• No results found

Temperatuurmetingen tijdens de koudebehandeling van forsythiatakken verricht in het koelhuis Hillegom

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Temperatuurmetingen tijdens de koudebehandeling van forsythiatakken verricht in het koelhuis Hillegom"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T H a a g s t e e g 6 , 6708 PM Wageningen

T e l . : 0 8 3 7 0 - 1 9 0 1 3

(Publikatie uitsluitend met toestemming van de directeur)

RAPPORT NO. 2162

H.A.M. Boerrigter en W.H. Molenaar

TEMPERATUURMETINGEN TIJDENS DE KOUDE-BEHANDELING VAN PORSYTHIATAKKEN VER-RICHT IN HET KOELHUIS HILLEGOM

(2)

• 1

-I N H O U D

b i z .

1. I n l e i d i n g 2 2. Doel van de proef 2

3. Uitvoering 2 3.1. Werkwijze in de praktijk 2

3.2. Uitvoering van de proef 3

4. Resultaten 4 4.1. Afkoelsnelheid 4 4.2. Bloeizetting 6 5. Bespreking resultaten 6 6. Conclusies 8 7. Literatuur 8

(3)

-2-1. INLEIDING

In de afgelopen jaren is nogal eens gebleken dat de kwaliteit van geforceerde Forsythiatakken, die op de veiling werden aangevoerd te wensen overliet. Het optreden van ongelijkmatige bloei is de meest algemeen gehoorde klacht met als gevolg een slechte prijsvorming van deze takken tijdens het veilen.

Tijdens de uitbloei verdwijnt deze ongelijkmatigheid geleidelijk.

Naar aanleiding hiervan is door de N.T.S.-studieclub "Trekheesters" een verzoek aan het Sprenger Instituut gericht om aandacht aan deze problematiek te schenken. Vooral aan de lange inkoeltijd en als gevolg daarvan de te hoge temperatuursom, schreef men het kwaliteitsverlies toe.

Om die reden zijn in het koelhuis Hillegom, waar Forsythiatakken van verschil-lende herkomsten worden gekoeld, temperatuurwaarnemingen verricht om de juist-heid van die gedachtengang te toetsen.

2. DOEL VAN DE PROEF

Het aantonen van mogelijke negatieve effecten van de inkoeltermijn door middel van temperatuurwaarnemingen in 3 pallets met Forsythiatakken van verschillende herkomst.

Nadat de takken gekoeld zijn, gedurende 5 weken, zal per herkomst steekproefsge-wijse een monster getrokken worden uit elke pallet. Deze takken worden in bloei getrokken bij 23 C en 90% R.V. en beoordeeld op de gelijkmatigheid van de bloei. De behandeling is identiek aan de manier van werken in de praktijk. Aan de hand van de genoemde temperatuurmetingen en de uitbloèiresultaten kunnen eventuele kwaliteitsverschillen wellicht verklaard worden.

3. UITVOERING

3.1. Werkwijze in de praktijk

De werkwijze in de praktijk voordat geforceerde Forsythiatakken op de veiling worden aangevoerd is als volgt:

Door de teler worden speciaal geconstrueerde palletkisten volgeladen met Forsy-thiatakken.

De zijkanten van deze palletkisten bestaan uit ijzeren rekken die aan de boven-kant door 2 ijzeren staven aan elkaar geklemd worden.

(4)

-3-In een dergelijke kooiconstructie worden de takken, waaraan in het begin van het koelseizoen nog blad zit, bij het koelhuis Hillegom aangevoerd.

Deze pallets worden vervolgens nat gespoten en in een koelcel bij -2 C gezet. Het natspuiten is een maatregel waarmee men indroging van de takken tracht te voorkomen door de vorming van een ij slaag rondom de takken.

Deze maatregel wordt gedurende de totale koelperiode van 5 weken enkele malen herhaald.

Deze koudebehandeling is voldoende om de winterrust te doorbreken. De aldus be-handelde pallets gaan dan terug naar de teler, die de takken bij een hoge tempe-ratuur (20-23 C) en R.V. (90-95%) in bloei trekt tot het veilingrijpe stadium is bereikt.

3.2. Uitvoering van de proef

- Van de 3 pallets is de afkoelsnelheid gemeten en geregistreerd. Elke pallet bevatte takken van één herkomst.

Per pallet zijn 3 thermokoppels geplaatst: boven, midden en onderin de pallet. - Aanvang koelperiode 23-10-1980

Beëindiging koelperiode 27-11-1980

- Bijlage 1 geeft de gemiddelde temperatuur per pallet grafisch weer.

- Bijlage 2 t/m 4 geven aan hoe respectievelijk de temperatuur is geweest; onder, midden en bovenin de pallet t.o.v. de luchttemperatuur in de koelcel.

- Bijlage 5 is een grafiek met daarin de centrumtemperatuur van de 3 pallets om te kunnen vergelijken.

- Bijlage 6 zijn 2 papierstroken afkomstig van thermohygrografen, die het klimaat in de koelcel gedurende ca. 2 weken registreerden wat temperatuur en relatieve luchtvochtigheid betreft.

- De temperaturen zijn gedurende 12 dagen elke 3 uur geregistreerd met behulp van een 24-punts Honeywell-recorder.

