• No results found

Anticiperen in plaats van reageren : het anticipatievermogen van keepers voor het stoppen van penalty's verbetert na een korte training op het veld.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Anticiperen in plaats van reageren : het anticipatievermogen van keepers voor het stoppen van penalty's verbetert na een korte training op het veld."

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Masterscriptie

Anticiperen in plaats van reageren:

Het anticipatievermogen van keepers voor het stoppen van penalty's

verbetert na een korte training op het veld.

Augustus 201 7

Lobke Blom (10411356) Master Sport- en Prestatiepsychologie Begeleider: Mevr. Dr. A.D. van Campen Tweede beoordelaar: Dhr. Prof. Dr. K.R. Ridderinkhof

(2)

Samenvatting

Penalty's zijn een cruciaal moment in een voetbalwedstrijd. Keepers hebben slechts 0,6 seconden om te reageren op een penaltyschot. Keepers moeten daarom kunnen anticiperen in plaats van enkel reageren. Het doel van dit exploratieve onderzoek is de prestaties van keepers te verbeteren in het stoppen van penalty's. De Impetus,

Motivation and Prediction in Perception-Action Coordination Theory (IMPPACT)

beschrijft hoe een keeper kan anticiperen op een penalty door de penaltynemer te voorspellen. Een goede voorspelling komt tot stand door het koppelen van visuele signalen van de penaltynemer en eigen ervaring met penalty's. In dit onderzoek wordt bekeken of het anticipatievermogen van keepers verbetert na een korte training op het veld als keeper of als penaltynemer. Anticipatievermogen werd gemeten als

accuratesse (percentage gestopte penalty's) en reactietijd. In totaal 31 voetbalkeepers werden verdeeld over twee condities. De keeperconditie (N = 16) kreeg een training in het stoppen van penalty's, de penaltynemerconditie (N = 15) een training in het nemen van penalty's. De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is dat voetbalkeepers zowel na de training als keeper, als na de training als penaltynemer, verbeteren op accuratesse. Er was geen verschil in de mate van verbetering tussen de beide condities. De resultaten lieten geen verbetering zien in reactietijd. Er kan

geconcludeerd worden dat beide trainingen effectief zijn om het anticipatievermogen te verbeteren, waardoor keepers een hoger percentage penalty's stoppen. In training zouden keepers zoveel mogelijk ervaring op moeten doen in penalty's met het oog op het doel: anticiperen in plaats van reageren.

(3)

Inhoudsopgave Inleiding ... 4 Methoden ... 8 Deelnemers ... 8 Materiaal ... 8 Procedure ... 10 Statistiek ... 12 Resultaten ... 13 Discussie ... 16 Referenties ... 20 Bijlagen ... 23

Bijlage 1 -Vragenlijst voormeting ... 23

Bijlage 2 -Scoreformulier keeperconditie ... 34

Bijlage 3 -Scoreformulier penaltynemerconditie ... 38

Bijlage 4-Vragenlijst nameting 2 ... .42

Bijlage 5 -Informatieformulier voor deelnemers ... .45

(4)

Inleiding

Een penalty is een cruciaal moment in een voetbalwedstrijd. Het kan het

wedstrijdverloop veranderen of zelfs een kampioenschap beslissen. Als de bal op de stip ligt en het fluitsignaal klinkt, begint de loterij van het penalty schieten. De keeper heeft zijn kans om man of the match te worden. De strafschop stoppen is echter haast ondoenlijk, omdat de doelman ongeveer 0,6 seconden heeft om te reageren op het schot (Nuîiez, O:îia, Raya, & Bilbao, 2010). In slechts 18,79% van de gevallen weet de keeper de penalty tegen te houden (Dohmen, 2008). Penalty's stoppen is dus een heel snel en nauwgezet proces (Ridderinkhof & Brass, 2015; Savelsbergh, Van der Kamp, Williams, & Ward, 2005). In dit exploratieve onderzoek staat de vraag centraal of de prestaties van keepers in het stoppen van penalty's te verbeteren zijn.

Er zijn drie keepersstrategieën die de prestaties van keepers kunnen bevorderen: het beïnvloeden van de penaltynemer (Masters, Van der Kamp, & Jackson, 2007; Van der Kamp & Masters, 2008), specifiek kijkgedrag van de keeper (Savelsbergh en collega's, 2005; Savelsbergh, Williams, Van der Kamp, & Ward, 2002) en het voorspellen van de penaltynemer (Ridderinkhof & Brass, 2015). Deze strategieën worden hieronder achtereenvolgens besproken. In dit onderzoek wordt de tactiek die een penaltynemer kan toepassen buiten beschouwing gelaten.

Binnen de eerste keepersstrategie vergroten keepers al in de

voorbereidingsfase van de penalty hun kans op succes door invloed uit te oefenen op de penaltynemer (Lidor, Ziv, & Gershon, 2012; Memmert, Hüttermann, Hagemann, Loffing, & Strauss, 2013). Een keeper kan op twee manieren de schietrichting van zijn tegenstander beïnvloeden, namelijk door de houding van zijn armen en door zijn positie op de doellijn (Masters en collega's, 2007; Van der Kamp & Masters, 2008).

De keeper kan met zijn armpositie de penaltynemer een vertekend beeld geven van zijn grootte (Van der Kamp & Masters, 2008). Een keeper die beide armen

omhoog gericht houdt, wordt door de penaltynemer 6 tot 9 cm groter waargenomen dan werkelijk het geval is. De penaltynemer schiet als reactie daarop de bal verder weg van het lichaam van de keeper om de open ruimte in het doel te benutten. De keeper is daardoor in het nadeel, omdat hij meer afstand moet overbruggen om de bal tegen te houden (Dicks, Davids, & Button, 2010). Daarentegen worden keepers die hun armen omlaag gericht houden kleiner waargenomen. Penaltynemers schieten in dat geval de bal dichterbij het lichaam van de keeper en tevens vaker over het doel heen dan bij een groot waargenomen keeper. Van der Kamp en Masters (2008) laten

(5)

hiermee zien dat keepers zich bewust moeten zijn van het effect van hun houding op het gedrag van de penaltynemer, en daarmee hun eigen prestatie.

De keeper kan de schietrichting van de penaltynemer ook beïnvloeden door enigszins uit het midden van het doel te gaan staan (Masters en collega's, 2007). Een keeper die links uit het midden staat, creëert rechts een grotere hoek, en andersom. Masters en collega's (2007) concludeerden dat penaltynemers vaker schieten richting de grootste hoek. Het blijkt het meest doeltreffend als een keeper een verschil in grootte creëert tussen beide kanten van het doel van 6 tot 10 cm.

De tweede strategie waarmee keepers meer penalty's kunnen stoppen, is door op een specifieke manier te kijken naar de acties van de tegenstander (Savelsbergh en collega's, 2005; Savelsbergh en collega's, 2002). Een keeper die de juiste visuele signalen oppikt, kan een betere inschatting maken van waar de bal terecht gaat komen. Savelsbergh en collega's (2002) concludeerden dat professionele keepers ander

kijkgedrag vertonen dan beginnende voetbalkeepers. Professionele keepers zijn succesvoller in het stoppen van penalty's, omdat zij hun aandacht richten op het stand- en schietbeen van de penaltynemer (Savelsbergh en collega's, 2005). De plaatsing van het standbeen vindt plaats op 200-350 ms voor het balcontact en bevat cruciale informatie (Dicks, Uehara, & Lima, 2011; Van der Kamp, 2006). Bij 4 van de 5 penalty's is de richting waarin het standbeen wijst namelijk voorspellend voor de richting van het schot (Franks & Harvey, 1997). Keepers die anticiperen op basis van specifieke visuele informatie vergroten hun kans op het tegenhouden van de penalty (Dicks en collega's, 2010; Savelsbergh en collega's, 2005; Van der Kamp, 2006).

In andere balsporten waar het eveneens draait om snelle interactie tussen tegenstanders is ook onderzoek gedaan naar kijkgedrag als manier van anticiperen. In cricket (Müller & Abemethy, 2012; Müller, Abemethy, & Farrow, 2006) en rugby (Brault, Bideau, Kulpa, & Craig, 2012) werden vergelijkbare verschillen in kijkgedrag tussen beginners en experts gevonden. Müller en collega's (2006) concludeerden dat beginnende cricketspelers en ervaren cricket spelers systematisch verschillende informatie gebruiken om het verloop van een slag te voorspellen. Experts baseerden zich op bewegingen van de werphand en armen, omdat deze al vroeg in een slag veel kinematisch relevante informatie opleveren. In rugby bleken professionals in

vergelijking met beginners eerder signalen op te pikken en vervolgens pas later pas later hun tackle in te zetten (Brault en collega's, 2012). Hierdoor verzamelden

(6)

professionale rugbyers meer informatie over de tegenstander en konden zij vaker de looprichting juist voorspellen.

