• No results found

Dantumadeel : aanvullende sociaal - economische schets van een ruilverkavelingsgebied in de Friese wouden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dantumadeel : aanvullende sociaal - economische schets van een ruilverkavelingsgebied in de Friese wouden"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERSLAGEN No. 36

A

^ ONTVANGEN %

1 6 OCT,

,r

'3

v BtBUOmEK Oktober 1963

Landbouw-Economisch Instituut - Conradkade 1?5 - 's-Gravenhage - Tel.6l.4i.6l Niet voor publikatie - nadruk verboden

(2)

L,

'tö8(j

(3)

LIJST VAN BIJLAGEN WOORD VOORAF INLEIDING HOOFDSTUK HOOFDSTUK I I HOOFDSTUK I I I HOOFDSTUK IV

ALGEMENE SOCIAAL-ECONOMISCHE ASPECTEN § 1 « B e v o l k i n g

§ 2 . B e r o e p s b e v o l k i n g § 3« F o r e n s i s m e

§ 4- I n k o m e n s n i v e a u

ASPECTEN VAN DS AGRARISCH-ECON0LÎISCHE STRUCTUUR § 1 . Hoofd- en n e v e r i b e r o e p e n van de g e r e g i s t r e e r d e n § 2 . B e d r i j f s g r o o t t e s t r u c t u u r § 3 - Eigendom en p a c h t § 4 - U t i l i t e i t s v o o r z i e n i n g e n DE BEDRIJVEN § 1„ G r o n d g e b r u i k en b e d r i j f s t y p e § 2o R u n d v e e h o u d e r i j en g r a s l a n d g e b r u i k § 3 . V a r k e n s , k i p p e n en s c h a p e n § 4» M e c h a n i s a t i e § 5» A r b e i d s b e z e t t i n g § 6 . L e e f t i j d v a n de b e d r i j f s h o o f d e n

DE ONTWIKKELING VAN DE AGRARISCHE STRUCTUUR IN DE PERIODE 1958-1962 § 1c De o n t w i k k e l i n g van h e t a a n t a l b e d r i j v e n § 2 . De o n t w i k k e l i n g van de b e d r i j f s g r o o t t e s t r u c t u u r § 3« De o n t w i k k e l i n g op de b e d r i j v e n § 4« V e r a n d e r i n g e n i n de a g r a r i s c h - s o c i a l e s t r u c t u u r 5 7. 8 8 9 11 12 14 14 16 18 19 20 :20 21 22 22 24 25 26 26 28 29 32.

(4)

LIJST Vffl BIJLAGEN

B l z .

1. Bevolking sinds 1880 34 2. Ontwikkeling van de bevolking naar onderdelen van de

gemeente Danturaadeel 35 3. Enige gegevens per onderdeel van de gemeente Dantumadeel 36

4. Mannelijke "beroepsbevolking 37 5« Mannelijke beroepsbevolking naar bedrijfstak 38

6. Leeftijdsopbouw 39 7« Woonforenzen 40 8. Vervoermiddelen waarvan de woonforenzen gebruik maken 41

9» Werkforenzen 42 10. Aantal geregistreerden 43

11. Geregistreerden naar gebied en beroepsgroep 44 12. ÏTevenberoepen van de B- en hoofdberoepen van de C-geregistreerden 45

13. Voormalige beroepen van de D-geregistreerden 46 14. De bedrijven ^ 1 ha en de cultuurgrond (1910—1959) 47 15« Eigendom en pacht 48 16. Gepachte grond 49 17« Utiliteitsvoorzieningen 50 1 8 . M e l k k o e i e n 51 19. M e l k p r o d u k t i e 52 20. Melkmachines n a a r h e t a a n t a l m e l k k o e i e n p e r b e d r i j f 53 2 1 . P a a r d e n en t r e k k e r s 54 22. A r b e i d s k r a c h t e n 1962 55 2 3 . De l e e f t i j d van de b e d r i j f s h o o f d e n . 56 24° W i j z i g i n g e n van h e t a a n t a l g e r e g i s t r e e r d e n (1958-1962) 57 2 5 . N i e u w - g e r e g i s t r e e r d e n in. de p e r i o d e 1958-1962 58 26. Verdwenen g e r e g i s t r e e r d e n i n de p e r i o d e 1958-1962 59 2 7 . Overgenome'n b e d r i j v e n i n de p e r i o d e 1958-1962 fO 2 8 . A a n t a l b e d r i j f s h o o f d e n n a a r s u b - g e b i e d e n en b e r o e p s g r o e p (1958 en 1962) 61

29. De omvang van. het grondverkeer in één jaar (I96I-I962) 62

30. Rundveebezetting (1958 en 1962) 63 31. Mechanisatie (1958 en 1962) 64 32. Overige veebezetting (1958 en 1962) 65

33. Arbeidskrachten (1958 en 1962) 66 34. De arbeidsdichtheid (1958 en 1962) 67 35. De leeftijd van de bedrijfshoofden (1958 en 1962) 68

(5)

WOORD VOORAF

De Cultuurtechnische Dienst verzocht in oktober 1962 het Landbouw-Economisch Instituut een aanvulling te geven op de sociaal-economische schets over de ruilverkaveling Dantumadeel, die als L.E.I.-nota No. 127 in januari 1959 was uitgebracht. Door bijzondere omstandigheden zijn

de voorbereidingswerkzaamheden van deze ruilverkaveling tijdelijk onder-broken en sedert kort weer actief ter hand genomen.

Dit verslag bevat een uitwerking van en een toelichting op de recente bestaande documentatie over het betrokken gebied. Bijzondere aandacht is besteed aan de veranderingen die in de sociaal-economische structuur van de landbouw in het blok zijn opgetreden sedert het ver-schijnen van de vorige schets.

Het ruilverkavelingsblok is + 8600 ha groot en is gelegen in de gemeente Dantumadeel in de noordelijke Priese Wouden, bovendien zijn kleine delen van de gemeenten Dokkum, Kollumerland, Tietjerksteradeel en Perwerderadeel binnen de blokgrens gelegen.

Dit verslag is opgemaakt door de afdeling Streekonderzoek.

DE DIRECTEUR,

's-Gravenhage, augustus 1963

(6)

5

-WOORD VOORAF

De Cultuurtechnische Dienst verzocht in oktober 1962 het Landbouw-Economisch Instituut een aanvulling te geven op de sociaal-economische

schets over de ruilverkaveling Dem turnadeel, die als L.E.I.-nota No. 127 in januari 1959 wa<s uitgebracht. Door bijzondere omstandigheden zijn

de voorbereidingswerkzaamheden van deze ruilverkaveling tijdelijk onder-broken en sedert kort weer actief ter hand genomen.

Dit verslag bevat een uitwerking van en een toelichting op dé recente bestaande documentatie over het betrokken gebied. Bijzondere aandacht is besteed aan de veranderingen die in de sociaal-economische structuur van de landbouw in het blok zijn opgetreden sedert het ver-schijnen van de vorige schets.

Het ruilverkavelingsblok is +_ 8600 ha groot en is gelegen in de gemeente Dantumadeel in de noordelijke Friese Wouden, bovendien zijn kleine delen van de gemeenten Dokkum,, Kollumerland, Tietjerksteradeel

en Ferwerderadeel binnen de blokgrens gelegen.

Dit verslag is opgemaakt door de afdeling Streekonderzoek.

(7)

INLEIDING

Dit verslag "bestaat uit een aanvulling en uitbreiding van de

in 1959 uitgebrachte sociaal-economische schets (L.E.I.-nota No„ 127). Er wordt een globale beschrijving in gegeven van de sociale en

econo-mische omstandigheden waaronder de landbouw in het ruilverkavelings-gebied Dantumadeel wordt uitgeoefend.

Dit ruilverkavelingsgebied - voortaan "het blok" genoemd - behoort tot het landbouwgebied De Wouden en is bodemkundig erg heterogeens het omvat zowel klei- als zand- als veengronden,,

De begrenzing van het blok is als volgt 1 in het noorden Dokkum en de Dokkumer Ee, in het oosten de Oude Vaart en de Nieuwe Vaart, in het zuiden gedeeltelijk door de spoorlijn Leeuwarden-Groningen en de Oudkerker Vaart, in het westen de Dokkumer Ee „ Het blok omvat dan ook

bijna de gehele gemeente Dantumadeel - de kernen Zwaagw est einde, Ku.ikh.orne en Janum vallen er echter buiten - en verder kleine tot zeer kleine delen

van de gemeenten Dokkum, Kollumerland, Tietjerksteradeel en Perwerderadeel, In overleg met de Cultuurtechnische Dienst is het blok in twee

ge-bieden verdeeld, namelijk:

Gebied I; omvat de kernen Murmerwoude, Dantumawoude, Akkerwoude, Wouters-woude, Broek, Valom, Rinsumageest, Driesum en Oostwoud.

Gebied II; omvat de kernen Veenwouden, Roodkerk, Birdaard en Sybrandahuis. De begrenzing van elk van de gebieden, alsmede de blokgrens, zijn op bijgevoegde kaart aangegeven.

Deze sociaal-economische schets is voor het grootste deel gebaseerd op bestaand statistisch materiaal » De basis wordt gevormd door de gegevens per individueel binnen het.blok wonend geregistreerde bij de landbouw-telling 1962 van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van deze gere-gistreerden is het gehele bedrijf in beschouwing genomen, dus ook de grond die eventueel buiten het blok lag. Daar staat tegenover dat binnen het blok liggende grond van er buiten wonende gebruikers niet is meege-teld.

Met behulp van enige plaatselijke deskundigen zijn de geregistreerden in een ^-tal beroepsgroepen ingedeeld;; in hoofdstuk II wordt op deze in-deling teruggekomen.

Voorts zijn gegevens geput uit de volks- en beroepstelling 1947 9 de woningtelling 1956 en de algemene volkstelling i960. Daar deze tel-lingen alleen gemeentelijke gegevens verstrekken, zijn ten behoeve van deze schets uitsluitend gegevens over de gemeente Dantumadeel gebruikt omdat deze gemeente bijna geheel in het blok valt.'

Dit verslag bevat, zoals reeds werd opgemerkt, een aanvulling op de in 1959 uitgebrachte sociaal-economische schets. In de blokbegrenzing zijn, in vergelijking met destijds j' enige kleine wijzigingen aangebracht. Voor het overige is de indeling van de documentatietabellen in grote

lijnen gelijkgebleven ; afwijkende bedrijven zijn echter, in tegenstelling tot de schots van 1959? onder de term "speciale bedrijven" afzonderlijk gehouden (zie §§ 1 van hoofdstuk II en lil).

