• No results found

Het verhaal dat kaarten vertellen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het verhaal dat kaarten vertellen"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(A^ .. .V / • / /

Joep

Dirkx

Fig. 1. De Topografisch Militaire Kaart geeft een goed beeld van het landschap van 1850, hier de Bies-bosch. Zichtbaar zijn de platen, de grienden met bos en het gras-land in de polders.

^^^»

Het verhaal dat kaarten vertellen

Beheerders die zich bij de keuze van beheersvormen willen laten inspireren door het verleden, zullen vaak als eerste een blik werpen op oude kaarten of luchtfoto's. Die laten immers zien hoe op een bepaald moment in het verleden het landschap eruit zag. Ze informeren op beeldende wijze over grondgebruik, terreinomstandigheden en patronen in begroeiingstypen. Soms informeren kaarten zelfs over het optreden van processen, zoals meandering of erosie.

Wie zich verdiept in de geschiedenis van een natuurgebied, zal zich meestal ook afvragen wat de ruimtelijke context was van de ecosystemen daarin. Een manier om daar wat over te weten te komen is het bestuderen van historische kaarten en, voor het meer recente verleden, oude luchtfoto's. Ze bieden een fascinerende blik in het verleden en laten zien hoe eco-systemen in het verleden waren gerang-schikt (Dirkx et al., 1992).

Wie een beeld wil krijgen van de veranderingen die, onder andere door de inwerking van ecologische processen, in de loop van de tijd optraden, moet boven-dien proberen kaarten of luchtfoto's van verschillende ouderdom te achterhalen. Zo slaagden Wolfert et al. (1996) erin om de historische morfodynamiek van de Overijsselse Vecht te ontrafelen door kaar-ten uit verschillende perioden met elkaar

te vergelijken. Dirkx et al. (1996) konden op vergelijkbare wijze de uitgroei van het Kampereiland, door aanslibbing, in beeld brengen.

Moderne thematische kaarten kun-nen overigens ook bruikbare informatie bieden. Zo kan een historisch-ecologische interpretatie van een bodemkaart veel inzicht geven in de ecologische processen die zich in het verleden in een gebied afspeelden (o.a. Spek, 1996). Die komen hier echter niet aan bod. Dit artikel beperkt zich tot een beknopt overzicht van historische kaarten en luchtfoto's (tabel 1). Uitvoeriger informatie is te vinden in de vermelde literatuur. Het beknopte overzicht onderscheidt drie categorieën historische kaarten: (1) landsdekkende topografische kaarten; (2) kadastrale kaar-ten; (3) kaarten en kaartboeken van klei-nere gebieden; en de categorie luchtfoto's.

(2)

Levende

Natuur

170

/ .•

Fig. 2. Op de minuutplan van het negentiende eeuwse kadaster van het Oosterveld bij Hengelo zijn in de heide enicele kleine ovale percelen ingetekend. Het kada-strale nummer verwijst

naar de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel, waar-uit blijkt dat deze percelen

in gebruik zijn als slecht hooiland. Het is namelijk in de op een na laagste klasse ingedeeld.

Landsdekkende topografische kaarten

Een goed toegankelijke bron voor een eerste kartografische verkenning van de geschiedenis van een gebied vormen topografische kaarten. Vooral kaarten die in facsimile zijn uitgegeven zijn eenvou-dig te raadplegen (tabel 1). De originelen werden vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw getekend.

Voor Vlaanderen is de kaart die Ferraris tussen 1771 en 1777 tekende een belangrijke bron. De kaart beslaat ook enkele kleinere delen van het aan België grenzende Nederlandse grond-gebied. De kaart is redelijk betrouwbaar, maar niet vergelijkbaar met moderne topografische kaarten. Zo is de percele-ring slechts schematisch aangegeven en blijkt de kartograaf ook elders meer fan-tasie dan waarnemingen in zijn kaarten

gebruikt te hebben (Renes, 1988). Iets jonger, uit de periode 1801-1814, is de Tranchotkaart. Deze kaart omvat delen van België en het Nederlandse Limburg. Deze kaart is zeer betrouwbaar, met uitzondering van het grondgebruik (Renes, 1988). Voor het Nederlandse grondgebied is de eerste landsdekkende topografische kaart de Topographische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden (TMK). Deze kaart werd omstreeks 1850 op een schaal van

1:50.000 in zwart-wit steendruk uit-gegeven (Koeman, 1979, 1983; van der Linden, 1973). De gekleurde manu-scriptkaarten zijn echter niet minder informatief (fig. 1).