Onderzoek van Savelsbergh, Van Gastel en Van Kampen (2010) en Ryu, Kim, Abernethy en Mann (2013) toont bovendien aan dat kijkgedrag van keepers getraind kan worden. Keepers kregen een reeks penaltyfilmpjes te zien die voorzien waren van een rode cirkel om relevante informatie te benadrukken. Middels deze videotraining werd de aandacht van de keeper op het juiste moment naar het standbeen van de penaltynemer geleid. Keepers voorspelden daarna beter de richting van penalty's (Ryu en collega's, 2013; Savelsbergh en collega's, 2010). Ook in het badminton zijn de positieve effecten van videotraining aangetoond (Hagemann, Strauss, & Cafial­

Bruland, 2006). Spelers schatten beter in waar de shuttle terecht kwam als de aandacht naar het bovenlijf, de armen en het racket van de tegenstander werd geleid.

Ondanks de voordelen van kijkgedrag blijft het nadeel dat de informatie die keepers uit het standbeen kunnen halen pas vrij laat beschikbaar komt. Om echt succesvol te zijn, moeten keepers zo vroeg mogelijk in het penalty proces kunnen voorspellen waar de penaltynemer de bal naartoe schiet (Ridderinkhof, 2014). De

lmpetus, Motivation and Prediction in Perception-Action Coordination Theory (JMPPAC1) vormt de basis van de derde keepersstrategie. De IMPPACT beschrijft

hoe een keeper kan anticiperen door de actie van een penaltynemer te voorspellen, op basis van zijn eigen observaties en zijn eerdere ervaringen (Ridderinkhof, 2014; Ridderinkhof & Brass, 2015). Als uitgangspunt voor een goede voorspelling gelden de observeerbare kinematische aspecten van de penaltynemer. De observaties die de keeper doet, worden vervolgens gekoppeld aan zijn eerdere ervaringen in het stoppen van penalty's. Deze koppeling komt tot stand in een intern cognitief model, waarin tal van observatie-effect koppelingen zijn opgeslagen (Ridderinkhof & Brass, 2015). De keeper maakt vervolgens via zijn interne model een mentale simulatie van de actuele penaltysituatie, in de vorm van: 'als ik x waarneem, dan zal het gevolg daarvan y zijn, dus doe ik q en dat heeft z tot gevolg'. Het juiste kijkgedrag van de keeper, namelijk gericht op het standbeen, is hierbij absoluut een toegevoegde waarde (Franks & Harvey, 1997; Savelsbergh en collega's, 2005; Van der Kamp, 2006). Zo voorspelt een keeper de actie van de penaltynemer op basis van specifieke observaties en eerdere ervaring in vergelijkbare situaties, om vervolgens zijn eigen actie daarop af te stemmen. Een keeper die veel ervaring heeft in het stoppen van penalty's zal een rijker intern model hebben en accuratere voorspellingen kunnen doen dan een

(7)

beginnende keeper, die nog over weinig observatie-effect koppelingen beschikt (Aglioti, Cesari, Romani, & Urgesi, 2008; Cafial-Bruland, Mooren, & Savelsbergh, 2011; Hayhoe, Mennie, Sullivan, & Gorgos, 2005; Ridderinkhof & Brass, 2015; Williams, 2009).

Een keeper verrijkt zijn interne modellen mogelijk nog meer door ook ervaring op te doen in het nemen van penalty's (Ridderinkhof & Brass, 2015). Namelijk, als hij zelf heeft ervaren hoe het is om een penalty te nemen, kan hij dat inzetten bij het observeren van de penaltynemer. Een keeper kan dan kinematische signalen van de penaltynemer, zoals aanloopsnelheid en lichaamszwaartepunt, vertalen naar zijn eigen lichaam. Op die manier kan hij nagaan wat het gevolg gaat zijn van de actie van de penaltynemer en zo anticiperen op het schot. Het interne cognitieve model van de keeper maakt nu een nog specifiekere mentale simulatie, alsof de keeper zelf de penalty neemt: 'als ik x zou doen, dan heeft dat z tot gevolg, dus doe ik q'.

Ridderinkhof en Brass (2015) beschouwen fysieke ervaring in penalty's nemen als de sterkste sensorische informatie die een keeper kan inzetten bij het observeren van de penaltynemer. Op deze manier kan ervaring in het nemen van penalty's ervoor zorgen dat een keeper nog beter kan voorspellen wat het gevolg is van de actie van de

penaltynemer.

In het huidige onderzoek wordt voor het eerst het theoretische principe van de IMPP ACT in de praktijk onderzocht. Het voorspellen van de actie van de

penaltynemer op basis van eigen ervaring zou de prestaties van de keepers nog meer bevorderen dan de andere keepersstrategieën. De onderzoeksvraag luidt: Verbetert het

anticipatievermogen van keepers door een korte training op het veld als keeper of als penaltynemer?

De onderzoeksvraag wordt beantwoord door twee groepen keepers met elkaar te vergelijken op een voor- en nameting. In de voor- en nameting wordt een

anticipatietest afgenomen op de computer om het anticipatievermogen van keepers te bepalen. Het anticipatievermogen wordt geoperationaliseerd als het percentage gestopte penalty's (accuratesse) en de tijd die men nodig heeft om te reageren (reactietijd). Tussen beide metingen in krijgt de ene groep keepers een training als keeper in het stoppen van penalty's (keeperconditie) en de andere groep een training als penaltynemer in het nemen van penalty's (penaltynemerconditie).

(8)

collega's, 2013; Ridderinkhof & Brass, 2015; Savelsbergh en collega's, 2010). Ten tweede wordt verwacht dat de penaltynemerconditie meer verbetering laat zien in accuratesse en reactietijd dan de keeperconditie. Keepers uit de penaltynemerconditie zouden hun interne modellen namelijk meer verrijken door de opgedane ervaring als penaltynemer (Ridderinkhof, 2014; Ridderinkhof & Brass, 2015). Ervaring in het nemen van penalty's heeft mogelijk invloed op het effect van de training (Aglioti en collega's, 2008; Ridderinkhof & Brass, 2015) en wordt daarom meegenomen als controle variabele.

Methoden

Het is belangrijk te vermelden dat het huidige onderzoek deel uit maakt van een groter onderzoek naar keepers en penalty's. Het design en de testprocedure is voor alle deelonderzoeken gelijk, zodat data onderling kunnen worden uitgewisseld. Deelnemers doorlopen altijd in tweetallen het gehele onderzoek. In de volgende paragrafen worden de volledige methoden uiteengezet. Het huidige onderzoek gaat enkel over het gedeelte van de voormeting tot en met nameting 1.

Deelnemers

In totaal deden 31 voetbalkeepers mee aan dit onderzoek (M

=

20,74 jaar; SD

=

6.74;

M

=

1,85 m; SD

=

.08). Deelnemers waren minimaal 5 jaar actief in het voetbal. In het seizoen 2016-2017 kwamen twaalf keepers uit in de categorie onder-19, de overige negentien deelnemers waren het afgelopen seizoen actief in de categorie senioren. De hoeveelheid ervaring die keepers hadden in het nemen van penalty's, liep uiteen van een trainingsfrequentie van enkele keren per jaar tot wekelijks. Gemiddeld namen deelnemers eens in de vijf weken penalty's. Deelnemers werden geworven bij verschillende Nederlandse voetbalclubs. Per club werden twee keepers van

gelijkwaardig niveau gekoppeld en vervolgens random ingedeeld in de keeperconditie

(N

=

16) of penaltynemerconditie (N

=

15). Op die manier konden keepers als tweetal de trainingen uitvoeren en was niveau homogeen verdeeld over de beide condities.

Materiaal

Vragenlijst voormeting. De vragenlijst uit de voormeting (zie Bijlage 1)

bestond uit vier delen om voor alle deelonderzoeken de benodigde informatie te verkrijgen. In het eerste deel werden demografische gegevens opgevraagd. Het

(9)

tweede deel met voetbal specifieke vragen was zelf ontworpen en diende om informatie te verzamelen over het voetbalniveau en de mate van ervaring die deelnemers hadden. Het derde deel bestond uit een behendigheidsvragenlijst en een interoceptie vragenlijst, dat laatste is het kunnen waarnemen van signalen vanuit het eigen lichaam. Tot slot was een subschaal van de Spannings Behoefte Lijst (SBL) toegevoegd, namelijk Thrill and Adventure Seeking (TAS) (Feij, Van Zuilen & Gazendam, 1982). Voor het huidige onderzoek werden alleen gegevens van de eerste twee delen geanalyseerd.

