• No results found

Rijden onder invloed in de provincie Drenthe, 1993-1994

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rijden onder invloed in de provincie Drenthe, 1993-1994"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rijden onder invloed in de provincie Drenthe, najaar 1994

Het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten

R-94-40

M.P.M. Mathijssen Leidschendam, 1994

(2)

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV Postbus 170

2260 AD Leidschendam Telefoon 070-3209323 Telefax 070-3201261

(3)

Inhoud

1. Inleiding 4

1.1. Doel van het onderzoek 4

1.2. Uitvoering van het onderzoek 5

1.3. Analyse van de gegevens 5

2. Beknopte beschrijving van de resultaten 7

3. Tabellen 1 tfm 4 11

(4)

1.

Inleiding

In oktober 1994 heeft de SWOV in nauwe samenwerking met de politie vml de drie Drentse districten (Noord- en Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe en Zuidwest-Zuidoost-Drenthe) het alcoholgebruik vml automobilisten in de provincie Drenthe geinventariseerd. In elk district zijn twee metingen verricht, één in de vrijdagnacht en één in de zaterdagnacht.

Bij het selecteren van de onderzoeksgebieden is gestreefd naar een zo goed mogelijke geografische spreiding en spreiding naar urbanisatiegraad. De metingen in de vrijdagnacht zijn van 14 op 15 oktober 1994 uitge-voerd in Assen, Coevorden en omstreken en Meppel. De metingen in de zaterdagnacht hebben van 15 op 16 oktober 1994 plaatsgevonden in Roden en omstreken, Emmen en Hoogeveen en omstreken.

De metingen zijn uitgevoerd door controleteams van de politie, volgens richtlijnen die door de SWOV zijn opgesteld. De opdracht voor het onder-zoek is aan de SWOV verleend door de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat en de regionale RWS-directie Noord-Nederlmld. De SWOV is de politiemensen die de metingen hebben uitgevoerd, veel dmlk verschuldigd voor hun inzet en zorgvuldigheid.

Bij de inventarisatie is het alcoholgebruik van automobilisten geregis-treerd, onderverdeeld naar onderzoeksgebied, tijdstip, geslacht en leeftijd. Daarnaast heeft de politie de herkomst geregistreerd van bestuurders die een ademanalyse voor bewijsdoeleinden moesten ondergaan. Het betreft bestuurders die bij de blaastest op straat een bloedalcoholgehalte vml 0,70 promille of hoger scoorden. De wettelijke limiet is 0,50 promille, maar pas vmlaf 0,70 promille worden verdachten overgebracht naar het politie-bureau om daar een ademanalyse voor bewijsdoeleinden te ondergaml.

1. 1. Doel van het onderzoek

Het belangrijkste doel van de SWOV-metingen is het vaststellen van ont-wikkelingen in het alcoholgebruik. Omdat in Drenthe in 1994 voor het eerst metingen zijn uitgevoerd, is een vergelijking met eerdere jaren nÎet mogelijk. Daarom zullen de Drentse gegevens vml 1994 worden vergele-ken met de lmldelijke gegevens vml 1993.

Het nauwkeurig volgen van ontwikkelingen in het alcoholgebruik in het verkeer is voor het beleid vml wezenlijk belang, omdat een relatief kleine stijging van het rijden onder invloed al emstige gevolgen voor de ver-keersveiligheid kml hebben. Daamaast levert het onderzoek aanwijzingen op over eventuele speciale probleemgroepen of -gebieden. Gegevens hier-over kunnen worden gebruikt bij het opzetten van toezicht- en voorlich-tingscampagnes rond alcoholgebruik in het verkeer.

