• No results found

Proef over nitraat in sla met een dagelijkse lage -aan de instraling aangepaste - dosering van nitraat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Proef over nitraat in sla met een dagelijkse lage -aan de instraling aangepaste - dosering van nitraat"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

MJI

Pi l SS" T r o q cf bgnitra

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS NAALDWIJK

Proef over nitraat in sla met een dagelijkse lage - aan de instra­ ling aangepaste - dosering van nitraat

Berend van Goor (gestationeerd door het Instituut voor Bodem­ vruchtbaarheid, Haren, Groningen)

Francisca Wubben

augustus 1988 Intern verslag nr. 11

(2)

Aan de huidige norm voor nitraat in sla in de winter van 4500 mg/kg is onder sommige omstandigheden moeilijk te voldoen. Ook is verscherping van de norm, o.a. in verband met de export, niet uit­ gesloten. Dit is de reden dat ondanks het vele onderzoek dat in het verleden aan nitraat in bladgroenten gedaan werd, het onder­ werp opnieuw in onderzoek genomen is. De hier beschreven proef, waarbij de N-dosering onderzocht wordt is hier een onderdeel van.

Veel onderzoek in het verleden betrof een matiging of betere regu­ lering van de N-bemesting. Lagere concentraties, betere verdeling en andere chmische vormen maakten deel uit van dit onderzoek. In tabel 1 worden enige resultaten gegeven. Belangrijk is dat reduc­ tie van het nitraatgehalte in de sla plaatsheeft met een minimale derving aan opbrengst of groeisnelheid. De gevolgde methoden betreffen lagere concentraties tijdens de gehele groeiduur, verla­ ging of weglaten van nitraat in een bepaalde periode vooral vlak voor de oogst en het vervangen van nitraat door het ammonium-ion. Uit de tabel blijkt dat vooral vervanging van een groot deel van het nitraat door ammonium vlak voor de oogst het nitraatgehalte sterk kan verlagen zonder de opbrengst erg aan te tasten. Continu lage N-concentratie in de voedingsoplossing of het geheel weglaten van de N vlak voor de oogst verlaagt het nitraatgehalte weliswaar aanzienlijk maar heeft als bezwaar dat de opbrengst 25-30% lager wordt.

Hoge nitraatgehalten worden in gewassen vooral gevonden als licht en assimilaten beperkend worden. Het lijkt daarom belangrijk om niet meer nitraat toe te voeren als de plant op een bepaald ogen­ blik kan verwerken. Curven over de N-opname per dag onder omstan­ digheden met verschillende instraling - als in figuur 1 - kunnen daarbij behulpzaam zijn.

Indien men het nitraatgehalte in de voeding wil verlagen zal het nodig zijn andere vervangende ionen te vinden. Blom-Zandstra en Lampe (1983) vonden dat vervanging door chloride of sulfaat maar in beperkte mate mogelijk is zonder dat de groei geschaad wordt. In het hierna te beschrijven experiment wordt nu normale voeding

(3)

vergeleken met een object waarin dagelijks maar een geringe nitraatgift wordt gegeven. Daarbij wordt deze gift nog aangepast aan de instraling in de voorafgaande periode. In de proef werd de lichtintensiteit kunstmatig zeer laag gehouden. Verder is er een object waarbij de toevoer aan N gelijk is aan bovengenoemd object maar waarbij een gedeelte van de N als ammonium wordt gegeven. Opname, nitraatgehalten, groei en proefomstandigheden zijn in de proef gemeten.

(4)

Proefopzet

Voor het uitvoeren van de proef is een NFT-systeem gebruikt in een houten kas. In de ruimte zijn twaalf goten van dikwandig plastic aangebracht. Per 3 goten is een vat van 110 1 aanwezig, waarin 100 1 voedingsvloeistof gebruikt wordt. Er zijn dus 4 objecten in 3-voud mogelijk. De goten zijn 20 cm breed en hebben een lengte van 3,9 meter. De goten hebben een geringe helling en de stroom­ snelheid van de vloeistof is ca. 1/2 liter per minuut. Op de bodem van de goten is een weefsellaag aangebracht waarin de wortels van de planten kunnen groeien. De goten zijn afgedekt met platen, waarin gaten aanwezig zijn om de planten te zetten. Per goot waren

18 planten aanwezig.