Scoreformulieren. De scoreformulieren voor de keeperconditie (zie Bijlage 2)

en de penaltynemerconditie (zie Bijlage 3) waren zelf ontworpen. Deze formulieren dienden om trainingsgegevens in kaart te brengen, zoals trainingsduur en

-omstandigheden en het aantal geschoten, gemiste en gestopte penalty's.

Vragenlijst nameting 2. De vragenlijst uit nameting 2 (zie Bijlage 4) was

zelfontworpen en had als doel gegevens te verzamelen over de reguliere trainingsbelasting tijdens de onderzoeksperiode. Tevens waren enkele vragen

toegevoegd om na te gaan in hoeverre deelnemers juiste vermoedens hadden over het doel van dit onderzoek.

Anticipatie computertest. De anticipatietest werd afgenomen op een laptop

met een schermgrootte van 15 inch. Deelnemers kregen penaltyfilmpjes te zien en hadden de taak virtueel penalty's te stoppen. Er waren voor dit onderzoek 60 verschillende penaltyfilmpjes beschikbaar. De filmpjes zijn opgenomen vanuit het standpunt van de keeper en lieten een penaltynemer zien vanaf de aanloop naar de bal tot het moment van balcontact. De penalty's op de filmpjes werden in één van de vier hoeken van het doel geschoten: linksonder, linksboven, rechtsboven of rechtsonder. Op het toetsenbord waren de C, E, I en N gemarkeerd als de responstoetsen die de vier hoeken representeerden. Onder de 60 penaltyfilmpjes waren 15 filmpjes voor elke hoek. Filmpjes met links- en rechtsbenige penaltynemers wisselden elkaar af.

Deelnemers konden de virtuele penalty's stoppen door zo snel mogelijk, ten minste voor het einde van het filmpje, de juiste knop in te drukken. In totaal kregen deelnemers tijdens de anticipatietest 120 penaltyfilmpjes te zien, verdeeld over twee

blokken. In elk blok werden de 60 unieke filmpjes in een andere volgorde

gepresenteerd. Deelnemers zagen per anticipatietest uiteindelijk tweemaal hetzelfde filmpje.

(10)

Deelnemers kregen tussentijds geen feedback over hun scores. Na afloop van elk blok werd getoond hoeveel van de 60 penalty's zij juist hadden gestopt. De anticipatietest duurde in totaal 12 minuten.

De anticipatietest was vergelijkbaar met de test die werd gebruikt in de onderzoeken van Savelsbergh en collega's (2002; 2005). Deze test werd ook gebruikt in eenzelfde onderzoek over keepers en penalty's uitgevoerd in een MRI-scanner.

De veldtraining. Keepers voerden de veldtraining in tweetallen uit. Een

trainingsmoment bestond uit 4 series van 10 penalty's. Een keeper van het tweetal had de taak als keeper zoveel mogelijk penalty's te stoppen (keeperconditie), de andere keeper was penaltynemer en had de taak zoveel mogelijk penalty's raak te schieten (penaltynemerconditie ). De rolverdeling van keeper en penaltynemer bleef gelijk gedurende het gehele onderzoek.

De instructies voor de training werden gegeven door de onderzoeksleider. De belangrijkste instructie was dat deelnemers de tijd moesten nemen voor elke penalty, zodat zij goed konden ervaren hoe het voelt om een penalty te stoppen of te nemen. Deelnemers werden daarom verzocht voor elke penalty een plan van aanpak te maken voor het stoppen of nemen van de penalty. Na afloop moesten deelnemers nagaan of hun plan was geslaagd en hoe hun actie aanvoelde. De tweede instructie luidde het toepassen van zoveel mogelijk verschillende tactieken om zoveel mogelijk ervaring op te doen. Deelnemers werden gestimuleerd het hele doel te gebruiken en niet enkel de vier hoeken uit de anticipatietest.

De voorzieningen voor de veldtraining waren op de voetbalclubs aanwezig, namelijk een veld met penaltystip op 1 lm vanaf de doellijn, een doel (afmetingen 2,44 x 7 ,32 m) en 2 ballen. In principe mocht één bal worden gebruikt. Pas als de bal ver buiten het veld belandde, mochten deelnemers een reservebal gebruiken om de serie af te maken. De penaltynemer moest bij elke penalty de bal op de stip leggen.

Een serie van 10 penalty's nam ongeveer 5 minuten in beslag. Na elke serie kregen deelnemers een pauze om een online scoreformulier in te vullen over de trainingsdata (zie Bijlagen 2 en 3). In totaal duurde een trainingsmoment ongeveer 25 minuten.

Procedure

Voormeting. Voor aanvang van het onderzoek kregen deelnemers een

(11)

tijdens) het onderzoek (zie Bijlage 5). Indien deelnemers akkoord waren met

deelname ondertekenden zij een toestemmingsverklaring (zie Bijlage 6). Vervolgens werd deze ook door de onderzoeksleider ondertekend.

De voormeting bestond uit een online vragenlijst (zie Bijlage 1) en de

anticipatietest op de computer. Deelnemers kregen voorafgaand aan de anticipatietest 6 oefenfilmpjes om bekend te raken met de testopstelling. De voormeting vond plaats op locatie bij de voetbalclub van de keepers en duurde ongeveer 40 minuten.

Trainingsmoment 1. Direct na de voormeting gingen de deelnemers het veld

op voor het eerste trainingsmoment. Tijdens een trainingsmoment werden 4 series van 10 penalty's afgewerkt. Eén keeper had de taak penalty's tegen te houden, de andere keeper moest de penalty's nemen. Na elke serie kregen deelnemers een pauze om een online scoreformulier in te vullen over de trainingsdata (zie Bijlagen 2 en 3). In totaal duurde een trainingsmoment ongeveer 25 minuten.

Nameting 1. Na de veldtraining kwamen deelnemers direct terug naar de

testruimte. Deelnemers kregen nogmaals de anticipatietest, maar nu zonder

oefenfilmpjes vooraf. Met deze anticipatietest kon bepaald worden wat het effect was van een eenmalige veldtraining op het anticipatievermogen van keepers. Tot slot werden data afgesproken voor de volgende trainingsmomenten en nameting 2. In totaal duurde nameting 1 ongeveer 30 minuten

Trainingsmoment 2, 3 en 4. Na de eerste dag van het onderzoek zetten

deelnemers het onderzoek zelfstandig voort door het uitvoeren van drie trainingen volgens de instructies van trainingsmoment 1. De drie trainingsmomenten moesten plaatsvinden op verschillende dagen en bij voorkeur verspreid over een periode van twee weken. De duur van 2 weken is gekozen vanwege de veronderstelde kracht van fysiek oefenen (Ridderinkhof & Brass, 2015), de toepasbaarheid ervan in de

voetbalpraktijk en de haalbaarheid van dit onderzoek. Deelnemers waren vrij in hun keuze voor een tijdstip en mochten de trainingsmomenten ook rondom of tijdens reguliere trainingen doen. Indien deelnemers door omstandigheden slechts twee trainingsmomenten konden inplannen, gold dat zij 6 series van 10 penalty's moesten afwerken per trainingsmoment. Op die manier bleef het aantal penalty's over het hele onderzoek gelijk voor alle deelnemers. Om deelnemers te stimuleren de trainingen uit te voeren en trainingsdata goed bij te houden, kregen zij op de dag van elk

(12)

Nameting 2. Na het laatste trainingsmoment kwamen deelnemers direct terug

naar de testruimte. Nameting 2 bestond uit de anticipatietest en een online vragenlijst (Bijlage 4). Deelnemers kregen voorafgaand aan de anticipatietest 6 oefenfilmpjes om opnieuw bekend te raken met de testopstelling. Met deze anticipatietest kon bepaald worden wat het effect was van een reeks veldtrainingen op het anticipatievermogen van keepers. Tot slot werden deelnemers bedankt voor hun inzet tijdens dit

onderzoek. In totaal duurde nameting 2 ongeveer 20 minuten.

Na afloop van het onderzoek. Na volledige afronding van het onderzoek

werden deelnemers op de hoogte gesteld van het doel en de resultaten van het onderzoek. Daarmee kregen alle deelnemers de kans de trainingen zelfstandig op te pakken.