Het onderzoek in Drenthe maakt deel uit vml een lmldelijk ondcrLOck naar het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten, dat al sinds het begin van de jaren zeventig regelmatig wordt herhaald. De onderLOeks-groep en de onderzoekstijdstippen zijn indertijd uitgekozen op grond v,m hun grote bijdrage allil de alcoholonveiligheid. Bij tweederde vml de gcregistreerde alcoholongevallen in Nedcrland is het een automobilist die alcohol heeft gebruikt. En in weekendnachten gebeuren relatief veel

(5)

alcoholongevallen: de vrijdag- en zaterdagnacht, die 7% van de totale week uitmaken, nemen een kwart van de geregistreerde alcoholongevallen voor hun rekening. Het onderzoek heeft een unieke tijdreeks gegevens over het alcoholgebruik van Nederlandse automohilisten opgeleverd. Die gegevens zijn zowel voor landelijk als regionaal verkeersveiligheidsbeleid Vtm belang. Behalve in schriftelijke verslagen aan de l,mdelijke en regionale opdrachtgevers worden de resultaten ook opgenomen in BIS-V, het geautomatiseerde BeleidsInformatieSysteem over ontwikkelingen in een aantal helangrijke aandachtsgebieden voor het verkeersveiligheids-beleid.

In de loop der jaren zijn diverse wijzigingen in de onderzoekmethode doorgevoerd om de efficiëntie van het onderzoek te vergroten zonder de vergelijkbaarheid van de gegevens in de tijd aan te ta"ten. Zo is de lande-lijke steekproef ongeveer zeven maal zo groot geworden als in de jaren zeventig en tachtig, zonder dat de kosten van het onderzoek zijn toe-genomen. De betrouwbaarheid van uitspraken over ontwikkelingen in het alcoholgebruik is daardoor sterk toegenomen. Dit geldt vooral voor de relatief kleine groep zware drinkers met een sterk verhoogde ongevals- en letselkans.

Veranderingen in de onderzoeksgroep en/of het onderzoekstijdstip zouden betekenen, dat de bestaande tijdreeks wordt afgebroken. Zulke verande-ringen worden in het algemeen slechts doorgevoerd op grond van zwaar-wegende argumenten. In dit geval zou dat een verschuiving van het zwmutepunt in het alcoholgebruik enlof de alcoholonveiligheid kunnen zijn. Vooralsnog bestaan er echter geen aanwijzingen voor zo'n verschui-ving.

Naast de metingen van het alcoholgebruik van automobilisten heeft de SWOV een korte enquête onder de contactpersonen bij de politie uitge-voerd. Die is bedoeld om enig inzicht te krijgen in de aard en omvang van het politietoezicht en in eventuele veranderingen daarin. De vragenlijst is als bijlage hij dit verslag opgenomen.

1.2. Uitvoering van het onderzoek

De zes controleteams van de politie hebben in totaal 1438 willekeurige automohilisten staande gehouden en getest. Elke staande gehouden auto-mobilist heeft een hlaastest afgelegd op een draagbare elektronische adem-tester met cijfermatige uitlezing van een exact BAG-promillage (BAG

=

bloedalcoholgehalte). De testers waren van het fabrikaat Dräger, type Alcotest 7410. Voor het gebruik van testers die een BAG-promillage aangeven, heeft het Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie Vllil Justitie toestemming verleend.

1.3. Analyse van de gegevens

De verzllinelde gegevens zijn geanalyseerd met behulp een log-lineair analyseprogrrunma. Er is tweezijdig getoetst op 5%-niveau.

In de praktijk betekent dit, dat bij een steekproef van 1500 waamemingen (de gemiddelde steekproefomvllilg in de grotere provincies) en een uit-gllilgspercentage Vllil 4% overtreders (vergelijkbaar met de lllildelijke situatie in 1993) een verandering van 1,5% statistisch significant zal blijken te zijn.

(6)

De resultaten van het onderzoek in Drenthe worden in hoofdstuk 3 gepre-senteerd in de vonn van een tabellenoverzicht, waarop in het volgende hoofdstuk een korte toelichting wordt gegeven.

(7)

2.

Beknopte beschrijving van de resultaten

De resultaten van het onderzoek naar het alcoholgehruik van automohilis-ten in Drenthe worden in dit hoofdstuk hesproken aan de hand van de tabellen 1 t/m 4 uit hoofdstuk 3. De Drentse resultaten van 1994 worden steeds vergeleken met de landelijke resultaten van 1993.