Aangenomen is dat na 12 dagen de temperatuur op alle gemeten plaatsen een be-paald evenwicht bereikt heeft en voortzetting van de waarnemingen om die reden gestopt kon worden.

- Nadat de pallets ontdooid waren op 27-11-1980, werden een 20-tal takken uit elke bos genomen waarin tijdens het inkoelen een temperatuuropnemer geplaatst was.

Tien takken werden, in het Sprenger Instituut in bloei getrokken en de andere helft in het proefstation Aalsmeer (als demonstratie voor belangstellenden).

(5)

-4-De Forsythiatakken werden op 27-11, na aanknippen, op water geplaatst bij 23 C en 90-95% R.V.

Het water werd op 9/12 ververst zonder opnieuw de takken aan te knippen. De takken zijn beoordeeld op respectievelijk 4/12, 9/12 en 18/12. In tabel 4 is een overzicht gegeven van de beoordelingsresultaten.

4. RESULTATEN 4.1. Afkoelsnelheid

Zoals blijkt uit de bijlagen 1 t/m 4 zijn er een aantal afkoelkrommen die steeds qua begintemperatuur op een ander niveau liggen. Om toch de afkoelsnelheid per meetpunt te kunnen vergelijken hanteren we het begrip halfkoeltijd.

Met behulp van de computer en een speciaal hiervoor geschreven programma (lit. 1) worden deze waarden uitgerekend.

In tabel 1 staan deze halfkoeltijden vermeld.

Tabel 1. Halfkoeltijden (t h) van pallets met Forsythiatakken.

pallet 1 pallet 2 pallet 3 thermo-koppel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 plaats onder midden boven onder midden boven onder midden boven t^ (uren) 5,8 10,2 5,9 12,3 41,5 13,7 29,9 34,7 125,3* gem. th (uren) per pallet 7,5 20,0 50,1

Door de extreem volle belading van de pallet kwam dit meetpunt eveneens in het midden van de pallet terecht.

N.B. De halfkoeltijd is de tijd die nodig is om de helft van het temperatuurver-schil te vereffenen tussen produkt- en luchttemperatuur.

Voorbeeld: produkttemperatuur 20 C

luchttemperatuur 0 C / t'ï = 8 uur na 8 uur is de produkttemperatuur 10 C

(6)

-5-Voor de totale afkoelt!jd rekent men 4 à 5 maal de halfkoeltijd. Elke pallet (zie tabel 1) vertegenwoordigt een herkomst.

Uit de vergelijking van halfkoeltijden zijn grote verschillen in herkomst te zien. Deze verschillen zijn veroorzaakt door de hoeveelheid produkt per pallet en door het verschil in takgrootte (lengte, dikte etc.) .

Ook de hoeveelheid blad, die verschillend was, kan een rol spelen.

Tabel 2. Beschrijving produkt per pallet

begintemperatuur kwaliteit takken aanwezigheid blad hoeveelheid takken pallet 1 711°C -kort en dun' veel vers blad

relatief weinig

pallet 2 12°C

lang en dik (zwaar) vers blad aan de takken

normaal

meer dan pallet 1

pallet 3 12-18°C gemiddeld veel blad (dor) los

zeer veel, 2 x hoeveelheid t.o.v. pallet 1

De hoogste temperatuur is de centrumtemperatuur.

In het centrum van pallet 3 konden broeiverschijnselen worden waargenomen. De kwaliteit van herkomst 2 was duidelijk veel beter dan 1 en in mindere mate beter dan 3.

De takken hadden veel gelijkmatige, korte sporen.

De temperatuurgegevens per pallet leveren de volgende resultaten op: Tabel 3. Aantal dagen waarna de produkttemperatuur beneden -1 C komt plaats meetpunt in de pallet boven midden onder gemiddeld pallet 1 < 1 ± 4 ± 1>Ï ± I's pallet 2 ± 5>s * ± 5h ± 9 pallet 3 * * *

Betekent, dat de temperatuur van dit meetpunt binnen 12 dagen niet beneden -1°C is gekomen.

(7)

-6-De luchttemperatuur schommelde tussen -1 C en -3 C en liep tijdens de ontdooi-periodes van de koelinstallatie soms op tot ca. +1 C.

De verschillen in afkoeltijd komen in tabel 3 wederom duidelijk naar voren. Het is opvallend, dat de centrumtemperatuur zeer vertraagd (pallet 1) of nooit (pal-let 2 en 3) de luchttemperatuur bereikt.

De produkttemperatuur van pallet 3 schommelde tussen 0 en 2 C. De vraag rijst of deze verschillen terug te vinden zijn in de gelijkmatigheid van bloei in het veilingstadium en uitbloei op de vaas.

4.2. Bloeizetting

Met de beoordeling zoals weergegeven in tabel 4 blijkt duidelijk de negatieve invloed van een lange afkoeltijd (pallet 2 midden en pallet 3 helemaal) op de gelijkmatigheid van de bloeizetting in het veilingstadium (beoordeling 4/12 en 9/12).

Een goede beoordeling wordt bemoeilijkt door de grote verschillen in kwaliteit tussen de 3 herkomsten. Dit speelt uiteindelijk ook nog een rol bij de eindbe-oordeling op de vaas. De uitbloei vond plaats op leidingwater. Toevoeging van een "snijbloemenvoedsel" voor heestertakken zou een betere uitbloei geven, maar dit zou tevens de verschillen gedeeltelijk verdoezelen. Om die reden vond de uit-bloei plaats op leidingwater.