Schermen gebeurde in de proef met groen weefseldoek in verschil­ lende lagen, zodat de instraling drastisch kon worden terugge­ bracht.

De voedingsoplossingen

Object 1. Normale voedingsoplossing volgens Sonneveld en De Kreij (1986). De berekende samenstelling is te vinden in tabel

2.

Object 2. "N-dosering voor weinig licht". Uit de oplossing 1 is de N weggelaten en is dagelijks 0.1 - 0.2 mmol.N per plant per dag gegeven. (Door een vergissing is in het begin een te hoge dosis gegeven.) Indien er totaal meer dan 10 zonne-uren in de 3 voorafgaande dagen waren, werd tot 0.3 per plant per dag gegeven.

Object 3. "20% NH^". Als 2, echter met 20% van de N-dosering als het NH^-ion.

Object 4. "N-dosering voor veel licht". De giften liepen hier gedurende de groeiperiode op van 0.5 mmol tot 2.5 mmol NO^ per plant per dag.

Voor een meer exacte beschrijving van de giften kan verwezen wor­ den naar figuur 3 en voor het niveau van de nutriënten op ver­ schillende tijdstippen naar tabel 2 en figuur 2.

(5)

Verloop van de proef

Plantdatum: 5 februari 1988 Oogstdatum: 5 april 1988

Ras: Norden (Handelsplanten in potkluit)

Waarnemingen

Trempera_tuu_r en vochtigheid^ gedurende de proef (zie figuur 3) Lic_ht_instra_liri£ bij de planten werd gemeten gedurende de proef

(figuur 3).

Analyse^ \roedjLn|[svloeijstof^ Soms werd bijna dagelijks op NO^ geana­ lyseerd. Voor zeer lage concentratie gebeurde dit met HPLC en uv-detectie.

Twee tot drie maal gedurende de teelt werd een monster van de nieuwgemaakte oplossing en van de "oude" oplossing genomen en door het Bedrijfslaboratorium onderzocht op macro- en micro-elementen. Verdamping werd per object globaal gemeten. Omdat er in het begin een lek in het systeem zat, worden deze cijfers niet gegeven. Groei^ werd gemeten in een aparte goot, die niet op het doorstroom-systeem aangesloten is. Via deze reeks en het eindgewicht in de proef werd door interpolatie een groeicurve gemaakt.

Gewasbemonstering en gewasanalyse

Na afloop van de proef werd van ieder object (ca. 54 planten) een monster van de 10 grootste en de 10 kleinste kroppen genomen. Tevoren waren alle kropgewichten bepaald.

De kroppen werden gewassen in verdunde teepol en in water geduren­ de 15 seconden. Hierna volgde droging bij 80 graad Celsius. Dan volgde malen in een kogelmolen. De analyse werd op het Research-laboratorium van het Proefstation uitgevoerd. Het gebeurde met de autoanalisator. Na reductie over een Cd-Cu katalysator werd het nitraat met een kleurreactie bepaald.

Proefomstandigheden

Licht^. De instraling, die tijdens de proef gemeten werd is weerge­ geven in figuur 3a. Nadat op 16 februari en 25 februari respectie­ velijk licht en zwaar geschermd werd is de hoeveelheid licht als

(6)

"winters" te karakteriseren. Een groot deel van de tijd is de

- 2 -1

straling beneden 100 joule.cm .dag

Buiten werden hoge lichtintensiteiten gemeten (figuur 3b), vooral aan het einde van de proef. Buiten de kas is dan de instraling

- 2 - 1

boven 1500 joule.cm .dag .

Op 29 maart werd het percentage instraling ten opzichte van buiten gemeten. Er werd ongeveer 15 percent gevonden.

Een erg donkere periode was er tussen 7 en 16 maart.

Temperatuur. De temperatuur liep begin april hoog op (tot boven 30°C). De minimumtemperatuur was ongeveer constant (rond 9°C). Vochtigheid. De vochtigheid in de kas is in figuur 3d weergegeven.