Tabel 1. BAG-verdeling naar dag en onderzoeksgebied

In 1994 zijn in Drentlle aanzienlijk minder drinkers (BAG:::: 0,2%(1) aange-troffen dan in 1993 in de rest van Nederland: 5,6% in Drentlle versus 9,7% in de rest van Nederland. Dit verschil is statistisch significant (Z = 2.26; X2 = 23.63 hij df

=

1).

Het aandeel overtreders/rijders onder invloed (BAG:::: 0,5%(1) hedroeg in DrentllC 2,2% en in de rest van Nederland 4,2%. Ook dit verschil is significant (Z

=

3.24; X2

=

23.63 bij df

=

1).

De vergelijking met de landelijke situatie in 1994 kan pas worden

gemaakt, wanneer de gegevens van alle provincies bekend zijn. Puhlikatie van de landelijke gegevens over 1994 is medio 1995 te verwachten. In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het aandeel overtreders in in heel Nederland tussen 1989 en 1993 weergegeven, aangevuld met het Drentse aandeel in 1994.

1993 1994

Nederland Drenthe

Ontyvikkeling van het aandeel rijders onder invloed in Nederland

en de provincie Drenthe, 1989-1994.

Het aandeel zwaardere overtreders (BAG ~ 0,80 promille) in Drentl1e was in 1994 met 1,1% eveneens lager, zij het niet signific,illt, dan het lande-lijke aandeel van 2,1 % in 1993.

Het hoogste percentage overtreders is in Drenthe op vrijdag aangetroffen in Meppel (3,9%); het laagste op zaterdag in Hoogeveen e.o. (1,2%). De

(8)

verschillen tussen de diverse onderzoeksgebieden zijn overigens niet signi-ficant. Ook het verschil in overtreders tussen de v rijd ag- en zaterdagnacht is niet significant; in de rest van Nederland was dat in 1993 wel het geval (Z

=

5.41; X2

=

29.42 bij df

=

1).

Tabel 2. BAG-verdeling naar tijdstip

Naarmate het later in de nacht wordt, neemt het aandeel overtreders in het algemeen toe. Maar tegelijkertijd neemt het verkeersaanbod af. De

absolute aantallen rijders onder invloed op verschillende tijdstippen van de nacht ontlopen elkaar doorgaans dan ook niet veeL

De Drentse situatie in 1994 wijkt op dit pWIt niet belangrijk af van het landelijke beeld in 1993. Na middernacht was het percentage overtreders in Drentl1e ruim anderhalf maal zo hoog als voor middernacht: respectie-velijk 2,8% en 1,6%.

Verder neemt in de rest van Nederland niet alleen het aandeel overtredin-gen toe naarmate het later wordt, maar ook de zwaarte ervan. In Drenthe was dat in 1994 eveneens het geval. Vanwege de betrekkelijk kleine abso-lute aantallen zijn de verschillen naar tijdstip in Drentl1e overigens niet significant.

Tabel 3. BAG-verdeling naar geslacht en leeftijd

Rijden onder invloed is door de jaren heen voornamelijk een mannen-probleem gebleken. In Drentl1e waren mannelijke bestuurders in 1994 verhoudingsgewijs bijna vier maal zo vaak in overtreding als vrouwelijke: 2,7% versus 0,7%. Dit verschil is statistisch significant (Z

=

2.13;

X2

=

4.54 bij df

=

1).

In Drentl1e was 71 % van alle gecontroleerde bestuurders van het maIme-lijke geslacht. In de rest van Nederland bedroeg het aaIIdeel mannelijke bestuurders in 1993 73%. Dit is geen verschil van betekenis.