In hoofdstuk IV is een beschouwing gewijd aan de in de periode

195ö~1962 opgetreden ontwikkelingen in de agrarische structuur. Hierbij zijn de gegevens van de oude schets vergeleken met die welke betrekking hebben op de huidige situatie.

(8)

8

-HOOFDSTUK I

ALGEMENE SO CIAAL-ECONOMISCHE ASPECTEN

Voor oen i n z i c h t i n de s o c i a a l - e c o n o m i s c h e s t r u c t u u r moet g e b r u i k worden gemaakt van gegevens d i e a l l e e n p e r gemeente " b e s c h i k b a a r z i j n , de v o l k s t e l l i n g e n van 1947 sn 19^0 en de w o n i n g t e l l i n g van 1956o Aan-g e z i e n a l l e e n Lantumadeel b i j n a Aan-g e h e e l "binnen h e t b l o k l i Aan-g t , worden dan ook a l l e e n g e g e v e n s van deze g e m e e n t e opgenomen.

B e v o l k i n g ( " b i j l a g e n 1 t/m 3 e n 6)

G r a f i e k 1

ONTWIKKELING VAN HET AANTAL INWONERS Indexcijfers (1880 = 100) 300 280 260 -•240 220 _ 200 -180 160 _ 140 -120 100 _

t

J I I L '80 '90 '00 '10 '20 '30 '40 '50 '60 Gem. Dantumadeel

(9)

De toeneming van het aantal inwoners blijft volgens grafiek 1 in Danturnadeel alsook in Friesland ver ten achter hij het landsgemiddelde.

De toeneming voor Danturnadeel lijkt groter dan gemiddeld voor

Friesland, doch het recente verloop (I95O-I960) laat zien dat Danturnadeel enigszins achterblijft. Het groeitempo voor Nederland in de periode 1950-1960 zette zich onverminderd voort, de provincie geeft nog een trage groei te zien, terwijl in de gemeente in deze periode het aantal inwoners afneemt.

De toeneming van het aantal inwoners' in de gemeente tot 1950 is

steeds het gevolg geweest van een compensatie van het negatieve vestigings-overschot (verschil tussen vestiging en vertrek) door een geboorte-overschot (verschil tussen aantal geboorten en sterfgevallen), wat na I95O niet moor het geval was met als govolg oen geringe afneming van het aantal inwoners»

Tabel 1 GEBOORTEN- EN VESTIGINGSOVERSCHOTTEN P e r i o d e n Gemeente Danturnadeel g e b o o r t e n -o v e r s c h -o t v e s t i g i n g s -o v e r s c h -o t 1921-1925 1925-1930 1931-1935 1936-1940 1941-1945 1946-1950 1951-1955 I 9 5 6 - I 9 6 O + 1196 + 955 + 965 + 7 45 + 1058 + 1184 + 1065 + 1062 343 1460 323 361 55 1072 1358 949 Bron: C.B.S,

Uit de c i j f e r s over h e t a a n t a l inwoners p e r kern of wijk van de gemeente, die van 1947 en i960 b e s c h i k b a a r z i j n , b l i j k t dat van de kernen binnen hot b l o k met meer dan 1000 inwoners i n i960 a l l e e n i n ' Veenwouden de b e v o l k i n g s i n d s 1947 met meer dan 10$ i s toegenomen. Vooral jongeren trokken u i t de gemeente weg. Het p e r c e n t a g e van de b e -v o l k i n g i n de l e e f t i j d s k l a s s e -van 40-50 j a a r b l e e f na de oorlog c o n s t a n t , dat van de j o n g e r - d a n - 4 0 j a r i g e n nam met 4% a-f G n dat van de

oudor-dan-50 j a r i g e n d i e n t e n g e v o l g e met h e t z e l f d e p e r c e n t a g e t o e .

2. B e r o e p s b e v o l k i n g (b i j l a g e n 4? 5 e n

0

De algemene.volkstelling in i960 geeft een recent overzicht van de samenstelling van ; de beroepsbevolking en door vergelijking met de volks-cn beroepstelling 1947 een indruk van de veranderingen, die zich sinds 1947 hierin hebben voorgedaan.

(10)

10

-De reeds geconstateerde "veroudering" van de "bevolking geldt ook voor de mannelijke beroepsbevolking, ook hier nam het percentage jonger-dan-40 jarigen met 4% af. Terwijl het totaalaantal werkende mannen van 1947 af met jfo is afgenomen, is het aantal werkenden in de landbouw met niet minder dan 4 ^ gedaald. Werkte in 1947 nog bijna de helft van de mannelijke beroepsbevolking in de landbouw, in i960 nog maar ruim een kwart. Van de kernen (binnen het blok) Oostwoud, Roodkerks

Sybrandahuis en van de verspreide bevolking buiten de kernen werkte in i960 nog meer dan de helft van het aantal werkende mannen in de land-bouw; in de kernen Murmerwoude en Veenwouden nog maar minder dan een vijfde«

Tabel 2 PERCENTAGE AGRARIERS PER KERN OP WIJK

Kern Kern of wijk

Murmerwoude Dantumawoude Akkerwoude Wouterswoude Broek Val om Rinsumageest Dri e sum Oostwoud Veenwouden Roodkerk Birdaard 16 31 24 48 23 33 29 34 66 16 62 22 Sybrandahuis Verspreide huizen s in het noorden in het westen in het zuiden in het oosten In het centrum Buiten het blok s Zwaagwesteinde Kuikhorne Janum Gemeente Dantumadeel 50 59 67 78 74 78 10 46 82 27

Brons C.B.S. Algemene volkstelling i960

De daling van het aantal agrariërs sinds 1947 wordt in de eerste plaats veroorzaakt door het sterke teruglopen van het aantal

land-arbeiders; van het aantal in 1947 is niet meer dan een derde overge-bleven; Ook het aantal meewerkende gezinsleden (zoons) is belangrijk minder gewordene het aantal in i960 was niet veel meer dan. de helft van dat in 1947.

Tabel 3 MANNELIJKE AGRARISCHE BEROEPSBEVOLKING

Categorie Zelfstandigen Meewerkende gezinsl Arbeiders aden Aantal personen in de gemeente Dantumadeel

1947 1) I 1956

846 760

292 216 767 26O | i960 752 153 259 Indexcijfer (1947 = 100) 1956 i i960 i 90 89 74 52 34 34 1) Exclusief 100 tijdelijk niet-werkenden.

Brons C.B.S. Volks- en beroepstelling 1947 Algemene woningtelling 1956 Algemene volkstelling i960

(11)

Het aantal zelfstandige agrariërs (volgens het C.B.S.) is sinds 1947 niet sterk afgenomen en sinds 1956 praktisch stabiel gebleven„ Kenmerkend voor de andere categorieën iss dat de daling van het aantal

arbeiders geheel in de periode 1947-1956 plaatshad en daarna het aantal stabiel bleef; bij het aantal meewerkende zoons ging echter de daling in de volgende periode onverminderd voort.

Uit de feiten dat de mannelijke beroepsbevolking in de gemeente Dantumadeel sedert 1947 met 5% is afgenomen en de mannelijke agrarische beroepsbevolking met' maar liefst 59%? valt te concluderen dat een

steeds groter aantal mensen buiten de landbouw is gaan werken o Uit de ontwikkeling van het aantal werkenden per bedrijfstak blijkt dat in i960 45% van de totale beroepsbevolking werkzaam was in de industrie?

de ambachten en de bouwnijverheid, tegen maar 28,% in 1947°

§ 3. F o r e n s i s m e (b ij 1 a g e n 4? 6 t/m 9)

Hoewel er volgens de telling in i960 in de gemeente een 25-tal niet-agrarische bedrijven zijn met minstens 10 man personeel, kon het toenemend aantal werkenden buiten de landbouw niet door de

niet-agrarische werkgelegenheid in Dantumadeel zelf worden opgevangen. Een toenemend aantal woonforenzen was het gevolg. Was in i960 het aantal mannen dat buiten de gemeente woonde en dagelijks naar Dantumadeel kwam werken (werkforenzen) maar 162, het aantal mannen uit Dantumadeel dat dagelijks buiten de gemeente ging werken (woonforenzen) was toen reeds 1061„

Het is vooral de nijverheid die een groot aantal werkenden uit Dantumadeel aantrok; het aantal in de landbouw werkende forenzen

(woon- zowel als werkforenzen) is te verwaarlozen klein. Het ligt voor de hand dat van de aangrenzende gemeenten het vooral Dokkurn is dat de meeste forenzen trekt; van het totaalaantal woonforenzen echter gaat ongeveer de helft naar Leeuwarden. Overigens moet erop worden gewezen dat in i960 ongeveer een derde van alle woonforenzen uit Zwaagwesteinde kwam. Tabel 4 1) WOONFORENZEN ' Woonforenzen Dagelijks Overigen Totaal Aantal in de gem. 1947 i 812 126

938

Dantumadeel in I960 1061 617 1678 1) In de gemeente Dantumadeel wonende, elders werkende mannen,

Brons C.B.S. Volks- en beroepstelling 1947 Algemene volkstelling i960

(12)

12

-Sinds 1947 i s het a a n t a l woonforenzen b e l a n g r i j k (met 79^) "toe-genomen. Ook h e e f t z i c h een v e r a n d e r i n g v o l t r o k k e n i n de manier waarop men zich naar en van het werk v e r p l a a t s t e Gebeurde d i t i n 1947 nog

s t e r k overwegend p e r f i e t s , in'19.60 was d i t a l i n meerderheid per "bus of t r e i n .

§ 4 « I n k o m e n s n 1 v e a u

Een globale indruk van het inkomensniveau van de landbouwers en alle beroepsgroepen tezamen, is ontleend aan de woningtelling 1956. Aan de absolute hoogte van de bij de telling opgegeven inkomens moet

geen te grote waarde worden toegekend, wel zijn deze gegevens geschikt voor een regionale niveauvergelijking (grafiek 2 ) .

INKOMEN 1)

Landbouwers Alle beroepsgroepen

Grafiek 2 tfo. personen 100 80 60 40 20 0

1

f

ë

l

1

I

1 2 3 1 2

1) Van gezinshoofden en alleenstaanden.