De topografische kaarten tonen, met meer of mindere betrouwbaarheid, niet alleen het grondgebruik maar geven ook informatie over de

terreingesteld-heid. Zo kunnen natte heiden van choge worden onderscheiden en is stuifzand als een afzonderlijke legenda-eenheid gekar-teerd. De gehanteerde legenda veroor-zaakt echter ook beperkingen. De TMK maakt bijvoorbeeld geen onderscheid tus-sen loof- en naaldbos en laat ook niet toe hakhout van opgaande bomen te onder-scheiden. Een beperking bestaat er ook voor de lijnvormige beplantingen, waarin een onderscheid tussen houtwallen, bomenrijen en heggen niet kan worden gemaakt.

Met de oudste topografische kaarten als startpunt zijn tot op heden door-lopende series topografische kaarten beschikbaar. In Nederland werd de TMK opgevolgd door de Chromotopografische Kaart des Rijks (schaal 1:25.000). Deze kaart wordt, vanwege de gebruikte Bonneprojectie, meestal Bonnekaart genoemd.

De legenda van de Bonnekaarten kent, evenmin als die van de moderne kaart, minder beperkingen dan die van de TMK. Naald- en loofbos, bomenrijen en houtwallen, en heide en akkers laten zich probleemloos van elkaar onderscheiden. Bij geen van de genoemde kaarten is het mogelijk hooiland van weiland te onder-scheiden: voor ecologisch onderzoek vaak een belangrijk onderscheid.

Kadastrale kaarten

Een in opzet geheel andere kartografische bron is het kadaster van 1832. De eigen-lijke kaarten, of minuutplans, bevatten nauwelijks informatie. Ze tonen namelijk uitsluitend de begrenzing van de kadas-trale percelen en het daarbij behorende kadastrale nummer (fig. 2). Dat nummer geeft echter toegang tot een grote hoe-veelheid informatie. Die is vastgelegd in

Tabel 1. Beknopte Informatie over genoemde kaarten.

Kaart Ferraris Tranchot TMK Bonnekaarten Topografische kaarten Oudste kadaster

Oudere kaarten en kaartboeken Oude luchtfoto's Dateert van 1771-1777 1801-1814 ca 1850 ca 1900 div. jaren ca 1830 div. jaren div. jaren Gebied

Vlaanderen en kleine delen Nederland Limburg

Nederland Nederland België en Nederland Vlaanderen en Nederland meestal kleinere gebieden Kleinere gebieden

Vindplaats

Facsimile uitgave: Gemeentekrediet

Heruitgave: Landesvermessungsambt Nordrhein-Westfalen Facsimile uitgave van de manuscriptkaarten: Wolters- Noordhof Facsimile uitgave kaarten rond 1900: ROBAS;

andere jaren: Bibliotheek De Haaff, Wageningen Topografische Diensten

Rijksarchieven (sommige gemeenten in druk uitgegeven) Archieven, soms in druk uitgegeven

Foto's uit WO II: Universiteitsbibliotheek Wageningen; ook: Topografische Dienst, Emmen

Schaal 1:25.000 1:25.000 1:50.000 1:25.000 1:25.000:1:50.000 meestal 1:2500 divers

(3)

171

ecologische ESCHIEDENIS

Fig. 3. De Hoeve Heer-beek op een kaart uit 1650. In de kaart veel Informatie over het grondgebruik.

