• No results found

Meeste open teelten bereiken hoog inkomensniveau in 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meeste open teelten bereiken hoog inkomensniveau in 2012"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Meeste open teelten bereiken hoog inkomensniveau in 2012

Ruud van der Meer en Rob Stokkers

In 2012 zorgde krapte op de internationale markten bij vrijwel alle gewassen van de akkerbouw en opengrondstuinbouw voor een hoger prijsniveau. Dit leidde bij de groente- en fruittelers en vooral bij de akkerbouwers tot een sterke stijging van het gemiddelde inkomen. Uitzondering op de regel vormde de bloembollenteelt, waarbij de daling van opbrengsten en prijzen het gemiddelde inkomen van de bedrijven onder druk zette.

Akkerbouw

De financiële opbrengst van suikerbieten in het seizoen 2012 – 2013 gaat de boeken in als een top opbrengst. De suikeropbrengst per hectare belandde in de top drie van de hoogste ooit. Gecombineerd met een hoge bietenprijs, leidt dit tot een hoge financiële opbrengst per hectare. Voor bieten die binnen het quotum zijn geleverd, werd bijna 70 euro per ton betaald. Voor surplusbieten (bieten boven het quotum) bedroeg de opbrengst ongeveer 30 euro per ton. De hoge uitbetaalprijzen waren te danken aan krapte op de Europese suikermarkt met hoge suikerprijzen tot gevolg. Van krapte op de markt was ook sprake bij consumptieaardappelen. Al vroeg in het seizoen was de aardappelprijs zodanig dat veel telers besloten hun aardappelen te verkopen. In combinatie met een kleinere landelijke productie was de aardappelvoorraad in het najaar lager dan gemiddeld. Omdat het voorjaar van 2013 langzaam op gang kwam en daarmee de groei van nieuwe aardappelen, waren de verwachtingen voor de rest van het seizoen ook goed. De verwachting kwam uit met sterke prijsstijgingen laat in het bewaarseizoen. De pootaardappelen brachten ongeveer evenveel op als het jaar ervoor. Het deel van de pootaardappelen dat niet als pootgoed, maar als consumptieaardappel aan de man moest worden gebracht, profiteerde van de hoge consumptieaardappelprijzen. Het zetmeelgehalte van de zetmeelaardappelen van oogst 2012 lag rond de 20%, dit is 1% meer dan vorig jaar. De prijs die AVEBE betaalt voor de aardappelen ligt op ongeveer 70 euro per ton. Dit is iets meer dan het jaar ervoor.

De graanprijs profiteerde van droogte in grote graanproducerende landen als de VS en Rusland. De graanprijs in Nederland lag aan het begin van het oogstseizoen hoog. Het prijsniveau is gedurende het seizoen hoog gebleven. In combinatie met goede producties per hectare kan gesproken worden van een financieel goed jaar voor de granen. In tegenstelling tot vorig jaar, voldeed in 2012-2013 vrijwel alle gerst aan de eisen om afgezet te kunnen worden als brouwgerst. De prijs ligt daardoor beduidend hoger dan vorig jaar. De zaaiuienproductie was in 2012 hoger dan het meerjarig gemiddelde. Mede als gevolg hiervan is een recordhoeveelheid geëxporteerd. De prijzen liggen ruim boven het (lage) prijsniveau van vorig jaar.

Bovenstaande ontwikkelingen leiden tot een raming van het inkomen uit bedrijf die hoger is dan vorig jaar (zie figuur 1). Bij de akkerbouwbedrijven is sprake van een sterke stijging tot het niveau dat ongeveer gelijk is aan dat van 2010, een topjaar. De zetmeelaardappelbedrijven bereiken in 2012 een vergelijkbaar inkomensniveau.

(2)

Figuur 1 Inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje (x 1.000 eruro) voor akkerbouwbedrijven, 2010-2012 (r) 0 20 40 60 80 100 120 2010 2011 2012 1.000 euro akkerbouwbedrijven zetmeelaardappelbedrijven

Bron: Informatienet LEI

Opengrondsgroenten

Het koude voorjaar en de koele en natte maand juli zorgden in 2012 voor een vertraging van het groeiseizoen met 1 tot 2 weken. De hectareproductie lag hierdoor gemiddeld 1 tot 1,5% lager dan in 2011, met als uitschieter een 10% lagere opbrengst bij asperges. Daarentegen stegen de prijzen van vrijwel alle opengrondsgroenten door een meer geleidelijk en lager aanbod op de West-Europese markt: gemiddeld met circa 6%. Door de goede prijsvorming presteren de opengrondsgroentebedrijven financieel beter dan in beide voorgaande jaren. Het inkomen uit bedrijf wordt in 2012 geraamd op 50.000 euro per onbetaalde aje, ongeveer 15.000 euro hoger dan in de vorige jaren (zie figuur 2).