1 = Gem. Dantunadeel 2 = Prov. Friesland 3 = Nederland s* f. 6000,-f. 3000,-/6000,-f.6000, < f, 3000

(13)

„-Direct valt op dat do inkomenspositie van de landbouwers zowel als van alle werkenden in de gemeente ongunstig afsteekt bij het ge-middelde voor de provincie en het land. De verschillen zijn wel bijzonder groot ; zo is het aantal landbouwers met een inkomen van minder dan

f.3.000,- in Dantumadeel verhoudingsgewijs het dubbele van het. gemid-delde voor Friesland.

(14)

14

-• HOOFDSTUK I I

ASPECTEN VAN DE AGRARISCH-ECONOMISCHE STRUCTUUR

§ 1 . H o o f d e n n e v e n b e r o e p o n v a n d o g e r e -g i s t r e e r d e n ( b i j l a -g e n 1 0 t/m 13)

B i j de l a n d b o u w t e l l i n g i n mei 1962 woonden i n h e t "blok 755 g e r o -g i s t r e e r d e n . Onder lien i s een -g r o o t a a n t a l d a t h e t h o o f d b e r o e p n i e t op h e t e i g e n l a n d b o u w b e d r i j f v i n d t of d a t eon n e v e n b o r o e p h e e f t . Z e l f s i s e r o n d e r hen een 2 7 - t a l d a t geen c u l t u u r g r o n d i n g e b r u i k h e e f t j maar nog g e r e g i s t r e e r d i s omdat h e t vee h e e f t of om de een of a n d e r e r e d e n nog g e r e g i s t r e e r d w i l b l i j v e n .

Om een i n z i c h t t e k r i j g e n i n de b e t e k e n i s v a n h e t b e d r i j f v o o r de g o r e g i s t r e e r d e n , z i j n z i j met b e h u l p van p l a a t s e l i j k goed g e o r i ë n -t e e r d e p e r s o n e n - i n een 4-" t a l z . g . b e r o e p s g r o e p e n i n g e d e e l d , w a a r b i j

de t i j d d i e aan h e t e i g e n l a n d b o u w b e d r i j f wordt b e s t e e d a l s m a a t s t a f g e l d t . De b e r o e p s g r o e p e n z i j n s

A. z u i v e r e l a n d b o u w e r s ;

B. landbouwers met een nevenberoeps meer dan de helft van de tijd wordt aan het eigen landbouwbedrijf besteed;

C. niet-agrariërs met enig grondgebruik s in deze groep wordt minder dan de helft van de tijd aan hot eigen landbouwbedrijf besteed;

D. rustende boeren, rentenierende niet-agrariërs en mensen zonder beroep voor zover zij enig grondgebruik hebben of geregistreerd zijn.

Verder zijn enkele geregistreerden ingedeeld onder de groep "speciale bedrijven", omdat het patroon op deze bodrijven afwijkt van het in het

blok gangbare. In § 1 van hoofdstuk III komen wij hierop terug. In tabel 5 wordt een samengevat overzicht gegeven van de indeling in beroepsgroepen

(15)

Tabol 5 GEREGISTREERDE^ NAAR BEROEPSGROEP

Zonder c u l t u u r g r o n d < 1 ha 1 - 3 h a 3 - 5 lia 5 - 7 ha 7 - 1 0 h a 1 0 - 1 2 h a 12-15 h& 15-20 h a 20-25 ha ^ 25 h a T o t a a l I n g e h i e d I n g e h i e d I I I t o -t a a l 27 96 100

95

101 IÖ5 47 61 49 31 43 755 549 206 A -2 ' - 30 72 93 41 55 47 26 42 4Ö8 271 137 A a n t a l i r B ! -1 10 9 7 2 3 -4 1 37 - " 2 8 " " 9 g e r e g i s t L de b e r o A + B — -3 40 81 100 43 58 47 30 43 445 299 146 r e e r d e n e p s g r o e p

I'

c

!

13 48 46 35 12 3 • 2 2 2 1 -164 Ï 3 6 T ' -28 on D 14 38 47 18 8 1 2 1 -I29 9 8 " -31 | s p e c . -10 4 2 -1 •• -17

i'é

1 Bronnens L . E . I . ; C . B . S . - 1 9 6 2 .

Van a l l e 755 g e r e g i s t r e e r d e n h e e f t ruim 3$ geen en 13$ m i n d e r dan 1 ha c u l t u u r g r o n d i n g e b r u i k . Ruim een d e r d e (39$) bohooirb t o t de b e -r o e p s g -r o e p e n C en D; v o o -r g e b i e d I en I I i s d i t 435 r o s p . 2 9 $ . In g e

-b i e d I z i j n e r dus ook v e r h o u d i n g s g e w i j s , -b e l a n g r i j k meer g o r e g i s t r e o r d e n , b i j wie h e t g r o n d g e b r u i k maar b i j z a a k i s . Ruim do h e l f t Tan de g e r e g i s t r e e r -den (54$) h e e f t een a g r a r i s c h h o o f d b e r o e p ; i n g e b i e d I I i s d i t z e l f s 71$» H i e r komt dus r e e d s e e n v e r s c h i l i n de a g r a r i s c h e s t r u c t u u r t u s s o n de twee d e e l g e b i e d e n n a a r v o r e n . Gebied I omvat de g r o t e r e k e r n e n i n h o t b l o k en g e b i e d I I de k l e i n e r e en de dun b e v o l k t e g e d e e l t e n .

Hot n o v e n b e r o e p v a n de B - g r o n d g e b r u i k e r s i s m e e s t a l v r i j nauw met de landbouw v e r b o n d e n . Omdat ook i n deze groep h e t e i g e n l a n d b o u w b e d r i j f de h o o f d b r o n van h e t t o t a l e inkomen v o r m t , worden i n h o t v e r v o l g de

A- en de B - g r o n d g e b r u i k e r s samen o n d e r de term " l a n d b o u w e r s " b e g r e p e n . Ook van de g e r e g i s t r e e r d e n i n de C-groop hebben v e l e n oen h o o f d b e r o e p d a t min of moer met de landbouw i s v e r b o n d e n . Van de C-groep i s 13$

l a n d a r b e i d e r , i n h e t g e h e e l h e e f t een h o o f d b e r o e p d a t nog min of meer a a n de landbouw i s g e b o n d e n , 'lofo i s g r o n d w e r k e r of a r b e i d e r b i j gemeente of w a t e r s c h a p , e v e n e e n s 1 &fo h o e f t een v e r z o r g e n d b e r o e p i n de l o c a l e s a m e n l e v i n g en 17$ i s f a b r i e k s a r b e i d e r .

Ruim de h e l f t van h e t a a n t a l D g e r e g i s t r e e r d e n i s z e l f s t a n d i g l a n d -bouwer g e w e e s t en o n g e v e e r d r i e k w a r t land-bouwer of l a n d a r b e i d e r .

(16)

16

§ 2 . B e d r i j f s g r o o t t o s t r u c t u u r (b ij l a g o 14) Voor oen overzicht van do ontwikkeling van hot aantal "bedrijven

sedert 1910 is gebruik gemaakt van de gegevens voor de gemeente Dantuma-deel:; ter vergelijking aangevuld met cijfers voor De Wouden, het land-bouwgebied waarin het blok valt. Voor de periode 1958-1962 zijn gegevens bekend over deze ontwikkeling in het blok (zie hoofdstuk IV).

De gemiddelde bedrijfsgrootte in Dantumadeel is van 1910 tot 1959 toegenomen met bijna 1-g- ha, Voor Do Wouden is deze zelfs met meer dan 2 ha in deze periode toegenomen»

Grafiek 3 GEMIDDELDE BEDRIJFSGROOTTE ha 10^ 7

6\-5

i

i i i '10 '21 '30 '47 '55 jaar '50 '59 Dantumadeel Landbouwgebied De Wouden De wijzigingen, welke in de loop van de jaren in do gemiddelde bedrijfsgrootte zijn opgetreden, waren enerzijds een gevolg van ver-anderingen in het aantal bedrijven en anderzijds in de toe- of afneming van de oppervlakte cultuurgrond. In verband hiermee kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt over de ontwikkeling in Dantumadeel. a„ Het aantal bedrijven van 1 ha en meer is sinds I9IO met &fo afgenomen.

In I95O w a s hot aantal bedrijven neg groter dan in 1910. In het

landbouwgebied is het aantal bedrijven van 1 ha en moer ook thans nog groter dan in 1910 (5/0°

b. De oppervlakte cultuurgrond is sinds 1910 met &fo toegenomen. Sinds I95O echter is deze oppervlakte constant gebleven. Voor het land-bouwgebied valt een toeneming sinds 1910 van niet minder dan 32^> te constateren, ook hier geldt dat sinds 1950 praktisch geen wijzi-gingen meer optraden.

(17)

fo "bedrijven 70 -60 _ 50 (-40 30 20 U 10 G r a f i e k 4 DE BEDRIJVEN > 1 HA EN DE CULTUURGROND A.DE BEDRIJFSGR00TTE3TRUGTUUR Dantumadeel / i i i i '10 '21 '30 '47 '55 '50 '59 Landbouwgebied De Wouden / J L _U l__L '10 '21 '30 '47 '55 '50 '59 1-5 'ha ' 5-10 ha 10-20 ha ^ 20 ha index-cijfers 140 "' 130 120 110 100 90 80

1

B. INDEXCIJFER (19IO = 100) Dantumadeel 1 1 1 1 '10 '21 '30 147 155 '50 '59

i

Landbouwgebied De Wouden A / V / / / f / / J L I I I I 10 '21 '30 '49 '55 '50 '59 Aantal bedrijven Oppervlakte cultuurgrond Gemiddelde bedrij fsgrootte

(18)

- 17

c. In de periode 1910-1959 i-s hot aantal kleine "bedrijven (1-5 lia)

"belangrijk afgenomen., In 1950 was nog ongeveer de helft van het aantal "bedrijven kleiner dan 5 ha, in 1959 was dit nog maar ruim een derde. De afneming kwam voornamelijk ten gunste van het aantal "bedrijven in de grootteklasse 5~10 ha e n in mindere mate in die van

10-20 ha„ Het percentage "bedrijven van 20 ha en meer is vrijwel constant gehieven. Opmerkelijk is dat de grootste veranderingen hierbij in de meest recente periode (1955-1959) optraden.'In deze korte periode van vier jaren liep het percentage bedrijven van

1-5 lia terug van 44 tot 35 en steeg dat van bedrijven van 5-10 ha van 28 tot

33-In grote lijnen geeft do ontwikkeling voor het betrokken land-bouwgebied hetzelfde beeld„ Toch zijn er wel enkele verschillen aan te wij zen „ Het percentage bedrijven kleiner dan 5 lia nam meer af

dan in Dantumadeel, maar in de jaren 1955 "tot 1959 was deze afneming belangrijk minder. In deze periode begon in De Wouden echter hot percentage bedrijven van 5~10 lia reeds te dalen.