Tussen vrouwen uit de verschillende leeftijdsgroepen waren er in Drenthe geen noemenswaardige verschillen in het aandeel overtreders. Wel is opvallend, dat in de leeftijdsgroep onder de 25 jaar zelfs geen enkele vrouw is aangetroffen die alcohol had gebruikt (BAG ~ 0,20 promille). Bij de mannen is in Drentl1e het hoogste percentage overtreders aangetrot--fen in de leeftijdsgroep VaIl 25-49 jaar, namelijk 3,5%. Het verschil met jongere en oudere mannen is niet statistisch significant (Z

=

l.63;

X2

=

2.67 bij df

=

I), maar komt wel overeen met de bevindingen die in

1993 in de rest van Nederland zijn gedaan. Tabel 4. Herkomstverdeling van overtreders

In de registratie van de herkomst van overtreders is in 1994 een veraIlde-ring aangebracht. Registratie vanaf een BAG ~ 0,50 promille bleek in voorgaaIlde jaren tot verwarring te leiden, omdat veel controleteams een

automobilist pas in overtreding vonden bij een BAG

2:: 0,70

promille.

Dit is de grens waarbij een automobilist wordt overgebracht naar het bureau om de ademanalyse voor bewijsdoeleinden te ondergaan. Tussen 0,50 en 0,69 promille werd dan ook vaak vergeten naar de herkomst te vragen. Daarom is de grens voor de herkomstregistratie in 1994 gelegd bij een BAG ~ 0,70 promille.

(9)

Enq uêteresultaten

De herkomstverdeling van de 20 overtreders met een BAG ~ 0,70 promil-le in Drenthe is als volgt:

- horecagelegenheid (bar, café, restaurant, disco) 45%

- bezoek/feestje 10%

- werk/thuis 20%

- sportkantine 5 %

- overig/onbekend 20%

Ten opzichte van de landelijke herkomstverdeling in 1993 vallen er in Drenthe geen belangrijke verschillen te constateren.

De enquêteresultaten per provincie zijn slechts beperkt bruikbaar vanwege de zeer geringe steekproefomvang (in Drenthe zes ondeIZoeksgebieden). Over de resultaten zal dan ook pas uitvoerig worden gerapporteerd in het landelijke verslag dat na afloop van alle provinciale metingen wordt opge-steld.

De volgende globale resultaten van de Drentse enquête zijn echter wel het vermelden waard:

- Volgens de politiecoördinatoren is het toezicht in het jaar voorafgaand aan de SWOV -metingen in vier ondeIZoeksgebieden toegenomen (met naar schatting 20 tot 75%). In de twee overige onderweksgebieden is het toezichtniveau ongeveer gelijk gebleven. Hun uitspraken hebben betrek-king op de 12 maanden die voorafgingen aan het SWOV-onderL:oek in 1994, in vergelijking met het jaar daarvoor.

- Eveneens in vier ondeIZoeksgebieden zijn in het jaar voorafgaand aan de SWOV-metingen meer dan zes geplande, aselecte alcoholcontroles per 100.000 inwoners uitgevoerd, steeds in combinatie met aselecte alcohol-controle door surveillance-teams. Een dergelijk toezichtniveau is als

"hoog" te kwalificeren (zie ook: Rijden onder invloed in Nederland,

1992-1993. SWOV, 1994).

In de beide andere ondeIZoeksgebieden zijn incidentele geplande aselecte alcoholcontroles uitgevoerd, in één gebied gecombineerd met systematische aselecte alcoholcontrole door surveillanceteams. Het toezichtniveau daar kan als "gemiddeld" worden gekwalificeerd.

- In geen van de zes ondeIZoeksgebieden was sprake van systematische alcoholcontrole onder betrokkenen bij ongevallen, al wordt daar volgens de regiocoördinator wel naar gestreefd.

Al met al lijkt het niveau van politietoezicht in de provincie Drenthe tussen 1993 en 1994 aanzienlijk toegenomen te zijn. Evenals in de provin-cie Groningen hebben de afspraken tussen het Openbaar Ministerie en de politie over aantallen te controleren automobilisten daarbij ongetwijfeld een positieve rol gespeeld.

Conclusies en aanbevelingen

De resultaten van het Rij- en drinkgewoontenondeIZoek 1994 in de pro-vincie Drenthe leveren hetzelfde beeld van een betrekkelijk laag alcohol-gebruik door automobilisten op, dat bij eerdere SWOV-ondeIZoeken al jaren achtereen in de provincie Groningen is aangetroffen.

