUSSION AND CONCLUSIONS

4.1 Hokbevuiling

De mestdoorlaatbaarheid van metalen drie-kant roosters is beter dan die van betonnen roosters. Hierdoor is in de hokken met de metalen driekant rooster beduidend minder hokbevuiling met mest en urine geconsta-teerd dan in de hokken met het betonnen rooster.

Zowel het rooster als het dichte vloergedeelte bleven in alle jaargetijden schoner. Hierdoor bleven ook de dieren schoner.

Minder mest en urine op rooster en dichte vloer leidt tot:

* een kortere reinigingstijd van de hokken; * een beter hygiëne in het hok, een betere hygiëne in de hokken kan leiden tot een bete-re gezondheid van de diebete-ren en een betebete-re luchtkwaliteit in de stal.

Vermoedelijk leidt minder mest en urine op rooster en dicht vloer ook tot een verlaging van de ammoniak emissie en stankuitstoot. In dit onderzoek zijn beide roostersoorten bin-nen één afdeling met elkaar vergeleken. Hier-door was het niet mogelijk de invloed van het toegepaste rooster op de ammoniak emissie te bepalen.

4.2 Reiniging hokken

Door de betere mestdoorlaatbaarheid bleven de hokken met de metalen driekant roosters schoner dan de hokken met betonnen roos-ter Hierdoor was de schoonmaaktijd van de hokken met metalen driekant rooster 19,2% korter. De waargenomen tijden zijn exclusief de benodigde tijd voor het bezemschoonma-ken van de hokbezemschoonma-ken vóór reiniging (mestaf-scheppen). Vermoedelijk kost het bezem-schoonmaken van de hokken met metalen driekant roosters ook minder tijd.

4.3 Hygiëne en gezondheid dieren

De betere hygiëne in de hokken met metalen driekant roosters heeft in dit onderzoek niet

geleid tot verschillen in het aantal dieren dat vanwege gezondheidsproblemen veterinair behandeld moest worden of dat is uitgeval-len. Ook de aard van de gezondheidsproble-men en het totaal aantal veterinaire behande-lingen per behandeld dier was niet significant veschillend. Wel was het aantal behandelin-gen per behandeld dier webehandelin-gens diarree lager en wegens vermageren hoger bij de metalen driekant roosters. Het verschil in het aantal behandelingen per dier wegens vermageren is niet duidelijk te verklaren. Dat het aantal behandelingen per dier wegens diarree lager is duidt erop, dat de diarree minder ernstig van aard was.

Ook uit de visuele diarree waarnemingen blijkt, dat in de hokken met metalen driekant roosters minder vaak diarree voorkomt en dat de diarree minder ernstig van aard was. Er zijn tussen beide roostersoorten geen ver-schillen geconstateerd ten aanzien van been-werkproblemen.

Ten aanzien van het voorkomen van long-en/of leveraandoeningen zijn tussen beide proefbehandelingen geen significante ver-schillen geconstateerd.

De betere hygiëne in de hokken met metal’en driekant roosters heeft in deze proefopzet slechts een geringe invloed gehad op de diarree problematiek. In dit onderzoek zijn beide roostersoorten binnen één afdeling met elkaar vergeleken. De hokken met de ver-schillende roosters lagen naast elkaar. Het kunnen optreden van besmetting tussen hok-ken met verschillende proefbehandelingen kan de verklaring voor de geringe verschillen in het aantal veterinaire behandelingen zijn. Bovendien bepaalt de gezondheidstoestand van de dieren (weerstand tegen infecties) in hoeverre een slechtere hygiëne tot uiting komt. De gezondheidstoestand van de dieren is in dit onderzoek goed geweest, Mogelijk dat bij een minder goede gezondheidstoe-stand de invloed van de toegepaste rooster-soort groter is.