Over de historische ontwikkeling van de bedrijfsgroottestructuur kon alleen een beeld worden gegeven van alle grondgebruikers met 1 ha en meer, die in de gehele gemeente Dantumadoel woonden. Wat de situatie in 1962 betreft, daarvan kan een indruk worden.gegeven voor het ruil-verkavelingsgcbied als zodanig (zie ook bijlage 11).

Tabel 6 BEDRIJFSGROOTT.E Aantal bedrijven totaal mot totale opp „ cult »-grond in ha Gemiddelde bodri jf s-grootte in ha Aantal landbouw-bedrijven van 1-10 ha per 1000 ha cul-tuurgrond Landbouwers e in gebied I 299 3183 10,6 56 i n g e b i e d I I T o t a a l Gro ep C Groep D S p e c i a l e b e d r i j v e n I46 445 Î64 129 17 2421 56O4 432 261 31 16,6 1 2 , 6 2,6 2,0 1,8 19 40 •

Bronnens L.E.I.; C.B.S.-I962.

Maar ongeveer 10$ van de landbouwbedrijven is kleiner dan 5 ha en de helft van het aantal landbouwbedrijven in het blok is groter dan 10 ha. Verhoudingsgewijs zijn er meer grotere bedrijven in gebied II; de gemiddelde bedrijfsgrootte is in dit gebied dan ook belangrijk groter dan in gebied I.

Van de C- en D-geregistreerden met grondgebruik .heeft een derde (32 resp. 33$) minder dan 1 ha grond in gebruik; van de goregistreerden met een speciaal bedrijf zelfs het merendeel.

(19)

3. E i g e n d o m e n p a c h t ' ( b i j l a g e n 15 e n 16)

H O G de ontwikkeling van de eigendom/pachtverhouding is geweest wordt geschetst in tabel 7. Hoewel deze gegevens met enige reserve worden gegeven, blijkt toch wel duidelijk dat in Dantumadeel de pacht

sterk overheerst,, sterker nog dan in het landbouwgebied waartoe deze gemeente behoort.

Tabel 7

OMVANG VAN DE PACHT 1)

P e r c e n t a g e c u l t u u r g r o n d g e p a c h t 1910 1921 1930 1948 1955 1959 gemeente Dantumadeel

68

70

70

80

71

72

landbouwgebied De Wouden

56

55

57

67

62

60

1) Van alle grondgebruikers.

Bronnen: Directie van de Landbouw (1910-1930) C.B.S. (1948-1959)

In 1959 was de situatie zo, dat van alle grondgebruikers in Dantuma-deel een derdeDantuma-deel alle grond pachtte, twee derde meer dan de helft van de grond pachtte en tenslotte een derde meer dan de helft van de grond in eigendom had« Slechts 18^ had alle grond in eigendom.

Uit bijlage 15 blijkt dat in 1959 ongeveer de helft (48^) van alle

grondgebruikers in Dantumadeel zowel eigendomgebruik als pachtgrond had. Pacht korter dan één jaar kwam praktisch niet voor. Nog geen vijfde deel van de oppervlakte pachtgrond werd van ouders gepacht, voor De Wouden is dit veel meer (35$)° ^e helft van do totale oppervlakte aan pachtland

werd gepacht met bedrijfsgebouwen, tegen twee derde voor De Wouden en voor de provincie Friesland, Van de gepachte grond is ongeveer een derde

(32%) eigendom van andere boeren, de helft (499°) v a n overige

particu-lieren en tenslotte ongeveer een vijfdedeel (19%) v a n overheids- en

andere instellingen. Resumerend kan worden geconstateerd dat in Dantuma-deel, in verhouding tot hot landbouwgebied waarin deze gemeente ligt, minder eigendomgebruik voorkomt en van het pachtland een groter deel in eigendom is bij niet-agrariërs,

(20)

1 9

-§ 4 ' U t i l i t e i t s v o o r z i o n i n g o n (b i j l a g e

17)-Over de s i t u a t i e ' o p het gebied van u t i l i t o i t s v o o r z i o n i n g e n - noals

wel of n i o t a a n s l u i t i n g op hot. telefoonnet., e l e k t r i c i t e i t s n e t of w a t e r

-l e i d i n g s n e t - kan s -l e c h t s een g-loba-le indruk worden gegeven voor de

gemeente Dantumadeel eh n i e t voor h e t blok a l s zodanig«

Van a l l e g e r e g i s t r e e r d o n b i j de landbouwtelling in 1960 had nog

geen v i e r d e (23%) het gebruik van t e l e f o o n . Helaas kan n i e t worden

nagegaan i n hoeverre het h i e r landbouwers b e t r e f t . Het percentage t e l e

-f o o n a a n s l u i t i n g e n i n De Wouden was nagenoeg g e l i j k , dat voor de p r o v i n c i e

l i g t n i e t onbelangrijk hoger.

Wat b e t r e f t aaaisluiting op het e l e k t r i c i t e i t s n e t i s de s i t u a t i e

i n Dantumadeel ongunstiger dan i n het betrokken landbouwgebied en do

p r o v i n c i e , op het gebied van w a t e r v o o r z i e n i n g daarentegen b e l a n g r i j k

g u n s t i g e r .

(21)

HOOFDSTUK III DE BEDRIJVEN

§ 1 . G r o n d g e b r u i k e n b e d r i j f s t y p c

De (rund)veehouderij is verreweg hot belangrijkste "bedrijfsonder-deel in het onderhavige blok. Uit de ontwikkeling in hot laatste decen-nium - die slechts gemeentelijk kan worden weergegeven - blijkt dat de akkerbouw en de tuinbouw,,, die tezamen in 1950 5% v a n d-e totale

opper-vlakte cultuurgrond besloegen-, sindsdien nog zijn ingekrompen tot I7&. Tabel ONTWIKKELING VAN HET GRONDGEBRUIK

Gemeente Dantumadeel

Oppervlakte cultuurgrond in ha

Percentage cultuurgrond in gebruik als bouw-land gras-land 1) tuin-grond I95O 1955 I960 7286 7228 7357 4 2 1 95 98 99

0

o

1) Inclusief kunstweide. Bron: G.B.S.

Een aantal bedrijven - in 1962 slechts Zfo van het totaalaantal geregistreerde bedrijven in het blok - bleek een afwijkende structuur te hebben. Van deze zogenaamde speciale bedrijven wordt in tabel 9 G©n

overzicht gegeven. Ter vergelijking zijn ook de aantallen. A- en B-grond-gebruikers - die allen zonder uitzondering (rund)veehouders zijn - en het totaalaantal geregistreorden weergegeven.

De tuinders, van wie een meerderheid minder dan een ha grond in gebruik heeft, hebben allen glas op hun bodrijf. Veel betekenis moet hieraan niet worden gehecht; verwarmd glas is op geen enkel en staand glas slechts op een viertal bedrijven aanwezig. De oppervlakte aan glas varieert per bedrijf van 1 tot 23 are.

Tabel 9 SPECIALE BEDRIJVEN IN HET BLOK

S p e c i a l e b e d r i j v e n T u i n d e r s P l u i m v e e h o u d e r s : N i e t - p a r t i c u l i o r e n T o t a a l ; A- en B - g r o n d g e b r u i k e r s A l l o g o r e g i s t r e e r d e n , Aant a l met < 1 7 3 10 123 h a CU ! l t u u i à 1 2 2 3 7 445 632 g r on h a d i n g e b i e d 8 5 3 16 299 549 I i n g e b i e d I I 1 1 I46 206

(22)

21

-De pluimveehouders i n de groep van s p e c i a l e b e d r i j v e n hetzen i e d e r meer dan 1000 hennen bestemd voor de l e g . De r e s t o r e n d e d r i e s p e c i a l e b e d r i j v e n wordon gevormd door g e r e g i s t r e e r d grondgebruik op naam van r e s p . de gemeente Lanturnadecl, hot B u r g e r l i j k Armbestuur en de S t i c h t i n g Werkgemeenschap !'0ns Belang" t e Wouterswoude. Op één u i t z o n d e r i n g na

•werden a l l e s p e c i a l e b e d r i j v e n i n h e t gebied met de g r o t e r e bewonings-kernen (gebied i ) a a n g e t r o f f e n .

2. R u n d v e e h o u d e r i j ( b i j l a g e n 18 . e n 19'

e 'n g r s 1 a n d b r u i k

In de voorgaande paragraaf bloek reeds dat praktisch alle cultuur-grond, als grasland wordt gebruikt. Op één na alle 445 landbouwers

(A- en B-grondgebruikers) houden dan ook melkvee 1 ) . De term landbouwers moet dan ook als veehouders worden geïnterpreteerd.

Het aantal melkkoeien, dat per bodrijf wordt gehoudens hangt

uiter-aard samen met de grootte van de bedrijven; gemiddeld is dit voor alle veehouders 15 stuks. De kleinere bedrijven geven een zwaardere melkvee-bezetting te zien. Tabel 10 RUNDVEEHOUDERIJ Aantal be-drijven Aantal melkkoeien per 100 ha gras-land + kunstweide Aantal kalveren + pinken por 100 melkkoeien Veehouders gebied I gebied II het blok m : 299 146 '445' 126 115 T 2 T 97 92 "95" Bronnens L.E.I.; C.B.S.-I962,

De jongveebezetting is normaal voor de strook; verhoudingsgewijs het zwaarst op de bedrijven van een grootte rondom 10 ha. In gebied I

werden er in 1962 per 100 melkkoeien 52 kalveren en 45 pinken aange-houden, in gebied II waren dit er resp. 48 en 44« Dit is meer dan vol-doende voor de normale verjonging van de veestapel.

Uit de gegevens van de melkcontrolevorenigingen Akkerwoude, Birdaard, Rinsumageest en Veenwouden blijkt dat zowel de melkopbrengst per koe

als het vetgehalte van de melk vrijwel overeenkomt met het provinciaal gemiddelde. Alleen de vereniging Birdaard - i n gebied II - komt hier, vooral mot de melkopbrengst per koe, iets bovenuit. Sinds 1958 vertonen

1) Het ene geval betreft een 65-jarige die het melkvee reeds heeft weggedaan, maar do bodrijfsoppcrvlakte niet heeft ingekrompen en alleen nog jongvee on mestvee houdt.

