• No results found

Hokbevuiling spelbreker in streven naar verlaging ammoniakemissie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hokbevuiling spelbreker in streven naar verlaging ammoniakemissie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hokbevuiling spelbreker in streven naar

verlaging ammoniakemissie

Geert den Brok, Nico Verdoes, PV

Verkleining van putoppervlakte en kelderdiepte in combinatie met een frequente mestafvoer zijn mogelijkheden om de uitstoot van ammoniak in de stal te verminde-ren. Wanneer vermindering van het kelderoppervlak, door middel van vergroting van het aandeel dichte vloer, meer bevuiling van de dichte vloer tot gevolg heeft, zal het uiteindelijke effect echter gering zijn. Emissiemetingen in twee vleesvarkensafde-lingen op het Varkensproefbedrijf in Sterksel wijzen in die richting.

Vergelijking

Beide afdelingen hebben een voergang in het midden, Er zijn per afdeling tien hokken voor acht dieren. Elk hok is I ,80 m breed en 3,60 m diep. De ventilatielucht komt binnen via een plafond van houtwolcementplaten met daarop een deken van mineraalwol. Het voer wordt verstrekt in een dwars opgestelde trog door middel van een restloze brijvoerinstallatie. Het verschil tussen de afdelingen was als volgt: één afdeling was uitgevoerd met een volledige betonroostetvloer en een mestkelder van I ,20 m diep. De mest werd tweemaal per jaar afgevoerd. De andere afdeling bestond uit hok-ken met gedeeltelijk (60%) betonroosters en gedeeltelijk (40%) bolle vloer met vloervetwar-ming en een mestkelder van 0,5 m diep, uitslui-tend onder de roostervloer. De mest werd om

de twee weken afgevoerd door middel van een rioleringssysteem.

Ammoniakemissie

Gedurende ruim een jaar (drie mestronden) is de ammoniakemissie gemeten met behulp van een B&K-monitor (type 1302) en meetventilato-ren. De meetperiode voor de afdeling met half-rooster en ondiepe put duurde vanaf begin mei 1992 tot begin mei 1993. Voor de afdeling met volledig rooster en diepe put was dit van eind juni 1992 tot eind juni 1993. De ammoniak-emissie is gecorrigeerd voor de ammoniak in de buitenlucht. In tabel I staan de gemiddelde resultaten per mestronde weergegeven.

In mestronde I is er geen verschil in de gemid-delde ammoniakemissie tussen beide afdelingen. In mestronde 2 is de ammoniakemissie in de Tabel 1: Gemiddelde meetresultaten per mestronde van ammoniakemissie in twee

vleesvarkens-afdelingen gedeeltelijk volledig rooster/ondiep rooster/diep Mestronde Periode I 2 3 I 2 3

mei/aug septijan jan/mei juni/okt okt/febr febr/juni Ventilatiedebiet (m3/uur) NH3-concentratie afdeling (mgjm3) NH3-concentratie buitenlucht (mg/m3) NH,emissie (kg/wpl/jr) 7258 3292 4249 6397 3367 5307 4,76 7,89 4,20 5,44 6,67 5,23 l,Ol 0,87 0,68 0,87 0,72 0,93 3,04 2,48 I ,69 3,06 2,lO 2,59 18 MILIEU

(2)

afdeling met halfrooster en ondiepe put iets hoger, vooral vanwege de hogere ammoniak-concentratie. Het effect van verkleining van mestoppervlak komt alleen in de laatste ronde tot uiting in een verlaging van de ammoniak-emissie.

De gemiddelde ammoniakemissie in de afdeling met gedeeltelijk rooster en ondiepe put is 2,4 kg/vleesvarkensplaats/jaar bij een gemiddelde temperatuur van I8,7”C. In de afdeling met

vol-ledig rooster en diepe put is de gemiddelde ammoniakemissie 2,6 kg/vleesvarkenspIaats/jaar bij een gemiddelde temperatuur van 20,3”C.

Temperatuur en hokbevuiling

Om de gevonden waarden beter te kunnen verklaren is in de figuren I en 2 het verloop van de afdelingstemperatuur en de ammoniakemis-sie gedurende de meetperiode voor beide afde-lingen weergegeven. De drie mestronden zijn b Afd. met gedeeltelijk rooster, ondiepe put

30

5 SJ

0 O4loxJ2 03/07/92 Olm9/92 31/1Oi92 30112192 28102/93 29/04/93

datum

_ afdelingstemp _C ammoniakemissie

Figuur I : Gemiddelde ammoniakemissie en afdelingstemperatuur gedurende een jaar in een afde-ling met gedeeltelijk rooster en ondiepe mestkelder

Afd. met volledig rooster en diepe put

29mbl92 28locv92 27/10/92 26/12192 24lO2l93 2!SMi93 24lO6l93 _ afdelingstemp. + atlunoniakemîssie

Figuur 2: Gemiddelde ammoniakemissie en afdelingstemperatuur gedurende een jaar, in een

afde-ling met volledig rooster en diepe mestkelder

(3)

goed te herkennen in deze figuren. In de afde-ling met diepe put is de mest in deze meetpe-riode afgevoerd aan het begin van ronde 2 (oktober 1992) en halverwege ronde 3 (in mei een kortstondige daling).