Resultaten

Het coiicentra_tieverloo_p vaii de_N__in ^e_voe<din£_gedurende_de^ proef_. In de a-grafieken van figuur 2 is voor de verschillende objecten het concentratieverloop voor het NO^ in de proef weergegeven. Het blijkt dat bij object 1 de concentratie goed gehandhaafd

blijft op een niveau van 20-30 mmol.l Bij het object 2 is de concentratie eerst wat hoger dan bedoeld was opgelopen tot 2-3 mmol.l Vanaf maart is 's morgens de hoeveelheid NO^ in de voe­ dingsoplossing (gift van de vorige dag) vrijwel volledig uitgeput. Hetzelfde geldt ook voor object 3, het object waarin 20% van de N als NH^+ gegeven werd. Bij object 4 werd de N in een opklimmende

hoeveelheid gegeven (dagelijks) met zodanige toevoegingen als ver­ wacht mag worden dat onder lichte voorjaarsomstandigheden opgeno­ men wordt. Van ca. 0,5 mmol per plant per dag neemt de gift zo toe tot 2,5 mmol per plant per dag. De concentratie tussen de verver­ singen neemt dan ook sterk toe. De hoogste concentraties zijn tus­ sen 20 en 30 mmol.l

Con_cen_tra_ties^ van de_andere elemervteii.

De concentraties die men bij de verversingen in de gebruikte en in de nieuwgemaakte oplossing vond zijn weergegeven in tabel 2. De concentraties waren soms wat afwijkend in de verse oplossing van wat berekend was. Verder kan men de uitputting aan de verschillen­ de elementen uit de tabel concluderen. De uitputting door de plan­ ten van elementen als K, Ca, Mg in de objecten 1, 2, 3 valt mee.

(7)

Het is mogelijk dat Mn, waarvan ca. 5 ^mol.l ^ gewenst is, enigs­ zins aan de lage kant is. Doordat in object 4 met het NO^ vrij veel K, Ca en Mg (in dezelfde verhouding als in de voedingsoplos­ sing) toegevoerd wordt, lopen de concentraties van deze elementen in de voedingsoplossing op.

Groei

Omdat geen buizen in de proef beschikbaar waren om een groeicurve op te maken zijn slechts beperkte gegevens over de groei bekend (figuur 4). De curven voor de objecten zijn ingeschat aan de hand

van de - niet stromende - begeleidende buis op oplossing 1. Uit tabel 3 kan men zien dat de uiteindelijke oogstderving door de vrij drastische beperking van de N-voeding ongeveer 48 g bedraagt. In figuur 4 kan men zien dat dit ongeveer 12 dagen oogstvertraging

betekent.

Worte^lon^wikkeling (tabel 4).

Het blijkt dat de wortelontwikkeling in de planten met de beperkte NO^-giften (object 2 en 3) sterk gestimuleerd is. De (scheut:wor-tel)verhouding is aanzienlijk lager bij deze objecten dan bij object 1 en 4.

Opnameverloop_ (figuur 2).

Het opnameverloop per plant en per dag varieert bij object 1 sterk. Maxima zijn er tot 2-3 mmol per plant per dag. Nog hogere opnamecijfers zijn gemeten bij object 4 (tot ca. 8 mmol per plant per dag). Bij object 2 en 3 is vooral vanaf begin maart de opname gering. Dit is noodgedwongen zo omdat de plant niet meer nitraat beschikbaar krijgt. De nauwkeurigheid van de opnameberekeningen die op deze manier uitgevoerd zijn is waarschijnlijk gering en is niet bekend.

£e_n^tra£t£elia^ten__in de_sla (tabel 5).

In de kolom D vindt men deze gehalten. In object 1 en 4 wordt de "winter"-norm van 4500 mg/kg NO^ benaderd of overschreden. In het gewas van de objecten met de dagelijks gedoseerde lage nitraathoe-veelheden worden lage gehalten van 500-1500 mg/kg NO^ gevonden. Dit ging echter ten koste van de eerder genoemde oogstder­

(8)

object 1 weinig toe doet voor het nitraatgehalte, is bij de sla met de dagelijks gedoseerde lage nitraatgift het gehalte in de groep "kleinere" kroppen nog lager.

Sla die huishoudelijk schoongemaakt is, blijkt een lager NO^-gehalte te hebben.

(9)

Discussie en conclusies

Op grond van de literatuur mocht verwacht worden dat indien de NO^ in beperkte hoeveelheden per dag aangeboden wordt - en speciaal op die tijdstippen dat het meeste licht is (en dus de meeste assimi-laten) - de concentratie aan nitraat in de slakrop zo laag moge­ lijk gemaakt zou kunnen worden. De plant zou dan voor het hand­ haven van de osmotische waarde in de vacuole van de cel gedeelte­ lijk andere ionen als SO^ en Cl kunnen gebruiken.