5. BESPREKING RESULTATEN

Deze resultaten komen overeen met de ervaringen van Witmondt en Staden uit 1975 (lit. 2 ) . Bewaring bij verschillende temperaturen -2 C, 0 C en +5 C geeft wel een goede bloeizetting en goede tot redelijke uitbloei' op de vaas. De tijd-stippen van bloeizetting lopen echter uiteen per temperatuur en de uitbloei-kwaliteit neemt af naarmate de gemiddelde bewaartemperatuur hoger is. Het advies is dan ook bewaren bij -2 C. Dit geeft de beste kwaliteit en daardoor de minste

risico's en de hoogste opbrengst; einde citaat.

In de hiervoor beschreven proef hebben wij verschillende temperatuurniveaus per pallet, bos en tak gemeten. Waargenomen is een ongelijkmatige bloeizetting. Gezien vroegere ervaringen en de meetresultaten is dit verklaarbaar.

Ongelijkmatige gemiddelde temperaturen leiden tot ongelijkmatige bloeizetting. Door middel van voorkoeling is het wellicht mogelijk bij zeer vol beladen pallets, er voor te zorgen dat de rustverbreking van de takken overal in de pallet in

(8)

-7-r l CL) C N D l <-• c \ dl 00 U r l ft W D i • r l G i - l d ) <u > • O O) r l r H 0 tn 0 fd d) (d Xi > M O) 0 ) s w H td < C N r l C71 C T C - r l r H U eu cu T! D U G O Cl) 0 u o) a XI w r ) O) D> G d) h ft w C N r l \ >* Ö i G • r l H 0 ) T > r l 0 0 dl XI 4-1 XI -O ü O) CU 0 H D i tn • ^ r ~ D> • H T ) 4-> d l (0 0 S Di •^r uo -P X i Di ü -H aj + j r H (Ö w a i n ^ X id 4-1 w 0 u xi 0) ft 0) Tl •rH dl G 0 -H H X I Ö CU CU H D l r-i • r l - H 4-> Ä rd U a w , * SH • n CU • H > r H W dl 13 D> -H 0) •> x: Tl ft Sir? D i U oo ^ L O II j r * - t 4-> CO a 0 X u d> a + j r ( O) "2 G o -o Q) 0 Cn C N a s • r | •O (d -P CO ft •r—i • r l r l D i G • H r H • r l 0 ) > G 0> 01 Di CU Di • r H 4-> (rt S x - n • r l H 0 ) Di X • n • r l H dl T l 0) r l • * • * T l • * 0 ) i d 0 -P D i U X d) • r - i ft • r | H - H ( U (U •O 0 CU r-t U X) C N ^ O r l II jr* +J c cu "O T>

•ä

4-1 x i u ( U H CO C N

'S

gl o r l Tl d) 0 D i O r l tn 0 Xi d) Tl C • r | •d •H d) X! ft • n • H r l D i C - r | T ) • r l d> r l ft CO <u 4-1 o r l O i •P X ! T ) ü 0) d) 0 rH Dl 10 ix> m 4-> X! T l O d) 0> 0 •-* Di tn r-~ ro D i • r l 4-> cn (d 0 a c .* r-i - H dl <u Oi -H "0 T l d) CU 0) r l 0 O C H Di 0 X I m CN * * •* a x 3 (d -rl 4J T l rd U 4-> d) m ft •rl S o) 3 0 " r l r H T l 1 0 XI <d 0 -P XI cu tn Di 0> •H ft Tl 4-> - r - i ld -ri c S r l - r l M Cu • n G G • r l - r l d ) H r l H d) -rl rH Dl d) -H > X! CJ Ti • tn <ü a u 0 0) d) Di Di > CT! • h i n II JP 4-1 G d) > 0 X I T! d) 0 D i O r i T) d l 0 D i O r l

•s

o D i O r l ft O X d) Tl G • H •* a • n • H r l D i C • H r H - r l • r l d ) 0) 0 > r H ^ XI - Ü r l dl (U 0 d) D> a u tn O l r 0> <D N - r l n fe C N r l II JC C M 4-1 tn a 0 X u o> M • P U O l Tl G 0 D i • r l • P

g

O r l G d) -rl dl 01 D i 0 r H C XI 0 1 T> Tl O) T i e r t— C N G d ) " r l 0 ) 0 1 Di 0 •-A C XI CU •d T I d) Tl 0 > „ «a< C N * c di r H d l T) r l 0 0 dl XI G ft d ) T l C - r l G U 3 Di X C • r l d ) H 4-1 - H d ) a > 0 • p S 01 3 -rl id C r l tn 0) 3 r T l in •» r l <tf II rlP •P G 0 1 Tl • 0