(15)

4.4

Mesterijresultaten en

slachtkwaliteits-kenmerken

Er zijn bij deze proefopzet geen significante verschillen in mesterijresultaten en slachtkwa-Iiteitskenmerken geconstateerd tussen hok-ken met betonnen roosters en hokhok-ken met metalen driekant roosters. De betere hygiëne bij metalen driekant roosters heeft dus bij deze proefopzet niet geleid tot betere techni-sche resultaten. Ook hier geldt dat besmet-ting van hok naar hok met verschillende proefbehandeling van invloed kan zijn geweest.

4.5

Ammoniak-emissie, stankuitstoot en

luchtkwaliteit

Minder mest en urine op roosters en dichte vloer leidt vermoedelijk tot minder ammoniak emissie en vermoedelijk ook tot vermindering van de stankuitstoot, omdat het totale ver-dampend oppervlak kleiner wordt.

Verlaging van de ammoniak-emissie en stan-kuitstoot draagt bij tot een beter milieu maar ook tot een betere luchtkwaliteit in de stal. Dit laatste komt zowel de gezondheid van de dieren als van de varkenshouder ten goede. In dit onderzoek zijn beide roostersoorten binnen één afdeling met elkaar vergeleken. Hierdoor was het niet mogelijk de invloed van toegepaste roostersoorten op ammoniak-emissie, stankuitstoot, luchtkwaliteit en de gevolgen hiervan op de gezondheidstoe-stand van de dieren te bepalen. Inmiddels is op het Varkensproefbedrijf in Sterksel een vervolgonderzoek gestart. In dit onderzoek worden metalen driekant roosters en beton-nen roosters onderzocht in combinatie met een mestspoelsysteem. De ammoniak-emis-sie wordt hierbij continu gemeten.

4.6

Economische beschouwing

Doordat de produktie en gezondheid van de varkens in dit onderzoek niet significant ver-schilde tussen beide roostersoorten is het moeilijk een economische afweging tussen beide te maken. De gezondheidsrisico’s wor-den bij toepassing van metalen driekant roos-.

ters lager ingeschat dan bij toepassing van betonnen roosters. De gevolgen daarvan zijn in de economische afweging echter niet in een geldbedrag uit te drukken. Dit geldt ook voor de positieve invloed van de metalen driekant op ammoniak-emissie, stankuitstoot en luchtkwaliteit.

Met betrekking tot de levensduur van beide roostersoorten kan aan de hand van dit onderzoek geen indicatie gegeven worden. De verwachting is dat metalen driekant roos-ters een levensduur hebben van circa 10 jaar en betonnen roosters circa 15 jaar. Bij beton-nen roosters bedragen de investeringskosten (excl. B.T.W.) ongeveer

f

35,- per m2. Bij metalen driekant roosters ongeveer

f

lOO,-per m2.

4.7

Conclusies

- Ten opzichte van betonnen roosters in vleesvarkenshokken met gedeeltelijk roos-tervloer (bolle dichte vloer uitvoering) leiden metalen driekant roosters tot beduidend minder hokbevuiling met mest en unine. Hierdoor blijven ook de dieren schoner. Dit geldt voor alle jaargetijden.

- De benodigde reinigingstijd voor hokken met metalen driekant roosters was 19,2% korter dan voor betonnen roosters.

- De betere hygiëne in de hokken met meta-len driekant roosters heeft in deze proefop-zet ten aanzien van gezondheidsproblemen alleen enige positieve invloed gehad op het voorkomen van en de ernst van diarree bij de dieren.

- De betere hygiëne in de hokken met meta-len driekant roosters heeft in deze proefop-zet niet geleid tot betere mesterij resultaten. - Er zijn tussen beide roostersoorten geen

verschillen geconstateerd ten aanzien van beenwerkproblemen.

