• No results found

Bodemkundig advies betreffende het te gebruiken afdekkingsmateriaal op de half bovengrondse gasleiding in de traces: Leiden - Botlek en Utrecht - De Meern - Woerden - Leiden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bodemkundig advies betreffende het te gebruiken afdekkingsmateriaal op de half bovengrondse gasleiding in de traces: Leiden - Botlek en Utrecht - De Meern - Woerden - Leiden"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NiET UITLENEN

[ ALLEEN VOOR INTERN GEBRUIK

NN3139G,

653M

<

o i i u n i i W G V O O R B O D E M K A R T I N G

W A G E N I N G E N

B O D E M K U N D I G A D V I E S B E T R E F F E N D E H E T T E G E B R U I K E N A F D E K K I N G S M A T E R I A A L O P D E H A L F B O V E N G R O N D S E G A S L E I D I N G I N D E T R A C E S : L E I D E N - B O T L E K E N U T R E C H T - D E M E E R N - W O E R D E N - L E I D E N

STI

BO

KA

(2)

STICHTING VOOR BODEMKARTER1NG

BENNEKOM BIBLIOTHEEK Stichting voor Bodemkartering

Wageningen

Rapport nr. 653m

BODEMKUNDIG ADVIES BETREFFENDE HET TE GEBRUIKEN AFDEKKINGS­ MATERIAAL OP DE HALF BOVENGRONDSE GASLEIDING IN DE TRACES:

LEIDEN - BOTLEK EN UTRECHT - DE MEERN - WOERDEN - LEIDEN

door Ir. G.J.W. Westerveld

(3)

I N H O U D biz. Voorwoord 3 1. Inleiding 4 2. Probleemstelling 5 3. Advies 6

3.1 Geschikt materiaal voor het afdekken van

de buis 6

3.2 Het bodemprofiel in de kruisingen van

landbouwpaden 7

3.3 De graszode op de afdekking 8 3.U Onderhoud van de grasmat op de afgedekte

(4)

VOORWOORD

Op verzoek van Mr. Johnson van Bechtel International Company in 's-Gravenhage werd door de Stichting voor Bodemkartering, in haar functie als adviseur van N.V. Nederlandse Gasunie, advies uitgebracht over de geschiktheid van het te gebruiken afdekkings­ materiaal op de half bovengronds liggende gasleiding in gedeelten van de tracés Leiden Botlek en Utrecht De Meern Woerden -Leiden.

Dit advies is opgesteld door Ir. G.J.W. Westerveld in augus­ tus 1965.

(Ir. R.P.H.P. van der Schans)

(5)

- k

-1. INLEIDING

In de tracés Leiden Botlek en Utrecht De Meern Woerden -Leiden wordt de gasleiding over bepaalde gedeelten half bovengronds langs bestaande waterafvoeren gelegd. Aan de andere zijde van de buis wordt een tweede afwateringssloot gegraven; het hieruit vrij­ komende materiaal dient als afdekking voor de buis. Deze dekking moet minimaal 50 cm dik zijn.

De bodem bestaat in de gedeelten waar de buis half bovengronds komt te liggen overwegend uit 20-60 cm zware kalkloze klei op veen. Naarmate het kleidek dunner wordt, neemt het gehalte aan organische stof toe; de dunne kleidekken zijn sterk humeus tot venig. De ste­ vigheid van het onderliggende veen varieert, afhankelijk van de veensoort en de grondwaterstand, van redelijk stevig tot zeer slap (ongerijpt veen). Deze stevigheid neemt af met de diepte.

V<5<5r het leggen van de leiding wordt de waardevolle zode en humeuze bovenlaag uit de tracés van buis en nieuw te graven sloot verwijderd en afzonderlijk in depot gezet. Dit materiaal dient bij de afwerking als toplaag voor de buisafdekking.

(6)

5

-2. PROBLEEMSTELLING

Bij het afdekken van de half bovengrondse leiding doen zich de volgende problemen voor:

1. In grote gedeelten van het tracé komt uit buis- en sloottracé niet voldoende klei beschikbaar om de vereiste afdekking van + 50 cm dikte op de buis aan te brengen.

2. In het tracé Leiden - Botlek dienen een aantal kruisingen van landbouwpaden over de buis te worden gemaakt. Het profiel van deze kruisingen moet voldoende stevig zijn, ten einde gedurende het gehele jaarbsri jdbaar te blijven en opvriezen en beschadi­ gingen aan de buis te voorkomen.

3. Het afzonderlijk houden van de zode uit buis- en sloottracé is niet overal mogelijk, gezien de zeer slechte kwaliteit van de losse zode, met name in hooiland. Ook bij een goede zode is de totaal vrijkomende hoeveelheid niet voldoende om de gehele af­ dekkingslaag op de buis van zoden te voorzien.