•a

G • r l • H d l 0 r H XI r l • r l d> 0 H X) C 0 1 0 1 r H •-i rd n ft 0 X (U Tl ft O X 0) Tl C • H T ) 0 1 0 D i O r l T) 0) 0 D i O r l T ! 0 1 0 D i O r l ft 0 X 0 ) Tl G - r | • * ft • n -H r l D i G - r | r-{ - H • H d) d) 0 > ^-i XI " O r l d3 oi 0 0 1 en a U CO d ) 4-1 0 1 0 1 N - H ^ n r l II J P 4-1 G d) > 0 X I D i T3 -H d) -P o fd Di a vu tn ^—. ft 0 X G 4-1 - r l Xi "O U -rl d) d) d) 0 -H O D > tO r H X! CO CO ^ ft 0 d) 4-1 - ü X! Ü G d) -H rH O l - r l 0 ) o 0 < - l ^ XI H S C 3 rd • H (H d) O 01 r H 4 J XI r l 0 ) 0 1 & i T l - H G -P 0 a ft X T i • l - l - r l • r l U •-{ D i 0 1 G D > i H G H O - H 0 1 •> > • P X i G Ü d ) 0 1 > rH 0 tn x i a\ ». O l C N II r T ro 4 J CO g O .y r l 0 1 » 4 J r l d) T3 C O 4 J X ! O (U H to O r l -P Xi Ü 0 ) •-{ tn o r l r X! O 0> . , H to O r l S 3 (d r l rH U G 01 d> •rl U. CU O Di rH 0 X I G CU M D i 01 -H T l -P G g 0 r i ft - n 0 • H A ! r H 01 d) Di ft G - n 0 - H r l - D i 4 J C X i " r l CJ H CU " H rA (U tn > r~ ^ " J1 ro II J P -p G d) Tl Tl r -p Xi Tl U d) eu O r H D i 10 V O U ) 4-1 Xi ~ ü Di eu i G r H ft - H tn O rH G eu rl x X 0 1 _ X 0 1 G - r l N d) S d l 4-1 O Di G n ~ 0 tr> i ) ^ r l d) 6 r H r * tn 4-1 "r? Ä Z j eu eu & 01 rH g1 N tn o r - "ST r i ' 1 Tl r • n • H X! G rd •O - r | SH 0) d) 0 S H 3 XI rd U d) Cn D l - r l O -P G (d a •> X 4-1 - n X ! - r l u <-* eu eu H Dl tO G 0 r l . » eu G eu eu N Tl ro m C N r l II JP • P G eu > o X I

(9)

Voorkoeling kan echter ook achterwege blijven mits de pallets maar juist beladen worden. Ook wordt de inkoeling sterk beïnvloed door het blad dat zich aan of

tussen de takken bevindt. Hoe minder blad des te beter is de inkoeling. In het algemeen blijft voorkoelen toch de voorkeur houden omdat men er dan van overtuigd kan zijn, dat het produkt dan inderdaad snel afgekoeld is.

Enkele be-schikbare voorkoelmethodes zijn: a. Vacuumkoeling

b. Hydro-koeling

c. Zuig- of perswandkoeling

Verbeek (Sprenger Instituut) heeft op 18-6-1979 voor de studieclub "Trekheesters" een inleiding gehouden over deze verschillende methodes.

Bijlage 7 is een artikel, overgenomen uit het Vakblad voor de Bloemisterij dat handelt over een aantal voorkoelmogelijkheden.

Alhoewel hierin steeds gesproken wordt over het koelen van dozen snijbloemen, zullen voor het koelen van pallets met Forsythiatakken identieke systemen nood-zakelijk zijn.

6. CONCLUSIES

- Ongelijkmatige gemiddelde temperaturen per pallet, bos of tak leiden tot onge-lijkmatige bloeizetting en dus opbrengstverlies voor de klok.

- Pallets overvol beladen om te besparen op koelkosten hebben het nadeel, dat (het produkt ongelijkmatig inkoelt, zelfs in sommige gevallen de gewenste opslag-temperatuur niet bereikt.

- Voorkoeling is aan te bevelen wanneer er sprake is van een dichte stapeling, dat is het geval bij zeer volle belading, grote hoeveelheden blad aan de takken en in de pallet en bij zeer gelijkmatige goede takken met korte sporen.

7. LITERATUUR

Lit. 1: Hilhorst, R.G.

U.P.P.-version upp-3, july 1979, system Wang 2200-T. Sprenger Instituut, Wageningen.

(10)

Lit. 2: Staden, Drs. O.L. en Ing. M. Witmondt.

Onderzoek naar alternatieve bewaarcondities van Forsythiatakken. Rapport no. 1929, Sprenger Instituut, Wageningen.

Lit. 3: Boerrigter, H.A.M, en Ing. W.H. Molenaar.

Voorkoelsystemen voor snijbloemen»Vakblad voor de Bloemisterij 4£ (1979) blz. 58/61.

Wageningen, 2 april 1981 HAMB/MJ

(11)

BIJLAGE 1 O t e m p . C 1 9 . 0 0 T 1 7 . 0 0 +

1 5 . 0 0

4oo

i o 13.00 4

>H-1 >H-1 . 0 0

4

9 . 0 0

• +

7.00 4 5 . 0 0 4 3 . 0 0 4

ï.oo

4

- ï . o o

4

- 3 . 0 0 4 - 5 . 0 0 + o QDO

+

+

+

OOoOO

+

+

°oc^o< °ooO°° oo

^o f t ,°cbcx)ocw{^occoo, CKO,

r+-H-+. I l'J"i i' H^i-jq fcH+fH^+H+H. 'OOOOO 1x

x+t.

r

+M*.

xx X X* Xx x x__ x * . . . • * • * . . * • * . » x x

x ^*y^«+

»*^++^^

Xxx x xx X / x x * v x x Xx X X x x xxA x x X* x

* ***.x

x

.x:

X f f i

: V ^ «**.* *.V .