(16)

- 0 . Ap 0

x -. UI

(17)

BIJLAGE II:

Berekening van de gemiddelde kwaliteitskorting

gemiddelde 1

kwaliteits- = - ((NI x 15) + (NII x 20) + (Nlll x 35) + (NIV x 50) korting a

Hierin is

a : totaal aantal varkens

NI : aantal varkens in uitbetalingsklasse I (IA) NII : aantal varkens in uitbetalingsklasse II (1 B) NIII : aantal varkens in uitbetalingsklasse III (2A + 2B) NIV : aantal varkens in overige uitbetalingsklassen

(18)

a ö -8

(19)

Proefverslag P 1.23

“Vergelijking van drie- met viermaal daags voeren van mestvarkens m.b.v. een volauto-matische brijvoerinstallatie”

Proefverslag P 1.24

“Opfok- en mesterijresultaten van beren en borgen”

Proefverslag P 1.25

“Drinkwatervoorziening voor gespeende big-gen”

Proefverslag P 1.26

“Nestverwarmingssystemen voor zogende biggen: gebruikservaringen en energiever-bruik”

Proefverslag P 1.27

“Beroepsuitoefening door varkenshouders”

Proefverslag P 1.28

“Verschillen tussen praktijkbedrijven in voe-ding van zeugen en biggen”

Proefverslag P 1.29

“Economische verkenningen naar het per-spectief van poliklinische kraamhokken”

Proefverslag P 1.30

“Invloed van de voerverdeling tijdens de dracht op de produktieresultaten van zeu-gen”

Proefverslag P 1.31 “Afleveren mestvarkens”

Proefverslag P 1.32

“Waterverbruik bij onbeperkt gevoerde var-kens”

Proefverslag P 1.33

“Lysine- en energiegehalte in vleesvarkens-voer”

Proefverslag P 1.34

“Invloed van voeding van biggen en slacht-varkens op groei en karkaskwaliteit”

Proefverslag P 1.35

“Opfok gespeende biggen”

Proefverslag P 1.36

“Inseminatie van opfokzeugen bij eerste bronst of tweede bronst”

Proefverslag P 1.37

“Vergelijking tussen twee plafondventilatie-systemen en werkgangventilatie bij mestvar-kens”

Proefverslag P 1.38

“Wel of niet aanbinden van zeugen in het kraamopfokhok”

Proefverslag P 1.39

“Periodiek werk op zeugenbedrijven, het weekschema en alternatieven”

Proefverslag P 1.40

“Bedrijven met Scharrelvarkens. Een enquête onder bedrijven met scharrelvarkens in 1988”

Proefverslag P 1.41

“Kwaliteitsverschillen bij biggen en vleesvar-kens”

Proefverslag P 1.42

“Opfok van gespeende biggen”

Proefverslag P 1.43

“Klimaatsnormen voor varkens”

Proefverslag P 1.44

“Kwaliteitsverschillen bij biggen en mogelijk-heden tot meten en uitbetalen”

Proefverslag P 1.45

“Brijvoedering gespeende biggen”

Proefverslag P 1.46

“Ruwe celstofrijke voeders voor dragende zeugen”

Proefverslag P 1.47

“Toepassing van biobedden in de varkens-houderij”

(20)

Proefverslag P 1.48

“Toevoeging van Calprona-P aan biggenvoe-ders”

Proefverslag P 1.49

“Ontsloten gerst en Borcilac in biggenvoe-ders”

Proefverslag P 1.50

“De invloed van het aantal zaadcellen per inseminatie op de reproduktie-resultaten bij varkens”

Proefverslag P 1.51

“Mestscheiden onder de roosters”

Proefverslag P 1.52

“Invloed van granen in het voer op de pro-duktiviteit van zeugen”

Proefverslag P 1.53

“Lysine- en eiwitgehalte in vleesvarkensvoer bij driefasenvoedering”

Proefverslag P 1.54

“Praktijkonderzoek naar groepshuisvesting van drachtige zeugen anno 1990”

Proefverslag P 1.55

“Buitenopslag van varkensmest”