tabellen, de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels. Daarin is niet alleen vastgelegd wie de eigenaar van het perceel was maar ook het grondgebruik. Omdat het kadas-ter is opgezet als basis voor de heffing van grondbelasting, is die grondgebruiksin-formatie meer gedetailleerd dan die welke uit topografische kaarten gehaald kan worden. De onderscheiden vormen van grondgebruik worden namelijk in klassen onderverdeeld. Hierdoor kunnen bij-voorbeeld slechte hooilanden van goede worden onderscheiden (Veldhorst,

1991). Met die kwaliteitsverschillen kun-nen ecologische verschillen worden opge-spoord. Zo konden langs de Bloemen-beek de kwelplekken, met een betere kwaliteit hooiland, worden opgespoord (Hommel et al., 1994). In het dal van de Reest weerspiegelde de kwaliteit van het hooiland glashelder de ecologische ver-schillen tussen bovenloop, middenloop en benedenloop (Dirkx et al., 1998).

Omdat de minuutplans uitsluitend voor kadastrale doeleinden werden

gete-kend, bevatten ze nauwelijks topografi-sche informatie. Alleen als topografitopografi-sche grenzen samenvallen met kadastrale, zijn ze op de kaarten ingetekend. Dit is bovendien niet overal op dezelfde wijze gebeurd. Rond de Woestenenk bij Vbrden zijn bijvoorbeeld de houtwallen die het bouwland begrensden, als afzonderlijke kadastrale percelen aangegeven (hak-hout). Elders onderscheidde de karteerder de houtwal niet afzonderlijk op de minuutplan, maar vermeldde uitsluitend in de tabel dat het perceel uit bouwland met hakhout bestond. Met name voor informatie over lijnvormige elementen, is het nodig om naast de kadastrale infor-matie ook topografische kaarten te raad-plegen.

Kaarten en kaartboeken van kleinere gebieden

Wie verder in de tijd terug wil dan de achttiende eeuw, kan niet meer op syste-matische landsdekkende kaarten terugval-len. Het wordt dan echt een speurtocht

naar geschikte kaarten, die soms tot rijke vondsten leidt, maar ook op een teleur-steUing kan uidopen. Van sommige gebieden zijn fraaie uitgaven verschenen met historische kaarten, zoals van het eiland van Dordrecht (Renting, 1993). Maar meestal zal de historisch-ecoloog de kaartencoUectie van een archief moeten raadplegen. Een goede start bij de zoek-tocht naar geschikt kaartmateriaal van vóór 1750 in Rijksarchieven, biedt de publicatie van Donkersloot - De Vrij (1981). Met handige kaartwijzers ontsluit zij de daar aanwezige kaartencoUecties. Het gaat daarbij zowel om losse kaarten, als om kaartboeken die kaarten van het bezit van bijvoorbeeld kloosters bevatten. Informatie over recentere kaarten en kaar-ten in andere archieven staat in de inven-tarissen van de betreffende archiefinstel-lingen.

Het is moeilijk een overzicht te geven van de informatie die deze uiterst diverse bron kan bieden. Sommige kaarten zullen onbruikbaar blijken, terwijl andere ware goudmijnen zijn vol ecologische informa-tie.

Die informatie kan het grondgebruik betreffen. Voorbeelden zijn de bijzonder mooie kaart van de hoeve Heerenbeek (bij Oirschot) uit 1650, die het mogelijk maakt beemden, heivelden en, dichter bij de eigenlijke hoeve, de hoptuin en kruid-hof, te onderscheiden (fig. 3).

In een enkel geval zijn er uit meer-dere jaren kaarten van hetzelfde gebied beschikbaar. Zo tonen kaarten uit de zes-tiende en uit de zevenzes-tiende eeuw de ver-deling van beemden en woeste gronden in de Mortelen (Noord-Brabant; fig. 4). Dat biedt in principe de mogelijkheid om veranderingen in beeld te brengen. Vaak echter blijkt het vrijwel onmogelijk de ene kaart met de andere te vergelijken. Door houvast te zoeken bij herkenbare patronen (grenzen, dijken, boerderijen) is het soms toch mogelijk om de ontwikke-lingen in een landschap waar te nemen.