Uit deze figuren blijkt dat hogere temperaturen in het begin van een mestronde in beide afdelin-gen niet leiden tot hoge emissies van ammoniak. In de afdeling met gedeeltelijk rooster is de ammoniakemissie in het begin van een ronde steeds lager dan in de afdeling met volledig rooster. Er treedt bijna nog geen hokbevuiling op, waardoor het effect van oppetvlakteverklei-ning van de mest goed tot uiting komt. Aan het einde van een mestronde lijkt het effect van een temperatuursverhoging op de ammoniakemissie over het algemeen groter. Dit is vooral het geval in de afdeling met gedeeltelijk rooster. De varkens produceren dan meer mest en de bewegingsvrijheid neemt af, waardoor de kans op hokbevuiling in een dergelijke afdeling groter is. Hiermee is het steilere verloop van de ammoniakemissie gedurende een mestronde in de afdeling met bolle vloer ten opzichte van de afdeling met volledig roostervloer voor een groot deel te verklaren.

In de laatste ronde zien we een groot verschil in de temperatuur tussen beide afdelingen. Vooral in de winterperiode wordt in de afdeling met volledig rooster en diepe put namelijk een hogere ruimtetemperatuur nagestreefd. Dit is een mogelijke verklaring voor de hogere emissie in die ronde.

Putdiepte en emissie

Bij bepaalde luchtinlaatsystemen, zoals klepventi-latie of voergangventiklepventi-latie, is de verdeling van lucht soms moeilijk te sturen. De kans op put-ventilatie is daardoor groot en vooral in een diepe put kan de snelheid hoog oplopen (tocht). Bij een goed uitgevoerd plafondventila-tiesysteem, zoals in beide proefafdelingen, is de luchtverdeling onder alle omstandigheden bijna optimaal. De kans op putventilatie is dan ook vrijwel nihil.

Indien geen putventilatie voorkomt, zal in een diepe put de luchtlaag boven de mest naar ver-wachting koeler zijn dan in een ondiepe put, De mesttemperatuur in een diepe put is lager dan in een ondiepe kelder. Een lage mesttempera-tuur heeft tot gevolg dat de processen in de mest langzamer verlopen. Deze aspecten ver-klaren mogelijk dat de emissie in de diepe kel-der minkel-der hoog blijkt te zijn dan werd ver-wacht. Overigens moet opgemerkt worden dat tijdens de meetperiode geen temperatuurme-tingen onder de roosters zijn verricht.

Discussie en conclusies

De afdelingen zijn niet precies gelijktijdig opge-legd. Het onderzoek is dan ook geen exacte vergelijking met harde conclusies. Toch zijn de tendensen wel duidelijk. Verkleining van mest-oppervlak en vermindering van kelderdiepte heeft in dit onderzoek een minimale invloed gehad op de ammoniakemissie. De invloed van beide factoren afzonderlijk is in dit onderzoek echter niet gemeten. Waarschijnlijk wordt de positieve invloed van een kleiner kelderopper-vlak teniet gedaan door een groter bevuild oppervlak in de afdeling met gedeeltelijk roos-tewloer gedurende de zomerperiode en aan het einde van een mestperiode.

In afdelingen met volledig rooster en diepe put is het verloop van de ammoniakemissie gedu-rende een mestronde vrij vlak en is de seizoens-invloed kleiner dan bij een afdeling met gedeel-telijk rooster en ondiepe put.

De hoeveelheid en de vorm van de dichte vloer moet dus zodanig zijn, dat hokbevuiling zelfs in warme perioden wordt voorkomen. Alleen dán zal verkleining van putoppetvlak, of toepassing van andere emissiebeperkende maatregelen, lei-den tot lagere ammoniakemissie. Naast een goede mestdoorlatende roostervloer, mogelijk in combinatie met een mestspleet, is een goed uitgevoerde vloer van belang om de hokbevui-ling en daardoor de ammoniakemissie te ver-kleinen n

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij Wageningen Economic Research doen we niet alleen onderzoek naar hoe gedrag precies wordt beïnvloed door de omgeving, maar ook naar hoe deze techniek op grote schaal is in

Hieronder valt veredelen en telen voor inhoudstoffen, het ontwerpen van nieuwe productiesystemen, het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen, maar ook metabolomics en

De achtergrondconcentraties van stikstof en fosfor voor waterlichamen in deelgebied Verenigde polders zijn afgeleid op basis van de waterbalans en de nutriëntenbelasting van

Dat deze twee objecten met dezelfde cultivar toch nog (zij het niet betrouwbaar) 2,4 dagen verschilden, werd veroorzaakt door de verschillende groeiomstandigheden doordat de

Mede op grond van enkele praktijkwaarnemingen (slib sproeien over stroresten van de winterbedekking) mag worden aangenomen dat ook bij het zuiveringsslib de menging met

gronden het fosfaat doorgaans wat beter oplosbaar is dan in slih- houdende gronden. Aanvankelijk was de overeenstemming voor stikstof minder goed. Daarom werden de

INVLOED VAN DE AFSLUITING VAN BEPAALDE

IN DE INFORMATIËRESKS van het Proefstation voor de Groenten- en Fruit- teelt onder Glas en het Consulentschap voor de Tuinbouw te Naaldwijk zijn tot heden