Proefverslag P 1.56

“Vergelijking brijbak/droogvoerbak bij gespeende biggen”

Proefverslag P 1.57

“Hokvorm en hokuitvoering voor groeiende varkens; een synthese”

Proefverslag P 1.58

“Praktijkervaringen met de K2-stal”

Proefverslag P 1.60 Proefverslag P 1.59

“De invloed van een zoogperiode van 3,5 en 4,5 weken op vermeerdering, opfok en mes-terij van varkens”

“Bedrijfscontrôle ten aanzien van het voorko-men van de ziekte van Aujeszky”

Exemplaren van proefverslagen kunnen wor-den verkregen door f 15,- per verslag over te maken op postgirorekeningnummer

51.73.462 ten name van het Proefstation voor de Varkenshouderij, Lunerkampweg 7, 5245 NB ROSMALEN, onder vermelding van het gewenste verslagnummer.

U kunt zich ook abonneren op het periodiek PRAKTIJKONDERZOEK VARKENSHOUDE-RIJ. U ontvangt dan 6 keer per jaar een perio-diek met daarin de resultaten van het zoek. U heeft dan de mogelijkheid om onder-zoeksverslagen gratis te bestellen. Boven-dien ontvangt u de jaarverslagen van de regionale proefbedrijven en het Proefstation gratis. U kunt zich hierop abonneren door f 45,- over te maken op postgirorekening-nummer 51.73.462 ten name van het Proef-station voor de Varkenshouderij, Lunerkamp-weg 7,5245 NB ROSMALEN, onder vermel-ding van POV, Nieuw abonnement.

Proefverslag P 1.61

“Voerligboxsysteem, aan bind boxsysteem en groepshuisvestingssysteem vergeleken”

Proefverslag P 1.62

“Mestscheiden door bezinken”

Proefverslag P 1.63

“Huisvestingstrajecten voor biggen en vlees-varkens”

Proefverslag P 1.64

“De invloed van beperking van de drinktijd op het waterverbruik en technische resultaten bij mestvarkens”

Proefverslag P 1.65 “Porcine parvovirus”

Proefverslag P 1.66

“Informatiemodel Technisch Model Varkens-voeding”

Proefverslag P 1.67

“Het effect van het lysine/eiwit gehalte in het voer voor lacterende zeugen op de prestaties van de zeugen en hun biggen”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Transactie- kosten worden niet alleen door de overheid gemaakt, ook voor de boeren kunnen administratieve lasten ontstaan.. Over het algemeen bepalen drie factoren de hoogte van

Voor een totaal overzicht van de onderzochte bestui- vingskombinaties, verricht in de periode 11 oktober 1971 - 31 januari 1973, wordt verwezen naar Tabel 3» Hierin werden de

“Het Innovatie en Demonstratie Centrum (IDC) voor de Bollen & Vaste planten is een fysieke locatie (PPO in Lisse) waar ondernemers samen met onderzoek, onderwijs en

IN DE INFORMATIËRESKS van het Proefstation voor de Groenten- en Fruit- teelt onder Glas en het Consulentschap voor de Tuinbouw te Naaldwijk zijn tot heden

De heer Stankov van de afdeling Buitenlandse Betrekkingen van het Ministerie van Landbouw te Moskou sprak er zelfs zijn verbazing over uit dat ons vanuit de Russische ambassade

Door dit experiment in de praktijk, waarin wetenschappers en lokale belang- hebbenden samenwerkten, hebben we meer inzicht gekregen in de wijze waarop sociaal-ecologische

In dit netwerk wordt kennis uitgewisseld en zijn diverse kennisvragen en knelpunten naar voren gekomen.. Voor diverse knelpunten zijn leaflets opgesteld met informatie

Four mental skills (imagery, fear control, mental orientation and self-confidence), the chest to waist ratio of the surfers and their BMI are important variables when attempting