Een oOIZakelijk verband met het relatief hoge niveau Villl politietoezicht kan op grond van de beperkte enquêtegegevens niet wetenschappelijk

(10)

worden aangetoond, maar ligt wel voor de hand. Bij het landelijke Rij- en drinkgewoontenonderzoek van de SWOV in 1993 is gebleken, dat in gebieden met een relatief hoog toezichtniveau aanmerkelijk minder onder invloed van alcohol werd gereden dan in gebieden met een relatief laag toezichtniveau.

Van belang voor het handhaven van een hoog toezichtniveau is, dat de opsporing en afhandeling van verdachten door de politie op een efficiënte wijze plaatsvindt. Wat betreft het toepassen van slimme toezichtstrategieën en -methoden lijkt de politie in de provincie Drenthe bijna optimaal te werken. In vijf van de zes onderzoeksgebieden worden geplande aselecte alcoholcontroles gecombineerd met aselecte alcoholcontrole door surveil-lance-teams. Geplande controles moeten met name worden uitgevoerd op dagen en tijdstippen waarop relatief veel rijders onder invloed te verwach-ten zijn: de weekendnachverwach-ten, de zaterdag- en zondagmiddag en sommige doordeweekse nachten. Het grootste effect kan worden bereikt door elk uur van locatie te wisselen, door duidelijk zichtbaar te controleren en door een vast transportteam van twee personen de verdachten naar het bureau te laten vervoeren. In grote delen van Nederland worden verdachten van rijden onder invloed door steeds weer nieuwe leden van het controleteam overgebracht naar het politiebureau om daar de ademanalyse te ondergaan. Als er dan enkele rijders onder invloed vrij snel achter elkaar worden betrapt, is er geen capaciteit op straat meer beschikbaar voor het testen van bestuurders. Hoe de precieze werkwijze in Drenthe is. is de SWOV niet bekend.

Een stapje in de richting van verdere efficiency-verbetering is, dat over-treders met een ademalcoholgehaIte tussen 235 en 350 pg!l (gelijk aan een BAG tussen 0,54 en 0,80 promille) sinds kort in de meeste arrondissemen-ten een politietransactie krijgen mmgeboden. Voorheen was dat een ge-mandateerde OM-transactie, die meer papierwerk met zich meebracht. In de arrondissementen die onder het ressort Leeuwarden vallen, is echter (vooralsnog) de gemandateerde OM-transactie gehandhaafd. Een bij-komend nadeeilliervan is, dat er nu een zekere mate van rechtsongelijk-heid bestaat tussen overtreders in verschillende delen van Nederland. De gemandateerde OM-transactie bedraagt namelijk ft. 400,-, terwijl de politietransactie ft. 320,- bedraagt.

(11)

3.

Tabellen 1 t/m 4

Tabel la. Alcoholgebruik in Nederland in 1993, naar dag

Tabel lb. Alcoholgebruik in Drentlle in 1994, naar dag en gehied Tabel 2a. Alcoholgebruik in Nederland in 1993, naar dag en tijdstip Tabel 2b. Alcoholgebruik in Drentlle in 1994, naar dag en tijdstip Tahel 3a. Alcoholgebruik in Nederland in 1993, naar geslacht en leeftijd Tabel 3b. Alcoholgebruik in Drentlle in 1994, naar geslacht en leeftijd Tabel 4a. Herkomst van ovel1reders in Nederland in 1993, naar

BAG-klasse

(12)

tabel la. alcoholgebruik in nederland in 1993, naar dag

dag n bloedalcoholgehalte (bag-%o)

0,2-0,5 0,5-0,8 0,8-1,3 2::1,3 2::0,5

vrijdag 5857 5,7% 2,4% 1,4% 1,0% 4,8%

zaterdag 7586 5,2% 1,9% 1,2% 0,6% 3,8t}(;

(13)

tabel lb. alcoholgebruik in drenthe in 1994, naar dag en gebied

gebied n bloedalcoholgehalte (bag-%a)