In welke mate dit laatste mogelijk is, is echter nog niet geheel duidelijk. Onderzoek van Blom-Zandstra en Lampe (1983) geeft als resultaat dat vervanging slechts in beperkte mate mogelijk is. De door ons gegeven dagelijkse N-doseringen zijn gebaseerd op onder praktijkomstandigheden in de winter gemeten opname aan NO^. De omstandigheden gedurende de proef waren echter door het sterke schermen gedurende de gehele groeiduur zeer lichtarm. Dus geen praktijkomstandigheden, waar de hoeveelheid instraling gedurende de teelt afneemt of toeneemt, al naar men in de herfst of in de winter begint. De hoeveelheid NO^ die in verschillende groeistadia

en onder verschillende omstandigheden noodzakelijk is, is nog niet exact bekend. De hoeveelheden die in de hier beschreven proef dagelijks gegeven werden waren uiterst laag (enkele tienden mmol per plant per dag).

In tabel 1 worden de hier gevonden resultaten vergeleken met de literatuur. De resultaten zijn wat betreft reductie van het

nitraatgehalte en invloed op het kropgewicht vergelijkbaar met die door V.d. Boon en Steenhuizen verkregen werden. De methode is ech­ ter in zoverre anders dat in de door ons beschreven proef over de gehele groeiperiode de N vanaf het O-niveau in kleine dagelijkse giften gedoseerd werd.

Ten aanzien van toekomstige proeven zou gedacht kunnen worden aan een via een verschillend patroon toegediende hoeveelheid NO^. Het optimum (maximale reductie van het NO^-gehalte bij een geringe oogstderving) zal dan beter bepaald kunnen worden. Wat in de ver­ schillende stadia van de groei precies nodig is (optimale opname­ curve) zal mogelijk nog beter bekend moeten zijn. Evenals hoe ver

(10)

men precies kan gaan met SO^ en Cl vervanging van NO^ als osmoti-cum. Daarnaast zal de wijze waarop het licht bij de bepaling van de te geven N-dosis betrokken moeten worden, nog verder bestudeerd kunnen worden. Wellicht kan dit gebeuren met duidelijke lichttrap-pen. Daarna kan dan de dagelijkse N-gift beter aangepast worden aan de lichtintensiteit in de voorafgaande periode. Wiskundige verbanden over de relatie NO^ gehalte gewas en de instraling zoals door Vogtmann et al (1984) gegeven worden kunnen daarbij gebruikt worden.

(11)

Literatuur

Blom-Zandstra, G. and Lampe, J.E.M. The effect of chloride and sulphate salts on the nitrate content in lettuce plants (Lactuca sativa L.). Journal of plant Nutrition 6 (1983) 611-628.

Boon, J. van der en Steenhuizen, J.W. Het nitraatgehalte van sla op onverwarmde voedingsoplossing. Meststoffen 2/3 (1986) 12-15.

Goor, B.J. van, De Jager, A. and Voogt, W. Nutrient uptake by some horticultural crops during the growing period. In: Proc. seventh international congress on soilless culture, Flevohof, The Nether­ lands, 13-21 mei 1988. In bewerking.

Roorda van Eysinga, J.P.N.L. en Van der Meijs, M.Q. Beïnvloeding van het nitraatgehalte van in de winter geteelde sla door deze op watercultuur enige tijd geen stikstof te geven. Proefstation voor Tuinbouw onder Glas, Naaldwijk, Intern rapport 5, 1979, 5 pp.

Sonneveld C. en De Kreij, C. Voedingsoplossingen voor groenten en bloemen, geteeld in water of substraten. Proefstation voor Tuin­ bouw onder Glas, Naaldwijk, Proefstation voor de Bloemisterij, Aalsmeer, Consulentschap voor de Tuinbouw, Serie Voedingsoplossin­ gen glastuinbouw no. 8 1987, 30 pp.

Steenhuizen, J.W. Het nitraatgehalte van sla op voedingsfilm 5. Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, Haren (Gr.), rapport 5, 1987, 127 pp.

Theune, D. Het nitraatgehalte in sla afkomstig uit proeven met voedingsfilm. Proefstation voor Tuinbouw onder Glas, Naaldwijk, Intern Verslag 68, 1982, 3pp. + bijlagen.