Het juiste onderhoud van de grasmat op de half bovengrondse leiding.

(7)

6

-3. ADVIES

3.1 Geschikt materiaal voor het afdekken van de buis

Hoewel de afdekking van de buis met een Heilaag van 50 cm dikte voorkeur verdient, stuit dit in de praktijk op grote moeilijkheden, met name op die gedeelten waar de kleilaag in het aanwezige bodem­ profiel zeer dun en sterk humeus tot venig is.

Ons inziens zou op deze gedeelten ook een gedeelte van het veen voor afdekking kunnen worden gebruikt, mits dit veen voldoende stevig is en met klei wordt vermengd.

De verhouding van klei en veen in de totale afdekkingalaag mag niet kleiner zijn dan 2:1, terwijl de bovenste 30 cm steeds uit niet venige klei dienen te bestaan met een toplaag van de oorspron­ kelijke humeuze bovenlaag uit het tracé.

Gereduceerde (grijsblauwe en blauwe) klei en veen mogen niet in de bovenste 30 cm van de afdekkingslaag worden verwerkt. Dit materiaal kan namelijk een zeer hoge zuurgraad hebben (zgn. katte-klei, zie verder). Bovendien zal veen en kleiig veen aan de opper­ vlakte zeer sterk indrogen waardoor het hard en korrelig wordt en geen water meer opneemt (zgn. irreversibel ingedroogd veen).

Het verschijnsel van de indroging zal alle veen die in de afdekkingslaag wordt verwerkt in meer of mindere mate gaan vertonen omdat het volledig uit het grondwater ligt. Naarmate de kleiboven-laag dikker is en het onderliggende mengsel van klei en veen meer klei bevat, zullen de nadelige gevolgen, zoals Inklinking en ver­ droging van het grasbestand, minder ernstig zijn.

Het aanbrengen van de afdekking dient zorgvuldig te geschieden .door voldoende deskundig personeel. Vooral een vlak verlopende hel­

ling is "van belang om waterstagnatie te voorkomen en grasinzaai (zie sub 3.3) mogelijk te maken.

, * t

In het tracé Leiden - Botlek wordt bij Voorschoten ter aanvul­ ling van het kleitekort kalkrijke (lichte) zavel, afkomstig uit de Nieuwe Maas> aangevoerd. Hoewel dit materiaal als zodanig wel geschikt is als afdekking, dient er bij vermenging met veen rekening mee te worden gehouden dat het veen ten gevolge van de kalkrijkdom van de zavel snel zal verbranden waardoor de totale dikte van de af­ dekking afneemt. Ook moet de zavel niet te zandig zijn, omdat anders voor een goede grasgroei op de afdekkingslaag in de zomer vochtte-kort zal optreden.

(8)

7

-Bij het gebruik van veen en klei uit de ondergrond voor de buis­ afdekking mag geen sterk zuur materiaal worden gebruikt. Dit kan plaatselijk in de ondergrond voorkomen als zgn. katteklei en is na oxydatie gekenmerkt door een zeer lage pH (hoge zuurgraad) en gele vlekken. Wanneer dit materiaal aan de oppervlakte wordt gebracht, is iedere plantengroei op die plaatsen onmogelijk.

In hoeverre het contact van zure klei en veen met de buismantel de aantasting van deze laatste zal bevorderen is zonder meer niet vast te stellen. Wel dient te worden opgemerkt dat de omstandigheden bij de half bovengrondse leiding anders zijn dan bij de geheel on­ dergrondse en in het veen liggende leiding. Deze laatste ligt name­ lijk in het grondwater, hetgeen bij de half bovengrondse meestal niet het geval zal zijn.

De katteklei vertoont namelijk zijn ongunstige eigenschappen in versterkte mate na blootstelling aan de lucht (door oxydatie).

3.2 Het bodemprofiel in de kruisingen van landbouwpaden (Tracé Leiden - Botlek)

Het gebruik van klei en veen in deze kruisingen zal de berijd­ baarheid sterk doen afnemen en het gevaar voor opvriezen en buisbe­ schadiging doen stijgen. Het verdient daarom aanbeveling in deze kruisingen een zandcunet aan te brengen over de volledige dikte van de afdekking en de breedte van het rijpad. De taluds van deze pa­ den dienen met 20-30 cm klei (op het zand) te worden afgedekt om be­ groeiing met gras mogelijk te maken. De humeuze kleibovenlaag van het oorspronkelijke bodemprofiel is hiervoor het meest geschikt.

