VAK : NATUURONDERWIJS DATUM: VRIJDAG 19 JULI 2013 TIJD : 09.15 – 10.00 UUR
Drugs 1
In tabaksrook zitten verschillende schadelijke stoffen .
Welke van deze schadelijke stoffen kan longkanker veroorzaken? A ammoniak B koolmonoxyde C nicotine D teer 2
Smokkelen van drugs is strafbaar. Toch probeert men op allerlei manieren cocaïne uit het land te smokkelen, bijvoorbeeld:
1. in vloeibare vorm verwerkt in kledingstukken.
2. in vruchten en groenten verstopt. 3. in schoenzolen verborgen.
4. door het inslikken van cocaïnebolletjes.
Welke van deze manieren van smokkelen kan de dood tot gevolg hebben?
A alleen 2 B alleen 4 C alleen 1 en 3 D alleen 2 en 4 3
Ondanks deze waarschuwing op sigaretten pakjes, zijn er nog vele mensen die roken. Enkele gedachten over tabakgebruik zijn:
1. Het is niet strafbaar. 2. Het brengt je tot rust.
3. Je kan door het gebruik van tabak beter studeren.
4. Je kan er verslaafd aan raken. 5. Tabak is geen hard drugs.
6. Het kan longziekten veroorzaken.
De waarschuwing van het ministerie heeft betrekking op … A 1 en 3 B 2 en 6 C 4 en 5 D 4 en 6 4
Omdat het gebruik van tabak en alcohol toeneemt onder de jongeren, willen buurt-bewoners een info-avond organiseren. Enkele activiteiten op die avond zullen zijn:
1. Informatie geven over alcohol- en tabakverslaving;
2. Een danswedstrijd;
3. Enkele ex-verslaafden vertellen hun ervaringen met alcohol of tabak; 4. Informatie over en het uitdelen van
gezonde hapjes en drankjes die alcohol en tabak kunnen vervangen;
5. Enkele aanwezigen mogen vertellen hoe ze de avond vonden.
Welke activiteiten kunnen meehelpen om het gebruik van alcohol en tabak te verminderen? A alleen 1 en 3
B alleen 2 en 5 C alleen 1, 3 en 4 D alleen 2, 4 en 5
Voeding 5
Janice is dik en wil afvallen. Ze besluit het volgende te doen:
1. Meedoen aan wandel- en trimlopen. 2. Kleinere porties eten.
3. Voedingsmiddelen met veelbrandstof
eten.
4. Geen zoete lekkernijen gebruiken.
Welke van de besluiten zullen ervoor kunnen zorgen dat Janice afvalt?
A alleen 1 en 2 B alleen 1, 2 en 4 C alleen 2, 3 en 4 D 1, 2, 3 en 4 6
Op Wereldpoetsdag praat de jeugdtand-verzorgster met de leerlingen over het goed poetsen van de tanden.
Ze hangt daarna drie plaatjes op van iemand die de tanden poetst.
Zij vraagt daarna: Welk deel van het gebit wordt niet gepoetst.
Welk kind geeft het juiste antwoord?
A Sharmila zegt: „de kauwvlakte van de kiezen.”
B Zheng zegt: „de buitenkant van het gebit.” C Graciëla zegt: „de binnenkant van de voortanden.”
D Sergio zegt: „de binnenkant van de tanden in de onderkaak.”
7
De moeder van Ryan heeft een baby gekregen. Ryan vraagt haar, waarom de baby alleen maar borstvoeding krijgt.
Mama zegt: „In borstvoeding zitten alle
voedingsstoffen die een baby nodig heeft zoals:
1. kalk, zodat de baby stevige botten krijgt, 2. vitamine A voor een gezonde huid, 3. vitamine C, zodat de baby niet
gemakkelijk griep krijgt, 4. ijzer voor voldoende bloed. ”
Welke uitleg van mama is niet juist? A 1 B 2 C 3 D 4 8
Op de tekening is een kuipje boter afgebeeld.
Welke beschermende stof, die ook door de huid gemaakt kan worden, is aan boter toegevoegd? A vitamine A B vitamine B C vitamine C D vitamine D 9
Een marktverkoper biedt de volgende producten te koop aan:
sinaasappels – rijst – klaroen – gedroogde garnalen – manja’s – gele pesi – warme vis – cassave – massala
Welke van deze producten zijn beschermende stoffenleveranciers?
A gedroogde garnalen – rijst – warme vis. B gele pesi – cassave – massala.
C rijst – cassave – warme vis. D sinaasappels – klaroen – manja’s.
Voortplanting 10
De tekening geeft een deel van een bloem
weer. P Q
Is P een deel van de stamper of van de meeldraad?
Is Q een plantenei of een stuifmeelkorrel?
P is een deel van de Q is een
A stamper plantenei
B stamper stuifmeelkorrel
C meeldraad plantenei
D meeldraad stuifmeelkorrel
11
Enkele beweringen over de pil zijn:
I Het voorkomt zwangerschap.
II Het zorgt ervoor dat er geen eicellen in de eileiders komen.