Vogtmann, H. et al. Accumulation of nitrates in leafy vegetables grown under contrasting agricultural systems. Biological Agricul­ ture and Horticulture 2 (1984) 51-68.

(12)

dagen na start proef

Figuur 1. N-opname per plant per dag uit proeven van Voogt en Son-neveld als basis voor de te doseren hoeveelheid nitraat (Uit: Van Goor, De Jager en Voogt, 1988).

(13)
(14)
(15)
(16)

M CU CL 00 a> G XJ M Ox ON 0) M S G N O s o •H eu XJ o 3 & CO co 0)

ffl

•fi cO L-i TD G G U 0) U 3 6 S B S a> 6 S S a

JJ O <U TD <D <D 0) <u <u ai CU <D XJ <U •H O J2 T3 *o "O TD 4J TD TD T) •H T3 rH H > •H •H •H •H •H •H •H T3 •H • a 1 XJ o -fi U o •H XJ 0) eu J3 a o G U cO M > XJ <U G -fi •H VJ G (1) eu TD G xj 0) CO JZ XJ U O rH <D *H cO > 5 J3 <D eu XJ cO «0 1 U XJ XJ cO •H cO G U XJ XJ a> •H G .fi XJ G a; eu _C cO cO G »H rH (0 CO EN > eu G bû TD cO G > •H G M CO eu > G TD •H G 0) T3 (0 XJ a> J-» rH o a) <o > > .fi 1 0) z eu TD M <U > O CO G 0) > <U a; 0) rH U G W G •H rH eu TD rH G <U CO .O cO £ CU H PQ

G

<D N •H 3 •C C <u eu JJ C/3 oo o 0 r—H 1 ô>S M CM CM I t O \D CM CM 1 1 B^S BNS <r m r^. 5-S o m LO /cO 'tO CO 1 CM 1 CM t 1 M 1 CM 1 CM I 00 1 1 1 1 1 1 1 CO CM en o z vO o o un vO 00 ON 5^ l 1 1 ** 1 Ô^S O CO m m O O co ON

m t CM I »•H 1 'cO /co t r*» 1 /CO

1 'CO r-t 1 1 1 1 ôsÇ 1 1 r^. m o o m \0 <r I I 0) XJ T3 G u XJ XJ XJ 5 CO (U G eu cO O bO <D XJ o 05 CO CO *1—) to TD 1—4 bû (U o bû •H a 1 rH M cO G cO e > O O O U (U G COU (U Q) i-H O TD + O * O O > bû •H o G M 5 U a m G 4 + G z cO G <U •» 0 <U 3 33 u /"-S cO G rH 0) -3- > QJ rH »—1 CM G bû C Z VO pS VO vO CL) cO (U CO a 1 *H cO •H VO g vo VO "O 14 rH rH + <U • CO vO P XJ TD XJ > > * > G * 3 CO M O < T: rH 0 o co G TD G O 2 0) XJ 1 (U S 32 a u 1—H cO O p-H o m G O G G a MH 0) G a s Z «H o o 1 G O »-H Ü a) oo a; o <U o •H G eu U eu CO G rH 1 bÛ rH bû G bû G • XJ vO cO *> cO * CO a o cO O Ou XJ •H C eu TD (U Z co bû 1 r-t" H 1 1 rH rH T>~» 1 TDrH 1 T3 o Z N "Ü rH O O w CM <u CO TD iJ ai o* O • l • • o «H ^ rH C0 (U rH 0) irH XJ TD bû a) G t—1 S f-rl O Ä rH Ä S3 I-H • r-l « <—t XJ CO CO TD irH 0) O o CO <U S + 1 z 1 z 1 (U M XJ G 1 S G O > > eu CM a; <3cy z cy cy 00 00 00 •H •r-) G «O co bû •H XJ O TD Ä Ö y w Cf <y V—• «H CÖ CO • <0 eu <U <U ^8 D *"H Ä S O* XJ § § <4-4 pq <4-4 [JJ MH rH cO bû O TD /"—S TD Z TD TD O eu XJ S-i Prl CO co g CO g CO (U (U 1 rH <4-1 1—< rH CO G o m S bû m m G G G bû bû G O *—1 u CO rH G eu U G a> XJ cO o O " o * * CO O cO O cO cO cO cO O • a) ÇO eu O •H 4J

