• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Effecten van MINAS-verliesnormen op het stikstofgebruik door melkveebedrijven: verkenningen met FARMMIN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Effecten van MINAS-verliesnormen op het stikstofgebruik door melkveebedrijven: verkenningen met FARMMIN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

wageningen ur

Effecten van MINAS-verliesnormen op het

stikstof-gebruik door melkveebedrijven: verkenningen met

FARMMIN

Inleiding

Bij de Evaluatie van de Meststoffenwet in 2002 is het model FARMMIN gebruikt om de N-giften op gras- en maïsland te berekenen bij verschillende MINAS-normen. In FARMMIN gebeurt dit door voor het betreffende melkveebedrijf de kosten van aanvoer en afvoer van meststoffen en veevoeders te minimaliseren binnen de gegeven verliesnormen. FARMMIN is vervolgens gebruikt voor een systematische verkenning van de effecten van structuur en management van melkveebedrijven op de aan- en afvoerposten van de N-balans en de bijbehorende N-bemesting van gras- en maïsland.

FARMMIN

Het model FARMMIN beschrijft het productieproces van melkveebedrijven en kwantificeert de daarmee gepaard gaande N-stromen. Het model bevat de gewasmodule QUADMOD, een diermodule en een mestmodule. In QUADMOD wordt de netto-gewasopbrengst berekend in afhankelijkheid van het N-aanbod (uit bodem en bemesting), de maximale gewasopbrengst (afhankelijk van bodem, weer en management) en de verliezen bij oogst, conservering en vervoedering. De diermodule berekent de behoefte aan ruwvoer en krachtvoer van de veestapel (afhankelijk van diercategorie, aantal en productieniveau) en, afhankelijk van de productie op het eigen bedrijf, de noodzakelijke aankoop van ruwvoer en krachtvoer. De mestmodule berekent de excretie van N in de stal en de weide, de N-verliezen daaruit door gasvormige emissies en de hoeveelheid drijfmest-N die uiteindelijk voor de gewassen beschikbaar is.

Resultaten

Tabel 1 geeft de met FARMMIN berekende N-balansen van melkveebedrijven op goed vochthoudende zandgrond die voldoen aan de voorgestelde eindnormen van MINAS (gras- en maïsland: resp. 180 en 100 kg N/ha en 20 kg P2O5/ha).

Tabel 1. Stikstofbalansen van melkveebedrijven met verschillende veebezetting.

Veebezetting (melkkoe + bijbehorend jongvee/ha)

1,2 1,6 2,0 2,4 Aanvoer Kunstmest 212 138 103 116 Ruwvoer 0 35 100 165 Krachtvoer 68 91 117 136 Totaal 280 264 320 417 Afvoer Melk en vlees 58 77 96 115 Ruwvoer 61 0 0 0 Dierlijke mest 0 0 18 88 Totaal 119 77 114 203

MINAS-overschot (aanvoer - afvoer) 161 187 206 214

Toegelaten overschot 1) 170 188 206 224

1)MINAS-normen inclusief dier- en graslandcorrectie

Grasland Maïsland Ruwvoer Krachtvoer Kunstmest Aa n v oe r A fv oe r Aan v oe r A fv oe r Weidemest Grazen Mest Vee Grasland Maïsland Ruwvoer Krachtvoer Kunstmest Aa n v oe r A fv oe r Aan v oe r A fv oe r Weidemest Grazen Mest Vee

(2)

De bedrijven in dit voorbeeld hebben 80% grasland en 20% maïsland en gemiddelde gewasopbrengsten. De melkkoeien produceren 8000 kg melk per jaar en per melkkoe is 0,5 kalf en 0,5 pink aanwezig. De berekeningen zijn uitgevoerd voor 'beperkte beweiding'. Uit Tabel 1 blijkt dat de veebezetting een groot effect heeft op de totale aan-en afvoer van N aan-en op de verschillaan-ende balanspostaan-en. Het toegelataan-en overschot stijgt door de diercorrectie. Verder heeft de afzet van ruwvoer en mest bij resp. de laagste en hoogste veebezetting een flink effect op de totale N-afvoer en daardoor op de binnen de verliesnormen toelaatbare N-aanvoer. Mestafvoer is onder deze bedrijfsomstandigheden al nodig bij 2 melkkoeien per ha.

De Tabellen 2 en 3 geven de N-giften uit drijfmest en kunstmest en de netto N- en drogestofopbrengsten van resp. gras en snijmaïs op de bedrijven van Tabel 1.