Statistiek

Afhankelijke variabelen. In dit onderzoek werden twee afhankelijke

variabelen gemeten, namelijk accuratesse (ACC) en reactietijd (RT). Accuratesse werd uitgedrukt in het percentage gestopte penalty's. Reactietijd (in milliseconden) was de tijd die deelnemers nodig hadden om te reageren. Reactietijd werd gemeten vanaf het moment dat het filmpje stopt, dat is vlak voor het balcontact. Een negatieve RT impliceert dat deelnemers anticiperen op de penalty.

Controle variabele. Op basis van theorie werd ervaring in het nemen van

penalty's meegenomen als controle variabele (Aglioti en collega's, 2008; Ridderinkhof & Brass, 2015).

Outliers. Alle data werden gecontroleerd op afwijkende waarden. In de data

van reactietijd werden trials waarbij door deelnemers geen respons werd gegeven niet meegenomen in de analyses. Deze geven geen informatie over reactietijd zoals dat hier is gedefinieerd. Het betrof 58 van de 7440 responsen in totaal. Daarvan waren er 30 afkomstig uit de keeperconditie (21x voormeting, 9x nameting) en 28 uit de penaltynemerconditie (15x voormeting, 13x nameting). Het gevolg was dat de gemiddelde RT per deelnemer in een aantal gevallen gebaseerd is op minder dan 120 datapunten in de voor- dan wel nameting.

Assumpties. De data voor zowel accuratesse als reactietijd voldeden aan de

assumptie van normaliteit. Daarnaast werden twee assumpties getest die specifiek gelden voor het toevoegen van een controle variabele. Daarvoor werd ervaring

(13)

omgescoord naar numerieke waarden. In de vragenlijst was ervaring op nominale schaal uitgevraagd.

De eerste assumptie -gelijke scores op ervaring in beide condities -werd geschonden; Levene's test, F= 5.421,p = .027. Aangezien het aantal deelnemers in beide condities ongeveer gelijk is en de variantie ratio niet de kritische waarde

bereikt, lijkt schending van deze assumptie niet alarmerend voor het interpreteren van de verdere analyses (Field, 2013). Bovendien weegt het risico dat wordt gelopen door schending niet op tegen het gebruik van een andere toets. Er is namelijk geen non­ parametrische toets voorhanden die geschikt is voor het huidige onderzoeksdesign.

Aan de tweede assumptie voor het toevoegen van een covariaat -gelijke regressiecoëfficienten van de samenhang tussen ervaring en afhankelijke variabele -werd voldaan, bleek uit ANOVA's voor ACC (F = 3.238,p = .083) en RT (F = 2.081,

p = .161).

Analyses. Er werden afzonderlijke analyses gedaan voor accuratesse en

reactietijd. Hiervoor werd een factorial mixed ANCOV A gebruikt met Tijd als within­

subjects factor (voormeting, nameting) en Conditie (keeper, penaltynemer) als between-subjects factor. Ervaring werd hierbij meegenomen als covariaat. Om na te

gaan in hoeverre ervaring invloed heeft op het effect van de onafhankelijke variabelen

Conditie en Tijd op de afhankelijke variabelen zijn exploratieve ANOVA's

uitgevoerd.

Resultaten Accuratesse

Voor de afhankelijke variabele ACC geldt voor de keeperconditie een gemiddeld percentage gestopte penalty's van 50,00 % (SD = 8.19) in de voormeting en 50,94 %

(SD = 6.98) in de nameting. De penaltynemerconditie haalde gemiddelden van

(14)

.;e .!: 60,00 50,00 U 40,00 u � 30,00 .., .Ë "' C) 20,00 10,00 0,00 Keeper Penattynemer Conditie Error Bars: +/- 2 SE .ACCvm ACCnm

Figuur 1. Gemiddelde accuratesse en bijbehorende standaardfout in de voor- (e) en nameting (e) weergegeven voor de keeperconditie (links) en penaltynemerconditie

(rechts).

De resultaten van de mixed ANCOV A laten zien dat accuratesse significant verschilt over tijd (hoofdeffect voor Tijd, F (1, 28)

=

7.195,p

=

.012). Daarmee wordt de eerste hypothese bevestigd voor accuratesse: beide groepen laten een verbetering zien in het percentage gestopte penalty's op de nameting ten opzichte van de

voormeting. Dit effect is middelgroot, 17/ = .204. Het hoofdeffect voor Conditie is niet significant, F (1, 28) = .364, p = .551. De verbetering in accuratesse over tijd verschilt niet tussen de condities (Tijd x Conditie, F (1, 28)

=

2.447,p

=

.129). De tweede hypothese wordt zodoende niet bevestigd voor accuratesse.

Reactietijd

De keeperconditie liet een gemiddelde RT van 613,03 ms (SD = 418.38) zien op de voormeting en 523,86 ms (SD = 329.60) op de nameting. De penaltynemerconditie liet gemiddelden zien van respectievelijk 558,13 ms (SD = 493.59) en 572,88 ms (SD = 474.52), zie Figuur 2 voor details.

(15)

1.000,0000 800,0000 .!: 600,0000 ï§ (!) 400,0000 200,0000 0,0000 Keeper Penaltynemer Conditie Error Bars: +/- 2 SE •RTvm RTnm

Figuur 2. Gemiddelde reactietijd en bijbehorende standaardfout in de voor- (e) en nameting (e) weergegeven voor de keeperconditie (links) en penaltynemerconditie

(rechts).

De resultaten van de mixed ANCOVA laten geen verbetering zien in

reactietijd tussen de voor- en nameting (hoofdeffect voor Tijd, F (1, 28) = 1.738,p = .198). Daarmee wordt de eerste hypothese niet bevestigd voor reactietijd. Het

hoofdeffect voor Conditie is niet significant, F (1, 28) = .040,p =.843. Er is geen verschil in verbetering van reactietijd tussen de beide condities (Tijd x Conditie, F (1, 28) = 2.375,p = .135). De tweede hypothese wordt derhalve niet bevestigd voor reactietijd.

Exploratieve analyses

Uit de exploratieve ANOVA's voor accuratesse en reactietijd blijkt dat wanneer ervaring niet wordt meegenomen als controle variabele het hoofdeffect voor Tijd op accuratesse wegvalt, F (1, 29) = 3.473,p = .073. Dit impliceert dat ervaring cruciaal is om mee te nemen in onderzoek, omdat ervaring als covariaat een gedeelte van de variantie verklaart.

(16)

Discussie

Het doel van het huidige onderzoek was erachter te komen of keepers verbeteren in het stoppen van penalty's na het volgen van een korte training op het veld als keeper of als penaltynemer. Verwacht werd dat het anticipatievermogen van keepers uit beide condities zou verbeteren na het volgen van de training. De penaltynemerconditie zou daarbij meer verbetering laten zien dan de keeperconditie. Resultaten lieten zien dat deelnemers uit beide groepen verbeteren op accuratesse, maar dat zij geen verbetering laten zien in reactietijd. Er is geen verschil in verbetering gevonden tussen beide groepen.

De resultaten wezen uit dat deelnemers een hoger percentage penalty's

stoppen nadat zij een training op het veld hebben gevolgd. Dit wijst erop dat dat beide trainingen effectief zijn om het anticipatievermogen van keepers te verbeteren. De vraag rijst dan welk oorzakelijk verband bestaat tussen de afzonderlijke trainingen en de verbetering die deelnemers laten zien. De trainingen verschillen op basis van welke informatie wordt geanticipeerd. De training als keeper is gericht op visuele informatie en het herkennen van kinematische aspecten bij de penaltynemer (Savelsbergh, 2002, 2010). Daarentegen is de training als penaltynemer gericht op het kunnen herkennen van kinesthetische signalen van het eigen lichaam tijdens het observeren van de penaltynemer (Ridderinkhof, 2014). Dit is mogelijk als men over eigen ervaring in het nemen van penalty's beschikt (Ridderinkhof & Brass, 2015). De huidige

onderzoeksopzet is ontoereikend om een mogelijk verschil aan te duiden in de effectiviteit van beide trainingen, omdat een controleconditie ontbreekt waarin deelnemers geen training krijgen. Bovendien is in dit onderzoek enkel gekeken naar gedrag, uitgedrukt in het percentage gestopte penalty's en reactietijd, waardoor nog geen stellige verklaring kan worden gegeven voor de verbetering in accuratesse. Hieronder zal ingegaan worden op drie mogelijke verklaringen.