.fi

CO > > M CM O O CM CM > -H > rH > rH TD CO > o a S N CL) o O 0) CO O > Z XJ bû rH 1 1 1 1 1 1 1 1 1

(17)

vO 1—H m co 00 -H v£> vD CM V£> ON io CM Os 00 ON LO • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • co co co CM co CM RH CM i-H CM CM i-H »«H »-H CM CM CM ~H CO CM V io r-^ o ^H vO m o CO v£> O CM 00 i—H CO co « • • • • • • • • • • • • • • • • • • • o o ^H »—i O o H «—4 ^H O O r—4 ^H I-H o o ^H ^H o o oo ^ m CO CM CM CM CM O CO <F ON <T 00 H CM M CM O CO CO H CM CM CM CO N o vo CO 1—T CM CM CM LO <T r^. Os vO 00 CO 00 CM v£> • • • • • • • • • VO RH CM IN ON o CM «O o> 00 CM M Os 00 CO co m NO CM CM CM r- CM CM CM m CM CM LH m • • • • • • • • • • • • • • • • o o o i-H O V O V O p-H O V O V O ^H O V O V O ^H o <T ON »-H R*^ CM CO CM CM CO ^H LO CM ON M vO • • • • CM ^H CM O vû ON Vû CS >H CO CM CO O oo r- io co RH co CM co o <T R-. <Î ON CM CO CM CM co 00 r-H *H r*- r^. CO ON Os r-H r*~ CO O ON CO 00 Os O io VO •«d* 00 O ^r ON o • • • • • • • • • • • • • • • • • • CM CM CM »•H ^H CM CM i—H CM ^H CM CM ^H CM rH CM O O O O O o • « • • • o o o o o o o o o o o o o o O sO LO vO CM • • • • • • ^H «-H ^H «H CM LO co 00 CM 00 • • • • • o o o O o o vO O CM 1-H CM • • • • • • ON vO co ON 00 I-H CM CM CM ^H CM O CM ^H CM 00 • • • • • • 1—H CM CM CM ^H CM LO R-. O CO O <R CO • • • • • • ^R VD LO vO vO io LO <r ON • • • • • 1-H »•H o O O LO ON ON • • • • • • H m CM LO ON M ^H T—H —H »•H T—H LO CM <fr »•H • • • • • • O O O O O O CO CO en u TD u T3 u 0) d 0) A 0) > O > O > •K 00 00 00 00 00 TD 00 00 00 00 00 G ON Os ON ON ON 0) >-H ^H »—H »•H 1—4 M OJ CM CM CM CO co 1 u 1 eu M sO VD uo LO ÇQ 1-H CM CM 1-H •—"1 M CO ON VO 00 • • • • • • M CM CM CM LO O 1-H O ON CM • • • • • • ON o 00 00 LO CM ^H ^H 00 CM LO • • • • • O CM o o o O CM I-H <r 00 co • • • • • • *H ^H ^H o o 1—H LO R- v£> CO \D VO • • • • • • <1* co CM CM LO CO lO lO • • • • • •-H RH ^H o ON CM r^ so • • • • • • 1-H R«. VO ON v£> o RH 1—4 »H *H • • • • • O O O O o o co co co u u TD u 0) 0 0) d 0) > O > o > * 00 00 00 00 00 T3 00 00 00 00 00 C ON ON ON ON ON 0) I—H I-H 1-H R—H 1 O CM CM CM co co 1 0) LO \o vO LO LO PQ >-H CM CM »—( m ja o lO r^ v£> vO \D • • • • • • LO CM CM CM LO CO CM o SO • • • • • • ON o 00 LO t—H ^H ^H co LO co CM lO • • • • • o CM o o o o o o <r R- CM • • • • • • rH ^H o o »-H LO R^ 1-H LO CM • • • • • • -3- co CM CM LO co LO vO • • • • • ^H «-H ^H o CM ^H o 00 • • • • • • r—H 00 LO ON v£> ON ^H • • • • • o o o o o o co co co u T3 u T3 u a; 3 0) D a) > o î> o > •K 00 00 00 00 00 TD 00 00 00 00 00 c ON ON ON ON ON a; r»H »-H 1—H *H M 1 A) CM CM CM CO CO u 1 0) LO \0 LO LO PQ ^H CM CM 1-H *H LO co I^H • • • • • • LO CM CM CM CM LO lO oo co vO R^. oo • • • • • • ON Os ON VO o CO oo co LO CO • • • « • o CM 1-H o co o »-H CM o co LO CM • • • • • • ^H ^H o ^H ^H lO p- LO oo ^H 00 • • • • • • >3- LO CM co LO co oo VO • • • • « 1—H rH »-H 1—H 1-H o ON ON CM ON • • • • • • r** o ON oo o ^H 1—H t—H ^H »»H »—H H ^H »•H • • • • • o o o o o o co co co M TD M TD u 0) d a> d V > o > o > •K 00 00 00 00 00 T3 00 00 00 00 00 G ON ON ON o> ON (U t—H 1-H »-H i-H ^H M 1 A> CM CM CN co co M 1 a) LO VO LO LO PQ 1-H CM CM ^H 1-H