Tabel 2. Stikstofgiften en netto stikstof- en drogestofopbrengsten van het grasland.

Bemesting en opbrengst Veebezetting (melkkoeien + bijbehorend jongvee/ha)

(kg/ha/jaar-) 1,2 1,6 2,0 2,4 Drijfmest 154 213 255 217 Weidemest 59 79 98 118 Kunstmest 252 168 120 140 Werkzame N 329 275 247 249 Netto N-opbrengst 319 290 273 274 Netto drogestofopbrengst 8625 8406 8224 8238

De gift werkzame N varieert op grasland van bijna 250 tot 330 kg/ha. De hoge gift bij de lage veebezetting is mogelijk door de beperkte aanvoer van N in aangekocht voer en door de afvoer van N in het verkochte ruwvoer. Bij de hoogste veebezetting daalt de gift werkzame N niet verder door de afzet van mest (vervanging van gedeeltelijk werkzame mest-N door volledig werkzame kunstmest-N).

Tabel 3. Stikstofgiften en netto stikstof- en drogestofopbrengsten van het maïsland.

Bemesting en opbrengst Veebezetting (melkkoeien + bijbehorend jongvee/ha)

(kg/ha/jaar) 1,2 1,6 2,0 2,4 Drijfmest 144 162 156 211 Kunstmest 52 17 35 17 Werkzame N 124 98 113 123 Netto N-opbrengst 157 147 153 156 Netto drogestofopbrengst 12035 11942 12005 12032

De gift werkzame N op maïsland varieert van bijna 100 tot 125 kg/ha. Dat is minder dan de verliesnorm voor dit gewas toelaat. De optimalisatieprocedure van FARMMIN houdt echter ook in dat de verdeling van meststoffen over de gewassen wordt geoptimaliseerd.

Conclusie

Bij gegeven MINAS-normen heeft de veebezetting een grote invloed op de N-balans van melkveebedrijven en op de N-bemesting van gras- en maïsland. Hier niet gepresenteerde berekeningen laten zien dat de hoogte van de N-gift op beide gewassen ook sterk wordt bepaald door de hoogte van de verliesnorm (droge zandgronden), het aandeel snijmaïs in het bedrijfsareaal, de bodemvruchtbaarheid (N-levering) en de maximale

gewasopbrengsten (bij onbeperkt N-aanbod).

Voor meer informatie:

Ir. H.G. (Hugo) van der Meer 0317-475865 Informatieblad 398.27 juni 2003

Dr. Ir. F.K. (Frits) van Evert 0317-475957 Mest- en mineralenprogramma's 398-I, 398-II, 398-III

Plant Research International, Postbus 16 6700 AA Wageningen Gefinancierd door het Ministerie van LNV

e-mail: Hugo.vandermeer@wur.nl

e-mail: Frits.vanevert@wur.nl www.mestenmineralen.nl

0 2 4 6 8 10 12 14 0 100 200 300 400 500 600 1 gras maïs

QUADMOD ds-opbrengstcurven voor gras en maïs (bruto)

QUADMOD N-opbrengstcurven voor gras en maïs (bruto) 0 100 200 300 400 500 0 100 200 300 400 500 600 gras maïs N-gift (kg/ha) N-gift (kg/ha) Drogestofopbrengst (ton/ha) N-opbrengst (kg/ha)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De cameravallen zijn niet gebruikt om het aantal roofdieren vast te stellen, maar om de aanwezigheid van vossen en andere roofdieren in de omgeving van de

In tabel 44 is een overzicht gegeven van het mangaangehalte van het gewas bij de verschillende hoofdfactoren.. Dit is in overeenstemming met de mangaangehalten in de grond.

The following conclusions may be drawn... Devuyst, A„ en

Via de fokkerij kunnen we dus ook op het gebied van de diergezondheid ons voordeel doen.” Niet alleen op maatschappelijke vraagstukken geeft Breed4Food antwoord, ook biedt de

It has already been pointed out that most environmental refugee movement takes place from poor, developing regions where a host of social, economic and political

Colonic drug delivery systems have therefore lately attracted a great deal of interest not only for the local treatment of a variety of local diseases but also for

STRONG The narrative unfolds as a story which happened in the past. There are significant jumps in time. The biggest jump happens right at the start, when the story

Chef de Mission ook en zal hij geïnspireerd door het congres over vier jaar het vliegtuig naar Tokyo instappen zonder doelen over het aantal medailles, maar met gedeelde