• No results found

Verzwaring lockdown raakt kwetsbare werkenden hard

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verzwaring lockdown raakt kwetsbare werkenden hard"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2 ESB, te verschijnen

Verzwaring lockdown raakt

kwetsbare werkenden hard

V

olgens het Centraal Planbureau ondervinden de mensen van wie de carrière wordt getroffen door coronamaatregelen hier nog vijf jaar lang de nega-tieve gevolgen van (CPB, 2020). Hun inkomens-ontwikkeling blijft achter, en ze lopen meer risico op (her-haalde) werkloosheid.

Hoe groot die negatieve gevolgen zijn, verschilt tus-sen de diverse groepen van werkenden. Sommige groepen hadden al voor de uitbraak van COVID-19 een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Ouderen, vrouwen, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, laagopgeleiden, maar ook mensen die wonen in de regio’s aan de randen van Nederland hadden vóór de coronacrisis al meer moeite om werk te vinden en te behouden (Weterings et al., 2019).

In dit artikel onderzoeken we in hoeverre de arbeids-marktpositie van deze groepen door de coronamaatrege-len verder worden verzwakt. Deze inzichten zijn relevant, mocht de huidige set aan coronamaatregelen verzwaring nodig hebben. Ook bieden ze aanknopingspunten voor een beleid dat zich richt op het ondersteunen van specifieke groepen, zodra de verspreiding van het virus weer beperkt is.

Werkenden verdeeld over vier beroepstypen

Hoe sterk iemand geraakt wordt door de coronamaatre-gelen, hangt af van het type beroep dat diegene uitoefent. Iedereen met een vitaal beroep (zorgmedewerkers, politie-agenten en vuilnisophalers bijvoorbeeld) kan altijd werken, ongeacht de zwaarte van de coronamaatregelen. Hetzelfde geldt voor degenen met een niet-vitaal beroep die vanuit huis kunnen werken (administratieve medewerkers, mana-gers en ICT’ers bijvoorbeeld). Voor de overige werkenden is het de vraag of ze anderhalve meter afstand tot anderen kun-nen houden bij het uitoefekun-nen van hun beroep. Als dat kan hebben ze een contactarm niet-vitaal beroep (bouwvakkers, receptionisten en vele technici bijvoorbeeld) en kunnen ze blijven werken zolang naar het werk reizen blijft toegestaan (bij de stringente lockdown in Spanje in het voorjaar van

2020 mocht dat niet). Als anderhalve meter afstand houden niet mogelijk is, hebben ze een contactrijk niet-vitaal beroep (horecapersoneel, kappers en opticiens bijvoorbeeld).

Om de impact van de coronamaatregelen in te schatten, meten we dus het aandeel van werkenden in Nederland met een vitaal beroep, en het aandeel ervan met een niet-vitaal beroep waarbij men kan thuiswerken of anderhalve meter afstand kan houden. Vervolgens, als we de werkenden nader uitsplitsen naar persoonskenmerken en werklocatie, kijken we of die verdeling tussen groepen onderling afwijkt.

Aandeel werkenden per beroepstype

We maken een onderscheid tussen vitale en niet-vitale beroepen op basis van de, door de overheid opgestelde, lijst met beroepen met recht op kinderopvang tijdens de ‘intel-ligente lockdown’. Vervolgens gebruiken we de beroeps-indeling van Dingel en Neiman (2020) om vast te stellen welke niet-vitale beroepen vanuit huis uitgeoefend kunnen worden. En de indeling van Leibovici et al. (2020) om alle niet-vitale beroepen die niet vanuit huis zijn uit te oefenen te classificeren als contactrijk of contactarm (zie Groene-wegen en Hardeman (2020) voor een nadere toelichting). Door deze beroepenclassificatie toe te passen op de Enquête Beroepsbevolking (EBB) ontstaat er een beeld van welk aandeel van de werkzame beroepsbevolking één van de vier beroepstypen uitoefent. We stapelen een aantal EBB-jaargangen, zodat we zo veel mogelijk beroepen kun-nen onderscheiden.

Grote verschillen tussen groepen

Figuur 1 laat zien dat 35 procent van de werkenden een vitaal beroep heeft. De overige 65 procent heeft een niet-vitaal beroep. Ruim de helft van degenen met een niet-niet-vitaal beroep kan vanuit huis werken (33 procent van het totaal). Bijna een kwart van alle werkenden heeft een niet-vitaal beroep waarbij ze niet kunnen thuiswerken, maar wel ander-halve meter afstand tot anderen kunnen houden. De overige zeven procent heeft een contactrijk niet-vitaal beroep.