(18)

u X O •H S <1) bO a o Li *4 0) X CO

H

CM J_) O 0)

•r-X

O m m ON F^H O O CM m m vO CM 00 <r m CO 00 O CO vO m 1 00 <d- <J- m VsD m <r m v£> vO vO vO vO vO co 00 ^H vO CM <r m 00 00 M ^H •—H >-H ^H R—H H 1—H ^H ^H ^H 1-H 1-H —H co R-H vO r—H ^H 1—1 CM ON CM co 00 CM CM co UO vO «sD 00 m »-H m CO ON 00 00 m CO vO I-H vO CM m CM co vO CM m m m NO m R—H F—1 ^H ^H 1-H R-H R-H ^H ^•H ^H ^H ^H •-H 1-H 1—< 1—H —H vO 1-H M CM ON vO O ^H M ON v£> un ON CM ON co m 1 1—H ON M ON ^H O CM vO CM ON ^H CM CO «-H m O <r CM sO CO 1—H M «-H R"H ^H ^H ^H ^H ^H ^H 1-H ^H 1-H O 1—H M CM ON ON ITN CM ON vO O CM ON CM r-. CM r^. Os 00 CM CM CO co 00 00 »-H m CO ON r^> 1 00 1—1 O co CM CM CM CO co CM ON O m m O ^H CM CM m vO vO

M R—1 ^H R-H I«H i—H H H R-H »—H 1-H ^H ^—4 ^H ^H CO 1 H \D I-H ^H

M L CM \D CM CO O O CM m ^H ON 00 O ON CM CM ON r-. 00 00 CM CNI 1-H <r CM o CM O m CM CO •-H R-H co CO O ^H CM ^H **H 1—H ^H ^H R-H I-H ^H ^H ,-H ^H ^H ^H «—H ^H »-H 1-H CO 1-H M CM ^H 00 LPl ^H CM O 00 v£> co m CM ON CM m 1 vO R-H M 00 I-H O >—1 R-H CM »•H CM O F-H ^H CM 00 CM O F-H 00 R-H R-H M ^H —H R^ —H ^H *H 1-H 1—H —H 1-H 1—H ^H 1-H 00 R-H M 1-H m ON 00 00 vO <3* CM »—H m CM co CO 00 m vO O 00 CO O vO co *H ! m i—H R-H I-H CM ON CO ON CO CO m <r m co \0 CO \0 CO O r-H co 00 CM m 00 vO M ^H »—H 1-H —H ^H F-H ^H 1—H ^H V-H ^H »H 1-H 1-H ^•H i—H vO »-H —H M CM vO O CO ON CM m ON O <r r-- m 00 ON NO co m 00 00 CO ON CM CM co I—( CM m CM CM <r <f CM CM ON 1-H CO I-H •^H 1—H «-H I-H ^H •—H ^H 1—"J •H ^H R-H ,-H •-H 1—H —H CO 1—H M CM * vO 00 vO co <r •<r <r 00 co ON CO CO i—H r*^ 00 m vO 00 oo M co vO 00 vO <r r^. 00 CM ON CO ON CO »—H <r O 00 i—H vO M •-H ^H ^H ^H R"H i—H »-H i-H ^H 1—H •-H ^H ^H «-H CM R-H CM *-H O M CO ^H O vO vO m co O co ON vO O m 1 00 O O CO CO 1 •K O 00 r^. vO 00 ON CO co ON O vD O VO ON m »-H 00 vO m CM M CM T"H »-H I—H r k I-H R-H I-H ^H ^H CM FH CM —H •-H o —H ^•H ^H »•H CM M co ON R-H O co CO O vO ON O CO O m —H m 00 00 00 vO 00 R-H R-H m m 00 m 00 r-> vO O vO 0> 00 m O co 00 1—H •K CM ^H «—1 R-H »—H ^•H »—H —H R-H -—H CM ^H ^H —H »—4 ^H CM 1—H o 1—H M co Li Li <U a> JJ a u a O O • • a) Q) • >< • c 0 •r-) S •p-î C >< ^H CM co •<r LO vO oo ON o CM co ^H ^H —H m vO r^» 1—H R-H 00 1 1 U1 bC 0) O X CO O a) X bû O C •H CT