(23)

a l l e verenigingen een toeneming van hot a a n t a l g e c o n t r o l e e r d e k o e i e n ;

a l l e e n voor de v e r e n i g i n g Birdaard v a l t h i e r b i j oen s t e r k e r e toeneming

dan voor de p r o v i n c i e t e c o n s t a t e r e n .

3 . V a r k

e n s ,

k i p p e n e n

c h a p e n

Het percentage veehouders, dat varkens mest en kippen of schapen houdt, is aan het afnemen. Alleen het percentage bedrijven waarop varkens worden gefokt blijft nagenoeg stabiel.

Tabel 11 VARKENS EN KIPPEN OP DE BEDRIJVEN

Veehouders in : gebied I gebied II het blok Aant al be- drij-ven 299 146 445 Perc met.... fok- zeu-gen 13 12 13 entage bedrijven | most-!

var-\

kens

9 8

9

leg- hen-nen 33 35

34

Aantal per bedrijf fok- zou-gon 3S4 3,8

3

?

5

mest- var-kens 16 16

"

T6

leg- hen-nen 53 35

47

Bronnens L.E.I,; C.B.S.-I962

De varkens- en kippenhouderij is in het blok in vergelijking tot de rundveehouderij van geringe betekenis. Het percentage bedrijven,, waarop varkens worden gefokt, gemest of kippen worden gehouden is laag en ook het aantal dieren, dat gemiddeld op de betrokken bodrijven wordt gehouden, is niet hoog.

Ongeveer een vijfde van het aantal veehouders houdt schapen, middeld 19 stuks per bedrijf.

go-§ 4 . M e c h a n i s a t i e ( b i j l a g e n 20 o n 21 )

Vooruitlopend op de beschouwing over do ontwikkeling in de p e r i o d e

1953-1962

s

z o a l s die i n hoofdstuk IV z a l worden beschreven, wordt h i e r

reeds vermeld dat i n de l a a t s t e j a r e n de v e e h o u d e r i j b e d r i j v e n g r o t e r

z i j n geworden, h e t a a n t a l melkkoeien p e r b e d r i j f i s toegenomen en het

arbeidsaanbod zowel van eigen a l s van vreemd personeel i s afgenomen*

Als gevolg hiervan i s een toenemende aanpassing door middel van

mecha-n i s a t i e t e c o mecha-n s t a t e r e mecha-n . Op de v e e h o u d e r i j b e d r i j v e mecha-n t r e e d t de mechamecha-ni-

mechani-s a t i e op i n de vorm van de melkmachine.

Bijna de h e l f t (48$) van de veehouders had i n 1962 een melkmachine,

van de veehouders met zeven of meer melkkoeien z e l f s meer dan de h e l f t

(54%) • In gebied I I , waar de b e d r i j v e n gemiddeld g r o t e r z i j n , i s het

(24)

23

-percentage veehouders met: een melkmachine het hoogst« Het spreekt vanzelf

dat er verband bestaat tussen de grootte van het bedrijf ,• het aantal melkkoeion dat wordt gehouden en het al of niet hebben van een melk-machine (zie grafiek 5)«

Grafiek 5 MACHINAAL MELKEN EN AANTAL MELKKOEIEN OP DE

BEDRIJVEN Percentage veehouders '100 _ _

80

60

40

20

1 / 9 1 0 /

m

'M

% '•'O 19 20/2

W/,

i

É

I

w

1

m

30/39

Aantal melkkoeien per bedrijf Veehouders die machinaal melken,

De trekkracht wordt in dit overwegend weidegebied nog in hoofd-zaak door paarden geleverd; slechts•15% van de veehouders heeft een trekker. Verhoudingsgewijs noemt op do grotere bedrijven het aantal met een trekker toe. Zelfs van de veehouderijbedrijven groter dan tien ha zijn er nog enkele die noch paard, noch trekker hebben; van de

(25)

be-d r i j v e n k l e i n e r be-dan v i j f ha i s be-d i t nog meer be-dan be-de h e l f t .

Van e n i g v e r s c h i l t u s s e n de d e e l g e b i e d e n b l i j k t w e i n i g . Dat h e t p e r c e n t a g e b e d r i j v e n , waarop m a c h i n a a l w o r d t gemolken of waarop een t r e k k e r a a n w e z i g i s , i n g e b i e d I I i e t s h o g e r l i g t dan i n h e t a n d e r e g e b i e d moet i n v e r b a n d worden g e b r a c h t mot de g r o t e r e b e d r i j f s o p p e r -v l a k t e i n e e r s t g e n o e m d e g e b i e d . B i j u i t z o n d e r i n g d i e n t h i e r de a a n d a c h t t e worden g e v e s t i g d op de g r o e p van s p e c i a l e b e d r i j v e n . Het r e l a t i e f g r o t e a a n t a l t r e k k e r s op deze b e d r i j v e n b e s t a a t v o o r n a m e l i j k u i t t u i n b o u w t r e k k e r s . I § 5 ° A r b o i d s b o z e t t : i n g (b i j l a g e 22) Over de a r b e i d s v o o r z i e n i n g z i j n s l e c h t s summiere g e g e v e n s b e s c h i k -b a a r , n a m e l i j k h e t a a n t a l a r -b e i d s k r a c h t e n d a t op do t e l d a t u m (mei 1962) op de b e d r i j v e n . w e r k t e . G r a f i e k 6 Relatieve cijfers 'aantal bedrijven 100 80 60 40 20 ÄRBEIDSBEZ3TTTFG OP DE BEDRIJVEN ( A - EÎT B-GROEP)

A

f

'/;/.

1

P

É

V",

1

I

I

I

n

'«A

I

'fr

A

A

A

A

•',,

I

1

I

H

i

1

A

A'

A

I

11

Aim

m

11

m.

% < 7 7-10 10-15 15-20 20-25 25 100 80 60 40 20 Grootte-klasse in ha

A

A

/o, •y// Bedri jfs-hoofden Meewerkende dochters Meewerkende zoons Meewerkende vreemden (mannen)

(26)

25

-In g r a f i e k 6 i s do verhouding t u s s e n het aantal' "bodrijfshoofden,

meewerkende .gezinsleden en vreemde a r b e i d s k r a c h t e n i n de v e r s c h i l l e n d e

b e d r i j f s g r o o t t o g r o e p e n i n "beeld g e b r a c h t . Het b l i j k t da.t vreemde a r

-b e i d s k r a c h t e n pas op de -b e d r i j v e n van meer dan 15 ha van -b e t e k e n i s worden

Het aandeel van de d o c h t e r s i n de a r b e i d i s hoog, hoewel i n een

melkvee-h o u d e r i j gebied n i e t ongewoon. Op elke 100 b o d r i j v e n boven 10 melkvee-ha werken

t u s s e n 40 en 52 mannelijke g e z i n s l e d e n - voornamelijk zoons - mee.

Ten aanzien van de a r b e i d s b e z e t t i n g vertonen de deelgebieden enige

v e r s c h i l l e n die vermeldenswaard z i j n . Hulp van d o c h t e r s i n het b e d r i j f

komt i n gebied I I verhoudingsgewijs veel meer voor dan in het gebied ( l ) ,

dat de dorpskernen omvat; ook hot a a n t a l vreemde a r b e i d s k r a c h t e n i s

er - gemiddeld p e r b e d r i j f - moer dan hot dubbele van dat i n gebied I

t

§ 6 , L e e f t i j d v a n d e b o d r i j f s h o o f d e n

(b i j 1 a g e 23)

De gemiddelde l e e f t i j d van de veehouders (A- en B-groop) i s 50 j a a r ;

ongeveer 10^> i s reeds 65 j a a r of ouder en eveneens 10^ nog jonger dan

35 j a a r . Gemiddeld wijkt doze l e e f t i j d n i e t veel af van de gemiddelde

e l d e r s * In gebied I I z i j n de bodrijfshoofden dooreengenomon i e t s jonger

dan i n gebied I . ÏTaar g r o o t t e k l a s s e z i j n er v e r s c h i l l e n in de l e e f t i j d s

-opbouw:; de b e d r i j f s h o o f d e n op do a l l e r k l e i n s t e b e d r i j v e n - k l e i n e r dan

v i j f ha - z i j n gemiddeld ouder.

De gemiddelde l e e f t i j d van do C-grondgobruikors i s i o t s hoger

(51 j a a r ) dan die van de veehouders; e l d e r s i s deze vaak i e t s l a g e r .

U i t e r a a r d z i j n de D-grondgob r u i k e r s veel ouder (gemiddeld 68 ja,ar) .

(27)

HOOFDSTUK IV

DE ONTWIKKELING VAN DE AGRARISCHE STRUCTUUR IN DE PERIODE 1958-1962

Z o a l s i n de i n l e i d i n g t o t d e z e s o c i a a l - e c o n o m i s c h e s c h e t s r e e d s i s v e r m e l d , i s i n 1959 ook r e e d s een d e r g e l i j k e s c h e t s v a n de r u i l -v e r k a -v e l i n g Dantumadeel u i t g e b r a c h t . Van de g e g e -v e n s u i t d e z e s c h o t s i s i n d i t h o o f d s t u k g e b r u i k gemaakt om de v e r a n d e r i n g e n t o doen u i t komen welke z i c h i n de a f g e l o p e n v i "er j a r e n i n h e t r u i l v c r k a v e l i n g s -g e b i e d hebben v o o r -g e d a a n . H i e r b i j z i j n n a m e l i j k de -g e -g e v e n s -g e b a s e e r d op- de l a n d b o u w t e l l i n g 1958 v e r g e l e k e n met d i e , g e b a s e e r d op de t e l l i n g 1 9 6 2 .