Op die wijze kunnen de effecten van ecologische processen worden achter-haald, zoals het afsnijden van een rivier-bocht door de rivier (o.a. Wolfert et al., 1996; van Winden et al., 2002). In zulke gevallen was die gebeurtenis ook vaak de reden voor het tekenen van de kaart. Er ontstond immers een nieuwe eigendoms-situatie, die tot conflicten en juridische processen leidde waarvoor de situatie moest worden opgetekend, zodat rechters zich een oordeel konden vormen.

(4)

Levende

Natuur

172

Met enig zoekwerk zijn in de archie-ven vaak geschrearchie-ven stukken te vinden, die achtergrondinformatie leveren over de gebeurtenissen op de kaart. Zo veroor-zaakte het ontstaan van een eiland in de IJssel bij Bronkhorst, in de zestiende eeuw een hoogoplopend conflict tussen de gravin van Bronkhorst en de hertog van Gelre. Het ging er om of het eiland wel of niet met het land verbonden was. Was dat wel het geval, dan kon de gravin het eigendomsrecht opeisen; was het echter niet met het land verbonden, dan behoorde het eiland de hertog toe. Er gingen in dit proces niet alleen kartogra-fen op pad om de situatie vast te leggen, maar er werden ook getuigen opgeroepen om over de situatie ter plekke gehoord te worden. De verslagen daarvan laten zien hoe de gravin de natuurlijke processen had proberen bij te sturen, zodat een ver-binding met de vaste wal zou ontstaan. Zulke informatie is essentieel om de natuurlijkheid van op kaarten waargeno-men processen te kunnen beoordelen (Dirkx, 1998).

Fig. 4. Met enige moeite laten zich op deze kaart uit de zeventiende eeuw gordels met beemden langs de Beerze (bovenin de kaart) maar ook aan weerzijden van de vroe-gere gemeijnt Tregelaer in de Mortelen, onderscheiden.

Luchtfoto's

Een bijzonder informatief beeld van recentere perioden bieden oude lucht-foto's. Met name de opnamen die de geallieerde strijdkrachten in de Tweede Wereldoorlog maakten, bevatten soms veel ecologische informatie. Door hoge grondwaterstanden, vooral bij foto's die in het winterhalfjaar werden gevlogen, is vaak veel informatie over reliëf en grond-waterhuishouding van de foto's af te leiden.

Literatuur

Dirkx, G.H.P., 1998. Hackfort in het Gelderse

land-schap. In; F. Keverling Buisman (red). Hackfort. Huis en Landschap. Utrecht. Matrijs: 13 - 47.

Dirkx, G.H.P., P.W.F.M. Hommel & J.A.J. Vervloet, 1992. Historische ecologie. Een overzicht van

achter-gronden en mogelijke toepassingen in Nederland. Landschap: 9: 39-51.

Dirkx, G.H.P., P.W.F.M. Hommel & J.A.J. Vervloet, 1996. Kampereiland, een wereld op de grens van zout

en zoet. Utrecht. Matrijs.

Dirkx, G.H.P., D.G. van Smeerdijk & H. van Haas-ter, 1998. Historische ecologie van het Reestdal.

Een onderzoek naar historische referentiebeelden voor natuur. AssenA/Vageningen. Stichting Het Drentse Landschap/DLO-Staring Centrum.

Donkersloot-De Vrij, M., 1981. Topografische

kaar-ten van Nederland voor 1750; handgetekende en gedrukte kaarten, aanwezig in de Nederlandse Rijks-archieven. Groningen. Wolters-Noordhoff.