* * * • X Xv * x ' J - J_ 10 TYD (dagen) •1-2

GEM. AFKOELING PER PALLET AFKOELING VAN FORSYTHIATAKKEN SYMBOLS

:GEM. TEMP PALLET 1 + + + + + + : G E M . T E M P . P A L L E 2 o o o o o o : G E M . T E M P . P A L L E 3 x x x x x x : G E M . T E M P . CELLUCHT

(12)

o t e m p . C BIJLAGE 2 1 9 . 0 0 T 1 7 . 0 0 1 5 . 0 0 1 3 . 0 0 -1 -1 . 0 0 - f

++

9 . 0 0 -o 7 . 0 0 -• 5 . 0 0 -3 . 0 0 •• 1 . 0 0 -• o + - 1 . 0 0 -• - 3 . 0 0 -• x o„ „ "H "44-Cb x * + +++ 4 + H KX - 5 . 0 0

^t^^^^y^K^^

j _ _L 10 12 TYD (dagen) AFKOELING PALLET 1 , h e r k o m s t 1 AFKOELING VAN FORSYTHIATAKKEN SYMBOLS

. . . : T 1 o n d e r + + + + + + : T 2 midden

o o o o o o : T 3 b o v e n 1 | T

(13)

BIJLAGE 3 O temp. C 1 9 . 0 0 T 1 7 . 0 0 •• 1 5 . 0 0 •• 1 3 . 0 0 •• •fi-l •fi-l . 0 0 '-^° 9 . 0 0 + * + o 7 . 0 0 •• 5 . 0 0 T o 3 . 0 0 •• - 1 . 0 0 •• - 3 . 0 0 ••

+

+

\ 1 . 0 0 •• oe l 00 % X • « a * * * * *0 0^ ^ Xx ^ % . x x SOÔOÔO

* * Ä x

XX X

xd

x

x

X X3K XX X

x

X x X x

x:

X

V ** * '

x x * * **a? x xx x Xx XX - 5 . 0 0 * « « « *— 0 2 4 AFKOELING PALLET 2 , h e r k o m s t 2 AFKOELING VAN FORSYTHIATAKKEN SYMBOLS . . . : T 4 o n d e r + + + + + + : T 5 midden o o o o o o : T 6 b o v e n x x x x x x . - G E M . T E M P . CELLUCH't 10 TYD (dagen) •12

(14)

BIJLAGE 4 o t e m p . C 1 9 . 0 0 T 1 7 . 0 0 •• 1 5 . 0 0 ••

+

+

* + o

t

1 3 . 0 0 •• 1 1 . 0 0 •• 9 . 0 0 •• 7 . 0 0 5 . 0 0 3 . 0 0 1 . 0 0 •• • 1 . 0 0 - 3 . 0 0 ' + o „ Offi oo„

°°,

'cbo + + o o + +-F + 0 cP t +H- +°oO o0 o0 + O OPc^C • . I X Xx

+ o" ocfct ooq%ocxxx»cboatoöocoooo0 0 0

+ °OQ0C^CX3COOCb X X X X x X X xx X* x * Ä "Xx XXX x X XxX x X xx V X xx x xx xXx x x * x x X X X X X X J x X x x ^ * * x x x x „ xx X x x Xx K X XX v x x X X X X X x X ^ ^ X x

_u

10 TYD (dagen) 12 AFKOELING PALLET 3 h e r k o m s t 3 AFKOELING VAN FORSYTHIATAKKEN SYMBOLS

: T 7 o n d e r + + + + + + : T 8 midden

o o o o o o : T 9 b o v e n

(15)

BIJLAGE 5 t e m p . C 1 9 . 0 0 T 1 7 . 0 0 -• 1 5 . 0 0 • 1 3 . 0 0 •• H+ 1 1 . 0 0 -•' 9 . 0 0 -7 . 0 0 -• 5 . 0 0 -• 3 . 0 0 •• 1 . 0 0 -• o

+

- 1 . 0 0 -• • 3 . 0 0 T -P <*» oO°°o • » + -f-l 1.1 I 1,1.1.1 , OcfP, * I VI 1 I T T 1=fc»

++»-++-

oPooo o X oo

"^^m^^^fy^

X Xx X * Xx "xx x f x x x x X X X .... ... X X

A*

xX X x • X X X XJ X Xx • • ; x - . v . . x .3 0 t.> X K ? . . . * . . ? : * ^ x xxx X A x X.. .. A Y x Y x** ^ • ' * x Xx x XX x X X X * ' X * X XX _L 10 TYD (dagen) 12

(^KOELING CENTRUM V/D PALLETS AFKOELING VAN FORSYTHIATAKKEN SYMBOLS

:T2 pallet 1 ++++++:T5 pallet 2 oooooo :T8 pallet 3

(16)

Di O > > W H Ö

(17)

Öl c •H r-\ CD O X œ 0 fa % tu CU -H S3 en •H r-t Q) 0 C > Q) Ü .H O 0 X •P cd s •H U3 O H • m r » j , | ; r r-(-r-!-»-i-4~>-M-4-4-J-1+ t - t - w - r - T r i . i i i i '- T

(18)

BIJLAGE

7-Voorkoelsystenten voor snijbloemen

H. A. M. Boerrigter en ing. W. H. Molenaar

Sprenger Instituut Wageningen

In dit artikel wordt een over-zicht gegeven van enkele voorkoelsystemen die toege-past kunnen worden bij de exporteur. De wenselijkheid van voorkoelen is in vorige artikelen uitvoerig belicht.