Een eerste mogelijke verklaring voor de verbetering in accuratesse is dat de keepers beter kijkgedrag gaan vertonen (Savelsbergh en collega's, 2002; Savelsbergh en collega's, 2005). Deelnemers kunnen zich door de penaltyfilmpjes in de

anticipatietest en de training op het veld efficiëntere zoekmethoden eigen maken, zoals het kijken naar het standbeen van de penaltynemer (Franks & Harvey, 1997). In dat geval zou de testopstelling meer een videotraining zijn om kijkgedrag te trainen (Ryu en collega's, 2013; Savelsbergh en collega's, 2010) dan een test en training voor het anticipatievermogen zoals die beoogd was. Ten tweede zou de verbetering op

(17)

accuratesse verklaard kunnen worden door de IMPPACT (Ridderinkhof, 2014). De beide trainingen zouden zorgen voor verfijning van interne cognitieve modellen van keepers. Tijdens de anticipatietest en de veldtraining doen keepers ervaring op als keeper ofpenaltynemer in tal van penaltysituaties. Deze veelzijdige ervaring vergroot het aantal observatie-effect koppelingen dat keepers in kunnen zetten bij het

voorspellen van de penaltynemer in de anticipatietest (Dicks en collega's, 2011; Ridderinkhof & Brass, 2015). Ten derde zou een leereffect op de anticipatietest kunnen verklaren waarom deelnemers verbetering laten zien op accuratesse in de nameting.

Om het causale verband tussen de trainingen en de verbetering in accuratesse te bepalen, zal de meetapparatuur moeten worden uitgebreid. Allereerst is het zinvol te investeren in het maken van meer penaltyfilmpjes, die als realistischer worden ervaren door de deelnemers. Nu gaven deelnemers aan medespelers en publiek te missen op de filmpjes. Ten tweede wordt aangeraden een maximale reactietijd in te stellen van ongeveer 0,6 seconden (Nfu:iez en collega's, 2010). In de huidige

onderzoeksopzet kregen deelnemers tot het einde van elk filmpje de tijd om te reageren. Daarnaast zijn interessante uitbreidingen het gebruik van eye tracking apparatuur (Savelsbergh en collega's, 2005; Savelsbergh en collega's, 2002), een

virtual reality bril en apparatuur om de hersenactiviteit in kaart te brengen (Aglioti en

collega's, 2008). Tot slot kunnen verschillen in fysiologie tussen deelnemers deels de verbetering in accuratesse verklaren, zoals lengte, hartslag, ademhaling, spiertonus (Ridderinkhof, 2014) en reactievermogen (Savelsbergh en collega's, 2002).

In dit onderzoek wordt anticipatie gedefinieerd als het vroeg oppikken van informatie door specifiek kijkgedrag en het inzetten van eigen ervaring (Ridderinkhof, 2014; Ridderinkhof & Brass, 2015; Savelsbergh en collega's, 2005; Savelsbergh en collega's, 2002). De resultaten van het huidige onderzoek lieten zien dat deelnemers niet significant sneller gaan reageren op penalty's na het volgen van de veldtraining. Dit wil niet direct zeggen dat men niet beter is gaan anticiperen, omdat het

aannemelijk is dat deelnemers anticiperen zonder daarbij hun respons te vervroegen (Brault en collega's, 2012). Deelnemers pikken in dat geval na het volgen van de veldtraining al eerder informatie op uit de penaltyfilmpjes dan voorheen. Hun respons op de anticipatietest zou daardoor gebaseerd zijn op meer informatie, maar deze respons hoeft niet noodzakelijk eerder plaats te vinden. Dit vermoeden past bij eerder

(18)

toonden aan dat keepers na een training in kijkgedrag niet noodzakelijk sneller reageerden, maar dat het moment waarop zij reageerden beter gekozen was, bijvoorbeeld vlak na plaatsing van het standbeen (Franks & Harvey, 1997).

Tegen de verwachting in wijzen de resultaten uit dat de penaltynemerconditie niet meer verbetering liet zien dan de keeperconditie, noch op accuratesse, noch op reactietijd. Het omgekeerde is evenmin het geval, de keeperconditie verbeterde niet significant meer dan de penaltynemerconditie. De uitkomsten zijn ten dele in strijd met de IMPPACT die beschrijft dat het opdoen van ervaring in de rol van

penaltynemer zorgt voor belangrijke obervatie-effect koppelingen om goed te kunnen anticiperen, terwijl deze niet tot stand komen als men alleen ervaring heeft in het stoppen van penalty's (Ridderinkhof, 2014; Ridderinkhof & Brass, 2015). De hoeveelheid ervaring die deelnemers bij aanvang van dit onderzoek hadden, kan van invloed geweest zijn op het effect van de training (Aglioti en collega's, 2008; Caftal­ Bruland en collega's, 2011; Hayhoe en collega's, 2005; Williams, 2009). Een keeper met veel ervaring in het nemen van penalty's zou zijn interne modellen in mindere mate verrijken door de training als penaltynemer, dan een keeper die vooraf nog weinig ervaring had in het nemen van penalty's (Ridderinkhof, 2014; Ridderinkhof & Brass, 2015). Ervaring in het nemen van penalty's was daarom meegenomen als controle variabele om het effect van de kinesthetische trainingen op het

anticipatievermogen beter vast te kunnen stellen.

In vervolgonderzoek zal de mate van ervaring die deelnemers hebben via meerdere bronnen en uitgebreider moeten worden opgevraagd. Ervaring wordt als waarde meer betrouwbaar wanneer zowel de keeper, trainer als wedstrijdstatistieken worden geraadpleegd. Het is aan te raden de mate van ervaring die deelnemers hebben nog voor aanvang van het onderzoek in kaart te brengen en deelnemers in tweetallen te matchen, zodat ervaring homogeen kan worden verdeeld over de condities. Daarnaast is het cruciaal om een grotere steekproef te testen met minimaal 26 deelnemers per conditie, zodat de variantie kleiner wordt (Cohen, 1992; Faul,

Erdfelder, Buchner, & Lang, 2009). Een grotere steekproef is nodig om een mogelijk verschil tussen beide condities aan te kunnen tonen en op termijn duidelijk te krijgen welke duur en frequentie van de training het meest effectief is. Tot slot is het zinvol condities aan het onderzoek toe te voegen. Een controleconditie waarin deelnemers geen veldtraining krijgen kan een mogelijk leereffect op de anticipatietest uitsluiten. Een vierde conditie waarin deelnemers beide trainingen uitvoeren, is interessant om

(19)

de juiste combinatie van trainingen te vinden, zodat keepers in de toekomst op twee vlakken hun anticipatievermogen kunnen verbeteren.

Het huidige onderzoek zet een belangrijke stap richting een effectieve training om keepers tot penaltykillers te maken. De resultaten laten zien dat de kortdurende, praktijkgerichte trainingsvorm die hier is gepresenteerd effectief is voor het

verbeteren van de accuratesse voor het stoppen van penalty's. De trainingen zijn bovendien direct toepasbaar in de dagelijkse trainingspraktijk. Op het moment van schrijven zijn overige deelonderzoeken die tot het grotere penaltyonderzoek behoren nog gaande. Daaronder zijn onderzoeken waarbij de interventieperiode bestaat uit 4 trainingsmomenten, zoals ook beschreven staat in de methoden van dit onderzoek. Als uit deze studies blijkt dat de tweeweekse interventie een positief effect heeft op het anticipatievermogen van keepers, onderschrijft dat de huidige hypothesen en

resultaten. In de toekomst is het interessant dit onderzoek uit te voeren bij topkeepers om erachter te komen of deze trainingsvorm effectief is wanneer interne modellen al sterk zijn ontwikkeld (Ridderinkhof & Brass, 2015; Savelsbergh en collega's, 2002). Daarbij kan een longitudinale studie waarin twee groepen jeugdkeepers worden vergeleken meer duidelijkheid geven over het langetermijneffect van de training. Gelijktijdig is het interessant dit onderzoek te vertalen naar andere sporten waar sprake is van een interactie tussen keeper en tegenstander, zoals (ijs)hockey, waterpolo en handbal.

Kortom, de grote waarde van dit onderzoek is dat voor het eerst het theoretisch principe van de IMPP ACT in de praktijk is getest. De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is dat voetbalkeepers zowel na de training als keeper, als na de training als penaltynemer, meer penalty's tegenhouden. Dit wijst erop dat zowel een training gericht op de visuele kinematische aspecten, als een training gericht op het herkennen van kinesthetische in het eigen lichaam, effectief is om het anticipatievermogen van keepers te verbeteren. Voor de praktijk betekenen de resultaten dat keepers kunnen verbeteren in het stoppen van penalty's en zo meer controle krijgen over cruciale momenten in een voetbalwedstrijd. In training zouden keepers zoveel mogelijk

ervaring op moeten doen in een breed scala penaltyscenario's met het oog op het doel: anticiperen in plaats van reageren.

(20)

Referenties

Aglioti, S. M., Cesari, P., Romani, M., & Urgesi, C. (2008). Action anticipation and motor resonance in elite basketball players. Nature neuroscience, 11 (9), 1109 1116.