Fruitteelt

Door vorstschade was de appel- en perenproductie in Nederland in 2012 fors lager dan het jaar ervoor. De appelproductie nam met ruim 20% af en de perenproductie met bijna 40%. Omdat wereldwijd de productie sterk afnam, gingen de prijzen in de lift. Zowel de appels als de peren zijn veel hoger geprijsd dan het jaar ervoor. Het Productschap Tuinbouw maakte cijfers bekend waaruit blijkt dat de veilingprijzen de eerste vier maanden van het jaar 2013 voor appels 50% hoger en voor peren 100% hoger zijn dan in 2012. Dit maakt het mogelijk dat de fruittelers toch nog uitzicht hebben op een financieel goed oogstjaar 2012 – 2013. De raming van het inkomen ligt met bijna 40.000 euro per onbetaalde aje rond het inkomensniveau van 2010 (zie figuur 2).

(3)

Juni 2013

Bloembollen

Het grillige weer tijdens het groeiseizoen 2012 heeft bij de voorjaarsbloeiers geleid tot een ongelijke groei met sterk wisselende resultaten tussen de diverse teeltgebieden en gewassen. De vroegrijpe gewassen tulp, hyacint en krokus realiseerden naar schatting een 5-10% lagere productie per hectare, terwijl bij de laatrijpe gewassen narcis en iris de productie 5-10% hoger uitviel dan in vorig jaar. De zomerbloeiers lelie en gladiool kenden daarentegen een rustig groeiseizoen met weinig uitschieters en een slechts iets lagere hectareproductie dan in 2011. Het algemene beeld voor de bloembollen oogst 2012 is een gemiddeld 5% lagere productie. Daarnaast is er door de tegenvallende economie en lage bloemenprijzen relatief meer vraag uit de binnen- en buitenlandse broeierij naar een goedkoper assortiment en lichtere bloembollen, waardoor het gemiddelde prijspeil van bloembollen naar schatting ook nog eens bijna 2% lager is. Al met al wordt een gemiddeld inkomen van 25.000 euro per onbetaalde aje geraamd (zie figuur 2).

Figuur 2 Inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje voor enkele

opengrondstuinbouwtypen, bollen en groente 2010-2012 (r)

Bron: Informatienet LEI

Methodiek

In het najaar stelt het LEI jaarlijks inkomensramingen op voor de land- en tuinbouwbedrijven (zie Van der Meulen et al., 2012 en Informatienet van het LEI

http://www.lei.wur.nl/NL/statistieken/Binternet/). De ramingen van het inkomensniveau van bedrijven in de open teelt worden in het voorjaar aangepast, en wel op basis van inzicht in de prijsontwikkeling gedurende het afzetseizoen. De verkopen van het afzetseizoen 2012 – 2013 dragen bij aan het inkomen dat wordt toegerekend aan 2012.

Literatuur en websites:

Meulen, H.A.B. van der, W.H. van Everdingen en A.B. Smit (2012). Actuele ontwikkeling van resultaten en inkomens in de land- en tuinbouw in 2012. LEI rapport 2012-064, LEI

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Gemeenten onderscheiden het starterpubliek niet naar voldoende typen starters, waardoor er geen doeltreffend beleid gevoerd worden.. • Gemeentelijke instrumenten om de problemen

Wat betreft de invloed van het justitiële verleden op de afloop van de dienstver- lening kan worden opgemerkt dat personen met een positief beëindigde dienstverlening

Onderzoek heeft aangetoond dat als de academicusbelasting op 6% van het inkomen van ex-studenten wordt vastgesteld, de overheid alle uitgaven voor het hoger onderwijs

De rechtbank gaat na welk recht zwaarder weegt: het recht van Paul de Leeuw op eer- biediging van zijn persoonlijke levenssfeer of de vrijheid van meningsuiting van het weekblad

De verwording (uiteraard in strikt neutrale zin bedoeld) van het leren naar het studeren heeft er, af gezien van de ing.-titel en afgezien van titels die

Brown D & Fogg A “The Law of Resumption in Australia” in GM Erasmus Compensation for Expropriation - A Comparative Study Volume I 1990 Proceedings of the 1990 Conference of the

It was clear from these calculations that presumptions could be made concerning the difficulty of Afrikaans texts, based on the readability assessments of the English versions of

The empirical analyses from this research paper contributes to the knowledge and debate on the effects of plant breeders’ rights and/or the strengthening of IPRs on plant varieties