Voorkoelen is nodig om de volgende redenen:

— Het produkt eist een temperatuur van maximaal 10-15 °C om de knopont-wikkeling, de warmteproduktieen het vochtverlies te beperken. — De kans op ethyleenschade tijdens

transport neemt af bij een lagere tem-peratuur.

— Afkoeling tijdens het transport is niet mogelijk. In het meest gunstige geval kan hiermede temperatuurstijging voorkomen worden.

— Alleen met behulp van voorkoeling bij de exporteur kan men aan de produkt-eisen voldoen.

Indeling voorkoelsystemen

De voorkoelsystemen kunnen als volgt worden onderscheiden:

1. jet koel ing (koeltunnel) 2. doorstroomkoeling

— metperswand — metzuigwand

— met combinatie pers/zuigwand — door middel van lanskoeling 3. vacuümkoeling

4. ijskoeling

Jetkoeling

Dit is een geforceerde af koeling door sterke luchtwervelingen din met behulp

van ventilatoren worden verkregen. Dit gebeurt ineen afgesloten ruimte, de koel-tunnel. Dekoudeluchtwordtindeopende doos op de verpakte bloemen ge-blazen.

Het systeem vraagt veel ruimte omdat de dozen laagsgewijs afgekoeld worden. Ook de hoeveelheid produkt moet niet al te groot zijn om een snelle en gelijkmati-gunfkoelinu, lovnrkrijunn. Doorhol ge-bruik ViinlopnniInbtiiHli.MilHlint Hybltiom eenvoudig teuutomutisoren. Het sluiten en omsnoeren van de dozen moet na de afkoeling plaatsvinden, ook dit proces kan geautomatiseerd worden. De af koeltijd is lang, ongeveer 1 1 / 2 uur. Voor kleine hoeveelheden kan dit sys-teem zonder al te grote bezwaren worden toegepast.

Doorstroomkoeling met perswand

Hierbij wordt door middel van een druk-verhog ing aan de ene kant van de verpak-king koude rucht gedwongen via openin-gen in de dozen over het produkt te stro-men. Terugvoer van de opgewarmde koellucht naar de koeler geschiedt door het systeem in een koelcel of koeltent te plaatsen. Deze koelcel of koeltent kan dan tevens dienst doen als tijdelijke opslag ruimte van het voorgekoelde pro-dukt.

Het percentage openingen in de verpak-king móet op de aangeblazen w a n d en de er tegenover liggende wand ca. 5 %zijn. Het drukverschil over de verpakking be-paalt de hoeveelheid lucht die door de verpakking stroomt en daarmee tevens de af koeltijd. Ook het soort bloemen, de inbrengtemperatuurendeverpakkings-wijze in de doos hebben een grote invloed op de afkoeltijd. Toepassing van dit sys-teem vereist een aantal maatregelen zo-als: aanpassing van de verpakking, zowel vandeomdoosalsdekleinverpakking.Na afkoeling moet de luchtstroom afgeslo-ten worden of moeafgeslo-ten de dozen wegge-haald worden. De aansluiting dozen-perswand moet goed zij n o m luchtlekka-ge te voorkomen. De afkoeltijd is onluchtlekka-ge- onge-veer 1 uur.

Door grote verschillen in af koeltijd per bloemsoort, bv. anjers snel en irissen langzaam, iseonyoliikmiitigoeindlom-peratuur niet te verwachten. Bij het instellen van een gemiddelde afkoeltijd worden sommige soorten onnodig lang

gekoeld, waardoor veel vocht aan de bloem wordt onttrokken. Dit kan worden voorkomen door „natte koelers" te in-stalleren.

Doorstroomkoeling met zuigwand

Dit systeem verschilt weinig van het vori-()0 Hol drukverschil wordt hior nclilor vot ooi/iwikl dooi oononilonlitik Kouilo omijHvmilsludu wurdl op do/o manier door de dozen over het produkt gezogen naar de koeler, waarna deze weer gecon-ditioneerd (op gewenste temperatuur en vochtigheid)wordt en teruggeblazen in de cel of koeltent.

Een andere uitvoeringsvorm van dit prin-cipe is het Amerikaanse Pressure-Cool-systeem. Dit systeem is door Verbeek, Sprenger Instituut, in een vorig artikel uitvoerig beschreven (no. 24(1979) blz. 62 t / m 65).