0,2-0,5 0,5-0,8 0,8-1,3 ~1,3 ~0,5 vrijdag assen 278 4,7% 1,1% 0,4% 0,4% 1,8% coevorden eo 204 2,5% 1,0% 0,5% 1,5% meppel 231 6,5% 1,3% 2,2% OAo/(' 3,9% subtotaal 713 4,6% 1,1% 0,8% 0,4% 2,4% zaterdag roden eo 219 1,4% 0,9% 0,9% 0,5% 2,3% emmen 265 2,3% 1,1% 1,1% 2,3% hoogeveen eo 241 3,3% 0,8% 0,4% 1,2% subtotaal 725 2,3% 1,0% 0,4% 0,6% 1,9% totaal 1438 3,5% 1,0% 0,6% 0,5% 2,2%

(14)

tabel 2a. alcoholgebruik in nederland in 1993, naar dag en tijdstip

tijdstip n bloedalcoholgehalte (bag-%o)

0,2-0,5 0,5-0,8 0,8-1,3 2:1,3 2:0,5 vrijdag 22-24 u. 2860 3,8% 1,4% 0,4% 0,4% 2,2Cf(/ 00-02 u. 2108 7,5% 2,5% 1,5% 1,0% 5.10/1 02-04 u. 889 7,8% 5,3% 4,0% 3,1% 12,4% totaal 5857 5,7% 2,4% 1,4% 1,0% 4.8% zaterdag 22-24 u. 3195 4,3% 1,7% 0,8% O,4t-/{, 2,Y% 00-02 u. 2823 5,7% 1,9% 0,9% 0,3% 3,2%. 02-04 u. 1568 6,2% 2,4% 2,6% 1,7% 6,8% totaal 7586 5,2% 1,9% 1,2% O,69{, 3,8%

(15)

tabel 2b. alcoholgebruik in drenthe in 1994, naar dag en tijdstip

tijdstip n bloedalcoholgehalte (bag-%o)

0,2-0,5 0,5-0,8 0,8-1,3 21,3 20,5 vrUdag 22-24 u. 421 5,2% 0,7% 0,7% 0,2% 1,7% 00-02 u. 241 4,1% 2,1% 0,8% 0,4% 3,3% 02-04 u. 51 2,0% 2,0% 2,0% 3,9% totaal 713 4,6% 1,1% 0,897 0 0,4% 2,4% zaterdag 22-24 u. 323 3,1% 0,6% 0,9% 1,5% 00-02 u. 270 1,9% 1,1% 0,4% 1,5% 02-04 u. 132 1,5% 1,5% 1,5% 0,8% 3,8% totaal 725 2,3% 1,0% 0,4% 0,6% 1,9%

(16)

tabel 3a. alcoholgebruik in nederland in 1993, naar geslacht en leeftijd

geslacht en n bloedalcoholgehalte (bag-%o) leeftijd 0,2-0,5 0,5-0,8 0,8-1,3 2:1,3 mannen 18-24 jr 2365 3,4% 1,3% 1,3g{) 0,5% 25-34 jr 3059 7,0% 2,6% 1,7% 1,0% 35-49 jr 2894 7,8% 3,0% 1,8% 1,417c' 50 jr e,o. 1534 5,6% 2,8% 0,8% 1.0% totaal 9852 6.1% 2,4% 1,5% 1,0% vrouwen 18-24 jr 968 1,7% 0,7% 0,1% 25-34 jr 1198 2,9% 1,4% 1,0% 0,2% 35-49 jr 1053 5,5% 2,0% 1,0% 0,5% 50 jr e.o. 372 4,2% 1,0% 0,7% totaal 3591 3,5% 1,3% 0,7% 0,2% 2:0,5 3YYc 5,2O/C 4,6lfc 4.9% 0,8% 2,6% 3Yfé 1,7% 2,3%