Er z a l met name a a n d a c h t worden g e s c h o n k e n aan de v e r a n d e r i n g e n , w e l k e z i c h i n de a g r a r i s c h e s t r u c t u u r h e b b e n v o l t r o k k e n . I n d e z e p e r i o d e van v i e r j a r e n z i j n i n deze s t r e e k geen b i j z o n d e r e m a a t r e g e l e n i n g e -v o e r d , a n d e r s dan d i e welke i n d e z e l f d e j a r e n -v o o r h e t g e h e l e l a n d -v a n k r a c h t w e r d e n . De o p g e t r e d e n v e r a n d e r i n g e n kunnen dus worden beschouwd a l s oen u i t v l o e i s e l van wat men de " n a t u u r l i j k e o n t w i k k e l i n g " zou k u n -nen noemen. D a a r b i j i s evenwel aan t e t e k e n e n d a t de l a a t s t e j a r e n de p u b l i e k e b e l a n g s t e l l i n g v o o r de komende r u i l v e r k a v e l i n g g e l e i d e l i j k g r o t e r i s geworden, mede t e n g e v o l g e van h e t f e i t d a t h o t g e b i e d t o t a a n k o o p g o b i e d v a n de S . B . L . werd v e r k l a a r d e Het a a n t a l a a n k o p e n b l e e f e c h t e r t o t d u s v e r v r i j g e r i n g . Ook op a n d e r e g e b i e d e n i s Dantumadeel oen gemeente goweest d i e vanwege z i j n l i g g i n g b i j de o n t w i k k e l i n g s k e r n Dokkum do a a n d a c h t h e e f t g e t r o k k e n . V e r d e r d i e n t m e l d i n g t e worden gemaakt van h e t i n d e z e p e r i o d e i n Dantumadeel v e r r i c h t e s o c i a l e o n d e r -zoek v o o r de Commissie W o l z i j n t e n P l a t t o l a n d o , r e s u l t e r e n d i n de d i s s e r t a t i e van d r . R. B e r g s m a : "Op weg n a a r een nieuw o u l t u u r p a t r o o n " , De u i t v o e r i n g van d i t o n d e r z o e k h e e f t o n g e t w i j f e l d ook i n b e p a a l d e o p z i c h t e n i n v l o e d gehad op de o n t w i k k e l i n g i n de g e m e e n t e ,

De b e g r e n z i n g v a n h o t b l o k , z o a l s d e z e t h a n s v a s t g e s t e l d i s , w i j k t af v a n wat men z i c h i n 1958 h a d v o o r g e s t e l d . Om een zo j u i s t m o g e l i j k b e e l d t e k r i j g e n van de s t r u c t u r e l e v e r a n d e r i n g e n , i s i n p a r a g r a a f 1 • h e t c i j f e r m a t e r i a a l , a f k o m s t i g u i t de v r o e g e r e s c h e t s , g e c o r r i g e e r d . Deze c o r r e c t i e s , i n v e r b a n d mot de b l o k b e g r e n z i n g , maken h o t m o g o l i j k

oen e x a c t b e e l d t e k r i j g e n v a n de o n t w i k k e l i n g van h o t a a n t a l b e d r i j v e n b i n n o n de h u i d i g e g r e n z e n v a n ' do r u i l v e r k a v e l i n g . I n de p a r a g r a f e n 2 en 3 van d i t h o o f d s t u k , w a a r i n h e t z a l gaan o v e r de o n t w i k k e l i n g van d e b e d r i j f s g r o o t t e s t r u c t u u r en de o n t w i k k e l i n g op de b e d r i j v e n , i s v o o r n a m e l i j k g e w e r k t met v e r h o u d i n g s c i j f e r s , z o d a t h e t n i e t n o d i g was h o t a a n t a l b e d r i j v e n t e c o r r i g e r e n i n v e r b a n d met de i n k r i m p i n g van h e t b l o k t § 1 . D o o n t w i k k e l i n g v a n h e t a a n t a l b e d r i j v e n (b i j 1 a g e n 24 t/m 27) S i n d s 1958 i s h e t t o t a a l a a n t a l g e r e g i s t r e e r d o n s l e c h t s w e i n i g (mot 5?°)" afgenomen. De o n t w i k k e l i n g p o r b e r o e p s g r o e p l a a t e c h t e r b e l a n g -r i j k e v e -r s c h i l l e n z i e n .

(28)

27

-Tab Gl 12 ONTWIKKELING VAN HET AANTAL BEDRIJVEN NAAR BEROEPSGROEP

Beroeps-groep Geregistreerde!! in gebiod I 1958 aan-tal 1962 aan- ! m - , \ tal ; dox in gebiod II 1958 aan-tal 1962 aan- I in-. \ • \ 1 tal | dex ' in hot "blok 1958 aan-tal 1962 aan- \ m - . \ tal | dex A-en B- C- D-

Spociale-

"Âïïc-346 136 ' 84 19 585"

299

136

86 100 98 117 16 84 549"'";94" 164 29 14 1 "2Ö 8 ' 146 28 31 89 97 221 100 "'99' 510 165 98 20 "793' 445 I64 129 17 87 9 9 132 85 206"

755

95

1) Het aantal in 1958 is op 100 gestold. Brons C „B.S.-L.E.I.

Het a a n t a l g e r e g i s t r c e r d e n met een hoofdberoep i n de landbouw i s ,

gezien de k o r t e p e r i o d e waarin d i t " s p o e l t " , n i e t onbelangrijk t e r u g

-gelopen. Deze afneming komt neer op gemiddeld y'jfo per j a a r . Het a a n t a l

g e r e g i s t r e e r d e n i n do C-groep i s v r i j w e l constant gebleven; dat i n de

D-groep daarentegen b e l a n g r i j k toegenomen, vooral i n gebied I I . Tussen

de ontwikkeling i n de doelgebieden z i j n s l e c h t s k l e i n e v e r s c h i l l e n waar

t e nemen.

U i t b i j l a g e 24 b l i j k t hoe deze a a n t a l s o n t w i k k e l i n g sinds 1958 p e r

beroepsgroep t o t s t a n d i s gekomen. Wat de groep van b e d r i j v e n van v e e

-houders zonder nevenberoep (A-groep) b e t r e f t , tegen één enkele nieuwe

v e s t i g i n g staan 17 g e v a l l e n van opheffing van b e d r i j f . Van de b o d r i j v e n

die g e r e g i s t r e e r d bleven bleken 55 bedrijfshoofdon deze groep' t e hebbon

v e r l a t e n togen een t o e t r e d i n g van s l e c h t s oon t i e n t a l .

De groep b o d r i j v e n van veehouders met eon novenboroep (B-groep)

i s nagenoeg constant gebleven; de a a n t a l l e n t o e t r e d i n g e n t o t en u i t t r e

-dingen u i t deze groop z i j n g e l i j k .

Ook de groep b e d r i j v e n van niet-landbouwers (C-groep) i s p r a k t i s c h

g e l i j k gebleven; de vermindering van hot a a n t a l , doordat meer b e d r i j v e n

u i t de r e g i s t r a t i e verdwenen dan er nieuw in werden opgenomen, wordt

b i j n a geheel gecompenseerd door een vermeerdering die t o t stand lew am

doordat er meer grondgebruikers u i t andere beroepsgroepen naar de

C-groep overgingen dan i n omgekeerde r i c h t i n g .

Het a a n t a l D - g e r e g i s t r o e r d e n i s b e l a n g r i j k toegenomen; het a a n t a l

dat t o e t r a d t o t deze groop u i t andere beroepsgroepen, met name u i t de

A-groep, i s meer dan het dubbele von wat u i t de r e g i s t r a t i e verdween.

Zoals reeds vermeld, i s er s l e c h t s één enkel nieuw b e d r i j f i n de

A-groep bijgekomen sinds 1958. Uit b i j l a g e 25 b l i j k t dat het h i e r gaat

om een a f s p l i t s i n g van het voormalige eigen b o d r i j f , een a f s p l i t s i n g

van meer dan 10 h a .

(29)

door s t i c h t i n g op' los l a n d . Gemiddeld z i j n

:

deze nieuwe "bodrijven ongeveer

2-g- ha g r o o t . In de D-groep z i j n e r t e n s l o t t e 8 r e g i s t r a t i e s bijgekomen,

waarvan er twee zonder grondgebruik on a l l é é n voor vee werden g e r e g i s t r e e r d .

Gemiddeld z i j n deze b e d r i j v e n tussen 1 en 1^ ha g r o o t . Bij v e r g e l i j k i n g

van de gebieden o n d e r l i n g b l i j k e n er p r a k t i s c h geen v e r s c h i l l e n t e b e

-s t a a n 5 i n elk gebied i -s h e t a a n t a l g e r e g i -s t r e e r d e n -s i n d -s 1958 door nieuwe

v e s t i g i n g e n met ruim 2$ toegenomen. In t o t a a l i s op deze nieuwe v e s t i

-gingen ongeveer 50 ha cultuurgrond in g e b r u i k genomen.

In dezelfde p e r i o d e i s een a a n t a l van 1 7 ' b e d r i j v e n i n de A-groep

(21 in de A- en B-groep) opgeheven; gemiddeld waren deze b o d r i j v e n

onge-veer 7 ha g r o o t . Meer dan de h e l f t van- de h i e r b i j vrijgekomen grond werd

gebruikt voor v e r g r o t i n g van bestaande b e d r i j v e n . D i t z e l f d e was h e t ' g e v a l

met vrijgekomen grond van opgeheven grondgebruik i n de C- en D-groepon.

In t o t a a l i s door deze opheffing van b e d r i j v e n ruim 200 ha cultuurgrond

vrijgekomen5 waarvan ruim 10$ in handen kwam van de S.B.L.

In t o t a a l z i j n er s i n d s 1958 in h e t gehele blok 59 b e d r i j v e n en

b e d r i j f j e s opgeheven; i n gebied I i s h e t a a n t a l g e r e g i s t r e e r d e n h i e r d o o r

met ongeveer 9% afgenomen en i n gebied I I met ruim 3$. Het middengebied

met de g r o t e r e bowoningskernen l e v e r t dus r e l a t i e f en absoluut het

g r o o t s t e deel van de vermindering van het' a a n t a l grondgebruikers i n de

r u i l v e r k a v e l i n g Dantumadeel.

Op 5 9 ' b e d r i j v e n - ruim 10$ van het a a n t a l in do A- en B-groep i n

1958 - h e e f t sinds 1958 een overdracht p l a a t s g e h a d " h i e r b i j i s dus hot

b e d r i j f wel gecontinueerd, maar onder oen ander b o d r i j f s n o o f d . In enkele

g e v a l l e n i s het b e d r i j f v o o r t g e z e t door een weduwe na het o v e r l i j d e n

van h a a r man. De gegevens over de r e l a t i e t u s s e n oud en nieuw b o d r i j f s

-' h o o f d -' - . z o a l s deze b l i j k e n u i t b i j l a g e 27 - z i j n verkregen door

naams-v e r g e l i j k i n g . Het i s d e r h a l naams-v e n i e t mogelijk, g e naams-v a l l e n naams-van onaams-verneming

door schoonzoon of overige f a m i l i e l e d e n t e onderkennen en aan t e geven

i n hoeveel g e v a l l e n het b i j overneming door "overigen" om overdrachten

aan vreemden g a a t , In ongeveer de h e l f t van de gevallen van overdracht

nam een zoon het b e d r i j f van vader o v e r .

