Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
BIJTWONDE, GEINFECTEERDE:
VLEERMUIZENBEET
• Klinische aspecten en commentaren
o Beten moeten steeds als geïnfecteerd worden beschouwd gezien de kans op het ontwikkelen van een klini-sche infectie. Steeds een indicatie voor pre-emptieve, kortdurende (3 tot 5 dagen) antibiotherapie, geïniti-eerd in afwezigheid van klinische symptomen (regimes zijn identiek aan die voor de behandeling van een klinische infectie).
o Profylaxe (na blootstelling) tegen rabies noodzakelijk.
o Verificatie van de status van de vaccinatie tegen tetanus (oppuntstelling indien nodig).
• Betrokken pathogenen o Streptokokken.
o Stafylokokken.
o Rabies virus.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Eerste keuze: amoxicilline-clavulanaat. Alternatieven.
Doxycycline ± metronidazole. Doxycycline ± ornidazole. Moxifloxacine.
o Standaard posologieën.
Amoxicilline-clavulanaat: (500 mg amoxicilline + 125 mg clavulanaat) po q8h. Doxycycline: 200 mg po q24h of 100 mg po q12h.
Metronidazole: 500 mg po q8h. Moxifloxacine: 400 mg po q24h. Ornidazole: 1 g po q24h.
o Totale duur van de geschikte (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling. Pre-emptieve behandeling: 3 tot 5 dagen.