Blijkens mededeling van één der stafleden van de Aannemerscom­ binatie A.I.G.B, is het zgn. slakkenzand goed geschikt om als afdek-en verhardingslaag op het rijpad te wordafdek-en gebruikt.

Voor de opvulling van hot wegcunet zou behalve aan zand ook ge­ dacht kunnen worden aan turf, afgedekt met (slakken) zand op het rijpad en klei op de taluds. Deze werkwijze wordt toegepast bij de aanleg van landbouwwegen in veen- en slappe kleigebieden, o.a. door de Cultuurmaatschappijen (Kon.Ned. Heidemij en N.V. Grontmij). In hoeverre deze turf echter voor dit speciale doel geschikt is, valt buiten onze beoordeling. De eventuele mogelijkheden worden hier alleen geopperd en zullen nader door terzake deskundigen moeten wor­ den bezien.

(9)

8

-3.3 De graszode op de afdekking

De uit buis- en sloottracé vrijkomende graszode is naar kwali­ teit en kwantiteit niet voldoende om de buisafdekking volledig te bekleden. Aanvoer van graszoden stuit op praktische moeilijkheden.

Wanneer de toplaag van de afdekking uit de humeuze bovenlaag van het oorspronkelijke bodemprofiel bestaat en voldoende vlak is afgevrerkt, zal grasinzaai mogelijk zijn en een goede kans van slagen geven. Van belang is hierbij dat dit onder gunstige weersomstandig­ heden en met een aan het nieuwe bodemprofiel aangepast grasmengsel geschiedt. Ten gevolge van de indroging van het veen en de venige klei (zie hfdst. 3*1) zal op de afdekkingslaag in de zomer een vochttekort kunnen optreden. Hiermede dient bij de samenstelling van het te gebruiken graszaadmengsel rekening gehouden te worden.

De beschikbare zoden kunnen het beste gebruikt worden voor be­ kleding van het sloottalud en de hellingvoet langs de nieuw gegra­ ven sloot. Hierdoor wordt afspoeling van de humeuze toplaag zoveel mogelijk voorkomen.

3-k Onderhoud van de grasmat op de afgedekte leiding

Ter bescherming en instandhouding van de grondbedekking op de half bovengrondse leiding is het noodzakelijk dat er zo spoedig mo­ gelijk een goede, gesloten grasmat op ontstaat. Behalve van de wij­ ze van -inzaai en voorbehandeling is dit in sterke mate afhankelijk van het onderhoud. Van belang is hierbij een goede bemesting. Daarnaast zal beweiding met schapen sterk de voorkeur verdienen bo­ ven beweiding met rundvee of paarden. Deze laatste oefenen een veel zwaardere druk op de bodem uit, hetgeen met name in de eerste jaren onder natte omstandigheden zeker tot het stuk trapeen van de zode en het ontstaan van gaten kan leiden. Bovendien grazen schapen het gras veel korter en regelmatig af, hetgeen een gesloten grasmat op­ levert. Zo wordt op de zeeweringen, in beheer bij Rijkswaterstaat, uitsluitend beweiding met schapen toegepast.

Hoewel dit waarschijnlijk niet voor zal komen, moet het beweiden van varkens op de afgedekte leiding volstrekt afgeraden worden. Deze dieren vernietigen in korte tijd een grasbestand en wroeten gaten in de grond.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Definition: 'Jene Arbeit pro Mengeneinheit reinen Wassers, welche erforderlich ist, um eine infinitesimale Menge Wasser von der gleichen Zusammensetzung wie das Bodenwasser

De gezondheidsbaten zijn 465 euro per km wandelpad per jaar. Het gaat hierbij om verminderde kosten voor gezondheidszorg. Naast direct vermeden kosten voor gezondheidszorg ten

Op basis van het voorgaande kan de volgende probleemstelling worden geformuleerd: Het onderzoek naar het veenkoloniale landschap van de Bargervenen heeft tot nu toe te weinig

Van het noordelijke deel van de Gelderse Vallei bestaat nog geen interdisciplinaire studie naar het natuurlijke landschap zoals dat er voor de middeleeuwse ontginningen

Lichte PAK (NAF, ANT, ACN, E R , FEN, BBF) deze hebben maximale gehaltes onder het oppervlak, die ontstaan zijn door migratie van antropogene PAK vanaf het maaiveld of

In answering, the primary objective of this study is to determine the effect of applying TDABC for the variable costs, as opposed to benchmarked unit costs, during the

The challenge facing the pastoral counsellor is to guide women to accept the reality of their situation within a certain framework, to adequately deal with this and, in spite

What factors relating to flexibility, specificity and inclusion contributed to the breakdown of the 1943 National Pact?; What steps were taken leading to the Taif Accord?; and Have