Met het systeem met zuigwand kan men elke gewenste hoeveelheid produkt voor-koelen. Door middel van flappen en rol-gordijnen wordt een goede afdichting tussen zuigwand en verpakking verkre-gen waardoor luchtlekkages worden be-perkt. Als de voorkoelruimte tevens dienst doet als tijdelijke bewaarruimte dan wordt het celklimaat niet door het „ w a r m " ingebrachte produkt beïn-vloed. De opgewarmde lucht wordt na-melijk eerst via de koeler geleid en daar geconditioneerd voordat ze weer in de ruimte teruggeblazen wordt. Dit is een voordeel ten opzichte van de perswand. De afkoeltijd is ongeveer

1 uur. Ook bij dit systeem moeten de omverpakking en kleinverpakking aangepast worden en dient de lucht-stroom afgesloten te worden na af koe-ling, evenals bij de perswand. Indien het systeem buiten een cel ge-plaatst wordt moet mende luchtstroom handhaven om het produkt op tempera-tuur te houden. De luchthoeveelheid kan dan aanzienlijk verminderd worden. Dit geldt eveneens voor de perswand. Ook vochtontrekking speelt hier een

belang-rijke rol.

Doorstroomkoeling met pers- en zuigwand

Deze methode van voorkoelen is een combinatie van beide voorgaande syste-men. De dozen worden tussen twee wan-S8 V«Hilmlv....( il« Hliwi i..M| 44 o « /SI

(19)

O n d e r z o e k

yoottoeEsystemen

voor

snijbloemen

den geklemd, een pers- en een zuigwand. Het drukverschil tussen beide wanden veroorzaakt een luchtstroom door de ver-pakking over het produkt.

Dit systeem is op kleine schaal gebouwd en getest op het Sprenger Instituut. Ge-bleken is dat tenminste2 rolcontainers bloemen achter elkaar geplaatst op deze manier afgekoeld kunnen worden. Door ruimtegebrek in expeditie- of distri-butieruimten kan het bouwen van perma-nente voorzieningen zoals vacuümketels en koelcellen een probleem zijn. De ver-plaatsbare zuig- en perswanden van dit systeem nemen weinig ruimte in beslag, totaal ongeveer de oppervlakte van één rolcontainer.

Vooral wanneer dit systeem aangesloten isop een centrale koudeluchtunit kan het ruimtebeslag tot een minimum beperkt worden. Dit geldt eveneens voor de an-dore doorstroom systemen. Centraal kou maken vormt een aanzienlijke besparing op de te installeren koelcapaciteit en op de koelkosten, omdat piekbelastingen kunnen worden voorkomen.

Verbeek (Sprenger Instituut) zal op dit punt nader ingaan in een afzonderlijk artikel.

Verpakkingseisen, vochttrekking, weg-zetruimteof vermindering van de lucht-stroom na afkoeling en ongelijkmatige eindtemperatuur door verschillende pro-duktsoorten zijn bij dit systeem gelijk aan de andere.

Doorstroomkoeling met 'lans'

Dit systeem wordt in Israël toegepast en werkt als volgt.

Tijdens het verpakken wordt op de

bloe-men een dunne buis met gaatjes gelegd (,,koude lans"). De doos wo/dt daarna gesloten, waarbij de lans blijft uitsteken. De dozen worden op een pallet geplaatst, bij een centraal koudeluchtkanaal. Dit persluchtkanaal is voorzien van flenzen waaraanflexibele slangen bevestigd zijn. Deze slangen kunnen met behulp van snelkoppelingen aan de „koude lans" bevestigd worden. Op deze manier wordt in iedere doos afzonderlijk koude lucht geblazen.

Wann• -t i de koeler aan het plafond be-vestigd is of men is aangesloten op een centraal koude net, dan vraagt dit sys-teem erg weinig ruimte. De afkoeltijd is ongeveer 1 uur. Door het individueel aansluiten van alle dozen op het „koude net" vraagt deze methode wat extra han-delingen. Een voordeel is dat elke doos kou krijgt ongeacht de stapeling en even-tuele verschillen in verpakkingsafmetin-gen.

Ook bij de lanskoeling treedt vochtverlies op en moet men na afkoeling de lucht-stroom verminderen of de bloemen in een tijdelijke bewaarruimte plaatsen. In Israël wordt het systeem in koelcellen ge-plaatst, waar het afgekoelde produkt kan blijven staan. De dozen moeten voorzien zijn van openingen in de kopse kant, voor de „koudo lans", en openingon in do zij-wand oui de ingeblazen koellucht af to voeren.

Vacuümkoeling

Met dit systeem heeft het Sprenger Insti-tuut veel ervaring opgedaan op de groen-teveilingen, waar men bladgroenten, o.a. sla, andijvie en spinazie, voorkoelt. Met snijbloemen zijn ook uitgebreide proeven verricht (Wiersma en Boer, Vakblad v.d. Bloemisterij, 4 6 / 1 9 7 0 , blz. 1846,1847). Zowel technisch als technologisch zijn er geen bezwaren om op deze wijze snij-bloemen voor Ie koelen.

Het systeem bestaat uit een vacuümketel met vacuümpompen en een condensor waarop het verdampte vocht uit het

pro-dukt in de vorm van ijs woidt neergesla-gen.

Deze verdamping isbij lagedrukerg hoog Voor verdamping is warmte nodig. Deze warmte wordt aan de snijbloem zelf onttrokken, diedaardoorafkoelt. Daarom is de grootte van de lading niet van in-vloed op de afkoeltijd. De afkoeltijd is erg snel, ongeveer 20minuten. Deprodukt-temperaturen variëren dan van ongeveer

1 -6 °C. Aan de verpakking hoeven geen speciale eisen gesteldteworden. Het vochtverlies bedraagt ongeveer 1 % p e r 6 graden temperatuurdaling. Het ruimte-beslag kan een beperking voor de toepas-sing in expeditieruimten vormen. Na af-koeling moet het produkt in een koelcel geplaatst worden of direct in een geïso-leerde vrachtauto om opwarming te voor-komen.