Brault, S., Bideau, B., Kulpa, R., & Craig, C. M. (2012). Detecting deception in movement: the case of the side-step in rugby. PLoS One, 7(6), e37494.

Cafial-Bruland, R., Mooren, M., & Savelsbergh, G. J. (2011). Differentiating experts' anticipatory skills in beach volleyball. Research quarterly for exercise and

sport, 82(4), 667-674.

Cohen, J. (1992). A power primer. Psychological bulletin, 112(1), 155.

Dicks, M., Davids, K., & Button, C. (2010). lndividual differences in the visual control of intercepting a penalty kick in association football. Human Movement

Science, 29(3), 401-411.

Dicks, M., Uehara, L., & Lima, C. (2011). Deception, individual differences and penalty kicks: implications for Goalkeeping m association football. International Journal ofSports Science & Coaching, 6(4), 515-521. Dohmen, T. J. (2008). Do professionals choke under pressure?. Journal of Economie

Behavior & Organization, 65(3), 636-653.

Faul, F., Erdfelder, E., Buchner, A., & Lang, A. G. (2009). Statistica! power analyses using G*Power 3.1: Tests for correlation and regression analyses. Behavior

research methods, 41(4), 1149-1160.

Feij, J. A., Van Zuilen, R. W., & Gazendam, A. (1982). De ontwikkeling van een

Nederlandse vragenlijst voor sensation-seeking: De spanningsbehoeftelijst (SBL). Gedrag: Tijdschrift voor Psychologie.

Field, A. (2013). Discovering statistics using IBM SPSS statistics. Sage.

Franks, 1. M., & Harvey, 1. (1997). Cues for Goalkeepers-High-tech methods used to measure penalty shot response. Soccer Journal - Binghamton National Soccer

Coaches Association of America, 42, 30-33.

Hayhoe, M., Mennie, N., Sullivan, B., & Gorgos, K. (2005). The role of intemal models and prediction in catching halls. In Proceedings of the American

Association for Artificial Intelligence (pp. 1-5).

Hagemann, N., Strauss, B., & Cafial-Bruland, R. (2006). Training perceptual skill by orienting visual attention. Journal of sport and exercise psychology, 28(2), 143 158.

(21)

Lidor, R., Ziv, G., & Gershon, T. (2012). Psychological Preparation of Goalkeepers for the 11-m Penalty Kick m Soccer - A Review. The Sport

Psychologist, 26(3), 375-389.

Masters, R. S., Van der Kamp, J., & Jackson, R. C. (2007). lmperceptibly off centergoalkeepers influence penalty-kick direction in soccer. Psychological

Science Cambridge, 18(3), 222.

Memmert, D., Hüttermann, S., Hagemann, N., Loffmg, F., & Strauss, B. (2013). Dueling in the penalty box: Evidence-based recommendations on how shooters and goalkeepers can win penalty shootouts in soccer. International Review of

Sport and Exercise Psychology, 6(1), 209-229.

Müller, S., & Abemethy, B. (2012). Expert anticipatory skill in striking sports: A review and a model. Research Quarterly for Exercise and Sport, 83(2), 175187 . Müller, S., Abemethy, B., & Farrow, D. (2006). How do world-class cricket batsmen

anticipate a bowler's intention?. The Quarterly Journal of Experimental

Psychology, 59(12), 2162-2186.

Nuiiez, F. J., Oîia, A., Raya, A., & Bilbao, A. (2010). Effects of providing advance cues during a soccer penalty kick on the kicker's rate of success. Perceptual and

motor skills, 111(3), 749-760.

Ridderinkhof, K. R. (2014). Neurocognitive mechanisms of perception-action coordination: A review and theoretica! integration. Neuroscience &

Biobehavioral Reviews, 46, 3-29.

Ridderinkhof, K. R., & Brass, M. (2015). How Kinesthetic Motor Imagery works: a predictive-processing theory of visualization in sports and motor expertise.

Journal of Physiology-Paris, 109(1), 53-63.

Ryu, D., Kim, S., Abemethy, B., & Mann, D. L. (2013). Guiding attention aids the acquisition of anticipatory skill in novice soccer goalkeepers. Research

quarterly for exercise and sport, 84(2), 252-262.

Savelsbergh, G. J., Van Gastel, P. J., & Van Kampen, P. M. (2010). Anticipation of penalty kicking direction can be improved by directing attention through perceptual learning. International Journal of Sport Psychology, 41, 24-41. Savelsbergh, G. J., Van der Kamp, J., Williams, A. M., & Ward, P. (2005).

Anticipation and visual search behaviour in expert soccer goalkeepers.

(22)

Savelsbergh, G. J., Williams, A. M., Van der Kamp, J., & Ward, P. (2002). Visual search, anticipation and expertise in soccer goalkeepers. Joumal of sports

sciences, 20(3), 279-287.

Van der Kamp, J., & Masters, R. S. (2008). The human Müller-Lyer illusion in goalkeeping. Perception, 37(6), 951-954.

Van der Kamp, J. (2006). A field simulation study of the effectiveness of penalty kick strategies in soccer: Late alterations of kick direction increase errors and reduce accuracy. Joumal of sports sciences, 24(05), 467-477.

Williams, A. M. (2009). Perceiving the intentions of others: how do skilled performers make anticipation judgments?. Progress in brain research, 174, 73 83.

(23)

Bij lagen

Bij lage 1 - Vragenlijst voormeting

m

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM VRAGENLIJST VOORMETING

"Schiet Oranje naar het WK" Ql PPN NUMMER

Beste deelnemer,

Je gaat meedoen aan het onderzoek "Schiet Oranje naar het WK" van de

Universiteit van Amsterdam. Onderdeel van dit onderzoek zijn een aantal online in te vullen vragenlijsten. Alle antwoorden die je geeft, zullen vertrouwelijk worden behandeld. Mocht je vragen hebben, dan kun je deze stellen aan de onderzoeksleider. Het invullen van de vragenlijsten zal maximaal 12 minuten duren. Als je aan het einde van de vragenlijst bent gekomen, mag je dit aangeven aan de onderzoeksleider. Succes!

(24)

Q3 Vul in Leeftijd in jaren Geslacht Lengte in cm Gewicht in kg Opleiding / baan

Nu volgen 30 vragen die gaan over jou als voetballer.

Q5 Hoe fysiek fit voel je je op dit moment? 0 O 0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0 8 0 9 0 10

Q6 Hoe mentaal fit voel je je op dit moment? 0 0 0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0 8 0 9 0 10

Q7 Heb je in het verleden blessures gehad? 0 Ja

0 Nee

Q8 Indien je in het verleden blessures hebt gehad, kun je deze kort omschrijven? Q9 Heb je op dit moment> blessures?

0 Ja 0 Nee

(25)

Ql 1 Hoe lang ben je al actief in het voetbal in het algemeen?

0 0 tot 2 jaar 0 2 tot 5 jaar 0 5 tot 10 jaar 0 10 jaar of meer

Q12 Tot welke categorie behoor je?

0 Junioren 0 Senioren

Q13 Indien je tot de junioren behoort, ben je ...

0 Eerstejaars junior B 0 Tweedejaars junior B 0 Eerstejaars junior A 0 Tweedejaars junior A

Q14 Indien je tot de senioren behoort, in welke klasse ben je actief?

0 5e klasse 0 4e klasse 0 3e klasse 0 2e klasse 0 Ie klasse 0 Hoofdklasse 0 Topklasse 0 Eerste divisie 0 Eredivisie Q15 Ik ben ... 0 Linksbenig 0 Rechtsbenig

0 Zowel links- als rechtsbenig

Q16 Ik ben ...

0 Linkshandig 0 Rechtshandig

0 Zowel links- als rechtshandig

Ql 7 Heb je ervaring als speler?

0 Ja 0 Nee

Q18 Indien je ervaring hebt als speler, hoeveel jaar is dat?

0 0 tot 1 jaar 0 1 tot 3 jaar 0 3 tot 5 jaar 0 5 jaar of meer

(26)

Q19 Heb je ervaring in het nemen van penalty's?

0 Ja 0 Nee

Q20 Indien je ervaring hebt in het nemen van penalty's, hoeveel?

0 Enkele keren per jaar neem ik penalty's 0 Maandelijks neem ik penalty's

0 Tweewekelijks neem ik penalty's 0 Wekelijks neem ik penalty's

Q21 Heb je ervaring als keeper?

0 Ja 0 Nee

Q22 Indien je ervaring hebt als keeper, hoeveel jaar is dat?