Ook 14 b e d r i j f j e s i n de C- en D-groep wisselden van b e d r i j f s h o o f d ;

s l e c h t s i n één enkel geval heeft degene, die hot b e d r i j f j e overnam z i c h

weten op t e werken t o t z e l f s t a n d i g a g r a r i ë r .

Het i s opmerkelijk dat i n gebied I s l e c h t s ongeveer 4$ van b e d r i j f s

-hoofd w i s s e l d e tegen ongeveer 24$ in gebied I I . In verband hiermee kan

gewezen worden op wat u i t b i j l a g e 23 r e e d s b l e e k , namelijk, dat de b e

-d r i j f shoof -den in gebie-d I I gemi-d-del-d jonger z i j n -dan i n gebie-d I .

§ 2. D e o n t w-i k k o l i n g v a n d e b e d r i j f s g r o o t t o

s t r u c t u u r ( b i j l a g e n '28 o n 29)

Het a a n t a l b e d r i j v e n i n de A- en B-groep in hot gehele blok i s mot

ongeveer oen v i j f d e afgenomen. Zoals t e verwachten i s , i s

verhoudings-gewijs het a a n t a l k l e i n e b e d r i j v e n het moeste afgenomen.

(30)

29

-T a b e l 13,

WIJZIGINGEN IN DE BEDRIJFSGROOTTESTRUCTÜÜR ?VA1I DE BEDRIJVEN IK DE

A - EN B-GROEP Gro o 11 e-klasse in ha Gebied I 1958 ! 1962 aan- \ in-tal ; dex 1) Gebied II 1958 aan-tal. . 1962 in-dex 1) Het blok 1958 j 1962 aan j m -tal j dex 1) < 3 3 - 5 5 - 7 7-10 10-12 12-15 15-20 20-25 ..^..25... T o t a a l 40 54 87 ' 69 28 21 35 16 11 361

5

63 78 106 107 162 89 81 127 83

9

16 24 42 13 25 22 25 34 210 11 38 54 64 100 96 73 68 ...85... 70 49 70 111 111 41 • 46 57 41 .45.0 v-571 2 )

6

57 73 90 105 • 126 82 73 ....3.6... 78 1) A a n t a l i n 1958 i s op 100 g e s t e l d (met i n b e g r i p van de g e r e g i s t r e e r d e n d i e b u i t e n de h u i d i g e b l o k b e g r e n z i n g w o n e n ) . 2) I n c l u s i e f 20 b e d r i j v e n d i e i n 1962 " s p e c i a l e b e d r i j v e n " zouden z i j n genoemd. Bronnens L . E . I . - ; C . B . S . - I 9 5 8 en 1962 U i t t a b e l 13 v a l t af t e l e i d e n d a t h e t a a n t a l b e d r i j v e n k l e i n e r dan 7 ha s t e r k i s t e r u g g e l o p e n » Een t o e n e m i n g van h e t a a n t a l i s t e c o n s t a t e r e n v o o r b e d r i j v e n van een g r o o t t e t u s s e n 10 en 15 h a . Het a a n t a l b e d r i j v e n g r o t e r dan" 15 h a i s v e r m i n d e r d , hoewel n i e t even s t e r k i n de o n d e r s c h e i d e n g r o o t t e k l a s s e n .

I n h e t algemeen kan dus g e s t e l d worden d a t een z e k e r e c o n c e n t r a t i e t u s s e n 10 en 15 ha p l a a t s h e e f t , v o o r g e b i e d I l i g t deze z . g . c o n c e n t r a t i e b i j een i e t s g r o t e r e b e d r i j f s o p p e r v l a k t e dan i n g e b i e d I I .

Een beschouwing van de omvang van h e t g r o n d v e r k e e r g e d u r e n d e s l e c h t s één j a a r b e v e s t i g t de g e c o n s t a t e e r d e t e n d e n t i e s . Gedurende één j a a r

( I 9 6 I - I 9 6 2 ) werden r e e d s b e s t a a n d e b e d r i j v e n door g r o n d m u t a t i e s v e r g r o o t met I 2 8 ha en a n d e r e r e e d s b e s t a a n d e b e d r i j v e n v e r k l e i n d met s l e c h t s 68 h a , H i e r b i j v a l t op t e merken d a t h e t h i e r b i j de v e r g r o t i n g e n n i e t g a a t om e n k e l e g e v a l l e n w a a r b i j een g r o o t o p p e r v l a k t e was b e t r o k k e n , maar d a t 88 b e d r i j v e n - 12$ van h e t t o t a a l a a n t a l - werden v e r g r o o t . D i t komt n e e r op een v e r g r o t i n g van de b e t r o k k e n b e d r i j v e n met o n g e v e e r 1-g- h a .

D e o n t w i k k e l i n g g e n 30 t/m 34)

o p d e b e d r i j v e n ( b i j l a

-Uit de constatering dat de gemiddelde bedrijfsgrootte is toegenomen en het gemiddelde aantal melkkoeien per bedrijf eveneens, valt nog niets

(31)

te zeggen over de intensiteit "van het grondgebruik, casu quo het gras-landgebruik» (Uit tabel 8 bleek immers reeds dat de cultuurgrond in de gemeente Dantumadeel voor 99^ als grasland in gebruik is.)

De melkveebezetting het aantal melkkoeien per 100 ha grasland -op de veehouderijbedrijven is toegenomen van 113 tot 121. De intensi-vering heeft zowel op de kleinere als op de grotere bedrijven plaats-gehad. Hoewel in gebied II de gemiddelde melkveebezetting lager ligt dan in gebied I, is de intensivering sinds 1958 er even sterk doorge-voerd.

Het gemiddelde aantal melkkoeien per bedrijf steeg in deze korte periode van 12,7 tot 15s2. Eensdeels is dit een gevolg van de stijging

van de gemiddelde bedrijfsgrootte, anderdeels van een dichtere melkvee-bezetting'; vooral op de bedrijven van 15-20 ha is een intensivering

merkbaar.

Per 100 melkkoeien houdt men nu 50 kalveren aan en 45 pinken, tegenover 45 kalveren en 40 pinken in 1958. Ook de jongveebezetting op de bedrijven is dus sinds 1958 zwaarder geworden. Alleen op de

grotere bedrijven - van 15 ha of meer - is deze nagenoeg gelijk gebleven, Opmerkelijk is dat de jongveebezetting in 1958 in gebied I lichter was dan in gebied II, terwijl dit in 1962 juist andersom is.

Het aantal C-grondgebruikers is sterk toegenomen, het percentage dat melkvee houdt is gelijkgebleven. Ook op deze bedrijven wordt per bedrijf meer melkvee en jongvee gehouden, de melkveebezetting nam toe van 105 tot 124.

Ha de constatering van een intensiever geworden graslandexploi-tatie - althans voor wat het melkvee betreft - is het interessant

te bezien in hoeverre hiermede een uitbreiding van de mechanisatie gepaard is gegaan.

Het aantal melkmachines is in deze vier jaren bijna verdubbeld. Was in 1958 op slechts ongeveer een vijfde van de bedrijven in de. A-en B-groep eA-en melkmachine aanwezig, in 1962 was dit al op bijna de helft het geval. Tussen de- deelgebieden zijn er wat dit betreft wel noemenswaardige verschillen op te merken. In 1958 was in gebied II al op ongeveer een derde van de bedrijven een melkmachine, in gebied I nog maar op ongeveer een zesde. Sinds 1958 echter is deze achterstand snel ingelopen, waardoor in gebied I nu al op bijna de helft tegen in gebied II op iets meer dan de helft van de bedrijven, een melk-machine aanwezig is.

Ook het werken met gemotoriseerde trekkracht nam sinds 1958 toe. Het aantal trekkers op de bedrijven is met' ongeveer de helft toege-nomen, in 1958 had &fo van de bedrijven in de A- en B-groep een trekker, in 1962 15%.

De bezetting met varkens, kippen en schapen was en is van geringe betekenis. Verhoudingsgewijs is het aantal bedrijven, waarop varkens worden gemest, nog teruggelopen. Wel werden per bedrijf met mestvarkens

(ongeveer een tiende van het totaalaantal) in 1962 gemiddeld meer var-kens gemest dan in 1958. Dezelfde tendentie valt waar te nemen ten opzichte van het fokken: het aantal bedrijven waarop gefokt wordt nam af, het aantal fokzeugen per bedrijf nam niet onbelangrijk toe. Van een concentratie op de kleinere bedrijven valt hierbij niets te constateren.

(32)

- 31

--De reeds genoemde tendentie geldt ook voor de pluimveeteelt en voor de schapenhouderij. Nog maar oen derde van de veehouders houdt pluimvee op het "bedrijf, gemiddeld nog geen 50 kippen. Ook hierbij is van een

concentratie op de kleinere bodrijven geen sprake. Het aantal "bedrijven waarop schapen worden gehouden liep terug,, het aantal schapen per bedrijf is iets hoger geworden. Schapen komen vooral op de grotere "bedrijven voor.

Uit hot voorgaande "bleek dat de rundveebezetting - melkvee zowel als jongvee - zwaarder is geworden. Deze zwaardere veebezetting is meer arbeid gaan vragen. In hoeverre de totale arbeidsbehoefte door mechanisatie en rationalisatie is verminderd, is niet nagegaan. Wel kan oen indruk

worden gegeven van de veranderingen in de arbeidsbezetting als zodanig. Uit tabel 3 bleek reeds voor de gemeente Dantumadcel, dat ook hier - zoals in het gehele land - het aantal in de landbouw werkenden de

laatste jaren sterk is afgenomen. Voor oen groot deel heeft dit zich echter reeds vóór 1958 afgespeeld.

A- en B - g r o e p 1 - 5 ha 5-10 h a 10-15 ha . 15-20 h a 2O-25 h a & 25 h a T o t a a l I n g e b i e d I I n g e b i e d I I ARBEIDSKRACHTEN OP DE BEDRIJVEN Aanto . b e d r i 1958 j IO9 222 87 57 41 ' 5 6 1 ; " 351 210 j ven I962 43 181 101 47 30 43 445 299 146 A a n t a l m a n n e l i j p e r 100 meewerkende zoons 1958 9 24 48 49 49 67 33 31 36 ! 1962 5 19 44 40 47 51 30 32 27 1) Tabc 3l 14 ce a r b e i d s k r a c h t e n o e d r i j v o n v r e 1958 2 4 22 53 95 147 29 20 45 emden ! I 9 6 2 0 2 14 AO 53 100 22 15 35 1) Op de teldatum.