III Het voorkomt H.I.V. en andere seksueel overdraagbare ziekten.
IV Het moet op advies van de dokter gebruikt worden.
Van deze beweringen zijn: A alleen I en II juist. B alleen II en III juist. C alleen I, II en IV juist. D I, II, III en IV juist.
12
Enkele veranderingen die optreden bij jongens en meisjes in de puberteit zijn:
1. haargroei in de oksels en bij de geslachtsorganen.
2. het produceren van zaadcellen. 3. de groei van de borsten.
4. het breder worden van de heupen. 5. het rijpen van de eicellen.
Welke veranderingen zijn bij jongens en meisjes noodzakelijk om het leven te kunnen doorgeven? A alleen 1 en 4 B alleen 2 en 5 C alleen 1, 2 en 3 D alleen 3, 4 en 5 13
In een dierenpark leven er verschillende dieren. Bekijk de tekening. 5 2 3 4 6 1
Welke van de genummerde dieren leggen eieren ?
En welke geven hun jongen borstvoeding? leggen eieren geven borstvoeding A 1, 2 en 6 3, 4 en 5 B 1, 3 en 4 2, 5 en 6 C 2, 3 en 6 1, 4 en 5 D 2, 4 en 5 1, 3 en 6
Heelal 14
Om gegevens over planeten in het zonnestelsel te kunnen aflezen van een tabel, moet men enkele begrippen kennen.
Van welk begrip is de betekenis niet juist?
begrip betekenis
A diameter de dikte van een planeet.
B baansnelheid de snelheid waarmee een planeet rond de zon gaat.
C omlooptijd de tijd waarin een planeet één keer rond de aarde gaat.
D omwentelingstijd de tijd waarin een planeet één keer rond zichzelf gaat.
15
Met behulp van een satelliet is deze foto gemaakt waarop een orkaan te zien is.
Welke soort satelliet kan deze foto gemaakt hebben? A een communicatiesatelliet B een navigatiesatelliet C een observatiesatelliet D een weersatelliet Energie 16
Bij welk energieschema is niet de juiste nuttige energie aangegeven?
A beweging dynamo elektrische stroom B elektrische stroom radio geluid
C elektrische stroom ventilator beweging D kaarsvet kaars warmte
17
Op de tekening zie je kinderen op verschillende toestellen spelen in een speeltuin.
De kinderen zijn genummerd en de pijltjes geven de richting aan waarin de kinderen bewegen. 2 3 1 5 4
Bij welk kind wordt beweging omgezet in zwaartekrachtenergie? A alleen bij 1 en 3 B alleen bij 3 en 5 C alleen bij 1, 2 en 4 D alleen bij 2, 3 en 5
18
ErstaateenhardewindenJerrylaatzijnvliegerop. Hij trekt echter te hard aan het touw en het snijdt.
De vlieger valt uiteindelijk op de grond, omdat ... A het te hard waait.
B de staart van de vlieger te lang is. C de vlieger te licht is.
D de zwaartekracht aan de vlieger trekt. Milieu
19
Planten hebben vaak last van plagen. Plagen worden niet veroorzaakt door … A bacteriën en schimmels. B kevers en rupsen. C luizen en onkruid. D vleermuizen en vogels. 20
De bodem van de tuin van ons buitenhuisje is uitgeput. Op de tekening zie je een deel van de tuin met enkele bomen die afsterven.
De goedkoopste manier om het afsterven van de bomen te voorkomen, is door …
A de bomen te bemesten met kunstmest. B de tuin schoon te houden.
C tuinafval rondom de bomen te plaatsen. D tuinafval te verbranden. 21 Bekijk de tekening. 6 3 4 8 1 2 5 7
De afgebeelde planten en dieren vormen samen een voedselweb.
Welke pijltjes in dit voedselweb zijn onjuist? A alleen 1en 7
B alleen 4 en 8 C alleen 2, 5 en 8 D alleen 3, 6 en 7
22
Dit is een foto van de schade die verleden jaar door orkaan Sandy werd aangericht in Haïti.
Foto: De Ware Tijd 2012
Welke vormen van vervuiling zullen in zo’n, door een orkaan getroffen gebied, voorkomen? A alleen bodemvervuiling
B alleen bodem - en watervervuiling C alleen bodem - en luchtvervuiling D bodem -, water- en luchtvervuiling
23
Op een school is er een schooltuin waar de leerlingen wekelijks het volgende doen:
1. De resten van afgevallen bladeren worden op een hoop geharkt en daarna verbrand.
2. Tuinafval wordt meegegeven met de vuilophaaldienst.
3. De planten worden bemest met natuurmest.
Welke handelingen van de leerlingen kunnen zorgen voor uitputting van de bodem?
A alleen 1 B alleen 2 C alleen 1en 2 D alleen 2 en 3 Sorteren 24
Enkele kenmerken van gewervelde dieren zijn:
1. Ze voelen warm aan.
2. Ze hebben haren op de huid. 3. Ze hebben vier poten.
4. Ze krijgen levende jongen. 5. Ze geven borstvoeding.
In welk antwoord komen alleen dieren voor die al deze kenmerken hebben?