Als we de werkenden uitsplitsen op basis van meerdere persoonskenmerken, dan is er duidelijk verschil tussen de groepen wat betreft de verdeling over de vier beroepstypen (figuur 1). Vooral de hoogopgeleiden wijken sterk af van het gemiddelde beeld. Ze hebben veel vaker een niet-vitaal, vanuit huis uitvoerbaar beroep dan de laagopgeleiden (51 procent ten opzichte van 13 procent), en in iets minder mate ook dan de middelbaar-opgeleiden (25 procent).

Voor de werkenden tot dertig jaar geldt het omgekeer-de: in vergelijking met de andere twee leeftijdsgroepen heb-ben jongeren veel vaker een niet-vitaal beroep, waarvoor

CORONA BESCHRIJVENDE STATISTIEK

Niet iedere werkende wordt even hard geraakt door de corona­ maatregelen. Wie wordt geraakt en hoe verschilt dat met de zwaarte van de coronamaatregelen?

IN HET KORT

● De coronamaatregelen raken werkende jongeren, laagopgeleiden en mensen met een niet­westerse migratieachtergrond harder. ● De negatieve impact van de coronamaatregelen telt op bij hun

bestaande achterstand. JEROEN

BASTIAANSSEN

Onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

ANET WETERINGS

Onderzoeker bij het PBL JESSE GROENEWEGEN Onderzoeker bij RaboResearch SJOERD HARDEMAN Onderzoeker bij RaboResearch

(2)

3

ESB, te verschijnen

ze buitenshuis moeten zijn. Bovendien heeft bijna vijftien procent van de jongeren een contactrijk niet-vitaal beroep. De werkenden met een niet-westerse migratieachtergrond hebben een vergelijkbaar patroon als de jongeren, terwijl er slechts een beperkt verschil is tussen degenen zonder en met een westerse migratieachtergrond.

Vrouwen hebben vaker een vitaal beroep dan mannen (veertig ten opzichte van dertig procent), maar degenen met een niet-vitaal beroep hebben wel vaker een contact-rijk beroep. Daardoor is het aandeel vrouwen dat het risico loopt door de coronamaatregelen te worden getroffen iets groter dan het aandeel mannen, maar de verschillen zijn wel veel kleiner dan voor jongeren, laagopgeleiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond.

Thuiswerk mogelijkheden verschillen per regio

Op regionaal niveau verschilt vooral het aandeel werkenden met een niet-vitaal beroep dat vanuit huis kan worden uit-geoefend (figuur 2). Dit aandeel loopt uiteen van bijna 45 procent in het COROP-subgebied Amsterdam, tot slechts 21 procent in Delfzijl en omgeving. Ook in andere COR-OP-regio’s in de Randstad is het aandeel dat vanuit huis kan werken hoog, uitgezonderd de regio Rijnmond waar er rela-tief veel mensen werkzaam zijn in de industrie en de haven. In de regio’s aan de randen van het land, zoals Zuid-oost-Drenthe, Oost-Groningen en Delfzijl, heeft wel een bovengemiddeld aandeel van de werkenden een vitaal beroep (ruim veertig procent) en van degenen met een niet-vitaal beroep kan er een relatief groot aandeel anderhalve meter afstand houden (ruim dertig procent).

Het aandeel werkenden met een niet-vitaal contactrijk beroep varieert niet zo sterk tussen de regio’s (van ruim vijf procent van de werkenden in Zuidwest-Drenthe tot bijna negen procent in Zuid-Limburg).

Conclusies

De huidige gedeeltelijke lockdown raakt vooral jonge-ren omdat zij bovengemiddeld vaak een contactrijk niet-vitaal beroep hebben. Jongeren hebben in het algemeen een sterkere uitgangspositie op de arbeidsmarkt, omdat ze vaak beter in staat zijn om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Toch kunnen voor hen de coronamaat-regelen een grote impact hebben, omdat zij nog een lange loopbaan voor de boeg hebben en de gevolgen lange tijd met zich zullen meedragen.

Een verzwaring van de coronamaatregelen in de vorm van reisbeperkingen voor iedereen met een niet-vitaal beroep kan de kwetsbaarheid van sommige groepen op de arbeidsmarkt verder vergroten. Naast jongeren, hebben laagopgeleiden, werkenden met een niet-westerse migratie-achtergrond of met een baan in de regio’s aan de rand van het land vaker een niet-vitaal beroep waarbij ze niet vanuit huis kunnen werken. Voor die groepen dient de negatieve impact van de coronamaatregelen opgeteld te worden bij hun bestaande achterstand.