IJskoeling

Hieronder verstaan w i j het afkoelen van snijbloemen door het plaatsen van koel-elementen (eutectische materialen, ijs) in de verpakking tussen de bloemen. Uit proeven is gebleken dat de afkoeltijd érg lang is, 8-12uur. Men kan dan nau-welijks meer spreken van een voorkoel-systoom Wil mun op do/n mnnier bloe mon ,'ifkoolon vim ?Olol i> "Clitj cum omgevingstum'pet.ituurv;tn20"0d;m zou aan ijs 25 %van het gewicht aan bloemen meeverpakt moeten worden.

Conclusie

Voor het voorkoelen van bloemen is een aantal meer of minder flexibele syste-men voomanden. Daar het bij sommige systemen gaat o m pro-t o pro-t y p e n , valpro-t nog geen kospro-tenvergelij- kostenvergelij-king temaken. Toepassing en keuze zal veelal afhangen van de mate van orga-nisatie bij de exporteur. Tevens v o r m t het aantal handelingen een beperking bij enkele systemen.

Toepassing zou uit een oogpunt van kwaliteitsbehoud en verkooppolitiek een goede zaak zijn.

Fig. 2d f _ - — " Ooorstroomkosttng — lansfcoellng Fig. 3 noar vgcuumpomp wmmmmm/immmsimmimKmf »/»»KimimSmm Vacuümkoeling VnVblndvoortfa8l04!rni«tftri| - - 4 4 ( 1 9 7 8 ) 61

(20)

Fill 1 rrrrjrr/i/rrijrrrr/fs^.-.-r/r/urr »rrrr// ^

h

D O G

M M

t

M

t y

Ä O O T 3 O O Q G Ü O Q 6 < ooóodOOOOOOOfeoóGOgOO'O'Ooóooo Jetkoeling Fig. 2 b P2ZZ2ZZ2ZZ2ZZZZZZZZZZ ZZZZZZZZZ27)

mmm

D o o r s t r o o m k o e l i n g — zuigwand

Onderzoek

Fig. 2a DoorstfoomfcoaMng— parawand Fig. 2c Dooratooomkoating — para-iuigwand

GLOBAAL OVERZICHT VAN VOORKOELSYSTEMEN EN HUN EIGENSCHAPPEN

Systeem I e Jetkoeling (koeltunnel) 2o. Perswand 3«. Zutywand 4« Pors-. zuigwand 5e. Lanskoeling 6e. Vacuumkoeling 7tf. Usknehng - veel i weinig

Gemeten af koeltijd in de doos van 25 °C tot 8 " c / 2 'C 9 0 m i n . 6 0 m i n . 6 0 m i n . 6 0 m i n . 6 0 m i n . 2 0 min. 3). Handelingen 1) rond koeler totaal • • » • / -»/ • / • / -n v t verpakkings-eisen 2) * -• + * Vochtverlies droge natte koeler koeler • / . • »/ f • n.v.t. »• n.v.t. ruimtebehoefte • / -*/ *• -• -• automati- seringspro-blemen 1 ) Hiermeewofdt bedoeld — stapelen (op pallets en in verband)

— verplaatsen van de pallets naar tussenopslagruimten - werken in charges

?) Fen btip.ialiJ pwcent<i<ju openingen in de verpakking. Uniforme cioosefmetingen met ntime lengte on breedte

:i> AfkiM<lui(i v.tn ?(>"(! tul H"(' w o r d mol hu?inkt Na I G i i u i w.'is<li>mHiiul((<»ld<>l<Hnpnitiliiur o p p l m 1 2"C, »lnarna vond pr opwarming plaats.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sit io eohter aiet het geval (aamoniakvervlaohtigingT)* De ia do aoototof gegeven hoeveelheden IgO werden bij ohoaiooh ondersoek vrijwel volledig terug­ gevonden.

het afstaan van het surplus&#34; dat voor investering in de landbouw en andere sektoren aangewend dient te worden Op de gewone rekening van het over- heidsbudget van Suriname

De knelpunten bij dit habitattype kunnen met de in paragraaf 4.2 beschreven maatregelen worden aangepakt en daarmee kan het behoud van de relatief kleine oppervlakte het

Hoewel Ensis directus de voornaamste kandidaat was als het stapelvoedsel van de eenden voor de Texelse kust, gezien het recente voorkomen, zijn eerder bewezen functie

The following aspects are examined with regards to formulating a deeper understanding of destructive thinking within the context of pastoral care: cognitive and emotional

De totale hoeveelheid energie die op dat moment is opgenomen door de pNIPAM-laag hoeft niet meer door koeling te worden afgevoerd. 3p 24 Bereken hoeveel energie per m 2

De schoonmaker/medewerker vloeronderhoud: - Maakt interieur, inventaris en sanitair volgens de gestelde kwaliteitsrichtlijnen en productiviteitsniveaus schoon, controleert tijdens

Het doel van experiment 3 is na te gaan of er verschil groei is in groei van het broed wanneer wordt gevoerd met de algensoorten Dunaliella tertiolecta (flagellaat),