&

E co co 'O Li <U •U

X

O CO Li CO CO C Li O O > C CO > co •H O

X

(19)

Object Buis Wortelgewicht per scheut: wortelvolume per s.g. no. no. plant in g wortel plant in ml wortels

-3 gemiddeld verhou- gemiddeld g cm

ding 2 8

10

8,9 9,1 } 8,4 8 , 1 2 1 9,6 10,2 } 8,9 9,8

0,82

1 5

1 1

17,2 16,6 } 15,5 16,4 21,0 1 8 . 2 } 18.3 19,2 0,85 3 7 9 1 6 , 8 18,6 } 16,5 17,3 20,6 20,4 } 19,4

2 0 , 1

0,86

4 6 1 2

8,0

9,8 } 6,4 8,1 1 8 9,7 1 1 , 1 } 8 , 1 9,6 0,84

(20)

gewicht droge droge NO^ op NO^ op NO^ op droge

in g stof stof droge vers­ vers­ stof

research- stof gewicht gewicht totaal lab B C=BxA/100 D=Cx62 A lGa 185 4,0 96,0 1836 70,5 4370 3,84 1GB 181 3,73 95,8 1913 70,3 4360 3,67 1KA 148 4,03 96,2 1798 69,9 4330 3,88 1KB 161 3,92 96,1 1925 72,3 4490 3,76 1"HUISH" 164 4,09 95,9 1472 57,7 3580 3,92 2 GA 137 4,14 95,6 636 25,2 1570 3,96 2GB 132 4,23 95,6 544 22,0 1360 4,05 2KA 118 4,37 93,4 396 16,2 1000 4,08 2KB 110 4,46 95,8 317 13,6 844 4,28 3GA 137 4,39 95,6 437 18,3 1140 4,20 3GB 138 4,75 93,4 396 17,5 1090 4,43 3 KA 107 4,83 94,6 180 8,25 510 4,57 3KB 122 4,51 95,5 340 14,6 905 4,30 4 GA 160 4,5 96,0 1814 78,5 4870 4,33 4GB 150 4,45 96,0 1738 74,1 4600 4,27 4KA 128 4,58 95,2 1831 79,9 4950 4,36 4KB 124 4,57 95,1 1814 78,9 4890 4,35

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het monitoringconcept wordt geschikt geacht voor regionale monitoring van het nitraatgehalte (zowel het gemiddelde als de naar areaal gewogen cumulatieve verdeling) en voldoet

Higher samples in the saturated zone may form part of the un-oxidized zone when the level of the saturated zone lowers, whilst samples that have remained saturated since

Figure 31: Generated mesh for the multiphase rotated triangular tube configuration. Figure 32: Detailed view of the generated mesh for the multiphase rotated triangular

er weinig verschil is geweest tussen het platglas en de koude kas wat &#34;betreft de minimumtemperatuur. Overdag echter werd in de koude kas een hogere temperatuur bereikt dan

Figure 13 PFOS concentrations (in µ g/kg ww) in liver samples in relation to body length of harbour porpoises, beached along the Dutch coast (based on wet weight) and the EQS of

Water k waliteit N atu ur doe l en V i sse r ij Om de veerkracht te vergroten wordt in het Markermeer ingezet op de ontwikkeling van natuurlijke land-water overgangen en.

topiro werd een lichte knol- aantasting geconstateerd, i.r werden £een ongeënte planten uitgeplant..

Uit de gesprekken is onder meer duidelijk geworden dat de gedachte aan een op voorraadvorming gerichte exploitatie in zekere zin is voort- gekomen uit de opzet van het