Als het doel is om een coronabeleid te voeren met zo min mogelijk impact op de arbeidsmarktpositie van reeds kwetsbare groepen, dan is het van belang om rekening te houden met deze verschillen – bijvoorbeeld door de maat-regelen te laten variëren per leeftijdsgroep of regio.

Literatuur

CPB (2020) Langdurige effecten van de coronacrisis voor de arbeidsmarkt. CPB Corona publicatie, augustus.

Dingel, J.I. en B. Neiman (2020) How many jobs can be done at home? NBER Working Paper, 26948.

Groenewegen, J. en S. Hardeman (2020) De anderhalvemetereconomie van

Neder-land gemeten. Artikel op www.mejudice.nl, 16 april.

Leibovici, F., A.M. Santacreu en M. Famiglietti (2020) Social distancing and

con-tact-intensive occupations. Technical Report, St. Louis Federal Reserve Bank – On

the Economy Blog, 24 maart.

Weterings, A., E. Buitelaar en A. Edzes (2019) Regionale verschillen in

werkzeker-heid: de rol van beleid. PBL­publicatienummer 3752.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 In procenten90 100 Man Westers Niet-westers < 30 jaar 30-44 jaar > 44 jaar Laag Middelbaar Hoog Totaal Geslacht Migratie-achtergrond Leeftijd Opleidings-niveau

Vitaal Niet-vitaal, thuiswerken mogelijk

Niet-vitaal, 1,5 m afstand houden mogelijk Niet-vitaal, contactrijk Vrouw

Geen

Data: CBS | ESB

Aandeel werkenden per beroepstype

FIGUUR 1

0 10 20 30 40 50 60 70 80

In procenten90 100 Vitaal Niet-vitaal, thuiswerken mogelijk

Niet-vitaal, 1,5 m afstand houden mogelijk Niet-vitaal, contactrijk Nederland

Amsterdam Agglomeratie ’s-Gravenhage Utrecht Agglomeratie Haarlem Het Gooi en Vechtstreek Delft en Westland Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie Arnhem en Nijmegen Noord-Drenthe Overig Groot-Amsterdam Overig Groningen Rijnmond Oost-Zuid-Holland Stadsgewest ’s-Hertogenbosch Veluwe Flevoland IJmond Overig Groot-Rijnmond Zuidwest-Overijssel Zuid-Limburg Midden-Noord-Brabant Alkmaar e.o. Noord-Overijssel Zuidoost-Friesland Zuidoost-Noord-Brabant Zuidwest-Gelderland Zuidoost Zuid-Holland West-Noord-Brabant Twente Noord-Friesland Achterhoek Noord-Limburg Zuidwest-Drenthe Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Noordoost-Noord-Brabant Overig Zeeland Kop van Noord-Holland Midden-Limburg Zaanstreek Zuidwest-Friesland Delfzijl e.o. Oost-Groningen Zuidoost-Drenthe Data: CBS | ESB

Aandeel werkenden per beroepstype

uitgesplitst naar COROP-regio

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Percentages medicijngebruikers onder werkenden naar medicijn- groep; gebruik van voorgeschreven en/of niet-voorgeschreven medicijnen in de twee weken vóór de

Supermarkten, warenmarkten en andere winkels die levens middelen verkopen zijn uitgezonderd. Dit geldt voor verkoop, bezorgen en nuttigen in de

Door de coronamaatregelen is het onderwijs aan leerlingen en studenten in het funderend onderwijs, in het middelbaar beroepsonderwijs en in het hoger en wetenschappelijk onderwijs

Uitgangspunten zijn de participatie van inwoners, alle inwoners kunnen meedoen, stimuleren van eigen kracht en netwerken, het verbinden van curatieve zorg en preventieve

Dit onderzoek richt zich op particuliere huishoudens met een inkomen net boven het sociaal minimum. Studentenhuishoudens vallen hier niet onder. Getalsmatig hebben we het over de

4 Moeten we als gemeente extra aandacht hebben voor zzp’ers met een kleine beurs?. 5 Moeten we als gemeente extra aandacht hebben voor 50-plussers met een

Wil men de deel- name van allochtone werkenden in loopbaanbe- geleiding verhogen, lijkt het dus belangrijk hen te overtuigen van het nut van deze dienstverle ning..

Wanneer we corrigeren voor het al dan niet in- schakelen van studenten bij de werkende bevol- king, verbetert de relatieve positie van België ech- ter niet: ook wanneer we