(17)

tabel 3b. alcoholgebruik in drenthe in 1994, naar geslacht en leefti.jd

geslacht en n bloedalcoholgehalte (bag-%o) leeftijd

0,2-0,5 0,5-0,8 0,8-1,3 21,3

mannen 18-24 jr 245 2,4% 1,6% 0,4% 25-34 jr 281 3,6% 1,8% 0,4% 1,4% 35-49 jr 288 4,5% 1,4% 1,4% 0,7% 50 jr e.o. 210 5,7% 1,4% totaal 1024 4,0% 1,3% 0,8% 0,7% vrouwen 18-24 jr 125 25-34 jr 116 3,4% 0,9% 35-49 jr 129 2,3% 0,8% 50 jr e.o. 44 4,5% 2,3% totaal 414 2,2% 0,5% 0,2% 20,5 2,0% 3,6% 3,5% 1,4% 2,7o/r.: 0,9% 0,8% 2,3% 0.7%

(18)

tabel 4a. herkomst van overtreders in nederland in 1993, naar bag-klasse

bag-%c n herkomst

horeca sport- bezoek! werk! anders/ kantine feestje thuis onbek.

0,5-0,8 286 34% 6% 25% 13% 22%

0,8-1,3 173 47% 7% 26% 8% 12%

2 1,3 104 48(,% 6% 25<Yc 13% 8%,

(19)

tabel 4b. herkomst van overtreders in drenthe in 1994, naar bag-klasse

hag-%f' n herkomst

horeca sport- bezoek/ werk! anders/ kantine feestje thuis onbek.

0,7-0,8 4 50% 25% 25%

0,8-1,3 9 29% 22% 22% 33%

;;:: 1,3 7 71% 14% 14%

(20)
(21)

4.

Enquêteformulier

Enquête rij- en drinkgewoontenonderzoek 1994 Team:

Aantal inw. onderzoeksgebied: Contactpersoon:

Coördinator: Telefoonnr.:

vragenlijst

A. Kunt u een schatting maken van de procentuele toe- of afname van het alcoholtoezicht in het onderzochte gebied in het afgelopen jaar: L toename met .... %

2. afilame met .... %

3. gelijk gebleven 4. weet niet

B. Zijn er het afgelopen jaar in het onderzochte gebied de volgende soorten alcoholcontroles uitgevoerd:

1. geplande aselecte alcoholcontroles; zoja, aantal .... 1. ja 2. nee 2. systematische aselecte alcoholcontrole door surveillance 1. ja

2. nee 3. selectieve alcoholcontrole bij opvallend rijgedrag

4. systematische alcoholcontrole bij ongevallen a. onder bestuurders van motorvoertuigen

b. onder bromfietsers

c. onder fietsers

d. onder voetgangers

5. andere controlevormen, namelijk ... ..

1. ja 2. nee L ja 2. nee 1. ja 2. nee 1. ja 2. nee 1. ja 2. nee 1. ja 2. nee

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bemesting met kunstmest wordt in de praktijk dan vaak uitgesteld tot na het bemesten met dierlijke mest, ook al is de optimum Tsom bereikt. Dit is af

Maar zoals al eerder vermeld werd dit in maart 1993 uitgesteld tot 1994; studiegroep en Stichting konden het vele werk eenvoudig weg niet op tijd rond zetten Er werd nog overwo-

Rob Nas Stelling 1: voor een betrouwbare voorspelling van groei en ontwikkeling van gemengde opstanden en bossen in relatie tot groeiplaats en beheer is nog toegepast

Figuur 10a Afwijking van de bedrijven ten opzichte van maximaal te houden dieren zonder mestafzetcontract en Minas-eindnormen voor stikstof na toepassing van strategie Figuur

Op basis van algemene literatuur en literatuur over andere gewassen lijkt het mogelijk dat aaltjes bij teelten in de voilegrond via besmet drainwater verspreid kunnen worden..

The focus was on the child in middle childhood who presents with symptoms of HS, to explore awareness of high sensitivity using an illustrated storybook, and the extent to which

Through the participants’ experiences, issues such as contextual factors, contact classes versus IWB, impact of IWB experience on the ACE SL programme, impact of IWB experience on