• No results found

View of Rob Melchers, De Beaufort. Geschiedenis van een aanzienlijke familie van 1613 tot 1876.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Rob Melchers, De Beaufort. Geschiedenis van een aanzienlijke familie van 1613 tot 1876."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

vergelijking te maken met andere werelddelen (zie bv. pp. 4, 124, 139, 247 en het besluit op p. 311). De diverse invullingen die aan de termen“Europa” en “Europees” gegeven worden, maakt het voor de lezer nog moeilijker om dergelijke claims te kunnen beoordelen: de auteurs beperken zich niet tot een geografische definitie en laten zich afwisselend wel en niet sturen door de voorstellingen van de door hen bestudeerde actoren. In dit opzicht is het uitkijken naar het laatste volume van Making Europe, dat een meer globaal perspectief zal innemen.

Wel is het zonder meer een sterke kant van het boek dat ook in West-Europa minder gekende instellingen en plaatsen uitvoerig aan bod komen, zoals de Poli-technika Warszawska en Zlin, de Moravische thuisbasis van het Bata schoenenim-perium. Dankzij de brede, synthetische opzet, de toegankelijke schrijfstijl en de online beschikbare hulpmiddelen (zie www.inventingeurope.eu/education) lijkt het werk uitermate geschikt voor inleidende academische cursussen. Het biedt ook een goede basis om een verdere dialoog aan te gaan met onderzoekers die processen van Europese integratie en fragmentatie hebben onderzocht vanuit het standpunt van politieke en economische elites en daarbij de rol van technowe-tenschappelijke experts misschien te vaak uit het oog zijn verloren.

Joris Mercelis

Johns Hopkins University

Rob Melchers, De Beaufort. Geschiedenis van een aanzienlijke familie van 1613 tot 1876. (Hil-versum: Uitgeverij Verloren, 2014) 308 p. ISBN 978-90-8704-430-5.

Deze monografie brengt een prettig geschreven geschiedenis van de‘aanzienlijke familie’ De Beaufort. Het boek start in 1613 wanneer de jonge Pierre de Beaufort vanuit Sedan naar de Republiek verhuist en eindigt in 1868 wanneer de inmiddels ‘vernederlandste’ Pieter de Beaufort in de adelstand van het Koninkrijk Nederland wordt toegelaten. Over deze 250 jaar volgt de auteur voornamelijk de mannelijke nazaten van dit geslacht, en beschrijft voor iedere generatie steevast de huwelijken en begrafenissen, nakomelingen, het financieel vermogen en eventueel de be-stuurlijke taken. Zo komen de cycli van het familieleven mooi uit de verf, terwijl er telkens ook een keurige duiding van de politieke context wordt gegeven. De auteur is jammer genoeg kariger met informatie over religieuze opinies en bele-ving, en beschrijvingen van de materiële cultuur van dit geslacht (al zijn er wel twee interessante boedelbeschrijvingen in bijlage opgenomen). Aan de basis van dit boek liggen belangrijke bronnen uit het familiearchief, gedeponeerd in het Utrechts archief, andere regionale depots, alsook stukken uit het privaat archief

AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0148

<TSEG1504_06_rece_1Kv36_proef2 ▪ 24-12-15 ▪ 10:47>

148 VOL. 12, NO. 4, 2015

(2)

van de familie, die in Nederland nog steeds tot de adel behoort. Wie meer wil weten over de vroegmoderne geschiedenis van De Beaufort zal dus met veel ple-zier dit boek ter hand nemen.

De analyse is gebaseerd op de sociologische studie van Kees Schmidt over de familie Teding van Berkhout, die op zijn beurt de concepten van Pierre Bourdieu introduceerde. Toch is De Beaufort eerder een verhaal geworden van opeenvol-gende generaties, dan van sociaal kapitaal. De auteur heeft zo een belangrijk pleidooi voor familiegeschiedenis gebracht, een steeds prominenter veld binnen de traditionele elitestudies. Beter dan een prosopografie kan familiegeschiedenis immers de interne ambities, de specifieke memory culture en materiële cultuur van geslachten blootleggen, net als de steeds onstabiele omstandigheden van biologie en overerving. Op dat laatste vlak is de auteur soms in de val van bio-graaf/familiehistoricus getrapt. Vaak zijn de interpretaties teleologisch getint: het boek brengt een beklijvend succesverhaal van‘arme secretaris’ tot ‘adellijke advo-caat’ bij het hooggerechtshof in Den Haag, maar gaat vaak voorbij aan de vele toevalligheden, en zelfs de capricieuze wissels van de jongste zoon die de adellijke titel najaagt en ook verkrijgt. Slechts ter zijde vermeldt het besluit dat‘het uitster-ven van de zijtakken eerder een kwestie van biologisch toeval’ was (p. 259). De patrilineaire benadering wordt weinig of niet in vraag gesteld, terwijl familie-geschiedenis juist een poging vormt om de rol van zowel mannen als vrouwen te waarderen. Zo verschijnen de huwelijkspartners steeds als bevallige jongedames, die het geslacht De Beaufort rijkdom en voorspoed brengen, op weg naar de adellijke titel in de negentiende eeuw. Het is jammer dat de auteur op deze gebieden niet teruggreep naar de sociologie (hypo/hypergamie en/of endogamie), of naar de inzichten van gendergeschiedenis.

Wie doorheen deze klassieke analyse leest, zal veel suggesties voor onderzoek ontdekken. Zo hecht de auteur veel belang aan de bestuurlijke en militaire functies die de telgen De Beaufort in perifeer gebied (met name Hulst) opnamen, en sluit hij aan bij de recente tendensen om elites ook in grensgebieden of perifere streken te bestuderen. Ook krijgen we reeds voorproefjes van de belangrijke egodocumenten die dit geslacht naliet. Met name‘stamvader’ Pierre de Beaufort liet een interessant ‘opschrijfboekje’ (medio zeventiende eeuw) na, en Cornelia Anna van Westrenen liet vanaf de dag van haar ondertrouw met Willem Hendrik de Beaufort op 23 september 1796 maar liefst 36‘sterk religieus getinte’ dagboekjes bij tot 22 december 1839 (p. 197, voetnoot 14). Over het bestaan van deze egodocumenten leest men voorlopig in voetnoot, zodat men alleen maar kan hopen dat de auteur of andere historici deze bronnen verder op sociale en culturele wijze zullen uitdiepen.

Voilet Soen

Katholieke Universiteit Leuven

AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0149

<TSEG1504_06_rece_1Kv36_proef2 ▪ 24-12-15 ▪ 10:47>

149

VOL. 12, NO. 4, 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze illustratie geeft een weergave van de eerste resultaten voor onderzoeksvraag 1 ‘Is er een verschil tussen de beginscore en de eindscore van de cliënt?’ in

een landstreek, waarvan de ligging ons bekend is door de plaatsen die er vermeld worden (b.v. in 722 Buren, in 999 Zaltbommel, in 1000 Tiel) en waarin bepaalde personen in

Aan de andere zijde staan spelletjes voor op het strand, tijdens een wandeling, bij kunstwerken die jullie toevallig onderweg tegenkomen, en voor aan tafel (op café, in jouw

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Adressen die getrokken zijn op basis van speciale kenmerken (risicosignalen) kunnen een rol spelen indien (1) de populatiecijfers bekend zijn voor deze kenmerken en (2) binnen

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,