Hommel, P.W.F.M., G.H.P. Dirkx, A.H. Prins, H.P. Wolfert 8> J.G. Vrielink, 1994. Natuurbehoud

en natuurontwikkeling langs Bloemenbeek en Boven-Dinkel. Gevolgen van ingrepen in de waterhuishou-ding van het Dinkelsysteem voor enkele karakteristieke vegetatietypen. Wageningen. DLO-Staring Centrum en DLO-Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek. SC-Rapport 304.

Koeman, C, 1979. Handleiding voor de studie van de

topografische kaarten van Nederland 1750-1850. Culemborg.

Koeman, C, 1983. Geschiedenis van de kartografie

van Nederland. Zes eeuwen land- en zeekaarten en stadsplattegronden. Alphen aan den Rijn. Canaletto.

Linden, J.A. van der, 1973. Topographische en

militaire kaart van het koningrijk der Nederlanden. Bussum. Fibula-van Dishoeck.

Renes, J., 1988. De geschiedenis van het

Zuidlim-burgse cultuurlandschap. Assen/Maastricht. Van Gor-cum.

Renting, G., 1993. Verdronken land, henwonnen land.

Historische geografie van het Eiland van Dordrecht. Aphen aan den Rijn. Canaletto.

Spek, Th., 1996. Het natuurlandschap van Salland.

Ontstaan en opbouw van reliëf, bodem en vegetatie van westelijk Overijssel. In: Geschiedenis van het Waterschap Salland. Kampen. IJsselakademie.

Veldhorst, A.D.M., 1991. Het 19e-eeuwse kadaster

als bron voor andersoortig onderzoek, een verkenning. Historisch-Geografisch Tijdschrift 9: 8 - 27.

Winden, A. van, W. Overmars & M. de la Haye, 2002. Ontwerp grensmaas en historische referenties.

Landschap 19: 3 7 - 4 7 .

Wolfert, H.P., G.J. Maas 8i G.H.P. Dirkx, 1996. Het

meandergedrag van de Overijsselse Vecht; historische morfodynamiek en kansrijkdom voor natuurontwikke-ling. Wageningen. DLO-Staring Centrum. Rapport 408.

Summary

The story historie maps can teil

Historie maps show the spatial distribution of ecosys-tems in the past. Therefore historie maps are important sourcesfor historic-ecological research. Historie topo-graphical maps are available for Flanders and the Netherlands from the late eighteenth century on. Facsimile editions of these maps make them easily accessible. They provide Information on vegetation and land use. Maps dating from earlier periods can be found in archives. Apart from cadastral maps, that cover the whole country, these older maps only cover smaller parts of the country. The kind of ecological Information they provide differs greatly. A special source of Information are aerial photographs taken during the Second Worldwar by allied forces. They often contain much ecological Information.

Ir. G.H.P. Dirkx ^;\ : f ^ « ' l : -Alterra ' .-.^•,::::-:,-S'y-'..

Postbus 47 :: .\*,;i::„;^

6700 AA Wageningen • : email: G.H.P.Dirkx@Alterra.wag-ur.nl r:jV_ ,;L ;: ;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

These compounds are also considered persistent organic pollutants (POPs) leading to a global agreements such as the Stockholm Convention of 2001 that called for nations to stop

Bayer en Diaconis ontdekten tijdens hun onderzoek dat het aantal keren dat een stapel kaarten minstens geschud moet worden om als “voldoende willekeurig” bestempeld te worden,

[r]

Veel te snel is deze leuke les weer voorbij, maar gelukkig kun- nen alle kinderen van 8-11 jaar nog op woensdagmiddag 14 oktober te- recht voor meer proefjes en experi-.. menten

gebiedsindeling is bepaald door: de relatie met/afstand tot het Stadshart, de beschikbaarheid van openbaar vervoer, de bebouwingsdichtheid en de aanwezige voorzieningen. Daarnaast

Bestaande windturbines Mogelijkheid tot repoweren (situatie zomer 2019) Geplande windturbines..

We hebben toestemming ge- vraagd om daar te mogen zoeken en we werden verwe- zen naar iemand in de fabriek naast het terrein, die zelf regelmatig fossiele schelpen bleek te

[r]