0 0 tot 1 jaar 0 1 tot 3 jaar 0 3 tot 5 jaar 0 5 jaar of meer

Q23 Als je denkt aan een normale week, hoeveel uur besteed je dan actief aan keepen tijdens wedstrijden en trainingen?

Q24 Als je denkt aan een normale week, hoeveel uur besteed je dan actief aan keepen buiten wedstrijden en trainingen?

Q25 Heb je ervaring in het stoppen van penalty's?

0 Ja 0 Nee

Q26 Als je een schatting maakt, bij hoeveel penalty's stond je afgelopen seizoen tijdens wedstrijden en trainingen als keeper op doel?

Q27 Als je een schatting maakt, hoeveel penalty's heb je afgelopen seizoen zelf genomen tijdens wedstrijden en trainingen?

Q28 Neem je deel aan teamtrainingen?

0 Ja 0 Nee

Q29 Indien je deelneemt aan teamtrainingen, hoe vaak?

0 1 keer per twee weken 0 1 keer per week 0 2 keer per week

(27)

Q30 Neem je deel aan keeperstrainingen? 0 Ja

0 Nee

Q3 l Indien je deelneemt aan keeperstrainingen, hoe vaak?

0 1 keer per twee weken 0 1 keer per week 0 2 keer per week

0 3 keer of vaker per week

Q32 Indien je deelneemt aan keeperstrainingen, hoe ziet zo'n training eruit? Q33 Train je specifiek op het stoppen van penalty's?

0 Ja 0 Nee

Q34 Wat is jouw tactiek om een penalty te stoppen?

Nu volgen 9 vragen over je behendigheid en bekwaamheid in verschillende activiteiten.

Q36 Hoeveel uren heb je de afgelopen 12 maanden gemiddeld per week besteed aan onderstaande activiteiten? (Indien je de activiteit in de afgelopen 12 maanden niet uitvoerde, kies 0).

Bespelen van een muziekinstrument Spelen van computerspellen

Sporten

Culturele expressie

Q37 Hoeveel jaar beoefen( de) je deze activiteit? (Indien je de activiteit in de afgelopen 12 maanden niet uitvoerde, kies 0).

Bespelen van een muziekinstrument Spelen van computerspellen

Sporten

Culturele expressie

Q38 Welk muziekinstrument bespeelde je? (Indien meerdere, kies degene waarin je het meest deskundig bent. Indien niet van toepassing noteer 0).

Q39 In welke genre vallen de computerspellen die je speelde? (Indien meerdere, kies degene waarin je het meest deskundig bent. Indien niet van toepassing noteer 0). Q40 Welke sport beoefende je? (Indien meerdere, kies degene waarin je het meest

(28)

Q41 Welke vorm van culturele expressie uit je? (Indien meerdere, kies degene waarin je het meest deskundig bent. Indien niet van toepassing noteer 0).

Q42 Wat is volgens jou je niveau van bekwaamheid in deze activiteiten?

0 1 2 3 4 5 6 7 N.V.T

Muziekinstrument 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Computerspellen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Sporten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Culturele expressie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Q43 Hoe bekwaam denk jij dat jij over het algemeen bent op motorisch vlak?

1

3

0

1

4

0

1

1

1

1

Q44 Waarin denk jij nog meer erg behendig te zijn? (Bijvoorbeeld: horecawerk, met 10 vingers typen, spelletjes op je telefoon, etc.)

Nu volgen 10 vragen over hoe goed je bepaalde gevoelens waar kunt nemen bij jezelf. Er is geen goed of fout antwoord. Beantwoord de vragen zo goed en eerlijk mogelijk.

Q46 Wanneer ik gespannen ben, dan voel ik waar in mijn lichaam de spanning zich situeert.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal

1

Vaak

1

Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Q4 7 Als ik mij ergens in mijn lichaam wel of juist niet lekker voel, dan ben ik mij daarvan bewust.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal

1

Vaak

1

Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Q48 Ik merk wáár in mijn lichaam ik mij wel of juist niet lekker voel.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal

1

Vaak

1

Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Q49 Ik merk veranderingen in mijn lichaam op, zoals sneller of langzamer ademen, of verandering in mijn hartslag.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal

1

Vaak

1

Bijna altijd

1

Altijd

(29)

Q50 Ik voel vooraf goed aan hoeveel energie ik heb voor het leveren van fysieke inspanningen, en achteraf hoeveel energie die fysieke inspanningen mij gekost hebben.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal

1

Vaak

1

Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Q51 Ik kan me concentreren op mijn innerlijke lichamelijke gewaarwordingen, ook als er dingen om mij heen gebeuren.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal 1 Vaak 1 Bijna altijd

0 0 0 0 0 0

Q52 Ik kan mijn aandacht verschuiven van gedachten naar lichamelijke gewaarwordingen.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal 1 Vaak 1 Bijna altijd

0 0 0 0 0 0

1

Altijd 0

1

Altijd 0

Q53 Wanneer ik mij beweeg, dan kan ik mijn aandacht richten op hoe die beweging lichamelijk voelt.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal 1 Vaak 1 Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Q54 Als ik iemand zie bewegen, dan kan ik bij mijzelf voelen hoe die beweging voelt. Nooit

1

Zelden Soms Neutraal 1 Vaak 1 Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Q55 Als iemand anders lichamelijke gewaarwordingen (zoals pijn) ervaart, dan kan ik die ook bij mijzelf voelen.

Nooit

1

Zelden Soms Neutraal 1 Vaak 1 Bijna altijd

1

Altijd

0 0 0 0 0 0 0

Nu volgen 20 uitspraken over interesses. De uitspraken zullen in meer of mindere mate op jou van toepassing zijn. Kies het antwoord dat het best bij je past.

Q57 Ik zou willen leren vliegen. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

(30)

Q58 Diepzeeduiken trekt mij wel aan en zou ik wel een keer willen proberen. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q59 Ik vind het vervelend om naar een film te kijken die ik al eens eerder heb gezien. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q60 Bergbeklimmen lijkt me een leuke sport, die ik zelf zou willen beoefenen. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q6 1 Ik heb het liefst kleren aan, die voldoen aan eisen van netheid en stijl. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q62 Activiteiten waar veel risico's aan vastzitten, vermijd ik maar liever. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q63 Ik zou nog eens regelmatig willen gaan waterskiën. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

(31)

Q64 Het vlotte en welbespraakte type dat op feestjes populair is en goed de weg weet in het uitgaanswereldje, vind ik niet fijn om mee om te gaan.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q65 Het zou mij niets lijken om een lange zeereis te maken in een klein zeewaardig zeilschip.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q66 Als ik naar een restaurant ga, probeer ik het liefst nieuwe gerechten uit die ik nog niet eerder heb geproefd.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q67 Ik vind het plezierig om af en toe activiteiten te ondernemen, waar je sterke zenuwen voor nodig hebt.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q68 Ik vind het leuk om op een kermis die hele snelle ritten te maken, zoals in een achtbaan.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

(32)

Q69 Ik vind het een fijne ervaring om mezelf helemaal over te geven aan allerlei dagdromen, wanneer ik me zit te vervelen.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q70 Als ik daar de gelegenheid voor krijg, zou ik wel eens willen parachute springen. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q7 1 Als ik in zee zwem, let ik er altijd op dat ik heel dicht bij de kust blijf. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q72 Ik probeer altijd wel iets interessants in mensen te ontdekken, ook al gaat er niet veel van hen uit.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q73 Ik zou niet gauw van een hoge duikplank af duiken. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q7 4 Ik kijk liever naar het werk van moderne (eigentijdse) kunstenaars dan naar het werk van oude meesters.

0 Helemaal mee eens 0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

(33)

Q75 Ik zou nooit proberen om van een steile berghelling afte skiën. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q76 Een bezigheid als vissen zou op mij een ontspannende werking hebben. 0 Helemaal mee eens

0 Tamelijk mee eens 0 Ik weet het niet 0 Tamelijk mee oneens 0 Helemaal mee oneens

Q77 Zou je hieronder je e-mailadres willen noteren? Wij kunnen je dan op de hoogte houden van datum en tijd van testmomenten. Tevens kunnen wij je na afloop van het onderzoeken dan op de hoogte stellen van de resultaten van het onderzoek.

Q78 Zou je hieronder je telefoonnummer willen noteren? Wij kunnen je dan bereiken als er onverhoopt een testmoment niet kan doorgaan of verplaatst wordt naar een andere dag of tijd.

Je bent nu klaar met het invullen van de vragenlijst. Je mag dit aangeven bij de onderzoeksleider. Dankjewel voor het invullen!