2) Inclusief 10 bedrijven, die volgens de beroepsindeling in I96Ü "speciale bedrijven" zouden zijn geweest.

Bronnen: L.E.I.; C B . S . - 1 9 5 8 on 1962

Toch is ook in de periode 19581962 de arbeidsbezetting op de b e -drijven nog belangrijk afgenomen. In hot ruilverkavelingsgcbied werden er in 1958 por 100. bedrijven gemiddeld nog 62 meewerkende zoons on ar-beiders geteld, in 1962 is dit vorder gedaald tot 52„ Het aantal vreemde arbeidskrachten op de bedrijven is sterker teruggelopen dan dat van meewerkende zoons.

(33)

Op t e merken v a l t d a t deze. t e n d e n t i e v o o r a l l e g r o o t t e k l a s s e n van b e d r i j v e n g e l d t . B i j v e r g e l i j k i n g van do ' g e b i e d e n o n d e r l i n g " b l i j k t e r een " b e l a n g r i j k v e r s c h i l i n o n t w i k k e l i n g . I n g e b i e d I was de b e z e t t i n g r e l a t i e f r e e d s l a a g on deze i s dan ook s l e c h t s w e i n i g t e r u g g e l o p e n . I n g e b i e d I I d a a r e n t e g e n was i n 1958 de b e z e t t i n g nog b e l a n g r i j k h o g e r en d e z e i s i n de v o l g e n d e v i e r j a r e n s t e r k t e r u g g e l o p e n . Een u i t z o n d e -r i n g h i e -r o p maakt h e t a a n t a l meewe-rkende v-rouwen ( z i e b i j l a g e 3 3 ) . Ook h i e r b i j v a l t een v e r d e r e d a l i n g t e c o n s t a t e r e n , maar j u i s t i n g e b i e d I . A l s g e v o l g van h o t f e i t d a t do a r b e i d s b e z e t t i n g i s t e r u g g e l o p e n , , k a n worden g e c o n s t a t e e r d d a t p e r a r b e i d s k r a c h t op b e d r i j v e n v a n d e z e l f d e o p p e r v l a k t e een g r o t e r a a n t a l ha c u l t u u r g r o n d w o r d t b e w e r k t . D i t b l i j k t u i t b i j l a g e 34» P e r m a n n e l i j k e a r b e i d s k r a c h t werd i n 1958 g e m i d d e l d 6,91 b a c u l t u u r g r o n d b e w e r k t en i n 1962 8 , 1 9 ha-• V o o r a l op de g r o t e r e b e d r i j v e n i n g e b i e d I I i s de o p p e r v l a k t e p o r man s t e r k t o o g e n o m e n . Aan de a r b e i d s b o z e t t i n g s c i j f e r s i n de v o o r g a a n d e b e s c h o u w i n g rnag s l e c h t s g l o b a l e b e t e k e n i s worden t o e g e k e n d . I n b e i d e j a r e n i s h e t a a n t a l op de datum van de l a n d b o u w t e l l i n g a a n w e z i g e a r b e i d s k r a c h t e n g e r e g i s t r e e r d . Wel h e e f t d e z e b e s c h o u w i n g waarde v o o r een v e r g e l i j k i n g van de o n t w i k k e -l i n g s t e n d e n t i e s .

V e r a n d e r i n g e n i n d e a g. r a r i s e h

s t r u c t u u r (b i j l a g o n 35 G n 36)

o c i a 1 e

De gemiddelde leeftijd van de bedrijf snoofden in hot ruilverkavclings-gebied is sinds.1958 praktisch ongewijzigd gebleven. Toch is hot de moeite waard bij enkele punten stil te staan.

Do gemiddelde leeftijd in gebied I - die toch al hoger was dan in het andere gebied - is sinds 1958 nog iets hoger geworden. Hot tegenge-stelde valt voor gebied II waar te nemen s de gemiddelde leeftijd was hier reeds lager en is nog iets lager geworden. In 1958 was in gobied I 31%

van de bedrijfshoofden jonger dan 45 jaary in 1962 was dit 29%° In gebied II

was in 1958 36% jonger dan 45 jaar on in 1962 zolfs 42%.

Tabel 15

LEEFTIJDSOPBOUW VAÏÏ DE LANDBOUWERS

Gebiod I Gebied I I Het b l o k 1958 1962 Ï958 1) 1962 1958 i ) 1962 p < Drccntago i n de I e 45 j a a r 31 29 36 42 33 33 b e d r i j f s h o o f d o n (A- on B) o f t i j d s k l a s s o van ! 45 - 5 4 j a a r 30 32 27 30 29 31 S . 55 j a a r 39 39 36 28 37 36 1) E x c l u s i e f 1% l e e f t i j d o n b e k e n d . Bronnens L * E . I . ; C . B . S . - I 9 5 8 en 1962

(34)

- 33

Van do bedrijven kleiner dan 3 ha waren zowel in 1958 als in 1962 alle bedrijfshoofden zonder uitzondering 55 jaar of ouder. In het alge-meen kan worden geconstateerd dat op de grotere bedrijven do gemiddelde leeftijd van de bodrijfsnoofdon lager is geworden sinds 1958° Hierui-t zou kunnen worden afgeleid dat - van de grotere bedrijven - er relatief meer bodrijven worden overgedaan aan een opvolger dan dit met de kleinere bedrijven het geval is. De bedrijfsnoofden op laatstgenoemde bedrijven blijven langer "aan" omdat er geen opvolger is.

De verhouding tussen het aantal bestaande bedrijven on het aantal zoons dat op de bedrijven meewerkt - welke als potentiële opvolgers kunnen worden beschouwd - berekend voor 1958 e n 1962 geeft een indruk

van de ontwikkeling van het aantal bedrijven in verband met de bedrijfs-opvolging (bijlage 36). Zowel het aantal bedrijven als het aantal poten-tiële opvolgers is sinds 1958 afgenomen. Vooral op de kleinere bedrijven is het aantal potentiële opvolgers per 100 bedrijven teruggelopen. Merk-waardig is, dat op de grotere bedrijven in het middengebied met de dorpen

(gebied l) de opvolgingsdruk in de laatste vier jaren is toegenomen, in tegenstelling tot de bedrijven van dezelfde grootte in het overige deel van het blok. Voor het ruilverkavelingsgebied als geheel is er nauwelijks van een verandering van het verhoudingscijfer sprake. Het cijfer ligt

op een niveau, waarvan gesteld kan worden, dat bij de in de streek

heer-sende opvolgingsgewoonten er voor de bestaande bedrijven dooreengenomen momenteel juist voldoende en zeker niet te veel potentiële opvolgers zijn, Sr is echter een duidelijk verschil tussen de bedrijven van 10-15 ha

en meer en de kleinere bedrijven. Op de grote bedrijven is het aantal

potentiële opvolgers groter dan het aantal voor hen vrijkomende bedrijven. In gebied I is dit "teveel" aan opvolgers reeds op de bodrijven van 10 ha

aanwezig en overigens ook opmerkelijk groter dan op de bedrijven in deze grootteklasse in de rest van het blok.

(35)

CD fco CÖ • o •H pq o co co m R H co o ra O o • s — II o 0 0 co ^~-m u co q_l • n • H O CD x i Ö H m u CD S O

5

•H rH rô -P fi cö <3 | I Td Ö CÖ i—) h © t f CD l ; -f*~l CD T-J •H £ O CÖ £ r H •H ra i> CD O -H ÎH f-l ft fin i—1 CD CD CD Td -p cô s e CD S CD - P S Ö CD tô bDt=l r H o3 rH U CD x i CD i ^ CD rH. •H Ö O cö S H •H M P> a) O -H H H On PH r H CD CD CD t ! -P CÖ a s © s CD - P e s CD CÔ tJDR O C M C O M O O M O O ^ - U A o •>- Cxi ^ i - m w i n co - i - r - ^ - T - t - v - C M C M C v l <") o T -o r O O CA O LP\ v -

8

°>

(M C \ r O r O "vt" O t— o o rO i r \ UA ^ t MO t— ^O v - CM rO rO ^ - I A 1A CM <T\ IO\ o MO o. LCA VD LCA ^r MO m r O r o CM m c— t — ICA CM ITA UA •^t a \ ^t" • r -m MO CM OA •^1-r O MO CM UA a \ m ^t-CM m CM a \ OA 0 0 MO ^ i -o CM -st LCA CM 1— v -^ h -=4- vt m m ^ ' t - co o •î— UA I I A r O C-) ^t T — m o •* r O LCA CM OA MO • ï f r O CA C I C7V MO MO r O •^1-oo CM r— co r o ON MO r O r O O -Hr a ) •s— MO •s— r O ^t" •N— r o r— r— MO "=t T — <~0 CTN 0 0 r-- ">!-CO r— co OA r— • N — MO O UA O CM ^— C~-i n m CM t — •s— m r O CTN C ) CM r O LCA r O *^T ^J-o m i n UA (M T — vt-LTA O CO C0 o CTN CO O C I O N O O O O O O v - CM r O «3- I T \ MO CA OA OA 0 A GA GA co o o H pq -=3 00

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

For the assessment, the Institute worked on the basis of the renewed national Standard Evaluation Protocol, developed by the Royal Netherlands Academy of Arts

De studenten die Bertius in huis bijlessen gaf werden door hem niet onderwezen in 'welsprekendheid' in beperkte zin, maar in het lezen en schrijven van Latijn, als aanvulling op

Zooals reeds werd opgemerkt bestaat bij proeven van dezen aard het bezwaar, dat het bereiken van verschillende zuurheidsgraden gepaard gaat m e t verschillen in tijd gedurende

Niet alleen zijn zij allebei in hetzelfde jaar 1872 ge- boren en kort na elkaar in 1945 overleden, maar allebei hebben een heel bijzondere activiteit in de jaren negentig

Dit getal deelt hij dan op de totale lengte en dit gemiddelde (of ook de mediaan) moet dan de oorspronkelijke hoevenbreedte voorstellen, maar dit systeem is natuurlijk te

Bei der Bestimmung dieser Ziele und Indikatoren berücksichtigen die Mitgliedstaaten die bereits laufende Anwendung einschlägiger bestehender Umweltziele, die auf

Meestal wordt aangenomen dat de pH-buffering door het bodemuitwisselingscomplex wordt bepaald en dat langzaam verwerende silicaatmineralen zoals kaliveldspaat en muscoviet geen rol

(voer)management, wilden de veehouders dit eigenlijk al in kunnen zien op het moment dat zij het (ruw)voer dat de dieren op stal gevoerd krijgen, af moeten wegen/klaar moeten