A ezel – hond – vleermuis – schaap
B hert – kamrawenke – kakkerlak – schildpad C kikker – kip – papegaai – tor
D vlieg – aka – paard – kaaiman
25
Het dierenrijk kunnen we verdelen in gewervelde en ongewervelde dieren. Bekijk de volgende tekeningen.
Bij elk dier staan er twee gegevens vermeld.
1 2
gewerveld gewerveld geleedpotig zoogdier 3 4 ongewerveld ongewerveld reptiel worm
Bij welke dieren is er een fout gemaakt? A bij 1 en 3
B bij 1 en 4 C bij 2 en 3 D bij 2 en 4
26
We kunnen de ongewervelde dieren sorteren in vier groepen:
1. wormen
2. eencellige dieren 3. weekdieren 4. geleedpotigen
Enkele voorbeelden uit deze groepen zijn: vlinders, slakken en pieren.
Van welke groep is er geen voorbeeld genoemd?
A van groep 1 B van groep 2 C van groep 3 D van groep 4
Hart/ Ademhaling/ Spijsvertering 27
De juf vertelt aan de leerlingen dat er ook in Suriname jaarlijks veel mensen sterven aan hart- en vaatziekten. Daarna vraagt ze: „Wat kun je zelf doen om je hart gezond te houden?”
De leerlingen antwoorden:
1. aan sport doen. 2. gezond eten.
3. dagelijks vitamine C gebruiken.
4. niet roken en geen alcohol gebruiken.
Welke antwoorden zijn juist? A alleen 1en 2
B alleen 3 en 4 C alleen 1, 2 en 4 D 1, 2, 3 en 4
28
Zuurstof gaat met het bloed mee naar alle delen van het lichaam.
Met behulp van welk orgaan wordt zuurstof in het bloed opgenomen?
A darmen B hart C longen D nieren
29
Anand voetbalt. Zijn ademhaling en hartslag worden hierdoor sneller.
Welke verklaring hiervoor is niet juist? A Zijn spieren hebben meer zuurstof en brandstof nodig.
B Het bloed stroomt sneller door zijn lichaam. C Zijn lichaam wordt niet moe, zodat hij langer kan spelen.
D Zijn snelle ademhaling levert meer zuurstof voor zijn lichaam.
30
De tekening geeft het spijsverteringskanaal weer. 1
3 2
In het spijsverteringskanaal gebeuren er verschillende dingen met ons voedsel, onder andere:
I Het voedsel wordt fijner gemaakt en door het bloed opgenomen .
II Het onverteerde voedsel wordt een tijdje opgeslagen om daarna het lichaam te verlaten.
Met welk nummer in de tekening is de plaats aangegeven waarin verandering I plaatsvindt? En met welk nummer de plaats voor
verandering II? verandering I in deel verandering II in deel A 1 2 B 1 3 C 2 3 D 3 2
Zintuigen 31
Twee beweringen over zintuigen zijn:
I Met onze zintuigen kunnen we warm en koud herkennen.
II De mens heeft alleen zintuigen om te voelen, te proeven, te zien en te horen.
Van bovenstaande beweringen: A is alleen I juist.
B is alleen II juist. C zijn I en II beide juist. D zijn I en II beide onjuist.
32
Twee vrienden kijken naar een spannende voetbalwedstrijd op de televisie, terwijl zij popcorn eten en soft drinken.
Welke zintuigen worden op dat moment zeker gebruikt?
A alleen het oog en het oor B alleen het oog en de tong C alleen het oor en de tong D het oog, het oor en de tong
Veiligheid 33
Een groep vakantiegangers gaat voor een week naar Brownsberg. In hun bagage wordt ook voldoende norit meegenomen.
Waarvoor zouden zij norit kunnen gebruiken? A Om muskietenbeten te voorkomen.
B Om een, door vuil drinkwater, opgelopen diarree te verminderen.
C Om ongedierte uit hun verblijfplaats te verjagen.
D Om allerlei tropische ziekten te voorkomen.
34
In de vakantie gaat Bryan met zijn ouders naar een nieuw recreatie-oord. Als zij daar
aankomen, doet Bryan achtereenvolgens:
1. Hij verkent eerst de omgeving.
2. Daarna speelt hij met enkele kinderen. 3. Na het spelen eet hij een flinke portie
nasi.
4. Hij maakt dan een wandeling in de omgeving.
5. Na een uurtje rusten, gaat hij zwemmen.
Bij welke handelingen heeft Bryan een veiligheidsregel toegepast? A alleen bij 1 en 2 B alleen bij 1 en 5 C alleen bij 2, 3 en 4 D alleen bij 3, 4 en 5 Malaria/ Dengue 35
Het B.O.G. is vaak bezig met de bestrijding van de dengue-muskiet.
Welke handeling van de bevolking zal niet meehelpen aan deze bestrijding ?
A Het afdekken van watertonnen. B Hun erven onderhouden.
C Kapotte huishoudelijke apparaten op een hoop achter op het erf plaatsen.