(34)

Bijlage 2 - Scoreformulier keeperconditie

m

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

SCOREFORMULIER KEEPER "Schiet Oranje naar het WK"

Ql PPN NUMMER

Q2 Op welke datum vond trainingsmoment 1 plaats? ( dd-mm-jjjj)

Q3 Hoe lang duurde trainingsmoment 1? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

Q4 Trainingsmoment 1 vond plaats ...

0 Vooraf gaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Q5 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 1?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q6 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 1 in:

___ Aantal penalty's dat door de penaltynemer buiten het doel is geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gestopt:

___ Aantal penalty's dat ik heb doorgelaten:

(35)

Q8 Op welke datum vond trainingsmoment 2 plaats? ( dd-mm-jjjj)

Q9 Hoe lang duurde trainingsmoment 2? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

QlO Trainingsmoment 2 vond plaats ...

0 Voorafgaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Ql 1 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 2?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q12 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 2 in:

___ Aantal penalty's dat door de penaltynemer buiten het doel is geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gestopt:

___ Aantal penalty's dat ik heb doorgelaten:

(36)

Q14 Op welke datum vond trainingsmoment 3 plaats? (dd-mm-jjjj)

Q 1 5 Hoe lang duurde trainingsmoment 3? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

Q16 Trainingsmoment 3 vond plaats ...

0 Voorafgaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Ql 7 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 3?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q 1 8 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 3 in:

___ Aantal penalty's dat door de penaltynemer buiten het doel is geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gestopt:

___ Aantal penalty's dat ik heb doorgelaten:

(37)

Q20 Op welke datum vond trainingsmoment 4 plaats? ( dd-mm-jjjj)

Q21 Hoe lang duurde trainingsmoment 4? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

Q22 Trainingsmoment 4 vond plaats ...

0 Voorafgaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Q23 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 4?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q24 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 4 in:

___ Aantal penalty's dat door de penaltynemer buiten het doel is geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gestopt:

(38)

Bijlage 3 - Scoreformulier penaltynemerconditie

m

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

SCOREFORMULIER PENALTYNEMER "Schiet Oranje naar het WK"

Ql PPN NUMMER

Q2 Op welke datum vond trainingsmoment 1 plaats? ( dd-mm-jjjj)

Q3 Hoe lang duurde trainingsmoment 1? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

Q4 Trainingsmoment 1 vond plaats ...

0 Vooraf gaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Q5 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 1?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q6 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 1 in:

___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want buiten het doel geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want gestopt door de keeper: ___ Aantal penalty's dat ik heb gescoord:

(39)

Q8 Op welke datum vond trainingsmoment 2 plaats? ( dd-mm-jjjj)

Q9 Hoe lang duurde trainingsmoment 2? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

QlO Trainingsmoment 2 vond plaats ...

0 Voorafgaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Ql 1 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 2?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q12 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 2 in:

___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want buiten het doel geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want gestopt door de keeper: ___ Aantal penalty's dat ik heb gescoord:

(40)

Q14 Op welke datum vond trainingsmoment 3 plaats? (dd-mm-jjjj)

Q 1 5 Hoe lang duurde trainingsmoment 3? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

Q16 Trainingsmoment 3 vond plaats ...

0 Voorafgaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Ql 7 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 3?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q 1 8 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 3 in:

___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want buiten het doel geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want gestopt door de keeper: ___ Aantal penalty's dat ik heb gescoord:

(41)

Q20 Op welke datum vond trainingsmoment 4 plaats? ( dd-mm-jjjj)

Q21 Hoe lang duurde trainingsmoment 4? Reken van start tot einde van de training, naar- en van het veld lopen tellen niet mee.

0 10 minuten 0 15 minuten 0 20 minuten 0 25 minuten 0 30 minuten

Q22 Trainingsmoment 4 vond plaats ...

0 Voorafgaand aan een reguliere (keepers )training 0 Tijdens een reguliere (keepers)training

0 Na afloop van een reguliere (keepers)training

0 Op een zelf afgesproken moment, buiten de reguliere (keepers )training om Q23 Hoe was het weer tijdens trainingsmoment 4?

0 Het was rustig weer, bijvoorbeeld zonnig of bewolkt weer 0 Het was wat minder weer, bijvoorbeeld miezer en matige wind 0 Het was slecht weer, bijvoorbeeld regen en harde wind

Q24 Vul hieronder de scores van trainingsmoment 4 in:

___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want buiten het doel geschoten: ___ Aantal penalty's dat ik heb gemist, want gestopt door de keeper: ___ Aantal penalty's dat ik heb gescoord:

(42)

Bijlage 4 - Vragenlijst nameting 2

m

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

VRAGENLIJST NAMETING 2 "Schiet Oranje naar het WK" Ql PPN NUMMER

Je begint zometeen aan de laatste vragenlijst van dit onderzoek, die bestaat uit 13 vragen. Als je klaar bent, mag je dit aangeven bij de onderzoeksleider.

Q3 Hoe fysiek fit voel je je op dit moment? 0 0 0 1 0 2 0 3

0 4

0 5 0 6 0 7 0 8 0 9 0 10

Q4 Hoe mentaal fit voel je je op dit moment? 0 0 0 1 0 2 0 3

0 4

0 5 0 6 0 7 0 8 0 9 0 10

(43)

Q5 Heb je gedurende dit onderzoek blessures opgelopen? 0 Ja

0 Nee

Q6 Indien je gedurende dit onderzoek blessures hebt opgelopen, kun je deze kort omschrijven?

Q7 Hoeveel uur heb je tijdens dit onderzoek per week actief besteed aan keepen tijdens wedstrijden en trainingen?

Q8 Hoe staat het aantal uur keepen per week tijdens dit onderzoek in verhouding met het aantal uur dat je in een normale week aan keepen besteed?

0 Ik heb tijdens dit onderzoek evenveel tijd als normaal besteed aan keepen 0 Ik heb tijdens dit onderzoek meer tijd dan normaal besteed aan keepen 0 Ik heb tijdens dit onderzoek minder tijd dan normaal besteed aan keepen Q9 Heb je gedurende dit onderzoek deelgenomen aan keeperstrainingen? 0 Ja

0 Nee

QlO Indien je hebt deelgenomen aan keeperstrainingen, hoe vaak? 0 1 keer per twee weken

0 1 keer per week 0 2 keer per week

0 3 keer of vaker per week

Ql 1 Heb je buiten de trainingen van dit onderzoek om zelf specifiek op penalty's getraind?

0 Ja, ik heb getraind op het stoppen van penalty's 0 Ja, ik heb getraind op het nemen van penalty's

0 Ja, ik heb getraind op het stoppen én op het nemen van penalty's

0 Nee, ik heb niet extra getraind op penalty's buiten de trainingen van het onderzoek om

Q12 Wat is jouw tactiek om een penalty te stoppen?

Q 13 Als je terugdenkt aan het gehele onderzoek, is je dan iets opgevallen aan de filmpjes die je hebt gezien tijdens de computertaak?

(44)

Q15 Wil je dat we je op de hoogte stellen van de resultaten van dit onderzoek? Je krijgt dan onder andere te horen of de training die je hebt gedaan de afgelopen weken werkt!

0 Ja 0 Nee

Dankjewel voor het invullen van deze laatste vragenlijst. Je mag bij de onderzoeksleider aangeven dat je klaar bent. We willen je bij deze alvast bedanken voor je inzet tijdens dit onderzoek!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zowel nestsucces als overleving van de jongen werd significant negatief beïnvloed door de aanwezigheid van schapen (Fig

Opmerkelijke soorten die niet in Aver- bode Bos & Heide werden waargenomen maar er wel kunnen verwacht worden op basis van de tuingegevens zijn onder andere soorten

stekende passivatie zorgen voor zowel lage- resistiviteit n-type als p-type silicium als na de depositie een thermische nabehandeling op ongeveer 400°C wordt uitgevoerd [5,6,7].

Publisher’s PDF, also known as Version of Record (includes final page, issue and volume numbers) Please check the document version of this publication:.. • A submitted manuscript is

Na een veroorJcIing door de Kantonrechter voert de betrokkene in hoger beroep als verweer oom, aan dat hij de bromfietser via zijn (goed gestelde) rechter

The South African Government adds that the APRM country review will enhance efforts by South Africa to meet challenges of the next decade, help build institutions

Stokvis (1979:vii) beweer tereg dat sport soveel nuanses vertoon dat daar dikwels groat verskille in die omskrywing daarvan voorkom. Dit is 'n w1keldwoord wat in

Gebleken is dat bij de verdeling van het deelbudget voor ‘Te goeder trouw’ (in de definitieve vaststel- ling 2017) de Aanwijzingen besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017 van